Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de erfgoedcommissie (Verordening Erfgoedcommissie Noordwijk 2019)

De raad van de gemeente Noordwijk,

 

gelezen het voorstel van het college van 2 april 2019,

 

gelet op artikel 149 va de Gemeentewet, gelet op artikel 9.1 van de Erfgoedwet, de

artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo),

 

besluit vast te stellen de Verordening Erfgoedcommissie Noordwijk 2019.

Artikel 1. Commissie van advies ex artikel 84 van de Gemeentewet.

De Erfgoedcommissie is een commissie van advies aan burgemeester en wethouders ex artikel 84 van de Gemeentewet, hierna te noemen "de commissie".

Artikel 1A. Begripsbepalingen

Voor begrippen in deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verwezen naar de Erfgoedverordening Noordwijk 2011, de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010, de nog vast te stellen Erfgoedverordening Noordwijk 2019 en de Erfgoedwet resp. Monumentenwet 1988.

Artikel 2. Taakomschrijving

De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordeningen van de voormalige gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout te weten de

Erfgoedverordening Noordwijk 2011, de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010,

de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Noordwijk 2017, de Subsidieverordening onroerend cultureel erfgoed Noordwijkerhout en het gemeentelijk beleid op het gebied van het cultureel erfgoed, waaronder in ieder geval begrepen:

 

  • a.

    de aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, of als beschermde cultuurhistorisch waardevolle zaak;

  • b.

    de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten of beschermde cultuurhistorisch waardevolle zaken;

  • c.

    de vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde monumenten;

  • d.

    de aanwijzing als beschermd monument;

  • e.

    de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht;

  • f.

    plannen die een wijziging, aantasting of beïnvloeding van de structuur en/of het karakter van een beschermd stads- of dorpsgezicht tot gevolg hebben;

  • g.

    plannen die een wijziging, aantasting of beïnvloeding van de beschermde waarden zoals vastgelegd op cultuurhistorische waardenkaart, archeologische waarde- verwachting en beleidsadvieskaart en de bouwhistorische verwachtingskaart van de gemeente Noordwijk tot gevolg hebben;

  • h.

    ruimtelijke plannen waarbij beschermde cultuurhistorische waarden aanwezig zijn in het plangebied.

  • i.

    het aanbrengen van reclame-uitingen op of aan rijks- of gemeentelijke monumenten, aan beschermde cultuurhistorisch waardevolle zaken of binnen een door het rijk of de gemeente beschermd dorpsgezicht.

 

De commissie kan één of meer van haar leden mandateren om namens de commissie een advies uit te brengen over de onder a tot en met i genoemde onderwerpen. De commissie kan een van haar leden mandateren voor de behandeling van reguliere vergunningsaanvragen op basis van de vastgestelde welstandsnota.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1.

    De samenstelling van de commissie is conform de Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissies van VNG en Federatie Welstand. De commissie telt ten minste vijf leden waaronder minimaal twee burgerleden die deskundig zijn op het gebied van het gemeentelijke erfgoed.

    Bij de benoeming houden burgemeester en wethouders rekening met de binding van de kandidaten met het terrein van het cultureel erfgoed en de monumentenzorg, zoals actieve particuliere instellingen in de gemeente en met hun deskundigheid, waarbij in ieder geval wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van:

     

    • a.

      bouwkundige deskundigheid en kennis van restauraties en herbestemming;

    • b.

      kennis van architectuur/bouwhistorie;

    • c.

      kennis van (lokale) bouw-/cultuurhistorie;

    Adviseurs met kennis van de volgende terreinen kunnen worden benoemd om op ad hoc basis als stemrechthebbend adviseur deel te nemen aan de vergaderingen van de commissie:

    • d.

      kennis van archeologie;

    • e.

      kennis van historische geografie en cultuurlandschap.

    Een architect van de door de gemeente aangewezen welstandscommissie neemt deel aan de beraadslagingen als 'welstandsgemandateerde", zonder stemrecht.

Artikel 4. Benoeming voorzitter, ambtelijk secretaris en ambtelijk adviseurs

  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemen een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en plaatsvervangend ambtelijk secretaris.

  • 3.

    De secretaris en eventuele ambtelijke adviseurs zijn geen lid van de commissie en bezitten geen stemrecht.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen een ambtenaar aanwijzen als ondersteuner voor de commissievergaderingen.

Artikel 5. Raadplegen deskundigen

De commissie kan ambtenaren van de gemeente verzoeken om vergaderingen bij te wonen, om informatie te verstrekken.

Artikel 6. Zittingsperiode leden

  • 1.

    De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode.

  • 2.

    Een lid dat aftreedt of ontslag neemt, blijft lid totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

Artikel 7. Vergadering

  • 1.

    De commissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep van de voorzitter;

    • b.

      op verzoek van één van de leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders.

    In gevallen bedoeld onder b. en c. belegt de voorzitter de vergadering binnen veertien dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat ieder lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste zeven maal 24 uur voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt opgeroepen, zoveel als mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen.

  • 3.

    De stukken die op de vergadering betrekking hebben, worden zoveel als mogelijk ten minste zeven maal 24 uur voor het tijdstip van de vergadering aan de leden in afdruk of digitaal verstrekt.

  • 4.

    De leden die verhinderd zijn een vergadering bij te wonen geven daarvan zo spoedig als mogelijk kennis aan de secretaris van de commissie.

  • 5.

    De commissie vergadert gezamenlijk met de gemandateerde van de welstandscommissie.

Artikel 8. Vergadering met gesloten deuren

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie vinden in het openbaar plaats. Voor agendapunten die zich niet lenen voor openbare behandeling, wordt een niet openbare vergadering uitgeschreven.

  • 2.

    De commissie kan, voorafgaand aan een openbare vergadering van de commissie, in beslotenheid, al dan niet met ontwerper en/of opdrachtgever, over bouwplannen spreken.

Artikel 9. Sprekers tijdens een vergadering

  • 1.

    Tijdens de openbare vergadering van de commissie kunnen aanwezige bezoekers het woord voeren over op de agenda voorkomende punten. Zij dienen zich daartoe voorafgaand aan de vergadering te melden bij de voorzitter met opgave van het agendapunt waarover men het woord wil voeren.

  • 2.

    Bij elk daarvoor in aanmerking komend agendapunt wordt, voordat de beraadslagingen daarover worden geopend, aan de bezoekers die zich daartoe overeenkomstig het eerste lid hebben aangemeld, de gelegenheid gegeven het woord te voeren. De voorzitter bepaalt hiervoor de tijdsduur, waarvan hij vooraf mededeling doet aan de spreker.

  • 3.

    De commissieleden kunnen de spreker na afloop van zijn betoog aanvullende vragen stellen. De voorzitter bepaalt de tijdsperiode die voor eventuele beantwoording van de vragen beschikbaar is.

  • 4.

    De voorzitter kan een spreker die de hem toegemeten tijd overschrijdt, dan wel in zijn betoog zonder enig redelijk doel zaken aan de orde stelt, die de belangen van derden ernstig kunnen schaden, dan wel handelt in strijd met enige wettelijke bepaling, een en ander ter beoordeling van de voorzitter, na een voorafgaande waarschuwing het woord ontnemen.

Artikel 10. Besluitvorming

  • 1.

    De commissie mag slechts besluiten over adviezen nemen indien ten minste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.

  • 2.

    Indien minder dan de helft van het aantal leden aanwezig is, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering (ten minste zeven dagen later). In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel worden afgeweken waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

  • 4.

    Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk hun mening kunnen kenbaar maken. Deze communicatie kan ook per email verlopen waardoor besluitvorming plaats kan vinden op voorspraak van de voorzitter.

Artikel 11. Beraadslaging en stemming

  • 1.

    Over zaken wordt mondeling gestemd.

  • 2.

    Tot adviezen over in de commissie behandelde zaken, wordt besloten bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    De minderheid kan vorderen dat uit het advies ook haar afwijkende mening blijkt.

  • 4.

    Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 5.

    Aan de beraadslaging over en aan het uitbrengen van een advies omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 2 mogen de commissieleden niet deelnemen indien zij in enige hoedanigheid direct of indirect persoonlijk en/of zakelijk bij de aanvraag betrokken zijn.

  • 6.

    Een commissielid mag geen opdracht aanvaarden tot het aanpassen, verbeteren of anderszins wijzigen van een plan of tot het maken van een nieuw plan behorende bij een in de commissie behandelde of in behandeling zijnde aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.

Artikel 12. Verantwoording en verslaglegging

  • 1.

    De commissie is voor de door haar gevolgde handelwijze ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 2 omschreven taken verantwoording verschuldigd aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het in de commissie behandelde wordt neergelegd in een door de ambtelijk secretaris opgemaakt samenvattend verslag, waarin het advies van de commissie ten aanzien van de door haar behandelde onderwerpen wordt vermeld.

  • 3.

    Het verslag wordt, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, in de vergadering van de commissie, die volgt op de vergadering waarop het verslag betrekking heeft, aan de orde gesteld. Eventuele op- of aanmerkingen van de leden over de tekst van het verslag, die de commissie als gegrond erkent, worden genoemd in het verslag van de vergadering, waarin dit verslag is behandeld.

  • 4.

    Het vastgestelde verslag wordt ondertekend door de voorzitter.

  • 5.

    Het vastgestelde verslag van de vergadering van de commissie wordt aan burgemeester en wethouders toegezonden.

  • 6.

    De ambtelijk secretaris draagt er zorg voor dat een ieder die dit wenst verslagen van de openbare commissievergaderingen in kan zien.

Artikel 13. De besluitvorming door burgemeester en wethouders naar aanleiding van een advies van de commissie.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van een advies van de commissie.

  • 2.

    Het besluit van burgemeester en wethouders op aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 2, waarbij van het advies van de commissie wordt afgeweken, is ten aanzien daarvan met redenen omkleed en wordt schriftelijk aan de commissie medegedeeld.

  • 3.

    Het onder 2 vermelde is van overeenkomstige toepassing op andere besluiten van burgemeester en wethouders, waarbij van een advies van de commissie wordt afgeweken. Indien geen sprake is van een besluit, dat in de vorm van een beschikking wordt uitgewerkt, dan doen burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk mededeling aan de commissie.

Artikel 14. De verhouding tot richtlijnen inzake welstand en de rol van de commissie bij andere plannen.

Bij het verrichten van haar taak neemt de commissie door burgemeester en wethouders dan wel de gemeenteraad vastgestelde richtlijnen inzake de welstand en/of monumentenzorg in acht.

Artikel 15. Kleine commissie

  • 1.

    Er is een kleine commissie uit de Erfgoedcommissie die tot taak heeft te adviseren over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De kleine commissie bestaat uit de voorzitter van de Erfgoedcommissie of één van de commissieleden die tevens fungerend voorzitter van de kleine commissie is, de welstandsgemandateerde als bedoeld in artikel 3 en eventueel een ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 4.

  • 3.

    Alle stukken die van de kleine commissie uitgaan, worden getekend door de fungerend voorzitter.

  • 4.

    Op het functioneren van de kleine commissie en het secretariaat daarvan zijn de bepalingen van deze verordening waar mogelijk van overeenkomstige toepassing. De commissie vergadert gezamenlijk met de gemandateerde van de welstandscommissie.

  • 5.

    De kleine commissie kan een aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, agenderen voor een vergadering van de 'grote' commissie, die daarna het advies uitbrengt.

Artikel 16. Honorering

Burgemeester en wethouders stellen een regeling op voor vergoeding van de deskundige leden en de burgerleden van de commissie en houden daarbij rekening met de Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissies van VNG en Federatie Welstand.

Artikel 17. Bijzondere gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 18. Intrekken oude verordeningen

De Verordening op de Commissie voor Monumenten in de gemeente Noordwijkerhout en de Verordening op de Commissie Erfgoed Noordwijk 2011 worden ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 19. Overgangsrecht

Adviezen uitgebracht door de respectievelijke monumentencommissie van Noordwijkerhout en Commissie Erfgoed Noordwijk van de oude gemeenten, van voor de inwerkingtreding van deze verordening, worden beschouwd als uitgebracht door de Erfgoedcommissie, ingesteld bij deze verordening.

Artikel 20. Inwerkingtreding en Citeertitel

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als “Verordening Erfgoedcommissie Noordwijk 2019”.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Noordwijk in zijn openbare

vergadering van 18 juni 2019.

J.H.M. Hermans-Vloeldbeld

,Voorzitter

M.R. Fabbricotti

,griffier

Toelichting

 

Deze toelichting is hoofdzakelijk gericht op de elementen die de harmonisatie betreffen van beide verordeningen.

 

Artikel 2. Taakomschrijving

Nieuw voor Noordwijk is de taak te adviseren over reclame-uitingen op of aan rijks- of gemeentelijke monumenten, aan beschermde cultuurhistorisch waardevolle zaken of binnen een door het rijk of de gemeente beschermd dorpsgezicht. Noordwijkerhout kende dat al.

 

Artikel 7. Vergadering

De dag, plaats, uur en agenda van de vergadering worden op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. Hierbij hoort ook de ter inzage legging van de agenda en bijbehorende stukken in het klant contactcentrum.

 

Artikel 11. Beraadslaging en stemming

Voor de regels ter voorkoming van belangenverstrengeling is de ruimere formulering van Noordwijkerhout gekozen. Die van Noordwijk werd te beperkt bevonden.

 

Artikel 12. Verantwoording en verslaglegging

Behandeling van het verslag van de commissie:

  • Eventuele op- of aanmerkingen van de leden over de tekst van het verslag, die de commissie als gegrond erkent, worden genoemd in het verslag van de vergadering, waarin dit verslag is behandeld.

 

Artikel 15. Kleine commissie

De Erfgoedcommissie werkt met twee commissies, namelijk de kleine commissie en de grote commissie. Alle plannen worden door de kleine commissie ontvangen (loketfunctie) en vervolgens wordt beoordeeld of afhandeling door haar kan plaatsvinden, of dat behandeling in de grote commissie aan de orde is. Omvangrijke en importante plannen worden door de grote commissie behandeld. De kleine commissie bestaat uit de voorzitter of een commissielid als plaatsvervanger, eventueel een ambtelijke secretaris, en vergadert gezamenlijk met de gemandateerde van de welstandscommissie.

 

Artikel 16. Honorering

De Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissies van VNG en Federatie Welstand, (2009) stelt:

  • Een financiële onderwaardering van de leden staat een professioneel functionerende commissie in de weg. Voor een kwalitatief goed monumentenbeleid hanteert de gemeente tarieven die marktconform zijn voor de desbetreffende beroepsgroepen. De honorering behoort gelijk te worden getrokken met die van de leden van de welstandscommissie. Voor het opstellen of aanpassen van reglementen voor commissies kunnen gemeenten naast deze handreiking gebruik maken van het model Gemeentelijke Erfgoedverordening van de VNG en het Model Kwaliteitssysteem Welstandsadvisering van de Federatie Welstand.

    Advies (van de VNG):

    • Trek - ter verkrijging van voldoende deskundigheid - de honorering van de leden van de monumentencommissie gelijk aan die van de welstandscommissie.

Voor de fusiegemeente wordt er wel voor gekozen om burgerleden, die veelal een andere inbreng hebben, anders te kunnen honoreren dan leden met specialistische vakkennis.

Naar boven