Gemeenteblad van Hardenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2019, 297494 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2019, 297494 | Verordeningen |
VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2020
De raad van de gemeente Hardenberg;
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2019, nummer 13714;
Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2008;
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2020
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig of brommobiel opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.
Als houder van een voertuig wordt mede beschouwd:
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die ingevolge het derde lid is aangemerkt als degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
Indien een parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt naar evenredigheid restitutie van de belasting verleend, berekend naar rato van de verschuldigde belasting voor een heel jaar, op basis van het aantal maanden tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar. De maand waarin de dag valt waarop de parkeervergunning wordt ingetrokken, wordt meegerekend.
Indien een parkeervergunning in de loop van een kalenderjaar wordt aangevraagd wordt het parkeergeld berekend naar rato van het verschuldigde parkeergeld voor een heel jaar, op basis van het aantal maanden tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar. De maand waarin de dag valt waarop de parkeervergunning wordt verleend, wordt meegerekend.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 64,50.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening parkeerbelastingen 2019", vastgesteld op 4 december 2018, met documentnummer 2343542, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hardenberg van 3 december 2019.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
F.G.S. Droste, drs. J.W. Wiggers
Tarieventabel, als bedoeld in artikel 4 van de ‘Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2020’
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Oostelijke deel parkeerterrein bij ingang Sportpark de Kruserbrink |
||||||
Tussen Parkweg en Oosteinde (gehandicaptenparkeerplaats t.h.v. LOC) |
||||||
Gewaarmerkt door de griffier van de gemeente Hardenberg,
als behorende bij het raadsbesluit van 3 december 2019,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-297494.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.