Verordening Tegemoetkoming kosten sociaal medische indicatie Kinderopvang Maasdriel 2019

De raad van de gemeente Maasdriel;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2019;

 

gezien de adviezen van de Participatieraad Maasdriel van 27 februari 2019 en de Cliëntenraad Sociale Dienst Bommelerwaard van 1 maart 2019;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de verlening en de vaststelling van de tegemoetkoming door de gemeente in de kosten van kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie bij verordening te regelen;

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

BESLUIT:

 

vast te stellen de Verordening Tegemoetkoming kosten sociaal medische indicatie Kinderopvang Maasdriel 2019;

 

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doel

Deze verordening heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociale en/of medische indicatie.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Maasdriel;

    • b.

      inkomensverklaring: de Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI) (voorheen IB60-verklaring genoemd). Dit is een officiële verklaring van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

    • c.

      kind: een in de gemeente Maasdriel ingeschreven jeugdige in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar;

    • d.

      kinderopvangtoeslag: landelijke regeling voor tegemoetkoming voor ouders in de kosten van kinder- en peuteropvang;

    • e.

      ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft;

    • f.

      peutertoeslag: gemeentelijke regeling voor tegemoetkoming voor ouders in de kosten van peuteropvang;

    • g.

      voorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze regeling waarop de belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de bekostiging van de noodzakelijke kinderopvang op basis van een sociale of medische indicatie;

    • h.

      wet: de Wet Kinderopvang.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 3 Doelgroep

Deze regeling is bedoeld voor gezinnen of alleenstaande ouders, woonachtig in de gemeente Maasdriel, die voor een kind tot 13 jaar (dan wel de laatste groep basisschool) geen of een beperkt recht hebben op reguliere kinderopvang- of peutertoeslag, waarvoor een andere voorziening geen passende oplossing biedt en waarin sprake is van een van de volgende situaties:

  • a.

    een kind of de ouder(s) heeft een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking waardoor andere kinderen in het gezin beter af zijn met kinder- of peuteropvang;

  • b.

    het gezin verkeert in een sociale of medische crisissituatie waardoor de ouder(s) niet in staat is de verzorging van het kind op zich te nemen;

  • c.

    het om een kind gaat voor wie is vastgesteld dat in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling kinderopvang noodzakelijk is.

Artikel 4 Procedurebepalingen

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    Het college kan bepalen dat de aanvraag zoals genoemd in het voorgaande lid geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 3.

    De aanvraag dient ondertekend te zijn door de gezaghebbende ouder(s).

  • 4.

    Alvorens te besluiten wordt tijdens een gesprek met de ouder(s) en het Gebiedsteam de leefsituatie in kaart gebracht.

  • 5.

    Zo nodig kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van de kinderopvang advies vragen bij een deskundige professional vanuit het medisch veld of de hulpverlening.

  • 6.

    Het college besluit op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 7.

    Het college informeert de ouder(s) door middel van het toezenden van een beschikking.

  • 8.

    Bij toekenning kan het college periodiek een herbeoordeling verrichten.

Artikel 5 Advies

Het college betrekt bij het besluit op de aanvraag het door het Gebiedsteam uitgebrachte advies. Dit advies bevat de volgende elementen:

  • a.

    medische/psychische situatie van ouder/verzorger en/of kind;

  • b.

    informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen;

  • c.

    een integraal plan (gezins- dan wel ondersteuningsplan) waarin omschreven wordt naar welke structurele oplossingen de ouder(s) toewerkt;

  • d.

    aantal noodzakelijke uren opvang (aantal uren/dagdelen per week en verwachte duur);

  • e.

    onderbouwing van het advies.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert de tegemoetkoming indien:

    • a.

      de aanvrager aantoonbaar zelf in kinderopvang kan voorzien of als er een andere passende voorziening is waarop een beroep kan worden gedaan;

    • b.

      er opvangmogelijkheden in het eigen sociale netwerk zijn;

    • c.

      er gebruik wordt gemaakt van opvang die niet is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

    • d.

      de aanvrager een vreemdeling is die niet rechtmatig in Nederland verblijft en als gevolg daarvan geen aanspraak heeft op toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen op grond van een beschikking van een bestuursorgaan (artikel 10 lid 1 Vreemdelingenwet 2000).

Artikel 7 Tegemoetkoming en opvangkosten

  • 1.

