Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent reiskostenvergoeding bij re-integratie (Beleidsregels reiskostenvergoeding bij re-integratie gemeente)

Het college van de gemeente Alkmaar

 

Gelet op de artikelen 7, 9, en 10 van de Participatiewet,

 

Gelet op de artikelen 36 en 37 van de Ioaw en Ioaz,

 

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ.

 

Besluit: vast te stellen de ‘Beleidsregel reiskostenvergoeding bij re-integratie gemeente Alkmaar’

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en de Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ.

  • 2.

    Re-integratietraject: geheel van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Belanghebbende als bedoeld in deze beleidsregels zijn:

    • a.

      Uitkeringsgerechtigden op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ die een re-integratie –traject volgen.

    • b.

      Niet-uitkeringsgerechtigden die op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ ondersteuning van de gemeente ontvangen voor re-integratie.

  • 2.

    Geen recht op reiskostenvergoeding bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die geacht wordt toereikend en passend te zijn.

Artikel 3. Reiskosten

  • 1.

    Indien er sprake is van reiskosten in het kader van een re-integratietraject, kan een vergoeding worden toegekend voor de noodzakelijk te maken reiskosten.

  • 2.

    Een reiskostenvergoeding wordt gezien als noodzakelijk, indien:

    • a.

      De belanghebbende één keer per week of vaker moet reizen naar een werkplek, en een reiskostenvergoeding wordt niet of gedeeltelijk verstrekt door de werkgever of de betreffende organisatie;

    • b.

      De belanghebbende één keer per week of vaker moet reizen naar een opleidingsinstituut of re-integratiebedrijf;

    • c.

      De belanghebbende een traject naar werk volgt om hiermee de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten of de deelnamegraad aan de samenleving te verhogen;

    • d.

      De belanghebbende bemiddeld wordt naar werk of solliciteert naar een vacature en hiervoor workshops en/of gesprekken moet voeren.

Artikel 4. De voorwaarden voor, de hoogte en duur van een reiskostenvergoeding

  • 1.

    De afstand tussen het woonadres en het werk/trajectadres is 10 kilometer of meer.

  • 2.

    De maandelijkse vergoeding van de reiskosten is op basis van het laagste tarief openbaar vervoer, laagste klassentarief en kortste traject.

  • 3.

    Indien het werk/trajectadres niet met openbaar vervoer bereikt kan worden, en er gebruik gemaakt wordt van eigen vervoer, worden de reiskilometers vergoed op basis van de hoogte van de fiscale tegemoetkoming. De sleutel van de vergoeding is: het werkelijk aantal kilometers x 2 x € 0,19.

  • 4.

    Bij gedeeltelijke vergoeding door de werkgever of de organisatie waar de belanghebbende werkzaam is of participeert is een aanvulling tot de hoogte van de vergoeding als bedoeld in het tweede lid, dan wel de uitkomst van de sleutel zoals vastgesteld in het vierde lid van dit artikel mogelijk.

  • 5.

    De reiskostenvergoeding wordt verstrekt voor de duur van het traject of contract.

  • 6.

    Bij tussentijdse beëindiging of afsluiting van een traject of contract wordt de einddatum van de reiskostenvergoeding voor maandabonnementen openbaar vervoer de laatste dag van de maand waarin het traject of contract beëindigd of afgesloten wordt.

  • 7.

    Bij een reisvergoeding op basis van lid 4 wordt deze beëindigd op de laatste dag van het traject of contract.

  • 8.

    Bij het niet meer voldoen aan de bepalingen in Artikel 2 lid1 worden de reiskosten tot en met de laatste dag van de maand doorbetaald.

Artikel 5. Aanschaf van een (elektrische) fiets

  • 1.

    Belanghebbende komt in aanmerking voor een vergoeding voor de aanschaf van een (tweedehands) fiets indien:

    • a.

      de afstand tussen het woonadres en het werk/trajectadres niet meer dan 10 kilometer is, en

    • b.

      belanghebbende niet kan beschikken over een fiets.

  • 3.

    De maximale vergoeding voor een (tweedehandse) fiets is, inclusief slot en verlichting, 50 % van de NIBUD norm voor de kosten van een fiets.

  • 4.

    Indien de afstand tussen het woonadres en het werk/trajectadres meer dan 10 kilometer is, wordt de aanschaf van een (tweedehands) elektrische fiets, inclusief slot, verlichting en accu, vergoed, en wel als:

    • a.

      reizen met het openbaar vervoer niet mogelijk is, en

    • b.

      geen gebruik gemaakt kan worden van de eigen vervoersmiddelen zoals bedoeld in artikel 4, vierde lid.

