Subsidieregeling klimaatadaptatie

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder van Handhaving, Buitenruimte, Integratie en Samenleven; kenmerk 19/0623281;

 

gelet op de artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende, dat het gewenst is om Rotterdam klimaatadaptief in te richten met als doel een bijdrage te leveren aan het vergroten van het areaal groen en het watervasthoudend vermogen en het verminderen van de hoeveelheid regenwater op de riolering;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-

afgekoppeld oppervlak:

oppervlak dat niet langer op het vuilwaterriool loost;

-

college:

ollege van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

-

groenoppervlak:

levend groen door beplanting en bijpassende ondergrond, met de bodem of dakconstructie verbonden;

-

waterberging:

opslag van hemelwateroverschotten uit de omgeving.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze regeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Een eenmalige subsidie kan worden verstrekt voor het toevoegen van groenoppervlak, waterberging of afgekoppeld oppervlak ten opzichte van de situatie op het moment dat de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    De activiteiten komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking, indien:

    • a.

      het te realiseren groenoppervlak ten minste 20 vierkante meter bedraagt waarbij geldt dat het groenoppervlak op daken een minimaal waterbergend vermogen heeft van 30 liter per vierkante meter;

    • b.

      de te realiseren waterberging:

      • 1°.

        ten minste 1 kubieke meter bedraagt;

      • 2°.

        een vertraagde of automatisch gestuurde afvoer heeft;

      • 3°.

        ten minste 15 vierkante meter verhard oppervlak per kubieke meter waterberging aansluit;

      • 4°.

        gevuld wordt met hemelwater dat in de huidige situatie naar het gemeentelijk riool wordt afgevoerd;

    • c.

      het af te koppelen oppervlak ten minste 20 vierkante meter bedraagt en het hemelwater van het afgekoppeld oppervlak vertraagd wordt afgevoerd.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan private eigenaren of huurders van gebouwen en percelen gelegen binnen de gemeente Rotterdam.

  • 2.

    Een huurder kan uitsluitend subsidie aanvragen, indien daarvoor toestemming is gegeven door de eigenaar van het gebouw of perceel.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      € 500,- per toegevoegde kubieke meter waterberging;

    • b.

      € 5,- per toegevoegde vierkante meter afgekoppeld oppervlak;

    • c.

      € 10,- per toegevoegde vierkante meter gerealiseerd groenoppervlak.

  • 2.

    De subsidie bedraagt per aanvraag ten hoogste € 50.000.

Artikel 6 Subsidieplafond

Voor deze regeling geldt voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 500.000.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van de complete aanvraag, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    De subsidie wordt digitaal aangevraagd met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd artikel 5 van de SVR 2014 gaat de subsidieaanvraag vergezeld van:

    • a.

      bewijs van eigendom of schriftelijke goedkeuring van de eigenaar van het gebouw of perceel;

    • b.

      een specificatie van het project met daarbij een beschrijving waaruit het college kan afleiden welke onderdelen of kosten toe te wijzen zijn aan de activiteiten, bedoeld in artikel 3;

    • c.

      een specificatie van de toe te voegen waterberging in kubieke meter, het af te koppelen oppervlak in vierkante meter of het toe te voegen groenoppervlak in vierkante meter;

    • d.

      ten minste twee foto’s van de situatie voordat de activiteiten zijn uitgevoerd en ten minste twee foto’s van de nieuwe situatie indien de activiteiten zijn uitgevoerd.

  • 3.

    Een subsidie tot € 1.500 kan uitsluitend worden aangevraagd nadat de subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie tot € 1.500 wordt uiterlijk acht weken na uitvoering van de activiteiten ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie vanaf € 1.500 wordt uiterlijk acht weken voor uitvoering van de activiteiten ingediend.

