Verordening op de heffing en invordering van de leges 2020

 

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2019;

 

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van de leges 2020 gemeente Harlingen.

 

Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 13 november 2019

 

 

, de voorzitter

 

 

 

, de raadsgriffier

 

 

 

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met

  • d.

    de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als ’n dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • e.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • f.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

 

  • 1.

    onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

  • 2.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 3.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 4.

    onderdeel 1.4.4 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

  • 5.

    onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 6.

    hoofdstuk 12 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De “Legesverordening 2019 van 14 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Legesverordening 2020”

 

 

Vastgesteld door de raad in zijn

vergadering van 13 november 2019.

 

 

 

, de voorzitter

 

 

, de raadsgriffier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TARIEVENTABEL, behorende bij de “verordening op de heffing en invordering van leges 2020”.

Datum van inwerkingtreding en heffing is 1 januari 2020.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.11.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

1.1.1.1

maandag om 09.00 en 09.15 uur

Nihil

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag

€ 217,20

1.1.1.3

zaterdag

€ 622,10

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente aangewezen ruimte op:

 

1.1.2.1

maandag tot en met vrijdag

€ 217,20

1.1.2.2

zaterdag

€ 622,10

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op:

 

1.1.3.1

maandag tot en met vrijdag

€ 156,05

1.1.3.2

zaterdag

€ 218,50

1.1.4

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een bijzondere trouwlocatie op:

 

1.1.4.1

maandag tot en met vrijdag

€ 234,80

1.1.4.2

zaterdag

€ 297,25

1.1.5

De kosten bedragen bij annulering van een huwelijk, partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap zoals bedoeld in 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 vanaf 2 weken tot en met de huwelijksdatum of registratie

100%

1.1.5.1

Indien het huwelijk na wijziging van de huwelijks -of registratiedatum wordt geannuleerd, geldt de oorspronkelijke huwelijks -of registratiedatum bij vaststelling van de annuleringskosten

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor:

 

1.1.6.1

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 25,90

1.1.6.2

het verstrekken van een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapboekje

€ 49,35

1.1.6.3

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bijschrijven van een kind in een gekalligrafeerd trouwboekje

€ 12,25

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het inschakelen van een ambtenaar van de gemeente Harlingen om als getuige te fungeren bij de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap per ambtenaar

€ 33,60

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor één dag

€ 78,80

1.1.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie of voor het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het actuele Besluit optie- en naturalisatiegelden (BON).

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen geldt het maximum tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort)

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit Paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit paspoortgelden afgerond op € 0,05 naar beneden

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.2.7

Voor het laten bezorgen van een aangevraagd reisdocument (per document)

€ 4,95

1.2.8

Voor het laten bezorgen van gelijktijdig aangevraagde reisdocumenten (meer dan één document) op één adres

€ 9,90

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs het maximale tarief zoals dat door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is bepaald, afgerond op € 0,05 naar beneden. Dit tarief bestaat uit een rijksdeel en een gemeentelijk deel

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

1.3.2

Het tarief genoemd in subonderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het maximale tarief zoals dat is opgenomen in de ministeriele regeling spoedprocedure afgifte rijbewijs afgerond op € 0,05 naar beneden

Maximaal door het rijk vastgestelde tarief

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van het subonderdeel 1.4.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 4,60

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een selectie van niet met name genoemde personen, waarbij de basisregistratie personen geheel of gedeeltelijk elektronisch moet worden gelezen

€ 4,60

1.4.4

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 (Vervallen)

 

Hoofdstuk 6 (Vervallen)

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een exemplaar van de programmabegroting

€ 65,05

1.7.1.2

een exemplaar van de beheersbegroting

€ 48,75

1.7.1.3

een exemplaar van de bijlagen gemeentebegroting

€ 19,45

1.7.1.4

een exemplaar van de jaarstukken

€ 65,05

1.7.2.

tot het verstrekken van:

 

1.7.2.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

€ 33,25

1.7.2.2.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,65

1.7.3.

