Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent samenstelling, functioneren en werkwijze van de Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden Amsterdam (Reglement Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden Amsterdam)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10, lid 4, van Bomenverordening 2014,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Reglement Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden Amsterdam

Artikel 1 Taak van de adviescommissie

  • 1.

    De commissie adviseert het college - op verzoek of uit eigen beweging - over:

    • a.

      de plaatsing van houtopstanden op de lijst van beschermwaardige houtopstanden;

    • b.

      de beoordeling van een aanvraag om een vergunning voor het vellen van een op de lijst van beschermwaardige houtopstanden geplaatste houtopstand;

    • c.

      communicatie over beschermwaardige houtopstanden;

    • d.

      aanbevelingen voor beheer en onderhoud van beschermwaardige houtopstanden;

    • e.

      alle zaken betrekking hebbende op beschermwaardige bomen, of bomen die daarvoor binnen redelijke termijn in aanmerking komen.

  • 2.

    Indien het college advies vraagt, geeft het daarbij aan binnen welke termijn het advies wordt verwacht.

Artikel 2 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en minimaal drie en maximaal vijf leden plus twee plaatsvervangers.

  • 2.

    Voor benoeming tot voorzitter of tot lid (of plaatsvervangers) komen in aanmerking boomdeskundigen, landschapsarchitecten/ontwerpers en erfgoeddeskundigen. Uitgesloten van lidmaatschap van de commissie zijn ambtenaren van de gemeente Amsterdam, diegene die een middellijk of onmiddellijk eigen belang hebben bij de aan de adviescommissie voorgelegde adviesaanvragen, leden van de raad, van een bestuurscommissie, van het college en van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De commissie wijst in haar eerste vergadering vanuit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    In geval van ziekte of afwezigheid anderszins kan de voorzitter of een lid van de commissie worden vervangen door de plaatsvervangend voorzitter of een plaatsvervangend lid.

Artikel 3 Secretaris

De commissie wordt door een ambtenaar, door het college daartoe aangewezen, als secretaris terzijde gestaan.

Artikel 4 Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden door het college benoemd voor een periode van maximaal drie jaar, met de mogelijkheid van twee keer een herbenoeming.

  • 2.

    Leden en hun plaatsvervangers kunnen, mits daarvoor gerede aanleiding is, dan wel op eigen verzoek, door het college tussentijds van hun taak ontheven worden.

Artikel 5 Werkwijze Adviescommissie

  • 1.

    De commissie vergadert in beslotenheid ten minste eenmaal per zes weken, en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt, in een door de voorzitter aangegeven locatie van de gemeente Amsterdam.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan de voorzitter van de commissie, in overeenstemming met de meerderheid van de commissie, besluiten in het openbaar te vergaderen.

  • 3.

    De secretaris bereidt na overleg met de voorzitter de agenda en de vergaderstukken voor de vergadering van de commissie voor.

  • 4.

    De secretaris roept de leden namens de voorzitter schriftelijk tot de vergadering op.

  • 5.

    De secretaris zendt namens de voorzitter - zoveel mogelijk ten minste tien dagen voor een vergadering - de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijd en plaats van de vergadering, vergezeld door de vergaderstukken.

  • 6.

    Ieder lid tekent voor deelname aan de vergadering de presentielijst.

  • 7.

    Het lid dat de presentielijst niet heeft getekend, kan niet deelnemen aan enige stemming.

  • 8.

    De commissie vergadert met ten minste de helft van de zitting-hebbende leden.

  • 9.

    De commissie kan uit eigen beweging ambtenaren, externe deskundigen of andere derden raadplegen of uitnodigen ter vergadering indien dit voor een juiste taakuitoefening wenselijk wordt geacht.

Artikel 6 Beraadslagingen/uitbrengen van het advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist in vergadering over de door haar schriftelijk uit te brengen adviezen.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien het nodig is over een uit te brengen advies bij wijze van stemming te beslissen wordt mondeling gestemd. Indien de stemmen staken heeft de voorzitter de beslissende stem.

  • 4.

    Het advies houdt in:

    • a.

      de namen van de voorzitter, en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren;

    • b.

      een motivering;

    • c.

      een voorstel aan het college voor de te nemen beslissing.

  • 5.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

  • 6.

    Het advies wordt, onder meezenden van eventueel door de commissie ontvangen adviezen van externe deskundigen, tijdig aan het college uitgebracht.

  • 7.

    De adviezen zijn openbaar en opvraagbaar bij de secretaris.

Artikel 7 Jaarlijkse verantwoording

De commissie stelt voor het college jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden, waarin ten minste aan de orde komt:

  • a.

    op welke wijze in de advisering toepassing is gegeven aan de beoordelingscriteria voor plaatsing op de lijst van beschermwaardige houtopstanden;

  • b.

    een overzicht van de in dat jaar uitgebrachte adviezen bij vergunningaanvraag voor het vellen van een op de lijst van beschermwaardige houtopstanden geplaatste houtopstand;

  • c.

    in welke gevallen college - of dagelijks bestuur in mandaat – heeft afgeweken van het advies van de commissie;

  • d.

    zaken waaraan de commissie bijzondere aandacht heeft gegeven.

Artikel 8 Vergoeding commissieleden

Voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie genieten de leden een vergoeding, die door de raad wordt vastgesteld in de Verordening geldelijke voorzieningen externe commissieleden.

Artikel 9 Uitleg reglement

Over aangelegenheden waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking

Artikel 11 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als Reglement Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 november 2019

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

 

Op grond van artikel 10 van de Bomenverordening 2014 heeft het college de mogelijkheid om een lijst op te stellen van houtopstanden die gezien hun bijzondere karakter extra aandacht en bescherming behoeven. Het gaat dan om houtopstanden die bijvoorbeeld door hun verschijningsvorm beeldbepalend zijn voor de omgeving, een hoge natuurwaarde en/of zeldzaamheidswaarde hebben, of geplant zijn ter ere van een bijzondere gebeurtenis.

 

Het college heeft op 9 april 2019 een adviescommissie ingesteld die het college adviseert over alle zaken betrekking hebbende op beschermwaardige bomen, of bomen die daarvoor binnen redelijke termijn in aanmerking komen. In deze commissie zitten boom(beheer)deskundigen, (landschaps)architecten, ontwerpers en erfgoeddeskundigen.

 

Als een adviescommissie wordt ingesteld stelt het college, op grond van artikel 10, vierde lid van de Bomenverordening 2014, een reglement vast waarin de samenstelling, het functioneren en de werkwijze van de adviescommissie wordt geregeld. Dat is dit Reglement Adviescommissie beschermwaardige houtopstanden Amsterdam.

Naar boven