Gemeenteblad van De Wolden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Wolden | Gemeenteblad 2019, 291596 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Wolden | Gemeenteblad 2019, 291596 | Beleidsregels |
Beleidsregels algemene bijstand gemeente De Wolden
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
h. kostganger: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt, inclusief maaltijdvoorziening, van een persoon die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij de huurder of eigenaar en de kostganger geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;
i. onderhuurder: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft, waarbij de huurder of eigenaar en de onderhuurder geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad. Thuisloze: een persoon die steeds wisselt van onderdak en ingeschreven staat in het bevolkingsregister van de gemeente als postadres;
2. Alle andere in deze beleidsregels gehanteerde begrippen hebben dezelfde betekenis als vermeld in de Participatiewet of Algemene wet bestuursrecht.
In het geval van een verwijzing door of een afwijzende beschikking van een sociale verzekeringsinstantie, geldt de meldings- of aanvraagdatum bij die instantie als ingangsdatum voor de bijstandsuitkering, mits belanghebbende zich binnen 7 dagen na dagtekening van de verwijzing of de afwijzing zich meldt.
Een verkorte aanvraagprocedure geldt voor de volgende situaties:
a. belanghebbende doet bij het college binnen drie maanden na beëindiging van de eerdere bijstandsuitkering een hernieuwd beroep op een bijstandsuitkering, en bij de beëindiging was geen sprake van schending van de inlichtingenplicht;
b. belanghebbende verhuist van de gemeente Hoogeveen naar gemeente De Wolden;
c. bij het gaan samenwoning van bijstandsgerechtigden;
d. bij beëindiging van de samenwoning van bijstandsgerechtigden.
Artikel 4 Ingangsdatum personen jonger dan 27 jaar
Indien de jongere de aanvraag tijdens de zoektijd van 28 dagen indient, wordt de aanvraag pas in behandeling genomen nadat de zoektijd is verstreken. De jongere krijgt dan een hersteltermijn voor de resterende zoektijd. Hij moet aantonen wat hij in de resterende zoektijd heeft gedaan om scholing of werk te vinden.
Artikel 5. Ingangsdatum en einddatum norm zak- en kleedgeld bij opname in een inrichting
In situaties waarin de hoogte van de algemene bijstand voor een gehuwde met een niet-rechthebbende partner niet toereikend is om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan, kan het college op grond van artikel 18 van de wet de bijstand als volgt afstemmen:
Artikel 9. Bijstand aan daklozen
Een dakloze persoon die zich bij het college meldt, wordt doorverwezen naar de centrumgemeente Assen.
Artikel 14. Vrijwilligerswerkvergoeding
Een vrijwilligersvergoeding kan het college vrijlaten indien belanghebbende het vrijwilligerswerk tijdig via het wijzigingsformulier bij het college heeft gemeld en de vergoeding voldoet aan de wettelijke voorwaarden.
Bij de vaststelling van het vermogen van de co-ouder neemt het college het vermogen van het minderjarige kind volledig in aanmerking. De vermogensgrens voor de co-ouder is gelijk aan de vermogensgrens voor de alleenstaande ouder.
Artikel 23. Uitvaartverzekering en kapitaalverzekeringen
Als belanghebbende wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat hij op korte termijn aangewezen zou zijn op een bijstandsuitkering, en hij vermogen in een uitvaart- of kapitaalverzekering omzet of een afkoopbare uitvaart- of kapitaalverzekering omzet in een niet-afkoopbare, kan er sprake zijn van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als het vermogen van invloed is op zijn recht op uitkering.
Artikel 25. Schulden en/of leningen
Het college brengt voor de vermogensvaststelling reëel opeisbare schulden en leningen op het vermogen in mindering, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. de schuld of lening is in voldoende mate aannemelijk;
b. er is een daadwerkelijke verplichting tot terugbetaling;
c. de aflossing van de schuld of lening is te verifiëren aan de hand van objectieve gegevens;
Giften in natura, bijvoorbeeld vliegtickets of geschenken, rekent het college om naar de waarde die de gift vertegenwoordigt in het economische verkeer en kan het college gedeeltelijk of geheel vrijlaten als aan alle voorwaarden in dit artikel is voldaan. Het meerdere wordt toegerekend aan het vermogen.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden
Eerste lid, sub f. en j.: Voor de begrippen dakloze en thuisloze is aangesloten bij artikel 11, eerste lid Besluit Participatiewet: "..voor de verlening van bijstand aan de belanghebbende die niet is ingeschreven als ingezetene met een woonadres of briefadres worden aangewezen de gemeenten opgenomen in bijlage 29xx-c van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen". Voor De Wolden is dat gemeente Assen.
