Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ermelo houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Ermelo;

 

gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2019, nr. 19e0006022/e190036115;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de: Verordening Toeristenbelasting 2020

Artikel 1 - Belastbaar feit

Onder de naam "toeristenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente zijn ingeschreven in de basisregistratie personen.

Artikel 2 - Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaanopvang Asielzoekers;

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf hij forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    van degene die tijdelijk als minderjarige in de gemeente verblijft als deelnemer aan een door een school, vereniging, scoutinggroep of andere vorm van vrijwilligersorganisatie georganiseerde groepsreis, onder leiding van een of meer meerderjarige begeleiders.

  • 5.

    van degene die tijdelijk in de gemeente verblijft als begeleider van minderjarigen als bedoeld in lid 4.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

  • 2.

    Het aantal overnachtingen wordt vastgesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 - Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,50.

Artikel 6 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 - Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 - Aanslagqrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 9 - Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221).

Artikel 11 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voorafgaand aan het bieden van de gelegenheid tot overnachting, daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaren.

Artikel 12 – Nachtverblijfregistratie

  • 1.

    De belastingplichtige is gehouden een geordende registratie te voeren van het verblijf met overnachting zoals bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De registratie bedoeld in lid 1 bevat, met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft, gegevens ten minste betreffende:

    • a.

      naam en woonplaats;

    • b.

      samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

    • c.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • d.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

Artikel 13 –Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Toeristenbelasting 2019” van 29 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Toeristenbelasting 2020".

Vastgesteld in de openbare vergadering

van 27 november 2019,

mevrouw A.J. van Meerveld,

griffier,

A.A.J. Baars,

voorzitter,

Naar boven