Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met het mandateren van de directeur Wonen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van een verbodsbepaling in artikel 1b van de Woningwet (Wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam bestuurlijke boete artikel 1b Woningwet)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:1 en 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet, de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren,

 

besluit:

Artikel I  

Het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

In onderdeel 13, onderdeel J, van bijlage 4, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • o.

    Het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 92a van de Woningwet wegens overtreding van een verbod in artikel 1b van de Woningwet.

Artikel II  

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III  

Deze regeling wordt aangehaald als: Wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam bestuurlijke boete artikel 1b Woningwet.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 december 2019.

 

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting  

Op 1 juni 2019 is in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vier andere betrokken steden gestart met de pilot Goed Verhuurderschap. Het doel van hiervan is om verschillende excessen en misstanden in de huursector aan te pakken. Op 2 juli 2019 is de Beleidsregel bestuurlijke boete, sluiting en beheerovername op grond van de Woningwet vastgesteld door het college. Met deze beleidsregel geeft het college invulling aan hoe en wanneer de bestuurlijke boete, sluiting en beheerovername in de gemeente Amsterdam ingezet kunnen worden bij eigenaren die hun panden bedrijfsmatig exploiteren en overtredingen begaan zoals gebrekkig onderhoud, slecht verhuurgedrag en/of het exploiteren van illegale hotels.

 

De bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I t/m III van de Woningwet is door het college gemandateerd aan de stadsdelen en op sommige onderdelen weer ondergemandateerd aan Wonen. Dit geldt echter niet voor de bevoegdheid tot het opleggen van de bestuurlijke boete op grond van artikel 92a van de Woningwet.

 

Om de bestuurlijke boete op grond van artikel 92a van de Woningwet effectief te kunnen inzetten conform de beleidsregel, de pilot en projecten ten aanzien van de wettelijke woningkwaliteit, is het wenselijk voor de praktische uitvoerbaarheid om de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete ter zake een overtreding van een van de verboden in artikel 1b van de Woningwet te mandateren aan de directeur Wonen.

 

Met de stadsdelen is afgesproken dat de directeur Wonen de bestuurlijke boete op grond van artikel 92a van de Woningwet in het kader van de pilot zal opleggen. Na afronding van de pilot medio 2020 vindt een evaluatie plaats en wordt op basis van deze evaluatie in overleg met de stadsdelen bepaald of het wenselijk is dat de stadsdelen ook de bestuurlijke boete op grond van de Woningwet gaan opleggen of dat dit enkel een taak blijft van de directeur Wonen.

 

Naar boven