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

 

1.7.3.1

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

€ 30,35

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.1.1

De gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 8,40

1.8.1.2

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 8,40

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.2.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres of object

€ 0,30

1.8.2.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 0,30

1.8.2.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 0,30

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,95

1.9.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 3,35

1.9.3

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 4,60

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 4,70

1.10.2

bovenstaande is niet van toepassing voor zover het naspeuringen zijn ingevolge de Who (Wet hergebruik van overheidsinformatie) en de Wob (Wet openbaarheid van bestuur)

 

 

Hoofdstuk 11 Leegstandwet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 83,40

1.11.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 44,75

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Kansspelen

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.12.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.12.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.12.1.3

indien de vergunning geldt voor een periode korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, worden de in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd;

 

1.12.1.4

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.12.1.5

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.12.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)

€ 8,75

 

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 300,00

1.13.2

het in 1.13.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 

1.13.2.1

indien het werkzaamheden betreft in een bestaande situatie, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 1,00

1.13.2.2

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein of bermen buiten de bebouwde kom, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 0,50

1.13.3

Het in 1.13.1 genoemde tarief wordt verhoogd met:

 

1.13.3.1

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk

€ 300,00

1.13.4

In afwijking van artikel 1.13.2.1 en 1.13.2.2 wordt, indien sprake is van een leidinglengte van 10.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.13.1, een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld

 

1.13.4.1

indien een projectbegroting is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Hoofdstuk 14 Overige kabels en leidingen

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4 van de verordening kabels en leidingen gemeente Harlingen

€ 282,40

1.14.2

het in 1.14.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met:

 

1.14.2.1

indien het werkzaamheden betreft in een bestaande situatie, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 0,90

1.14.2.2

indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein of bermen buiten de bebouwde kom, per strekkende meter sleuf tot 10.000 meter

€ 0,45

1.14.3

Het in 1.14.1 genoemde tarief wordt verhoogd met:

 

1.14.3.1

indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk

€ 282,40

1.14.4.

In afwijking van artikel 1.14.2.1 en 1.14.2.2 wordt, indien sprake is van een leidinglengte van 10.000 meter of meer, naast het tarief van artikel 1.14.1, een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een terzake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting, waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de aanvraag worden vastgesteld.

 

1.14.4.1

indien een projectbegroting is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 25,00

1.15.2

tot het verkrijgen van een Gehandicaptenparkeerkaart:

 

1.15.2.1

bij een aanvraag of een vervolgaanvraag waarbij keuring is vereist

€ 69,90

1.15.2.2

bij een duplicaat of vervolgaanvraag zonder vereiste keuring

€ 29,45

1.15.3

tot het verkrijgen van een tweede of volgend vergunningsbewijs dat behoort bij een parkeervergunning als bedoeld in de “verordening parkeerbelasting” indien het vergunningsbewijs dat voor het lopende kalenderjaar aan de vergunninghouder voor hetzelfde voertuig is afgegeven in het ongerede is geraakt

€ 29,45

1.15.4

tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 199,65

1.15.5

ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor bewoners per kalenderjaar

€ 25,00

1.15.6

ontheffing parkeerduurbeperking/blauwe zone voor werknemers per kalenderjaar

€ 30,00

1.15.7

voor het laten bezorgen van een aangevraagde gehandicaptenparkeerkaart

€ 4,95

 

Hoofdstuk 16 Diversen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.16.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,25

1.16.1.2

een afschrift, fotokopie of digitale scan, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina op papier van A4 of A3 formaat

€ 0,65

1.16.1.3

fotokopieën van een microfiche, per pagina op papier van A4 of A3 formaat

€ 1,80

1.16.1.4

een afschrift, fotokopie of digitale scan van kaarten en tekeningen, al dan niet behorende bij de in subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 genoemde stukken, voor zo ver daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, of microfiche

€ 3,80

 

vermeerderd met voor elke 1000 cm2 waarmee de oppervlakte van de kaart en tekening de 1000 cm2 te boven gaat;

€ 0,65

1.16.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt. voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,65

1.16.1.6

Een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening Harlingen

€ 42,00

1.16.2

Voor de toepassing van dit onderdeel wordt onder één verstrekking verstaan het verstrekken van gegevens omtrent één leerling, betreffende diens naam, adres, leeftijd en de school welke hij bezoekt. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens omtrent leerlingen van de in de gemeente gevestigde onderwijsinstellingen, anders dan aan die instellingen zelf:

 

1.16.2.1

voor minder dan 200 verstrekkingen

€ 67,65

1.16.2.2

voor 200 verstrekkingen tot 400 verstrekkingen

€ 108,00

1.16.2.3

voor 400 verstrekkingen tot 800 verstrekkingen

€ 140,45

1.16.2.4

voor 800 verstrekkingen tot 1.200 verstrekkingen

€ 167,80

1.16.2.5

voor 1.200 verstrekkingen tot 2.000 verstrekkingen

€ 251,05

1.16.2.6

voor 2.000 verstrekkingen

€ 287,45

1.16.2.7

voor elke 500 verstrekkingen méér

€ 39,30

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.16.3.1

voor het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van taxaties/verkoop/aankoop van onroerende zaken, per onroerende zaak

