Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woensdrecht houdende belastingregels omtrent het gebruik van standplaatsen op het marktterrein - Verordening marktgelden Woensdrecht 2020

De raad van de gemeente Woensdrecht;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING MARKTGELDEN 2020

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad, gehoord de marktcommissie, op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • c.

    standplaats: de op en voor de duur van een markt door het bestuursorgaan aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: een standplaats (daaronder mede begrepen een standwerkerplaats), die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • f.

    vergunninghouder: degene, aan wie door het bestuursorgaan een vergunning is verleend om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • g.

    jaarmarkt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad, op de daartoe aangewezen dag, plaats en tijd één maal per jaar gedurende één of enkele, in het besluit aan te wijzen dagen wordt gehouden;

  • h.

    abonnementhouder: de vergunninghouder aan wie een vaste standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik van standplaatsen op de voor de openbare dienst bestemde, als marktterrein aangewezen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van de vergunninghouder dan wel van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Vrijstellingen

Voor inrichtingen geplaatst op gemeentegrond, welke daartoe van gemeentewege is verpacht of verhuurd of waarvoor op grond van andere gemeentelijke regelingen belasting is verschuldigd, wordt geen staangeld krachtens deze verordening geheven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing / belastingtarief

  • 1.

    Het recht wordt geheven per standplaats naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Een standplaats bestaat uit een ingenomen oppervlakte van 4 meter frontbreedte en 3 meter diepte.

  • 3.

    Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van de in dit artikel en een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is een dag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is het belastingtijdvak bij een abonnement gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De bij wege van een schriftelijke kennisgeving geheven marktgelden van niet-abonnementhouders zijn verschuldigd bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

  • 2.

    De bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven marktgelden van abonnementhouders zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of - zo dit later is - bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

  • 3.

    Bij de aanvang van de belastingplicht voor abonnementhouders in de loop van het kwartaal is het marktgeld verschuldigd over de aanvangsdag en het aantal resterende marktdagen in dat kwartaal.

  • 4.

    Indien de belastingplicht voor abonnementhouders in de loop van het kwartaal eindigt, in verband met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door doorhaling op de lijst van vaste standplaatshouders door het college van burgemeester en wethouders, wordt ontheffing verleend over het aantal resterende marktdagen, na de beëindiging, in dat kwartaal.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    Het marktgeld voor niet-abonnementhouders moet worden betaald op het moment van het uitreiken van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Het marktgeld voor abonnementhouders moet worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving (nota).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Ontheffing

Wanneer een abonnementhouder blijkens een medische verklaring buiten zijn/haar wil gedurende een aaneengesloten periode van meer dan drie maanden niet in staat is geweest de weekmarkt te bezoeken, bestaat op schriftelijk verzoek aanspraak op ontheffing van het marktgeld over de marktdagen waarop gedurende die periode van de standplaats geen gebruik is gemaakt.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De 'Verordening marktgelden Woensdrecht 2019', vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening marktgelden Woensdrecht 2020’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2019.

De griffier, De voorzitter,

Bijlage 1 - Tarieventabel marktgeld 2020

(behoort bij de ‘Verordening marktgelden Woensdrecht 2020)

1.

Het marktgeld bedraagt voor elke dag of gedeelte daarvan, dat een standplaats op de weekmarkt wordt ingenomen, per standplaats:

 

€ 4,50

 

 

 

 

 

 

2.

Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een standplaats op de jaarmarkt in de kern Putte, per standplaats:

 

 

 

  • voor twee marktdagen of gedeelte(n) daarvan

€ 105,00

 

  • voor één marktdag voor zover de toegewezen plaats op de andere dag wordt ingenomen door een zogenaamde ‘meeloper’

€ 52,50

 

  • voor één van de twee marktdagen op de jaarmarkt, wanneer die standplaats wordt ingenomen door een ‘meeloper’

€ 52,50

 

3.

Voor het berekenen van het marktgeld van abonnementhouders wordt het tarief berekend door het aantal marktdagen in het kalenderjaar te vermenigvuldigen met het tarief per marktdag, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van de verordening.

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 7 november 2019,

 

De griffier van de gemeente Woensdrecht,

Naar boven