Laadpuntenbeleid gemeente Roosendaal

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet op artikel 4:81, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160 lid 1 van de Gemeentewet en artikel 1, lid 1, onderdeel b en c van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 2:10 Algemene plaatselijke verordening;

 

overwegende dat:

  • -

    elektrisch rijden in opkomst is en er behoefte is aan infrastructuur om elektrische auto’s op te kunnen laden;

  • -

    het wenselijk is kaders te stellen onder welke voorwaarden er wordt meegewerkt aan laadpunten voor elektrisch rijden;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen het Laadpuntenbeleid gemeente Roosendaal.

 

 

1. Begripsbepaling

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Elektrische motorvoertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden (met uitzondering van fietsen en snor/ bromfietsen).

  • b.

    Oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische motorvoertuigen.

  • c.

    Oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische motorvoertuigen.

  • d.

    Aanvrager: de aanbieder van de oplaadpaal of ander oplaadinfrastructuur die bij de gemeente de aanvraag doet en een contract heeft met de gemeente. De aanvrager die de oplaadpalen en/of andere infrastructuur plaatst is tevens de beheerder.

  • e.

    Gebruiker:

    • 1.

      Een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente en eigenaar en/of bezitter is van een of meerdere elektrische motorvoertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikt/ beschikken over een elektrisch motorvoertuig.

    • 2.

      Een particulier die eigenaar en/of bezitter is van een elektrische motorvoertuig en/of werkzaam is in de gemeente Roosendaal

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal.

2. Verzoek verkeersbesluit

Het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische motorvoertuigen kan alleen worden ingediend door de aanbieder van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur. Voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is geen vergunning vereist mits wordt voldaan aan de bepalingen van de Nadere regels plaatsing laadpalen voor elektrische motorvoertuigen op openbare plaatsen.

3. Aanvraag locatie oplaadpalen/-infrastructuur

Een aanvraag voor een voorgestelde locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur bevat een foto en afmetingen van de oplaadpaal en een foto en topografische tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal en/of infrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.

4. Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager toont aan dat er op de aangevraagde locatie daadwerkelijk behoefte bestaat bij gebruikers aan een oplaadpaal en/of andere oplaad infrastructuur op of aan de openbare weg. Daarnaast geldt ‘oplaadpunt volgt de gebruiker’. De gemeente plaatst alleen een oplaadpunt in de openbare ruimte als de gebruiker beschikt over een elektrisch motorvoertuig. Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde oplaadinfrastructuur, wanneer potentiële gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische motorvoertuig(en) op eigen terrein te laden.

5. Definitieve locatie oplaadpaal/ infrastructuur

Het college bepaalt de definitieve locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    Een kaart waarop de potentiële toekomstige locaties staan aangegeven waar oplaadpalen geplaatst kunnen worden;

  • b.

    Het woonadres van potentiële gebruiker(s);

  • c.

    De behoefte aan een oplaadpaal en/ of andere oplaadinfrastructuur van andere gebruikers binnen een straal van hemelsbreed 300 meter van de aangevraagde locatie;

  • d.

    De aanwezigheid van bestaande oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur binnen genoemde straal van 300 meter, is gebruik daarvan of clustering daarmee mogelijk;

  • e.

    Is de betreffende (onder)grond in eigendom van de gemeente;

  • f.

    Is de locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur voldoende vindbaar en zichtbaar;

  • g.

    De locatie door meerdere gebruikers gedeeld gaat worden (dit om te voorkomen dat er ‘privé parkeerplaatsen’ gecreëerd worden);

  • h.

    Kan de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen – eventueel op termijn – twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

  • i.

    De parkeerdruk laat toe dat één of meer parkeerplaatsen voor het laden van elektrische motorvoertuigen worden aangewezen;

  • j.

    Betreft het een bestaand parkeervak/ bestaande parkeervakken;

  • k.

    Blijft de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel, etc.) gewaarborgd;

  • l.

    Zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straat meubilair of (openbaar) groen;

  • m.

    De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur past in het straatbeeld;

  • n.

