Gemeenteblad van Heerlen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2019, 298277 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Gemeenteblad 2019, 298277 | Verordeningen |
Gemeente Heerlen - Verordening van de gemeenteraad van Heerlen houdende regels met betrekking tot de heffing en invordering van rioolheffing 2020 (Verordening rioolheffing 202019)
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, dan wel dat belang heeft bij nakoming van de gemeentelijke waterzorgplichten, verder te noemen: eigenarendeel; en
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de be-lasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Indien dit aan het begin van het belastingjaar niet bekend is, wordt het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters dat naar het perceel is toegevoerd of opgepompt van de laatst bekende verbruiksperiode. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij een herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Voor zover de gegevens als bedoeld in het derde lid van dit artikel niet bekend zijn wordt het waterverbruik van gemeentewege bepaald aan de hand van de afgevoerde hoeveelheid afvalwater van vergelijkbare percelen, met dien verstande dat voor de berekening van de verschuldigde belasting als minimum waterafname wordt aangehouden een hoeveelheid van 200 m3.
terwijl voor elke volgende hoeveelheid van 10.000 m3 of gedeelte daarvan het onder h genoemde tarief met € 1.060,89 wordt vermeerderd, een en ander met een maximum van € 15.581,70.
De belasting wordt niet geheven ter zake van garageboxen, trafo’s, hoog-spanningsmasten, zendmasten en onbebouwde percelen.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsge-lang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wet-houders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De ‘Verordening rioolheffing 2019’ van november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-298277.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.