    De noodzakelijke omvang van de kinder- of peuteropvang waarvoor de tegemoetkoming kan worden verleend wordt in samenspraak met de ouder(s) bepaald, rekening houdend met de volgende uitgangspunten:

    • a.

      voor kinderen van 0 tot 2 jaar geldt een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang voor maximaal 4 dagdelen per week;

    • b.

      voor kinderen van 2 tot 4 jaar geldt een tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang voor maximaal twee extra dagdelen peuteropvang naast de twee dagdelen reguliere peuteropvang;

    • c.

      voor kinderen van 4 tot 13 jaar geldt een tegemoetkoming voor maximaal 10 uur per week in de kosten van opvang waarin aan de hand van een programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden om de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren als er sprake is van een situatie waarin vaststaat dat de schooluren, inclusief overblijfmogelijkheden, onvoldoende ruimte bieden om rust te creëren.

  • 2.

    Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming wordt aangesloten bij het landelijk Besluit Kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    Het voorgaande lid is niet van toepassing als de ouder(s) een minimuminkomen heeft zoals bepaald in artikel 1, sub e van de Verordening maatschappelijke participatie Maasdriel. De tegemoetkoming wordt dan bepaald op de volledige uurprijs met gelijke toepassing van artikel 4 van het Besluit Kinderopvangtoeslag.

Artikel 8 Ingangsdatum

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Indien er reeds kinderopvang wordt afgenomen op de datum waarop de aanvraag in ontvangst wordt genomen en er een noodzaak voor opvang op basis van een sociaal medische indicatie is vastgesteld, dan kan de tegemoetkoming maximaal 3 maanden met terugwerkende kracht worden verleend.

  • 3.

    Als op de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming in ontvangst is genomen nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 9 Hoogte

  • 1.

    De kosten van kinderopvang boven de door de rijksoverheid vastgestelde maximale uur-prijzen komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 2.

    De kosten die door de kinderopvangorganisatie in rekening worden gebracht bij de ouder/verzorger, niet zijnde de kosten van opvang, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 10 Duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor maximaal zes maanden, waarbij de periode wordt afgestemd op de acties die worden ondernomen om de opvoed- en opgroeisituatie van het kind structureel te verbeteren.

  • 2.

    De termijn zoals genoemd in het vorige lid kan éénmalig worden verlengd met maximaal zes maanden, als de structurele oplossing nog niet behaald is.

Artikel 11 Voorwaarden

  • 1.

    De ouder(s) doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinder- of peuteropvang zo beperkt mogelijk te houden.

  • 2.

    De ouder(s) doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.

  • 3.

    De ouder(s) is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan de uitvoering van deze regeling.

Artikel 12 Betaling

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt maandelijks betaald aan de ouder(s).

  • 2.

    De ouder(s) overlegt binnen 30 dagen na afloop van de betreffende maand de factuur van het kinderopvangorganisatie.

  • 3.

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van betaling.

Artikel 13 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een tegemoetkoming kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling van de gestelde indicatie en de motivering daarvan;

  • b.

    de naam en de geboortedatum van het kind, of de kinderen op wie de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en het adres van het kindercentrum waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    een omschrijving van een afspraak die moet leiden tot verbetering van de gezinsomstandigheden;

  • e.

    een berekening van de tegemoetkoming, uitgesplitst naar de tegemoetkoming SMI en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de ouders/verzorgers;

  • f.

    de wijze van uitbetaling.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in de artikelen 7 en 10 is bepaald, indien toepassing van deze artikelen tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 15 Overgangsbepaling

  • 1.

    Voor degene die op 30 april 2019 een tegemoetkoming sociaal medische indicatie ontving op grond van de “Verordening maatschappelijke ondersteuning Maasdriel 2018” of de “Verordening Jeugdwet Maasdriel 2018” wordt het recht opnieuw beoordeeld conform de in de ”Verordening Tegemoetkoming sociaal medische indicatie Kinderopvang Maasdriel 2019” vastgelegde criteria.

  • 2.

    Als dit leidt tot het beëindigen van de tegemoetkoming blijft het oorspronkelijke recht bestaan tot maximaal 3 maanden na de datum van de herzieningsbeschikking.

Artikel 16 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 mei 2019 en kan worden aangehaald als “Verordening Tegemoetkoming kosten sociaal medische indicatie Kinderopvang Maasdriel 2019”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Maasdriel in zijn vergadering van 7 november 2019.

De raad voornoemd,

De raadsgriffier

mw. drs. H.P. van Ommeren

de voorzitter

H. van Kooten

Naar boven