Eerste lid sub p.: zoektijd kent geen definitie in de Participatiewet. Vandaar hier een beschrijving van het begrip
Eerste lid sub j.: Volgens artikel 40, eerste lid Participatiewet bestaat het recht op bijstand jegens de gemeente waar een belanghebbende staat ingeschreven met een woonadres of briefadres.
Volgens artikel 4:1 Algemene wet bestuursrecht is de algemene bepaling dat een aanvraag schriftelijk wordt ingediend. Dat kan gelet op artikel 4:3a Awb ook op elektronische wijze. "Digitaal" heeft betrekking op het aanvragen via werk.nl. Een aanvraag doen, kan volgens artikel 43, eerste lid Participatiewet ook op andere wijze, indien dit op schriftelijke wijze niet mogelijk is. Daarom is in artikel 2, tweede lid "in beginsel" vermeld.
Volgens artikel 44, tweede lid Participatiewet heeft belanghebbende zich gemeld als zijn naam, adres en woonplaats bij het UWV zijn geregistreerd. Zie ook artikel 44, tweede en derde lid Participatiewet over de ingangsdatum.
Artikel 3 Verhuizing vanuit andere gemeente
Artikel 4 Ingangsdatum personen jonger dan 27 jaar
De zoektijd van 4 weken is gebaseerd op artikel 41, vierde lid 4 Participatiewet.
Artikel 5 Ingangsdatum en einddatum norm zak- en kleedgeld bij opname in een inrichting
Artikel 6 Niet rechthebbende partner
In artikel 11, vierde lid Participatiewet is bepaald dat het recht op bijstand beide echtgenoten gezamenlijk toekomt, tenzij een van de echtgenoten geen recht op bijstand heeft.
Indien een van de echtgenoten geen recht op bijstand heeft en de algemene bijstand voor de rechthebbende partner niet voldoende is om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan, kan de bijstand worden verhoogd. De twee mogelijkheden van verhoging staan
Artikel 7 Afstemming bij verblijf beschermd wonen
Dit artikel is een reparatie i.v.m. een lacune in de wet. Het artikel voorkomt dat inwoners die verblijven in een inrichting en bijstand naar de norm zak- en kleedgeld hebben, hun woonkosten niet kunnen betalen omdat het college het persoonsgebonden budget beschermd wonen op grond van de Wmo niet toereikend heeft vastgesteld. In het belang van een belanghebbende kan het college in deze situaties de Wmo niet aanmerken als Versie college definitief, oktober 2019 11
een voorliggende voorziening. In deze situatie kan het college de algemene bijstand verhogen op grond van artikel 18 van de wet. Let wel: het is een "kan-bepaling". De omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbende neemt het college in aanmerking. Deze afstemming c.q. deze reparatie is naar verwachting per 1-1-2020 niet meer nodig omdat dan de Wmo is aangepast. PGB-budgetten beschermd wonen vanuit de Wmo zullen dan ook een wooncomponent bevatten. Mocht per 1-1-2020 nog niet zijn geregeld in de Wmo, dan kan het college de afstemming voortzetten. Dit artikel geldt niet voor inwoners die een persoonsgebonden budget hebben o.g.v. de Wet langdurige zorg. Deze wet beschouwt het college in elk geval als een voorliggende voorziening. Ook geldt dit artikel niet voor personen die beschermd wonen en die een ander inkomen dan algemene bijstand hebben.
Jongeren van 18 – 21 jaar in een instelling zijn uitgesloten van het recht op algemene bijstand. Voor de kosten van levensonderhoud kunnen zij een beroep doen op de bijzondere bijstand. Dit is geregeld in de beleidsregels bijzondere bijstand.
Artikel 8 Gedwongen opname BOPZ
Artikel 9 bijstand aan daklozen
Daklozen worden verwezen naar centrumgemeente Assen op grond van artikel 40, eerste lid Participatiewet en artikel 11, eerste lid van het Besluit Participatiewet. Volgens artikel 40, eerste lid Participatiewet bestaat het recht op bijstand jegens het college van de gemeente waar de belanghebbende woonplaats heeft als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat bijstand aan een belanghebbende die niet is ingeschreven als ingezetene met een woonadres of briefadres in de basisregistratie personen wordt verleend door het college van een bij die maatregel aan te wijzen gemeente.
Een persoon kan dus een woon- of briefadres opgeven. Personen met een briefadres noemen we thuislozen. Zie ook artikel 1 sub j. van deze beleidsregels. Voor hen geldt geen specifieke beleidsregel. Met een briefadres is bijstand mogelijk. Als informatie is daarom in deze toelichting aandacht aan het begrip thuisloze besteed.
