Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Simpelveld houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden 2020)

De raad van de gemeente Simpelveld;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2019;

 

gelet op artikel 229, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN 2020’

 

(Verordening marktgelden 2020)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    markt: openbare koop en verkoop van roerende goederen, die op de daartoe aangewezen dag en plaats wordt gehouden;

  • 2.

    standplaats: de op of voor de duur van een markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • 3.

    tijdsduur standplaats: de standplaatsen op het marktterrein worden onderscheiden in standplaatsen met korte tijdsduur, waaronder wordt verstaan een tijdsduur van minder dan een kalendermaand en standplaatsen voor lange tijdsduur, waaronder wordt verstaan tijdsduur van tenminste een kalendermaand en ten hoogste een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgelden’ worden rechten geheven ter zake van het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel.

Artikel 3 Belastingplicht

De marktgelden worden geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld, of degene die in zijn plaats optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De heffingsmaatstaf voor de berekening van het recht is het aantal vierkante meters plaatsruimte of gedeelte daarvan, welke voor het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 2, wordt benodigd.

Artikel 5 Tarief

Voor het innemen van een standplaats bedraagt het recht per vierkante meter plaatsruimte per kalendermaand of gedeelte daarvan € 1,60.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt het model van de in het eerste lid bedoelde nota vast.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de nota’s worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso:

      In zo veel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geïnde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 4 en maximaal 10 bedraagt.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening marktgelden 2019’ van 8 november 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2020’.

Aldus besloten in de openbare vergadering gehouden op 7 november 2019.

De griffier,

mr. G.G.J. Dupont

De voorzitter,

mr. R. de Boer

Naar boven