Beleidsregels briefadres gemeente Asten 2019

 

 

 

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

 

 

gelet op:

  • 1.

    artikelen 1.1, 2.23, 2.38, tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen;

  • 2.

    artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen;

  • 3.

    artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen;

  • 4.

    artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 5.

    de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016 en het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016).

 

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres te registreren op een briefadres;

 

 

besluit:

 

 

vast te stellen Beleidsregels briefadres gemeente Asten 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • b.

    Woonadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP

  • c.

    Briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP);

  • d.

    Briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt;

  • e.

    Gezinshuishouden:

  • 1.

    twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

  • 2.

    twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

  • 3.

    een alleenstaande ouder met kind(eren);

  • f.

    Aangever: degene die een verzoek indient om het houden van een briefadres.

  •  

Artikel 2 Redenen briefadres

  • Redenen voor het registreren van een briefadres zijn:

  • 1. het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd (acht maanden);

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijft in het buitenland en beroepsmatig varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurige vermissing.

  • 2. verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3. verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4. verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen (op grond van artikel 2.41 van de Wet BRP) niet wenselijk is.

Artikel 3 Voorwaarden briefadres

  • 1.

    Aangifte wordt door de briefadreshouder, in persoon en op afspraak, gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Ook de briefadresgever dient bij de aangifte aanwezig te zijn.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    een geldig identiteitsbewijs van zowel aangever als briefadresgever ;

  • b.

    de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

  • c.

    een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

  • d.

    een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

  • 4.

    Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5.

    Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1, onder f en g, dient de noodzaak te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6.

    De briefadresgever die als ingezetene in de BRP ingeschreven staat, kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 7.

    Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet basisregistratie personen.

  •  

Artikel 4 Volledige aangifte briefadres

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

  •  

Artikel 5 Weigeringsgronden briefadres

  • Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft tenzij hij in die situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, eerste lid, onderdeel f en artikel 2, vierde lid;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • c.

    de aangever, die beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft, verwacht langer dan twee jaar niet in Nederland te zullen verblijven;

  • d.

    er een onderzoek is ingesteld naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7;

  • f.

    het briefadres een postbus is.

  •  

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan telkens met maximaal drie maanden worden verlengd. Hiervoor moet opnieuw een verzoek door de aangever worden gedaan, waarbij de briefadreshouder opnieuw toestemming moet geven.

  • 2.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d en e, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    Als de aangever vóór het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte van een woonadres heeft gedaan, dient de aangever zelf een verzoek in om het briefadres te verlengen.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 2 en 3 mag een briefadres worden verleend voor de volledige verblijfsduur in de desbetreffende instelling.

  • 5.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 6.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 tot en met 6.

  •  

Artikel 7 Beëindiging briefadres

  • 1.

    Indien de briefadresgever meldt dat briefadreshouder niet meer bereikbaar is, dient hij dit schriftelijk te verklaren. De gemeente moet hierop een onderzoek instellen naar de nieuwe woon- of verblijfplaats van briefadreshouder.

  • 2.

    De aangever dient het briefadres te beëindigen indien de redenen genoemd in artikel 2 op hem niet meer van toepassing zijn.

  • 3.

    Wanneer de briefadreshouder een ander adres krijgt, is hij verplicht om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

  • 4.

    Blijft een verzoek om verlenging van het briefadres achterwege of wordt na afloop van de termijn(en) geen aangifte van adresverandering gedaan, dan start de gemeente Asten de procedure adresonderzoek, met als mogelijk resultaat opschorting van de bij houding van de persoonslijst wegens emigratie naar een onbekend land.

  •  

Artikel 8 Verplichtingen briefadresgever en –houder

  • 1.

    Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder zijn verplicht om op verzoek van het college de inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres. Ten minste eenmaal per jaar worden alle briefadresgevers en briefadreshouders aangeschreven met het verzoek om aan te geven of nog voldaan wordt aan het gestelde in artikel 2 en 3.

  • 2.

    Op verzoek van het college verschijnt de briefadreshouder en/of briefadresgever in persoon om de inlichtingen te verstrekken waarom de gemeente verzoekt.

 

Artikel 9 Bestuurlijke boete

Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in artikel 2 tot en met 8 kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste € 325,-.

  •  

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Van onbillijkheid kan sprake zijn als het strikt vasthouden aan de regeling als onredelijk kan worden aangemerkt of als er onevenredige schade zou ontstaan.

  •  

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De briefadreshouders en de briefadresgevers die voor de inwerkingtreding van deze regeling geregistreerd zijn worden schriftelijk over deze regeling geïnformeerd.

  • 2.

    De briefadreshouders en de briefadresgevers die voor de inwerkingtreding van deze regeling geregistreerd zijn hebben na de verzenddatum van de in lid 1 bedoelde brief 3 maanden de tijd om te voldoen aan het gestelde in deze regeling.

  • 3.

    Na het verstrijken van de periode zoals bedoeld in lid 2 wordt onderzocht of de briefadressen die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn geregistreerd voldoen aan het gestelde in deze regeling.

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op de briefadreshouder die een briefadres heeft vanwege diens verblijfsadres zoals genoemd in artikel 2 lid 2, 3, of 4.

  •  

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels briefadres gemeente Asten 2019.Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten van 5 november 2019.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

mr. W.M.A. Verberkt mr. H.G. Vos

secretaris burgemeester

Naar boven