    Is er sprake van geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen;

 

Bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur wordt één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien het gebruik van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur dit toelaat, kan het college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heeft hiervoor twee mogelijkheden:

  • 1.

    door middel van een aanpassing van het bestaande verkeersbesluit. Tegen dit aanpassingsbesluit staat bezwaar en beroep open.

  • 2.

    direct in het verkeersbesluit twee parkeerplaatsen aanwijzen en de feitelijke realisering hiervan uitstellen tot een nader door het college te bepalen datum. Ook tegen dit laatste besluit van het college staat bezwaar en beroep open, omdat dan pas het feitelijk rechtsgevolg in werking treedt (ook op de tweede parkeerplaats mag dan niet meer worden geparkeerd met een niet-elektrisch motorvoertuig). De rechter zal in dat geval - naar verwachting - globaler toetsen.

 

De aanvrager houdt het gebruik van de laadpaal digitaal bij en toont op verzoek van de gemeente, aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats.

6. Volgorde besluitvorming en plaatsing

Het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur kan pas nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

7. Plaatsing en beheer oplaadpaal/ infrastructuur

De aanvrager van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De aanvrager is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen ed.) zijn ook voor rekening van de beheerder.

8. Inrichting en beheer parkeerplaatsen

De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.

9. Bereikbaarheid

De beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeenten in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk staan voldoende duidelijk vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur.

10. openbaarheid oplaadpaal/ -infrastructuur

De oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn / haar elektrische motorvoertuig. De auto mag er enkel staan voor het opladen. Als het motorvoertuig is opgeladen, dient het motorvoertuig elders geparkeerd te worden. Dit om het laadpaalplakken te voorkomen, een openbare parkeerplaats met een laadpaal is geen privé parkeerplaats. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt, via algemeen beschikbare kanalen zoals deze gebruikelijk zijn in de markt voor openbare laaddiensten.

 

Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers.

12. Groene stroom

Om te bewerkstelligen dat elektrisch motorvervoertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren.

13. Veiligheid

De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen

14. Aansprakelijkheid

De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. Gemeente Roosendaal is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de oplaadpaal en/of andere infrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart hiervoor de gemeente.

15. Betaald parkeren/ vergunninghouders

In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur of enige andere restrictie geldt, geldt deze onverminderd ook voor de oplaadvakken.

16. Handhaving

Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: als een elektrisch motorvoertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt en oplaad. De eis van het opladen geldt van 07:00u tot en met 21:00u.

 

Het is niet toegestaan een fossiele brandstof aangedreven voertuig te parkeren op een laadparkeerplaats.

 

Daarnaast wordt ook gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, en andere restricties die voor alle parkeerplaatsen gelden.

17. Intrekken/ wijzigen van verkeersbesluit

Indien de beheerder van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorschriften uit deze beleidsregels of de Nadere regels plaatsing laadpalen voor elektrische motorvoertuigen op openbare plaatsen, kan het college het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische motorvoertuigen zijn aangewezen, intrekken.

Het college kan het verkeersbesluit tevens intrekken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven.

In deze gevallen heeft de beheerder de plicht de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen en de openbare ruimte te herstellen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.

 

Het college kan het verkeersbesluit ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie voor een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. De keuze voor het wel of niet plaatsen van een laadpaal bij een naderende wegreconstructie wordt overgelaten aan de aanvrager. Bij het mogelijk verplaatsen de laadpaal vanwege een reconstructie zijn de kosten voor de aanbieder.

18. Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur

De beheerder van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur geeft op verzoek van het college inzicht in het feitelijke gebruik hiervan. Op verzoek van gemeente, levert de aanvrager alle beschikbare data uit de laadpaal geanonimiseerd aan op een door de gemeente te stellen format.

19. Bijzondere omstandigheden

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente.

Het college kan gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.

20. Evaluatie

Deze Beleidsregels worden jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

 

 

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

 

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 3 december 2019,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

 

1. Begripsbepaling

Elektrische motorvoertuigen: het gaat hierbij om alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden. Veelal zal het gaan om volledig elektrische auto’s of plug-in hybride elektrische auto’s, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om andere voertuigen, zoals gehandicaptenvoertuigen, motoren, trikes en quads die de parkeerplaatsen voor auto’s gebruiken. Onder het begrip elektrische voertuigen vallen ook elektrische fietsen en snor-/bromfietsen. Deze laatste voertuigen worden uitgesloten van de Beleidsregels, in de definitie in artikel 1 worden fietsen en snor- bromfietsen daarom uitgezonderd.