€ 58,45

1.16.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 8,80

 

 

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: vermeerderd met het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht indien de beoordeling plaats vindt door de Welstandscommissie Hus & Hiem

 

2.2.1

Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen

€ 63,80

2.2.2

Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen

€ 191,40

2.2.3

Indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen

€ 319,05

2.2.4

Indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, op basis van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 in behandeling wordt genomen, worden de leges voor de behandeling van de omgevingsvergunning verrekend met de leges voor de conceptaanvraag.

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.1.1.1

Indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen

€ 145,15

2.3.1.1.2

Indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen

€ 145,15

 

Vermeerderd met

voor elke € 1.000 of een gedeelte daarvan boven de € 5.000

€ 19,45

2.3.1.1.3

Indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen

€ 1.025,00

 

Vermeerderd met voor elke € 1.000 of een gedeelte daarvan boven de € 50.000

€ 12,10

 

Welstandstoets

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, voor de beoordeling of de ingediende aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand:

 

2.3.1.2.1

indien de beoordeling plaats vindt door of namens burgemeester en wethouders;

€ 36,60

2.3.1.2.2

Indien de beoordeling plaats vindt door de Welstandscommissie Hus & Hiem het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht;

 

2.3.1.2.3

Indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, het bedrag dat door de Welstandscommissie bij de gemeente in rekening wordt gebracht;

 

2.3.1.3

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

50%

2.3.1.3.2

Indien dit betrekking heeft op de activiteit monument zoals bepaald in subonderdeel 2.3.5.1 bedraagt het tarief: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

€ 253,75

2.3.1.4

Beoordeling bouwen in afwijking van de vergunning

 

2.3.1.4.1

beoordeling bouwen in afwijking van de vergunning onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de beoordeling: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

25%

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

2.3.1.5.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: van de leges die verschuldigd zijn voor het betreffende onderdeel.

10%

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 79,80

2.3.2.2

Indien voor de vergunning een beoordeling van een archeologisch bodemrapport noodzakelijk is, wordt het gestelde bedrag, onder subonderdeel 2.3.1.5.1 verhoogd met

€ 61,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik, ontheffing of afwijking van het bestemmingsplan, waarbij wel of niet sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 87,05

2.3.3.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 174,20

2.3.3.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 708,15

2.3.3.4

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 174,20

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 174,20

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 174,20

2.3.3.7

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 87,05

2.3.4

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

In Categorie A: (zie bijlage)

 

 

een vast bedrag van

€ 208,95

 

vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte:

 

 

tot 100 m2

€ 158,20

 

van 100 tot 500 m2, per m2

€ 1,60

 

van 500 tot 2.000 m2

€ 484,70

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,85

 

van 2.000 tot 5.000 m2

€ 1.329,90

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,22

 

van 5.000 tot 50.000 m2

€ 2.009,35

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,045

 

groter dan 50.000 m2

€ 2.509,35

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,030

2.3.4.2

In Categorie B: (zie bijlage)

 

 

een vast bedrag van

€ 208,95

 

vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte:

 

 

tot 100 m2

€ 78,40

 

van 100 tot 500 m2, per m2

€ 0,85

 

van 500 tot 2.000 m2

€ 246,80

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,35

 

van 2.000 tot 5.000 m2

€ 653,25

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,15

 

van 5.000 tot 50.000 m2

€ 1.016,10

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,025

 

groter dan 50.000 m2

€ 1.306,90

 

en vermeerderd met per m2

€ 0,020

2.3.4.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanpassen van een verleende gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.3.4 ten gevolge van wijziging tenaamstelling, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 52,25

2.3.4.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanpassen van een verleende gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.3.4 ten gevolge van een interne verbouwing, wijzigen aantal personen of anderszins het gebruik beïnvloedende zaken, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 208,95

2.3.4.5

Indien het een vergunning betreft die betrekking heeft op een tijdelijk bouwwerk of tijdelijke inrichting met een instandhoudingstermijn van maximaal 5 dagen, bedraagt het tarief:

€ 208,95

2.3.4.6

Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt genoemd bedrag verminderd met:

50%

2.3.5

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke Erfgoedverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke erfgoedverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.5.1

Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 5000

€ 181,40

2.3.5.2

€ 5000 bedragen of meer maar minder dan € 50.000

€ 326,55

2.3.5.3

€ 50.000 of meer bedragen

€ 471,80

2.3.6

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 133,50

2.3.7

Verhoging

 

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.6 wordt het bedrag verhoogd indien een archeologisch bodemrapport, asbest inventarisatierapport, een sloopveiligheidsplan of een andere ontheffing, noodzakelijk is met:

€ 61,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 39,35

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.1.5.3, eerste lid, en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 39,35

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 39,35

2.3.11

Handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming

 

 

Het tarief bedraagt, indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van de Wet Natuurbescherming ontheffing nodig is

€ 87,05

2.3.12

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.12.1

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo:

 

2.3.12.1.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 87,05

2.3.12.1.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 87,05

2.3.13

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.13.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft, verhoogd met:

10%

2.3.13.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, verhoogd met:

10%

2.3.14

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.14.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 61,00

2.3.14.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 61,00

2.3.15

Advies

 

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.15.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.16

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.16.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen.

 

 

De vermindering bedraagt:

 

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

5%

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

10%

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten:

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

15%

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 6 weken na het in behandeling nemen ervan

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

25%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

40%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 of 2.3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

25%

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in subonderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 100,-- wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de subonderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking of geringe wijziging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 39,35

 

Hoofdstuk 7 Overig administratief

2.7.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning, bedraagt het tarief:

€ 39,35

2.7.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere, in deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, bedraagt het tarief:

€ 72,55

2.7.3

Indien voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.6 en hiervoor een ontheffing is vereist en voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief:

€ 72,55

2.7.4

voor het wijzigen van reeds goedgekeurde constructieberekeningen of andere berekeningen wordt vergunninghouder de kosten in rekening gebracht van de door de gemeente ingehuurde externe deskundigen.

 

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder of met activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 255,15

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 255,15

2.8.3

Indien de werkelijke advieskosten meer of minder bedragen dan de geraamde kosten, vindt verrekening van het geraamde bedrag plaats.

 

 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 72,55

 

T itel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 167,60

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding tot het wijzigen van een inrichting op grond van artikel 30 van de Drank -en Horecawet

€ 8,80

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het bijschrijven van een leidinggevende per leidinggevende op grond van artikel 30a van de Drank –en Horecawet

€ 8,80

3.1.4

Een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank –en Horecawet

€ 19,45

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 19,45

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:32 juncto 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 8,80

3.1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de exploitatie van een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 165,15

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor standplaatsvergunning bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 8,80

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een evenementenvergunning als bedoeld in 2:25 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 

3.2.2.1

geldig voor één dag

€ 8,80

3.2.2.2

geldig voor een evenement dat meerdere dagen duurt

€ 19,95

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.3.1

tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijzigingen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 

3.3.1.1

voor een sexinrichting

€ 339,60

3.3.1.2

voor een escortbedrijf

€ 339,60

3.3.2

Tot het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een verwijzing van het beheer in een sexinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

 

3.3.2.1

voor een sexinrichting

€ 254,70

3.3.2.2

voor een escortbedrijf

€ 254,70

 

H oofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 8,80

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE

Categorie indeling behorend bij 2.3.4.

 

Soort inrichting

Categorie

1.

Bijeenkomstgebouwen

A

 

a. Schouwburg, theater, bioscoop

A

 

b. Zalen voor bijeenkomsten, tentoonstellingsgebouwen

A

 

c. Showroom, musea

A

 

d. Kerk, moskee, gebedshuis

A

2.

Cellengebouw

A

3.

Gezondheidszorggebouw (o.a. bejaardenoorden en verpleeg- en psychiatrische inrichtingen)

A

4.

Horecagebouw (o.a. restaurants, café’s, bars)

A

5.

Industriegebouw (o.a. loodsen, vemen, werkplaatsen)

B

6.

Kinderopvanggebouw (0-4 jarigen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven)

A

7.

Onderwijsgebouw (o.a. scholen, opleidingsinstituten)

A

8.

Parkeergebouw

B

9.

Sportgebouw (o.a. sporthallen)

A

10.

Winkelgebouw

A

11.

Kantoorgebouw

A

12.

Logiesgebouw (o.a. hotels, pensions)

A

 

Behoort bij het raadsbesluit van 13 november 2019.

 

De griffier van de gemeente Harlingen,

 

 

J.T. Jansen

Naar boven