Artikel 10 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 12 en 12a van de SVR 2014 gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de waterberging, het afgekoppeld oppervlak of het groenoppervlak wordt ten minste vijf jaar in stand gehouden;

  • b.

    het ontwerp, de aanleg en de instandhouding van de klimaatadaptieve maatregel wordt deugdelijk en zorgvuldig uitgevoerd.

Artikel 11 Vaststelling

  • 1.

    Subsidies tot € 1.500 worden direct bij verlening vastgesteld.

  • 2.

    Subsidies vanaf € 1.500 worden vastgesteld nadat er een aanvraag tot vaststelling is ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend en uiterlijk twintig weken na het verlenen van de subsidie ingediend.

Artikel 12 Verantwoording boven de € 1.500

Onverminderd artikel 14 van de SVR 2014, gaat de aanvraag van een vaststellingsbeschikking vergezeld van:

  • a.

    een specificatie van activiteiten waaruit de toegevoegde waterberging in kubieke meter, het toegevoegde afgekoppelde oppervlak in vierkante meter en het toegevoegde groenoppervlak in vierkante meter kan worden afgeleid;

  • b.

    ten minste twee foto’s van de nieuwe situatie waaruit de activiteiten zijn af te leiden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020 en vervalt op 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze regeling blijft van toepassing op reeds verleende subsidies en op aanvragen voor subsidie die voor 1 januari 2021 zijn ingediend.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling klimaatadaptatie.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 2019.

De secretaris,

W.A.J.J. Houtman, l.s.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting subsidieregeling klimaatadaptatie

Het klimaat verandert. Door klimaatverandering neemt de kans op overlast en schade door hevige neerslag, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert in Rotterdam risico’s op voor onze economie, veiligheid en gezondheid. Er kan schade optreden aan gebouwen en infrastructuur door bijvoorbeeld wateroverlast, maar ook door lage grondwaterstanden als gevolg van langdurige droogte. Extreme hitte kan negatieve gevolgen hebben voor de maatschappij door gezondheidsproblemen, een verminderde arbeidsproductiviteit en een toenemend sterftecijfer van ouderen en kwetsbaren.

 

Weersextremen gaan steeds vaker voorkomen. Extreem weer leidt tot een grotere kans op uitval van delen van vitale en kwetsbare functies in de stad. Aan de andere kant zorgt de geleidelijkheid van klimaatverandering tot een mogelijke toename van allergieën en infecties, verandering en verlies van de biodiversiteit door verschuiving van de klimaatzones.

 

Hoe meer regenwater bij hevige hoosbuien wordt opgevangen, hoe minder wateroverlast er is op straat en hoe minder waterschade er is aan gebouwen. Bovendien is het beter voor het milieu: het riool raakt minder snel overbelast bij een hoosbui met als gevolg minder vervuild regenwater van de straten in sloten en grachten.

 

Groen kan vele functies hebben. Het zorgt voor een aantrekkelijkere woonomgeving, bewoners voelen zich er beter door, het is goed voor klimaatadaptatie (waterberging en voorkoming hittestress), het biedt mogelijkheden voor sport, spel en recreatie, verhoogt de waarde van het vastgoed en draagt bij aan biodiversiteit.

 

De subsidieregeling klimaatadaptatie is bedoeld om Rotterdammers en Rotterdamse bedrijven, verenigingen en stichtingen te stimuleren het private terrein klimaatbestendiger te maken. Daarbij gaat het om het aanleggen van meer groen en het vergroten van de mogelijkheden om regenwater op te vangen en tijdelijk vast te houden of te benutten.

 

Samen bereiden we onze stad voor op een extremer klimaat!

Artikelsgewijze toelichting subsidieregeling klimaatadaptatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat definities en de uitleg van termen die in de subsidieregeling zijn gebruikt.

