Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Legesverordening Amsterdam 2020 in verband met de splitsing van de leges in de Legestabel 2020 voor het aanvragen van een exploitatievergunning voor (bedrijfs-)vaartuigen (Eerste wijzigingsverordening Legesverordening Amsterdam 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019,

gelet op artikelen 216 en 229 van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I

De bijlage Bijlage 1: Legestabel 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    Onderdeel 7.2.7 komt te luiden:

  • 7.2.7

  • deelname aan de loting voor een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.5 van de Verordening op het Binnenwater 2010, voor zover deze ziet op vaartochten of het vervoeren van passagiers

  • € 392,25

 

  • b.

    In paragraaf 7.2 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende

  • 7.2.10

  • een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.5 van de Verordening op het Binnenwater 2010, voor zover deze ziet op vaartochten of het vervoeren van passagiers, nadat bij loting is bepaald dat de aanvraag in aanmerking komt voor verlening

  • € 1.176,75

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als Eerste wijzigingsverordening Legesverordening Amsterdam 2020.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

 

Algemeen deel

 

Op 7 november 2019 is de verordening op de heffing en invordering van leges 2020 door de Raad vastgesteld. In deze Legesverordening zijn de leges voor het aanvragen van een exploitatievergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.5 van de Verordening op het Binnenwater 2010 vastgesteld op € 1569 per aanvraag.

 

In de raad is de zorg uitgesproken dat kleinere reders door de hoogte van de leges beperkt worden in het doen van een aanvraag voor een exploitatievergunning. Aangezien het een systeem betreft waarbij door loting wordt bepaald of een aanvraag in aanmerking komt voor inhoudelijke behandeling, is het van belang dat aanvragers niet gehinderd worden door de hoogte van de leges. Daarom wordt voorgesteld de leges getrapt te heffen.

 

Omdat de onderhavige wijziging nog per 1 januari 2020 kan worden verwerkt, betreft dit geen tussentijdse wijziging en is deze wijziging dan ook in lijn met het gemeentelijk beleid om vanaf het moment van inwerkingtreding van de legesverordening geen tussentijdse wijzigingen in de Legestabel toe te passen.

 

De tabel bij de legesverordening moet worden aangepast om de nieuwe tarieven in werking te laten treden. Het gaat om twee duidelijk van elkaar te onderscheiden belastbare feiten waarvoor een aparte legesheffing mogelijk is. De opzet vertoont overeenkomsten met een eerder gekozen oplossing voor de leges deelmobiliteit.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I, onderdeel a:

Voor deelname aan de loting om in aanmerking te komen voor een exploitatievergunning voor (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.5 van de Verordening op het Binnenwater 2010 is een bedrag van € 392,25 (25% van de totale leges) verschuldigd.

 

Artikel I, onderdeel b:

Voor het verkrijgen van een vergunning geldt een tarief van € 1.176,75 (75% van de totale leges). Dit bedrag is verschuldigd als een aanvraag inhoudelijk wordt behandeld, nadat de loting heeft plaatsgevonden.

 

Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de wensen van de raad.

Naar boven