Wijziging verordening voor de ver-gaderingen en andere werkzaamhe-den van de raad van de gemeente Texel

 

De raad van de gemeente Texel;

 

Gelezen het voorstel nummer 180 van het college van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2019;

Gehoord de raadscommissie van 4 september 2019;

 

Gelet op de artikelen95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98 en 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

Besluit

 

vast te stellen de navolgende wijziging van hoofdstuk 14 van de Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel.

Artikel 1  

Hoofdstuk 14 van de Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel komt te luiden als volgt:

14.1 Definitiebepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

14.2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 990,55 per maand. De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal € 120 per maand.

 

14.3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

14.4 Overlijdensuitkering

  • 1.

    Indien een raadslid in de periode dat hij actief deel uitmaakt van de gemeenteraad overlijdt, wordt aan zijn nabestaande een overlijdensuitkering uitbetaald.

  • 2.

    Onder de in het eerste lid bedoelde nabestaande wordt verstaan degene met wie het raadslid gehuwd was dan wel degene met wie hij een geregistreerd partnerschap is aangegaan.

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een lid van de raad dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van het tijdelijk ontslag van een lid van de raad wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, ingevolge artikel X 12 van de Kieswet.

  • 4.

    De overlijdensuitkering is gelijk aan 3 maal de vergoeding voor de werkzaamheden per maand en wordt zo spoedig mogelijk na het overlijden van het raadslid in één keer aan zijn nabestaande uitbetaald.

 

14.5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en in aanmerking wil komen voor vergoeding van de kosten daarvan, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

  • a.

    € 500,- per jaar per raadslid;

  • b.

    € 500,- per jaar per commissielid.

  • 4.

    De burgemeester en griffier beslissen op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken.

 

14.6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    Aan raadsleden wordt een data-abonnement ter beschikking gesteld.

 

14.7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

14.8 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

 

14.9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen of

  • c.

    betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de vergoeding aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

14.10 Vangnetregeling

Bij twijfel over de toepassing van de regels uit dit hoofdstuk, beslist het fractievoorzittersoverleg, op voorstel van en/of na consultatie van de burgemeester en de griffier.

 

Artikel 2  

Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Texel op 18 september 2019.

De griffier,

Mevrouw M. de Porto,

De burgemeester,

De heer ir. M.C. Uitdehaag.

Naar boven