  • 5.

    De maximale vergoeding voor de aanschaf van een (tweedehands) elektrische fiets, inclusief slot, verlichting en accu, is 50 % van de NIBUD norm voor de kosten van een elektrische fiets.

  • 6.

    De aanschaf van de (elektrische) fiets moet aangetoond worden door het overleggen van een betalingsnota.

  • 7.

    Belanghebbende kan slechts éénmaal in aanmerking komen voor een vergoeding voor de aanschaf van een (elektrische) fiets.

Artikel 6. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als : Beleidsregels reiskostenvergoeding bij re-integratie gemeente..

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2017.

Aldus besloten in de vergadering van 15-10-2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar

……, burgemeester

……., secretaris

Toelichting

Belanghebbenden met een uitkering op basis van de Participatiewet of een voorziening ingevolge IOAW of IOAZ moeten zich actief opstellen, zodat zij naar vermogen meedoen in de samenleving. De eerste insteek is het vinden van betaald werk. Hiermee kunnen zij zoveel mogelijk in hun eigen levensonderhoud voorzien, en bij het vinden van parttime, betaald werk in de toekomst zelfs helemaal onafhankelijk worden van een uitkering.

Wanneer er een traject naar werk gevolgd wordt of wanneer (onbetaalde, betaalde, of vrijwillige) werkzaamheden uitgevoerd worden, kunnen er ook extra kosten aan verbonden zijn, zoals reiskosten. De vergoeding van eventuele, noodzakelijke reiskosten wordt verstrekt zolang er (nog) een (aanvullende) uitkering wordt verstrekt.

Wanneer een eventuele (nieuwe) werkgever of organisatie deze reiskosten vergoedt, dan worden deze als onkosten gezien en wordt de vergoeding niet in mindering gebracht op de uitkering (zie de toelichting bij artikel 4).

Indien de werkgever of organisatie de noodzakelijke reiskosten niet vergoedt, dan verstrekt de gemeente de reiskostenvergoeding.

Uiteraard is er altijd maatwerk mogelijk maar dat moet dan goed gemotiveerd worden omschreven.

Dekking van de kosten komt vanuit het Participatiebudget.

 

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

 

Artikel 2 lid 2

Een klant die een BOL opleiding volgt, kan studiefinanciering ontvangen. Studiefinanciering houdt ook een reiskostenvergoeding in. Daarom valt de student van een BOL-opleiding buiten deze beleidsregel.

 

Artikel 3. Reiskosten

Bij incidentele bezoeken worden de reiskosten niet vergoed. Hiervoor geldt de volgende redenering die ook door te voeren is naar andere incidentele reiskosten: tot de algemeen voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan behoren ook de kosten van vervoer voor de deelname aan het maatschappelijk verkeer. Hieronder wordt ook begrepen het doen van aanvragen, het komen voor gesprekken en dergelijke. Aangezien de algemene bijstand dan wel een inkomen op bijstandsniveau voorziet in deze kosten kan er in beginsel geen bijstand worden verleend voor deze kosten. Alle reiskosten die betrekking hebben op rechtmatigheid worden niet vergoed: zoals

kosten voor aanvraag uitkering, en heronderzoekgesprekken.

 

Artikel 4. De voorwaarden voor, de hoogte en duur van een reiskostenvergoeding

De reiskostenvergoeding valt bij een traject naar werk onder de algemene verwervingskostenforfait (fiscale tegemoetkoming).

Bij vrijwilligerswerk is de reiskostenvergoeding van € 0,19 per km het door de fiscus geaccepteerd bedrag, en wordt gezien als een zuivere onkostenvergoeding. Het is daarom een niet in aanmerking te nemen middel, en dient bij de toepassing van de gemaximeerde vrijlatingsregel buiten beschouwing te blijven (artikel 7, onderdeel h, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ: onkostenvergoeding bij het verrichten van vrijwilligerswerk). Deze vrijlating voor een reiskostenvergoeding bij vrijwilligerswerk geldt niet voor jongeren tot 27 jaar, en wordt volledig gekort worden op hun uitkering.

Een werkplek is vrijwel onbereikbaar als het openbaar vervoer daarnaartoe niet beschikbaar is, of wanneer, bijvoorbeeld, avond- of nachtdiensten gedraaid worden.

Voor de reiskilometers anders dan het OV wordt een bedrag vergoed op basis van € 0,19 per het werkelijk aantal kilometers vice versa.

 

Artikel 5. Aanschaf van een (elektrische) fiets

Na aanschaf van het vervoersmiddel vergoedt de gemeente niet de verzekering, het onderhoud of de vervanging van het vervoersmiddel.

Naar boven