Artikel 3 Activiteiten

Het gaat hierbij om activiteiten en voorzieningen waarbij er een toename van groen, waterberging en afgekoppeld oppervlak is ten opzichte van de huidige situatie van het hele perceel. Daarbij kan gedacht worden aan:

  • -

    tegels/bestrating/asfalt vervangen door beplanting (levend groen);

  • -

    de aanleg van ‘groene daken’ met beplanting, ‘blauwe daken’ met waterberging of een combinatie van beide (‘groenblauwe daken’);

  • -

    boven- en ondergrondse voorzieningen die water vasthouden of benutten, zoals regenwatervijvers, greppels, wadi’s, infiltratiekratten en regenwater hergebruiksystemen;

  • -

    voorzieningen waarbij het oppervlak niet langer op het vuilwaterriool loost door het aanpassen van leidingen en oppervlak voor de vertraagde afvoer van hemelwater. Zo wordt voorkomen dat regenwater van daken/verharde terreinen via straatputten in het riool stroomt.

Om in aanmerking te komen voor subsidie dienen de volgende minimale oppervlakten of inhoudsmaten behaald te worden ten opzichte van de huidige situatie:

  • het toegevoegde afgekoppelde oppervlak bedraagt ten minste 20 m2;

  • de toegevoegde waterberging bedraagt ten minste 1 m3 (= 1000 liter);

  • het toegevoegde oppervlak aan groen bedraagt ten minste 20 m2.

Het hemelwater van het afgekoppeld oppervlak wordt vertraagd afgevoerd. Dit kan gerealiseerd worden door het tijdelijk vasthouden of infiltreren van het hemelwater. Afgekoppeld oppervlak dat direct naar het oppervlaktewater wordt geleid telt zodoende niet mee.

 

De te realiseren waterberging moet gevuld kunnen worden met hemelwater dat op het pand of perceel valt en dat in de huidige situatie naar de gemeentelijke riolering zou worden afgevoerd. Per kubieke meter waterberging dient daarvoor minimaal 15 m2 aan verhard oppervlak aangesloten te worden.

 

Naast het vullen van de waterberging is het belangrijk dat de waterberging ook een afvoervoorziening heeft. Daardoor kan de berging worden geleegd en is dan weer beschikbaar voor een volgende regenbui. Het realiseren van een vertraagde afvoer kan middels infiltratie van water in de bodem of grond. Het realiseren van een automatisch gestuurde afvoer kan middels het installeren van een pomp of het aanbrengen van een automatische klep. Waterbergende voorzieningen die alleen handmatig geleegd kunnen worden, zoals een standaard regenton, tellen niet mee in de hoeveelheid waterberging.

 

Indien een groen oppervlak op het dak wordt aangelegd dient deze gecombineerd te worden met een waterberging van minimaal 30 liter per m2. Zo wordt het groen gecombineerd met het vasthouden en vertragen van de regenwaterafvoer.

Artikel 4 Doelgroep

Bewoners (individueel, gezamenlijk of VVE), bedrijven en organisaties (stichtingen, verenigingen etc.) die gehuisvest zijn binnen Rotterdam, kunnen in aanmerking komen voor deze subsidieregeling. De subsidie is bedoeld voor private eigenaren en huurders van gebouwen, complexen, percelen en functionele eenheden. Een huurder dient toestemming te vragen bij de eigenaar indien de activiteiten en voorzieningen daarom vragen. Overheden kunnen geen gebruik maken van de subsidieregeling.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de geleverde prestaties ten opzichte van de huidige situatie. Een combinatie van prestaties en bijdragen is hierbij mogelijk.

Artikel 8 Aanvraag

Bij subsidiebedrag tot maximaal € 1.500

De aanvrager van een subsidie tot maximaal € 1.500 dient zijn aanvraag in na uitvoering van de subsidiabele activiteiten. De aanvrager doet dit uiterlijk acht weken nadat de activiteiten zijn afgerond. Indien de aanvraag en verantwoording compleet is en voldoet aan de subsidievoorwaarden wordt de subsidie vastgesteld en uitgekeerd.

