Gemeenteblad van Uden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uden | Gemeenteblad 2019, 299387 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Uden | Gemeenteblad 2019, 299387 | Overige besluiten van algemene strekking |
Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2020
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch, Landerd, Meierijstad, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel1, Uden en Vught, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
zij met ingang van 1 januari 2015 voor de duur van vier jaren regionaal hebben samengewerkt in de Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2015;
zij daartoe een inkoopsamenwerking zijn aangegaan waarbij de gemeente `s-Hertogenbosch als centrumgemeente is aangewezen;
de huidige centrumregeling is verlengd tot 1 januari 2020;
de inkoopsamenwerking en de bestuurlijke samenwerking daarbij over de periode 2015-2018 door een extern bureau is geëvalueerd;
in het evaluatierapport diverse aanbevelingen zijn gedaan om te komen tot een optimalisering van de gezamenlijke inkoop en de bestuurlijke samenwerking daarbij;
zij zich realiseren dat op basis van de opgedane ervaringen de samenwerking bij de gezamenlijke uitvoering van de Jeugdwet voordelen biedt, met inachtneming van ieders autonome bestuursbevoegdheid;
de raden van de deelnemende gemeenten al eerder een voorkeur hebben aangegeven voor een samenwerkingsstructuur die gekenmerkt wordt als `zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig', passend binnen het regionaal gedragen principe: lokaal wat kan en regionaal waar het moet of waar het effectief en efficiënt is;
zij zich realiseren dat een centrumgemeenteconstructie als bestuurlijke vorm zorgt voor eenduidigheid en een beperking van kosten en administratieve lasten;
zij de gezamenlijke inkoop opnieuw willen vormgeven met inachtneming van de aanbevelingen uit het evaluatierapport uit 2018 door, in aangepaste vorm, gebruik te maken van de gemeente 's-Hertogenbosch als centrumgemeente;
zij daarbij ruimte willen creëren om te kunnen experimenteren met alternatieve manieren van inkoop door middel van pilots;
zij de intentie hebben hun raden voor te stellen waar nodig in verband met de gezamenlijke inkoop hun verordening Jeugdhulp en hun beleid op het gebied van jeugdtaken op elkaar af te stemmen;
zij daartoe ingaande 2020 een nieuwe centrumregeling wensen aan te gaan waarin aan de gemeente 's-Hertogenbosch het mandaat wordt verleend de jeugdtaken zoals omschreven in de regeling in te kopen namens de Noordoost Brabantse gemeenten;
de verdeelsleutel wordt aangepast indien het aantal gemeenten in verband met gemeentelijke herindeling wijzigt; bij samenvoeging van gemeenten worden de percentages opgeteld, bij splitsing van gemeenten vindt overleg plaats;
artikel 2.8 van de Jeugdwet, afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht, en de artikelen 1 en 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);
de door de raden van voornoemde gemeenten aan hun colleges van burgemeester en wethouders verleende toestemming tot het aangaan van deze samenwerking en het vaststellen van deze regeling ex artikel 1, tweede lid Wgr;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Doelstelling voor samenwerking
De gemeenten zijn een onderlinge samenwerking aangegaan gericht op het zorgdragen voor een kwalitatief goede en efficiënte inkoop van de jeugdtaken op basis van de Inkoopstrategie 2020-2024, de jaarlijks vastgestelde Inkoopopdracht, het Regionaal Beleidsplan Jeugd 20202024, en beleidsopdrachten, met inachtneming van de bepalingen van de Jeugdwet.
De kosten van inrichting en instandhouding van het Regionaal Inkoopteam als bedoeld in het vorige lid worden volgens de verdeelsleutel door de gemeenten gezamenlijk gedragen. Bij het aangaan van deze regeling is een minimale formatie vastgesteld en deze kan jaarlijks worden uitgebreid. Bij wijziging van formatie worden de daaruit voortvloeiende kosten door de gemeenten gezamenlijk gedragen en verdeeld volgens de verdeelsleutel.
Hoofdstuk 2 Organisatie en overleg
De samenwerking en aansturing is georganiseerd in de vorm van:
Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd (RBO), bestaande uit de portefeuillehouders Jeugd van de gemeenten en een onafhankelijk voorzitter.
Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd Smal (RBO Smal), bestaande uit de portefeuillehouder Jeugd van de gemeente 's-Hertogenbosch en daarnaast één portefeuillehouder Jeugd per subregio en de voorzitter van het RBO.
Het RBO en het RBO Smal worden ambtelijk ondersteund door dezelfde secretaris. Deze secretaris is tevens secretaris van het Regionaal Regieteam.
Regionaal Regieteam is een slagvaardig team, bestaande uit één ambtelijke vertegenwoordiger van de gemeente 's-Hertogenbosch en daarnaast één ambtelijke vertegenwoordiger per subregio.
Het Regionaal Regieteam wijst uit zijn midden de voorzitter aan en wordt ambtelijk ondersteund door een secretaris. Deze secretaris is tevens secretaris van het RBO en het RBO Smal.