 

2. Verzoek verkeersbesluit

Wanneer een bewoner of een bedrijf bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg, zal de gemeente hen doorverwijzen naar de aanbieder van oplaadinfrastructuur. De aanbieder van de oplaadinfrastructuur verzoekt de gemeente om verkeersbesluit te nemen, daarnaast vraagt de aanvrager een energieaansluiting bij de netbeheerder aan. Voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur is geen vergunning vereist mits wordt voldaan aan de bepalingen van de Nadere regels plaatsing laadpalen voor elektrische motorvoertuigen op openbare plaatsen.

 

Bewoners of bedrijven kunnen niet zelf een aanvraag voor een oplaadpaal op of aan de weg en een

verkeersbesluit tot het aanwijzen van de bijbehorende parkeerplaats(en) indienen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de bewoners of bedrijven dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende oplaadpaal / oplaadinfrastructuur en de bijbehorende parkeerplaats(en). Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een oplaadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt. In dat geval hoeft er geen verkeersbesluit te worden genomen om het gebruik van de parkeerplaats te regelen, want dat is in feite al gebeurd.

 

4. Behoeftebepaling oplaadpaal/- infrastructuur

De aanvrager van het verkeersbesluit zal moeten aantonen dat er voldoende behoefte bestaat aan een oplaadpunt op de betreffende locatie. Hij kan dit doen door middel van een afschrift van een of meerdere verzoeken hiertoe van potentiële gebruikers (naam en adresgegevens van de gebruiker en kenteken van elektrische motorvoertuig(en)).

Bij het bepalen van de behoefte van potentiële gebruikers zal het college meewegen of zij de beschikking hebben of kunnen hebben over een eigen parkeergelegenheid bij de woning of het bedrijf.

 

5. Locatie

De oplaadpalen/-infrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen / bedrijven van potentiële gebruikers. De voorkeur gaat uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijken, zoals langs wijkontsluitingswegen of doorgaande wegen. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan binnen woonwijken wanneer elektrisch vervoer zijn vlucht neemt. Er is onder a. en b. gekozen voor een straal van hemelsbreed 300 meter. Bij het toetsen van de oplaadpalen-/infrastructuur in het straatbeeld kan de gemeente bijvoorbeeld kijken naar de kleur, kwaliteit, hoogte en omvang hiervan en naar beschermde stads- en dorpsgezichten.

 

6. Volgorde besluitvorming en plaatsing

Tegen het verkeersbesluit staat de bezwaar- en beroepsmogelijkheid uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) open. Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen het verkeersbesluit, bijvoorbeeld omdat de parkeerdruk ter plaatse erg hoog is en er geen algemene parkeerplaatsen kunnen worden gemist.

De gemeente zal de parkeerplaats(en) voor het laden van elektrische motorvoertuigen pas aanleggen, nadat het verkeersbesluit daartoe onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de oplaadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht. Daarom kan de oplaadinfrastructuur dus eerst worden geplaatst, nadat het verkeersbesluit onherroepelijk is geworden.

 

7. Beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager is tevens de beheerder van de oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur. Wanneer de aanvrager het beheer over de oplaadpaal/-infrastructuur wil overdragen aan een andere partij, dan zal de aanvrager toestemming moeten krijgen van de gemeente. De beheerder is verantwoordelijk voor het plaatsen, beheren, onderhouden en exploiteren van de oplaadvoorziening en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De beheerder brengt de kosten voor het opladen van de elektrische voertuigen in rekening bij de gebruikers hiervan.