Het briefadres van de thuisloze is een adres waar door de overheid verzonden stukken voor een persoon in ontvangst worden genomen. Het moet een bestaand adres zijn van een natuurlijk persoon of een instelling, de zogeheten briefadresgever. De briefadresgever moet ervoor zorgen dat post van de overheid de persoon in kwestie bereikt. Op dit adres moet hij of zij namelijk altijd bereikbaar zijn voor de overheid en
bovendien fysiek traceerbaar zijn. Daarom kan een briefadres nooit een postbus zijn. Medewerkers burgerzaken moeten beslissen over de inschrijving van iemand in de BRP. Zie verder de circulaire van 24 oktober 2016 van het ministerie van BZK aan gemeenten over briefadressen.
De rechtsgrondslag hiervoor is gelegen in artikel 16, eerste lid Participatiewet in samenhang met artikel 18, eerste lid en artikel 12 Participatiewet. In feite wordt dus het principe van de gezinsbijstand doorbroken en het kind van de minderjarige alleenstaande ouder als zelfstandig subject van bijstand beschouwd.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 13, eerste lid sub a. van de Participatiewet.Versie college definitief, oktober 2019 12
Artikel 12 Verblijf in buitenland en vakantie
Artikel 13 Inkomstenvrijlating
Artikel 14 Vrijwilligersvergoeding
Vrijwilligerswerk en een vrijwilligersvergoeding moet de cliënt melden via het wijzigingsformulier. Deze meldingsplicht hangt samen met de algemene inlichtingenplicht van artikel 30. Indien aan de voorwaarden wordt voldaan, is vrijlating mogelijk.
De Participatiewet kent overigens geen inkomensbegrip, maar somt in artikel 32, eerste lid onderdeel a de voor de bijstandsverlening relevante inkomensbronnen op. Hierbij worden de ontvangen middelen die het karakter hebben van een voorziening in het levensonderhoud als inkomen in aanmerking genomen.
Artikel 15 Vaststellen vermogen bij aanvang bijstand
Artikel 16 Vaststellen vermogen bij co-ouderschap
Artikel 17 Algemeen gebruikelijke bezittingen
Eerste lid: zie artikel 34, tweede lid sub a van de Participatiewet.
Tweede lid: een elektrische fiets beschouwen we als algemeen gebruikelijk.
Tiende lid: door een beperking heeft de belanghebbende bijvoorbeeld een brommobiel nodig voor zijn dagelijks vervoer. De waarde van dit voertuig maakt dan geen onderdeel van het vermogen uit.
Artikel 18 Geen algemeen gebruikelijke bezittingen
Artikel 20 Sieraden, goud/zilver, kunst en antiek
Artikel 21 Bijzondere bezittingen zoals aandelen, effecten, e-wallet, cryptomunten etc.
Artikel 22 Materiele en immateriële schedevergoeding
Een bedrag tot € 12.000,00 rekenen we niet tot het vermogen. Indien daartoe in een individueel geval aanleiding bestaat, kan eventueel een hoger bedrag worden vrijgelaten, afhankelijk van geldende jurisprudentie en hetgeen als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd.
Artikel 23 Uitvaartverzekering en kapitaalverzekeringen
De afkoopwaarde van kapitaalverzekeringen wordt aangemerkt als vermogen mits deze verzekeringen en contracten niet zijn opgebouwd tijdens de bijstandsperiode. Spaargelden opgebouwd tijdens de bijstandsperiode zijn immers vrijgelaten. Dit geldt ook voor de afkoopwaarde van levensverzekeringen, pensioenverzekeringen, koopsompolissen, beleggingsspaarplannen etc.
Artikel 24 Pensioenvoorzieningen
Artikel 25 Schulden en/of leningen
Artikel 26 Stortingen en bijschrijvingen
Gelet op de vaste jurisprudentie zijn dit middelen.
In dit artikel is onder andere bepaald welke stortingen of bijschrijvingen het college als een gift kan beschouwen.
Artikel 28 Boedelscheidingen en erfenissen
Artikel 29 Interingsnorm vermogen
Dit artikel hangt samen met artikel 17 en 18a van de wet.
Artikel 32 Intrekking en overgangsrecht
Met de inwerkintreding van deze beleidsregels worden gelijktijdig de beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid 2017 ingetrokken. Hoewel de naam van deze regeling van 2017 anders doet vermoeden, bevatte deze regeling ook bepalingen over vermogen in verband met verlening van algemene bijstand.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-291596.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.