De voorzitter van het Regionaal Beleidsteam en de manager van het Regionaa Inkoopteam zijn vaste adviseurs van het Regionaal Regieteam. Het Regionaal Regieteam kan naar behoefte andere adviseurs betrekken.
Artikel 8 Taken Regionaal Regieteam
Taken van het Regionaal Regieteam zijn:
adviseren aan het RBO over de beleidskaders waarbinnen de inkoop van jeugdtaken plaatsvindt. Deze beleidskaders omvatten de beleidsdoelen, de lokale ruimte en de wijze van financiële risicoverdeling. De adviezen worden gebaseerd op input van de gemeenten, het Regionaal Beleidsteam, het Regionaal Inkoopteam en landelijke ontwikkelingen;
Artikel 10 Taken Regionaal Inkoopteam
Taken van het Regionaal Inkoopteam zijn:
zorgdragen voor betaling aan gecontracteerde aanbieders van jeugdtaken op de voor de gemeenten en aanbieders meest efficiënte wijze, waarbij rekening wordt gehouden met de behoefte aan monitoring. Deze taak geldt niet voor de lichte jeugdhulp zoals aangegeven in de Regionale Inkoopstrategie 2020-2024;
in voorkomend geval het namens de gemeenten voeren van onderhandelingen en het sluiten van overeenkomsten tussen gemeenten uit de samenwerkende jeugdzorgregio's en aanbieders voor JeugdzorgPlus, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering na overleg met het RBO voor zover dit nog niet eerder in beleid is vastgelegd. Indien daarvoor nodig, het onderhandelen en mede sluiten van een samenwerkingsconvenant tussen de samenwerkende gemeenten na overleg met het RBO voor zover dit nog niet eerder in beleid is vastgelegd;
Hoofdstuk 3 Informatie, verantwoording en bedrijfsvoering
Artikel 13 Kostentoerekening en wijze van risicoverdeling
Gemeenten hanteren voor de overige zware jeugdtaken, waaronder LTA, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, en Veilig Thuis in het kader van de Jeugdwet, inleg naar rato van 3 jaars hulpgemiddelde op basis van het aantal jeugdigen in jeugdhulp.
Bij onevenredige effecten kan, na behandeling in het RBO, worden afgeweken van deze bepaling.
Artikel 14 Betaling gecontracteerde aanbieders
Het Regionaal Inkoopteam is verantwoordelijk voor een deugdelijke, tijdige betaling van aanbieders en sluit daarbij zo veel mogelijk aan bij de landelijke standaarden. Deze verantwoordelijkheid geldt niet voor de lichte jeugdhulp zoals aangegeven in de Regionale Inkoopstrategie 2020-2024.
Het Regionaal Inkoopteam kan in voorkomend geval een gemotiveerd voorstel doen aan het Regionaal Regieteam om hiervan af te wijken.
Als de meerderheid – op basis van de CBS-inwoneraantallen per 1 januari van het betreffende kalenderjaar van minimaal vijf gemeenten – instemt, dan is de Inkoopopdracht vastgesteld. Wordt de meerderheid niet gehaald, dan vindt verder overleg plaats over de inhoud van de Inkoopopdracht. Bij gemeentelijke herindeling kan de bepaling van de meerderheid – de CBS-inwoneraantallen van minimaal vijf gemeenten – worden aangepast.
Hoofdstuk 4 Tussentijds wijzigen, toetreden, uittreden, opheffen en beëindigen
Artikel 19 Tussentijdse uittreding
Als een regiogemeente uittreedt, zal die gemeente tot 01-01-2024 de jaarlijkse uitvoeringskosten van de centrumgemeente en de contractuele verplichtingen met aanbieders aan de centrumgemeente blijven voldoen. Daarnaast betaalt die regiogemeente de werkelijke kosten ten gevolge van de uittreding. De centrumgemeente stelt de hoogte van de in dit lid genoemde kosten vast in overleg met de gemeenten.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wgr, verplichten de gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.
Gemeenten waarborgen, als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, dat bij de onderlinge gegevensuitwisseling de vigerende privacywetgeving wordt nageleefd.
Namens de gemeente Bernheze
, wethouder
Namens de gemeente Boekel
, wethouder
Namens de gemeente Boxmeer
, wethouder
Namens de gemeente Boxtel
, wethouder
Namens de gemeente Cuijk
, wethouder
Namens de gemeente Grave
, wethouder
Namens de gemeente Haaren
, wethouder
Namens de gemeente 's-Hertogenbosch
, wethouder
Namens de gemeente Landerd
, wethouder
Namens de gemeente Meierijstad
, wethouder
Namens de gemeente Mill en Sint Hubert
, wethouder
Namens de gemeente Oss
, wethouder
Namens de gemeente Sint Anthonis
, wethouder
Namens de gemeente Sint-Michielsgestel
, wethouder
Namens de gemeente Uden
, wethouder
Namens de gemeente Vught,
, wethouder
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-299387.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.