 

8. Inrichting en beheer parkeerplaatsen

In de Wegenverkeerswet is geregeld dat de kosten voor het nemen van het verkeersbesluit en het plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens op de openbare weg voor rekening komen van het bevoegd gezag dat het verkeersbesluit heeft genomen. Dit is doorgaans de gemeente, tenzij het gaat om parkeerplaatsen die onderdeel uitmaken van wegen die bij het rijk, een provincie of waterschap in beheer zijn. De gemeente kan deze kosten niet doorrekenen aan de aanvrager van de oplaadinfrastructuur.

 

14. Aansprakelijkheid

Door verticale natrekking wordt de gemeente formeel juridisch eigenaar van de oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur, wanneer deze op of aan de weg in gemeentegrond worden geplaatst. De eigendom kan wel bij de aanvrager/beheerder van de oplaadinfrastructuur worden gelegd, maar dit kan alleen door verkopen van de ondergrond of het vestigen van een opstalrecht voor alle oplaadinfrastructuur. Het eerste is doorgaans niet gewenst en het tweede erg omslachtig (via notaris) en kostbaar.

Op zich is het niet onoverkomelijk dat de gemeente formeel eigenaar wordt van de oplaadinfrastructuur, zolang de aansprakelijkheid voor alle schade bij de aanvrager/beheerder wordt gelegd.

 

15. Betaald parkeren/vergunninghouders

Wanneer parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische motorvoertuigen zijn gelegen in gebieden voor betaald parkeren, vergunninghouders, of een andere parkeerrestrictie, dan moeten de bestuurders van deze motorvoertuigen zich aan de betreffende regels houden.

 

16. Handhaving

Onrechtmatig gebruik van een parkeerplaats voor het opladen van elektrische motorvoertuigen ‘sec’ kan worden bestraft met een proces-verbaal (Mulder-feit).

Wanneer de bestuurder van het betreffende motorvoertuig tevens niet betaald heeft in een betaald parkeergebied, dan kan óók een fiscale naheffingsaanslag worden opgelegd.

Wanneer er sprake is van het parkeren zonder parkeervergunning in een vergunninghoudersgebied, dan kan een proces-verbaal (Mulder-feit) worden opgemaakt.

Wanneer een motorvoertuig niet hybride is maar alleen is aangedreven op een fossiele brandstof en deze geparkeerd staat op de oplaadparkeerpaats, kan een proces-verbaal (Mulder-feit) worden opgemaakt.

 

17. Intrekken/ wijzigen van verkeersbesluit

Wanneer de aanvrager / beheerder zich niet aan de voorschriften houdt, kan het college uiteindelijk het verkeersbesluit intrekken en de parkeerplaatsen weer voor algemeen gebruik kunnen vrij geven. Zo’n intrekkingsprocedure moet zorgvuldig worden doorlopen. Zie hiervoor de regels uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb): zie afdeling 3:2 Zorgvuldigheid en belangenafweging en artikel 4:8 en volgende (vooraf zienswijze inbrengen / horen).

In zo’n geval zal de beheerder zijn oplaadinfrastructuur moeten verwijderen. Is deze weigerachtig dan kan de gemeente dit afdwingen via een dwangsom en/of bestuursdwang.

 

Bij de aanvraag van een laadpaal wordt gekeken of de straat op de beheerkalender staat. De beheerkalender geeft wegreconstructies in de tijd weer. Wanneer aangevraagde locatie op de beheerkalender staat. Krijgt de aanbieder de keuze om al dan niet een laadpaal te plaatsen. De mogelijke kosten voor het verplaatsen van de laadpaal vanwege de reconstructie zijn voor de aanbieder.

 

18. Informatie gebruik oplaadinfrastructuur

Voor de gemeente is het in het kader van het doelmatig gebruik van de vaak schaarse parkeerruimte gewenst dat zij inzicht krijgt in het feitelijk gebruik van de oplaadinfrastructuur. Veelal zal een jaarlijks overzicht van het gebruik voldoende zijn.

 

Met de laadpaal wordt mogelijk data verzameld. Deze data moet door de aanvrager op verzoek geanonimiseerd aan de gemeente worden geleverd.

 

19. Bijzondere omstandigheden

Hier is sprake van een zogenaamde ‘hardheidsclausule’ op grond waarvan het college in bepaalde uitzonderlijke en/of onvoorziene situaties kan afwijken van de beleidsregels.

Naar boven