Gemeenteblad van Oldambt
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2019, 299734 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2019, 299734 | Verordeningen |
Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Oldambt 2019
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;
Gelet op titel 4.2 (subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 156, lid 3 van de Gemeentewet en de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Oldambt 2019;
Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Oldambt 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Aanbieder: de aanbieder van een voorziening voor kinderopvang VVE;
ASV: algemene subsidieverordening gemeente Oldambt 2019;
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;
Doelgroepkinderen: de gemeente Oldambt hanteert de volgende doelgroep definitie: alle peuters aan wie de gemeente, vanwege een verhoogd risico op ontwikkelingsachterstand (taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motorisch), de mogelijkheid biedt om vier dagdelen per week voorschoolse educatie te volgen op een peuterspeelzaal, zoals voorgeschreven in de wet
Ontwikkeling door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE);
GGD Groningen: Gemeentelijke Gezondheidsdienst;
Indicatie VVE: een door de GGD Groningen en/of het consultatiebureau en/of het
Centrum Jeugd en Gezin afgegeven verklaring dat er sprake is van een ontwikkelingsachterstand bij een peuter, die afname van vier dagdelen VVE rechtvaardigt;
Ketenpartners: de ketenpartners zoals benoemd in het convenant VVE;
LRK: Landelijk Register Kinderopvang, een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland, hierin staat tevens vermeld of voorschoolse educatie wordt aangeboden;
VNG: Vereniging Nederlandse Gemeenten;
VVE: voor- en vroegschoolse educatie, de uitvoering van centrumgerichte programma’s gericht op het voorkomen van taal- en onderwijsachterstanden en het bevorderen van de ontwikkeling van doelgroepkinderen;
VVE convenant: het gemeentelijk VVE beleid zoals vastgelegd in het convenant, welke door de ketenpartners mede is ondertekend;
VVE programma: door het ministerie goedgekeurde programma’s die kinderen spelenderwijs stimuleren in hun ontwikkeling en die gericht zijn op meerdere ontwikkelingsgebieden waaronder in elk geval de taalbeheersing van het kind.
Het doel van deze subsidieregeling is het toegankelijk maken van voorschoolse educatie voor doelgroepkinderen met een indicatie VVE in de gemeente Oldambt, zoals omschreven in de
VVE-subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten binnen een kinderopvang die bijdragen aan het bieden van optimale ontwikkelkansen voor doelgroepkinderen, onder andere door spelenderwijs ontwikkelen en vorderingen maken op het gebied van taal en rekenen, door een kwalitatief hoogwaardig aanbod van VVE te realiseren, zoals omschreven in het VVE convenant.
In deze subsidieregel wordt uitgegaan van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage is gelijk aan de door de VNG jaarlijks vast te stellen ‘Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang’. De subsidieontvanger moet een ouderbijdrage heffen voor elk kind dat deelneemt aan VVE.
Artikel 10 Bijzondere verplichtingen
Er wordt actief meegewerkt aan het monitoren van de VVE. Subsidieontvanger werkt jaarlijks mee aan een kwantitatieve en kwalitatieve monitoring VVE van de gemeente Oldambt, hiervoor dient de subsidieontvanger jaarlijks voor 1 juli gegevens aan te leveren bij de gemeente Oldambt, de te verstrekken gegevens zullen nader door de gemeente worden aangedragen.
Subsidieontvanger streeft aantoonbaar naar een zo hoog mogelijke kwaliteit. Subsidieontvanger verleent medewerking aan onderzoeken uitgevoerd door de GGD en de onderwijsinspectie inzake het voldoen aan de wettelijke (kwaliteits)eisen. Eventuele tekortkomingen worden adequaat en binnen de gestelde termijnen opgelost.
Subsidieontvanger neemt actief deel aan overleggen met de ketenpartners, rondom VVE activiteiten, gericht op het zorgen voor het zo goed mogelijk uitvoeren van VVE en het bereik van de VVE doelgroep. Subsidieontvanger werkt samen en zoekt indien nodig verbinding met andere aanbieders van kinderopvang.
Op basis van goed gemotiveerde en aangetoonde gronden kan er sprake zijn van locatie gebonden aanvullingen op de subsidie voorschoolse educatie, als dit strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de voorschoolse educatie. Een dergelijke aanvraag moet goed gemotiveerd en financieel onderbouwd zijn.
Gemeenten zijn vanuit de Wet Primair Onderwijs verantwoordelijk voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, deze wet legt de gemeenten de wettelijke taak op zorg te dragen voor de voor- en vroegschoolse educatie. De gemeente dient er voor zorg te dragen dat er voldoende voorzieningen zijn (in aantal en spreiding) waar kinderen met een risico op een (taal)achterstand deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie.
Op 1 januari 2018 is de Wet Harmonisatie Kinderopvang in werking getreden, waarbij de peuteropvang juridisch gelijk gesteld is met de kinderopvang. Voor de uitwerking van deze wet hebben het Rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten bestuurlijke afspraken gemaakt, uitgangspunt hierbij is dat gemeenten actief een adequaat en financieel toegankelijk aanbod bieden voor kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
De gemeente Oldambt heeft aldus twee verplichtingen:
Doordat kinderopvang een economische activiteit is geworden door de invoering van de Wet Harmonisatie Kinderopvang zijn hierop de aanbestedingsregels of staatssteunregels van toepassing. De gemeente Oldambt heeft daarom besloten haar eerste verplichting middels een aanbesteding in de markt te zetten. Deze regels gelden niet voor de VVE, evenals het primair onderwijs betreft VVE een onderwijsactiviteit en derhalve geen economische activiteit. Dit betekent dat de aanbestedingsregels niet van toepassing zijn, evenmin zijn de staatssteunregels van toepassing op deze activiteiten. Dit standpunt is door de ministeries van SZW en OCW aan Europa Decentraal bevestigd.
