Eerste wijziging Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 Gemeente Krimpenerwaard

De raad van de gemeente Krimpenerwaard,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2019 (19-0019989);

 

gelet op het bepaalde in de Participatiewet en de beleidsregels Maatschappelijke Participatie 2019;

 

overwegende dat het noodzakelijk is enkele redactionele wijzigingen door te voeren;

 

besluit:

vast te stellen de eerste wijziging van de Verordening Maatschappelijke Participatie 2018

Artikel I

De Verordening Maatschappelijke Participatie 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 lid 2 onderdeel d wordt gewijzigd en komt te luiden:

“d. laag inkomen: het gezinsinkomen dat niet meer bedraagt dan 120% van de uitkeringsnorm zoals bedoeld in paragraaf 3.2 e.v. van de wet, inclusief vakantiegeld;”

 

B

Artikel 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Artikel 3 Doelgroep

De doelgroep van deze verordening zijn inwoners die om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan activiteiten in het maatschappelijk verkeer. Het gaat hierbij om inwoners:

  • a.

    met een laag inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm inclusief vakantiegeld;

  • b.

    die vanwege schulden en een lopende schuldenregeling maandelijks leefgeld tot 120% van de geldende bijstandsnorm tot hun beschikking hebben;

  • c.

    die een beroep doen op de voorziening diplomazwemmen en tevens een inkomen hebben tot 130% van de geldende bijstandsnorm inclusief vakantiegeld.”

 

C

Artikel 4 lid 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

“3. Het college zorgt voor een voorziening op maat voor kinderen en jongvolwassenen in de leeftijd van 0 tot 21 jaar. Het gaat hierbij om:

  • a.

    voorzieningen om deelname aan een culturele of sportieve activiteit mogelijk te maken voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar;

  • b.

    voorzieningen ten behoeve van schoolkosten en leermiddelen voor kinderen van 4 tot 18 jaar die of wel het basisonderwijs ofwel het voortgezet onderwijs volgen;

  • c.

    overige voorzieningen voor het laten meedoen van kinderen en jongvolwassenen in de leeftijd van 0 tot 21 jaar.”

 

D

Artikel 5 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Artikel 5 Voorwaarden

Indien de inwoner behoort tot de doelgroep, dan is er aanspraak op een voorziening zoals bedoeld in artikel 4 als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    op de datum van aanvraag is het gezinsinkomen of maandelijks leefgeld lager dan 120% van de geldende bijstandsnorm zoals bedoeld in de wet, of 130% bij een aanvraag voor de voorziening diplomazwemmen; en

  • b.

    de belanghebbende heeft een vermogen lager of gelijk aan het vrij te laten vermogen zoals bedoeld in artikel 34 lid 3 van de wet; en

  • c.

    het vermogen in de eigen koopwoning wordt vrijgelaten als de belanghebbende de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en zelf de woning bewoont.”

 

E

Toelichting artikel 3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Artikel 3 Doelgroep

De doelgroep is gedefinieerd op:

  • a.

    het hebben van een laag inkomen, schuldenaren met een maandelijks leefgeld tot 120% dan wel 130% van de geldende bijstandsnorm, niet werkenden en

  • b.

    het daardoor niet mee kunnen doen aan allerlei sociaal-maatschappelijke activiteiten.

 

In de begripsbepaling staat reeds aangegeven dat een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt gezien als het hebben van een laag inkomen. Hierdoor kan een persoon die werk heeft of inkomen heeft uit een sociale zekerheidsuitkering ook aanspraak maken op een voorziening ter voorkoming van sociaal isolement.

Voor de voorziening diplomazwemmen voor kinderen geldt een hogere inkomensgrens van 130% van de geldende bijstandsnorm.”

 

F

Toelichting artikel 5, eerste en tweede alinea worden gewijzigd en komen te luiden:

Artikel 5 Voorwaarden

In dit artikel zijn een aantal randvoorwaarden gesteld om in aanmerking te komen voor een voorziening. In elk geval mag op datum aanvraag het inkomen niet hoger zijn dan 120% of 130% bij een aanvraag voor de voorziening diplomazwemmen, van de geldende netto bijstandsnorm inclusief vakantiegeld en mag het vermogen niet hoger zijn dan het vrij te laten vermogen.

 

Vermogen gebonden in de woning wordt niet meegeteld, indien de belanghebbende de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld AOW’ers met een hypotheekvrij huis en een laag inkomen ook in aanmerking komen voor een voorziening voor maatschappelijke activiteiten.

De vrijlating betreft alleen de eigen woning die door de belanghebbende zelf wordt bewoond. Is er sprake van meerdere bezittingen in de vorm van een huis, woonboot of wooncaravan, dan worden deze niet vrijgelaten maar meegeteld als vermogen.”

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 5 november 2019,

de griffier, dr. M-L van Muijen

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Naar boven