 

Naast het daartoe behorende aanvraagformulier dienen de volgende documenten aangeleverd te worden ten behoeve van de vaststelling:

  • bewijs van eigendom of schriftelijke goedkeuring van de eigenaar van het gebouw, perceel of functionele eenheid;

  • een specificatie van het project met daarbij een beschrijving waaruit het college kan afleiden welke onderdelen en kosten toe te wijzen zijn aan de activiteiten, bedoeld in artikel 3;

  • een specificatie van de gerealiseerde waterberging in kubieke meter, het afgekoppelde oppervlak in vierkante meter of het extra groenoppervlak in vierkante meter. Dit kan zijn een projectplan met berekeningen, plattegronden en productbladen waarin duidelijk de prestatie gespecificeerd is;

  • fotomateriaal van de huidige situatie en eindsituatie waaruit duidelijk de prestatie uit af te leiden is. Indien de prestatie middels ondergrondse of ingebouwde voorzieningen gerealiseerd wordt, dan dient ook fotomateriaal van de aanleg aangeleverd te worden.

Bij subsidiebedrag hoger dan € 1.500

De aanvrager van een subsidie hoger dan € 1.500 dient zijn/haar aanvraag in voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Indien de aanvraag tot verlening compleet is en voldoet aan de subsidievoorwaarden wordt de subsidie eerst verleend. Na uitvoering van de subsidiabele activiteiten wordt de definitieve subsidie aangevraagd en indien de aanvraag compleet is en voldoet aan de subsidievoorwaarden wordt de subsidie vastgesteld en uitgekeerd.

 

Naast het daartoe behorende aanvraagformulier dienen de volgende documenten aangeleverd te worden ten behoeve van de verlening:

  • bewijs van eigendom of schriftelijke goedkeuring van de eigenaar van het gebouw, perceel of functionele eenheid;

  • een specificatie van het beoogde project met daarbij een beschrijving waaruit het college kan afleiden welke onderdelen en kosten toe te wijzen zijn aan de activiteiten, bedoeld in artikel 3. De specificatie kan bijvoorbeeld een offerte of een projectplan zijn;

  • een specificatie van de te realiseren waterberging in kubieke meter, het af te koppelen oppervlak in vierkante meter, of het extra groenoppervlak in vierkante meter. Dit kan zijn een projectplan met berekeningen, plattegronden en productbladen waarin duidelijk de prestatie gespecificeerd is;

  • fotomateriaal van de huidige situatie.

Artikel 10 Verplichtingen

De aanvrager van een subsidie heeft in aanvulling op de artikelen 12 en 12a van de SVR 2014 een aantal verplichtingen.

 

Zo dient het ontwerp, de aanleg en instandhouding van de voorzieningen deugdelijk en zorgvuldig te worden uitgevoerd. Tevens dienen de voorzieningen ook ten minste vijf jaar in stand te worden gehouden. Het permanente karakter van de voorziening is belangrijk om een bijdrage te leveren aan de klimaatbestendigheid van Rotterdam.

Artikel 11 Vaststelling

De aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk twintig weken na het verlenen van de subsidiebeschikking ingediend. De activiteiten dienen dan te zijn afgerond.

Artikel 12 Verantwoording boven de € 1.500

Naast het daartoe behorende aanvraagformulier dienen de volgende documenten aangeleverd te worden ten behoeve van de vaststelling:

  • een specificatie van de gerealiseerde waterberging in kubieke meter, het afgekoppelde oppervlak in vierkante meter, of het extra groenoppervlak in vierkante meter. Dit kan zijn een projectplan met berekeningen, plattegronden en productbladen waarin duidelijk de prestatie gespecificeerd is;

  • fotomateriaal van de eindsituatie waaruit duidelijk de prestatie uit af te leiden is. Indien de prestatie door middel van ondergrondse of ingebouwde voorzieningen gerealiseerd wordt dan dient ook fotomateriaal van de aanleg aangeleverd te worden.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 168, is uitgegeven op 2 december 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven