Beleidsregels Participatiewet en aanverwante regelingen gemeente Putten 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

 

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

de 'Beleidsregels Participatiewet en aanverwant regelingen gemeente Putten 2019’ als volgt te wijzigen (tweede wijziging)

Artikel I

Artikel 2.21, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

Om in aanmerking te komen voor de Minimaregelingen, genoemd in deze paragraaf, dient belanghebbende te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    De belanghebbende dient inwoner van de gemeente Putten te zijn.

  • b.

    De inkomsten waren in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag niet hoger dan 110% van de geldende bijstandsnorm, tenzij er sprake is van een crisissituatie.

  • c.

    Voor de regeling sociaal-culturele, educatieve en sportactiviteiten geldt voor paren met kinderen (volgens artikel 4 lid 1 onder c en artikel 3 van de Participatiewet) dat de inkomsten in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag niet hoger waren dan 130% van de bijstandsnorm tenzij er sprake is van een crisissituatie.

  • d.

    In afwijking van lid 1 onder b geldt de inkomensgrens van 110% niet gedurende zes maanden indien de periodieke uitkering is beëindigd vanwege werkaanvaarding en de belanghebbende had op het moment van beëindiging recht op de regelingen conform dit artikel.

  • e.

    Het vermogen is niet hoger dan de vastgestelde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 Participatiewet.

  • f.

    Voor kinderen tot 18jaar kan voor sportieve en structureel culturele activiteiten geen vergoeding worden verstrekt op grond van deze regeling.

  • g.

    Van een crisissituatie als bedoeld onder b is in ieder geval sprake als er in de 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag voor een Minimaregeling sprake is van een echtscheiding of beëindigde geregistreerd partnerschap en/of samenwoning en als er sprake is van een statushouder die nog geen 12 maanden verblijf heeft in Nederland.

  • h.

    In geval van een echtscheiding of beëindigde geregistreerd partnerschap en/of samenwoning als bedoeld onder g wordt alleen het inkomen in aanmerking genomen van de aanvrager en niet van de ex-partner. In geval van een statushouder als genoemd onder g wordt het inkomen in aanmerking genomen vanaf het moment dat deze in Nederland verblijft.

 

Artikel II

Artikel 2.22 wordt als volgt gewijzigd

  • 1.

    Voor kosten die verband houden met sociaal-cultureel, educatieve en sportactiviteiten kan een bijdrage worden verstrekt.

  • 2.

    Voor inwoners waarbij de inkomsten in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag niet hoger waren dan 110% van de geldende bijstandsnorm is de bijdrage maximaal € 225,00 per kalenderjaar per persoon. Waarbij er voor sportkleding wordt aangesloten bij de Nibud-normen.

  • 3.

    Voor paren met kinderen (volgens artikel 4 lid 1 onder c en artikel 3 van de Participatiewet) waarbij de inkomsten in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag hoger waren dan 110% van de geldende bijstandsnorm en niet hoger waren dan 130% van de geldende bijstandsnorm is de bijdrage maximaal € 100,00 per kalenderjaar per persoon. Waarbij er voor sportkleding wordt aangesloten bij de Nibud-normen.

  • 4.

    Geen bijdrage wordt verstrekt voor zover de kosten, waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd, reeds op grond van artikel 2.21 van deze beleidsregels vergoed zijn.

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie.

 

Artikel IV

Dit besluit wordt aangehaald als Beleidsregels Participatiewet en aanverwante regelingen gemeente Putten 2019.

 

Putten, 5 november 2019

 

Burgemeester en wethouders van Putten,

de secretaris

mr. F.E. Contant

 

de burgemeester

H.A. Lambooij

Naar boven