Wijziging Verordening Percentageregeling Beeldende Kunst in de Openbare Ruimte, Zoetermeer

Zaak-ID:

0637470293

 

Titel:

Raadsvoorstel Wijziging Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte

 

Samenvatting:

Wijziging van externe regelgeving vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vereist technische aanpassing van de gemeentelijke Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte (BKOR). Het betreft de artikelen over berekeningsgrondslag bij grondexploitaties en over de reserve Onderhoud BKOR. Tevens worden enkele redactionele wijzigingen in de artikelen rond samenspraak voorgesteld. De wijzigingen veranderen niets aan het beleid rond de percentageregeling.

Besluit:

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (kies hier de datum in van vaststelling door het college) 29 oktober 2019

besluitElk besluitpunt in één zin, genummerd en begrijpelijk zonder uitleg; Bestuurlijk belangrijke onderdelen van nota/voorstel zijn afzonderlijk besluitpunt. Geen verwijzingen naar toelichting + bijlagen. Besluitpunt is amendeerbaar geformuleerd, m.a.w. door raad te wijzigen. Inhoudelijke besluitpunten vooraanBEGIN ONDER DEZE REGEL MET INTYPEN VAN UW EIGEN TEKST!

de Verordening Percentageregeling beeldende kunst in de openbare ruimte te wijzigen, als volgt:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3

1. De berekeningsgrondslag voor de gelden die ten behoeve van de toepassing van beeldende kunst in de openbare ruimte bij bouwprojecten worden gevormd is als volgt:

Bij gebiedsontwikkeling 1%, berekend over het budget voor grondexploitatie (kosten voor het bouw- en woonrijp maken), exclusief BTW.

  • Bij herinrichting van het openbaar gebied 1%, berekend over de kosten van investeringen in de infrastructurele sfeer, zoals de aanleg van wegen, bruggen, viaducten, parkeergarages, tunnels, groenvoorzieningen, waterbouwkundige werken en verkeersinstallaties, exclusief BTW.

  • Bij nieuwbouw, renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen 1%, berekend over de bouwkosten, exclusief BTW, uitgezonderd de kosten van installaties en inrichting. Interne verbouwingen van onderwijsaccommodaties, niet zijnde renovaties, zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 3

1. De berekeningsgrondslag voor de gelden die ten behoeve van de toepassing van beeldende kunst in de openbare ruimte bij bouwprojecten worden gevormd is als volgt:

  • a.

    Bij gebiedsontwikkeling 1%, berekend over het budget voor grondexploitatie (kosten voor het bouw- en woonrijp maken), exclusief BTW.

  • b.

    Bij herinrichting van het openbaar gebied 1%, berekend over de kosten van investeringen in de infrastructurele sfeer, zoals de aanleg van wegen, bruggen, viaducten, parkeergarages, tunnels, groenvoorzieningen, waterbouwkundige werken en verkeersinstallaties, exclusief BTW.

  • c.

    Bij nieuwbouw, renovatie, verbouw en/of modernisering van openbare gebouwen 1%, berekend over de bouwkosten, exclusief BTW, uitgezonderd de kosten van installaties en inrichting. Interne verbouwingen van onderwijsaccommodaties, niet zijnde renovaties, zijn hiervan uitgezonderd.

Artikel 3

4. De volgens artikel 3, lid 1 vastgestelde bedragen worden opgenomen in de kredietvotatie van het betreffende bouwproject en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

 

Artikel 3

4. De volgens artikel 3, lid 1, letter a vastgestelde bedragen worden via de algemene baten en lasten grondbedrijf verwerkt als onderdeel van het resultaat van de grondbedrijfactiviteiten en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

5. De volgens artikel 3, lid 1, letter b en artikel 3, lid 1, letter c vastgestelde bedragen worden opgenomen in de kredietvotatie van het betreffende bouwproject en in een door de gemeente aangehouden reserve gestort.

Artikel 5

1. De gelden uit de reserve Onderhoud Beeldende kunst in de openbare ruimte worden besteed aan onderhoud van beeldende kunst in de openbare ruimte.

2. De reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte wordt gevoed met de inleg van de gemeente in de vorm van het reguliere onderhoudsbudget voor de beeldende kunst in de openbare ruimte, alsmede uit budget dat uit de reserve Beeldende kunst in de openbare ruimte wordt onttrokken voor onderhoud.

3. Het college is beheerder van de reserve Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte.

Vervalt.

Artikel 8

  • 1.

    Bij de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte wordt de Participatie- en inspraakverordening in acht genomen.

  • 2.

    Per project wordt bezien welke mate van publieksparticipatie gewenst en mogelijk is, waarbij de keuze voor de vorm en mate van participatie is onder meer afhankelijk van de locatie, de reikwijdte en vorm van de opdracht en van de aanwezigheid en organisatiegraad van gebruikers, omwonenden en andere belanghebbenden.

Vervalt.

Artikel 9

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze verordening laat het college zich adviseren door de projectgroepen.

  • 2.

    Het college verzorgt tevens samenspraak voor de betrokkenen en belanghebbenden, waarbij zij zoveel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om keuzes te maken inzake de te realiseren kunsttoepassing.

     

Artikel 9

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze verordening laat het college zich adviseren door de projectgroepen.

  • 2.

    Het college verzorgt tevens samenspraak voor de betrokkenen en belanghebbenden, waarbij zij zoveel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om keuzes te maken inzake de te realiseren kunsttoepassing.

  • 3.

    Bij de realisatie van beeldende kunst in de openbare ruimte wordt de Samenspraakverordening in acht genomen.

  • 4.

    Per project wordt bezien welke mate van samenspraak gewenst en mogelijk is, waarbij de keuze voor de vorm en mate van samenspraak onder meer afhankelijk is van de locatie, de reikwijdte en vorm van de opdracht en van de aanwezigheid en organisatiegraad van gebruikers, omwonenden en andere belanghebbenden.

 

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 25 november 2019de griffie vult deze datum in

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

Ch.B. Aptroot

 

 

Naar boven