In dit artikel worden een aantal begrippen verduidelijkt welke in de Subsidieregeling
Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Oldambt 2019 worden gebruikt.
Gemeenten hebben de vrijheid de doelgroep van voorschoolse educatie op hun eigen wijze in te vullen. In de Wet Primair Onderwijs is de doelgroep omschreven als ‘kinderen met risico op een taalachterstand in het Nederlands’. Gemeenten kunnen en mogen echter bepalen dat zij een ruimere definitie hanteren, zodat zij een bredere doelgroep bereiken en derhalve kunnen inspelen op de lokale situatie. Uitgangspunt is echter wel dat de doelgroep definitie een educatieve doelstelling heeft en in lijn is met de wettelijke doelstellingen. De definitie die de gemeente Oldambt hanteert is ruimer dan de definitie in de wet en deze definitie staat vastgelegd in het convenant VVE.
De gemeente wil door middel van de subsidie een zo groot mogelijk bereik van de VVE-geïndiceerde kinderen realiseren. Doel van de subsidie is er toe bijdragen dat kinderen zonder ontwikkelingsachterstand kunnen starten op het basisonderwijs.
Gemeenten hebben de wettelijke taak per week minimaal 16 uur voorschoolse educatie aan te bieden aan kinderen met een risico op een onderwijsachterstand.
De hoogte van de gemeentelijke subsidie wordt bepaald door de relatie tussen de hoogte van de ouderbijdrage of de eventuele kinderopvangtoeslag en het maximumtarief welke jaarlijks door het college wordt vastgesteld. De gemeente Oldambt heeft gekozen voor een inkomensafhankelijke ouderbijdrage en volgt in deze de ‘Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang’ van de VNG. De hoogte van de gemeentelijke subsidie wordt berekend aan de hand van een formule, verminderd met de ontvangen ouderbijdrage of kinderopvangtoeslag.
Artikel 5 Financiële bepalingen
In dit artikel worden de financiële bepalingen die samenhangen met de subsidieverlening uiteengezet.
Een kind behoort tot de doelgroep VVE als uit indicatie van de GGD Groningen en/of het consultatiebureau en/of het Centrum Jeugd en Gezin blijkt dat het een (potentiele) ontwikkelingsachterstand heeft.
De uitvoering van VVE betreft de uitoefening van een wettelijke taak, deze taken zijn niet economisch gemotiveerd. Dat maakt dat de gemeente deze VVE activiteiten middels een subsidierelatie door een partij mag laten uitvoeren en niet officieel aanbesteed hoeft te worden. Gemeenten hebben in grote mate beleidsvrijheid om de VVE in te richten, zolang zij binnen de wettelijke kaders blijven. Op dit moment is er slechts één aanbieder van VVE in de gemeente Oldambt. Gelet op de continuïteit van de VVE, de hoge kwaliteit van de reeds geboden VVE en de huidige spreiding van locaties in de gemeente Oldambt, acht de gemeente Oldambt het wenselijk de VVE activiteiten door één aanbieder te laten uitvoeren.
De subsidieaanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in deze subsidieregeling.
Het boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar, conform artikel 4:68 Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 9 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
Het college is in bepaalde gevallen bevoegd, ook indien de subsidie reeds is vastgesteld, de beschikking tot het verlenen of tot het vaststellen van de subsidie in te trekken of ten nadele van de subsidie ontvanger te wijzigen dan wel het te veel betaalde bedrag terug te vorderen. In de
Algemene wet bestuursrecht is geregeld op welke gronden een subsidie kan worden ingetrokken en teruggevorderd.
Artikel 10 Bijzondere verplichtingen
Dit artikel geeft weer aan welke verplichtingen de subsidieaanvrager dient te voldoen.
Lid 1 stelt de eis dat de subsidieaanvrager moet kunnen aantonen dat zij qua voorzieningen en bemensing ten minste 70 doelgroepkind-plaatsen kan aanbieden. Het gaat hier om de mogelijkheid van aanbieden, niet om de vraag of deze doelgroepkind-plaatsen daadwerkelijk bezet worden.
Lid 5 stelt dat minstens twee gecertificeerde leidsters aanwezig moeten te zijn, deze dienen conform geldende wet- en regelgeving gecertifieerd te zijn.
Lid 15 stelt dat de VVE activiteiten zonder winstoogmerk uitgevoerd dienen te worden. De uitvoering van VVE is in het algemeen economisch belang, hier kan derhalve geen commercieel doel worden nagestreefd. Het aanbod heeft geen primair commercieel belang.
Lid 16 bepaalt dat er sprake kan zijn van locatie gebonden aanvullingen op de subsidie, indien deze strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de voorschoolse educatie. Uitgangspunt hiervoor is het feit dat de gemeente de wettelijke taak heeft in deze onderwijsactiviteiten te voorzien. Tevens mogen de VVE activiteiten geen winstoogmerk hebben, waardoor extra onvoorziene kosten inzake de VVE activiteiten moeilijker zijn op te vangen. Gedacht kan worden aan (onvoorziene) kosten voor bijvoorbeeld scholing, lesmateriaal, etc. In het belang van een goed aanbod van VVE en in het belang van versterking van de doorgaande lijn kan het college derhalve beslissen een aanvulling op de subsidie te verstrekken.
Artikel 11 Subsidievaststelling
Dit artikel beschrijft wanneer er verantwoord moet worden en op welke wijze deze verantwoording dient plaats te vinden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-299734.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.