Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2018

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018

gelet op de desbetreffende bepalingen in de gemeentewet;

BESLUIT:

- De Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2018 vast te stellen en daaraan terugwerkende kracht te verlenen tot 1 januari 2018.

- De Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012 per 1 januari 2018 in te trekken.

 

Algemene bepalingen:

 

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad

  • b.

    alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  • c.

    gezin:

1°. De (on)gehuwden tezamen,

2°. De (on)gehuwde(n) met hun kinderen,

  • d.

    kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind;

  • e.

    ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of het gezin aanspraak op kinderbijslag kan maken;

  • f.

    inkomen: 120% van het sociaal minimum. Het sociaal minimum betreft het netto inkomen inclusief vakantietoeslag op de van toepassing zijnde normen, verlagingen en verhogingen, zoals genoemd in de Participatiewet;

  • g.

    woonplaats: de woonplaats zoals bedoeld in de artikelen 10. eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • i.

    maatschappelijke deelname: het geheel van voorzieningen en activiteiten dat bijdraagt aan maatschappelijke deelname en betrekking heeft op het gebied van maatschappelijke activiteiten, sport en recreatie, educatie en (sociaal-) culturele activiteiten, zoals uitgewerkt in bijlage I.

 

Rechthebbenden:

 

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kennen een bijdrage in het kader van deze regeling toe aan de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin dat:

 

Op datum aanvraag:

a. de woonplaats heeft in Nuenen; én

b. een inkomen geniet van maximaal 120% van het sociaal minimum: én

c. het vermogen minder bedraagt dan het vermogen als genoemd in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet.

d. Voor zover draagkracht aanwezig is, wordt 35% van de draagkracht, berekend op jaarbasis, in mindering gebracht op de werkelijke gemaakte kosten.

 

Artikel 3

Niet tot het inkomen wordt gerekend:

a. de middelen zoals genoemd in artikel 31 tweede lid van de Participatiewet;

b. inkomsten uit onderhuur of het houden van kostgangers.

 

Artikel 4

Geen recht op een bijdrage in het kader van deze regeling hebben:

a. belanghebbenden jonger dan 18 jaar (met uitzondering van ten laste komende kinderen jonger dan 18 jaar behorende tot een huishouden);

b. vreemdelingen die niet worden gelijkgesteld met Nederlanders zoals bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid van de Participatiewet;

c. degenen aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

 

De aanvraag:

 

Artikel 5

1. Een aanvraag voor een bijdrage kan meerdere malen (met een maximum van 2 maal) per kalenderjaar worden ingediend door of namens een huishouden.

2. Een aanvraag over een kalenderjaar kan worden ingediend tot en met de maand januari van het jaar erop volgend.

3. Een aanvraag dient te geschieden op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

4. Bij een aanvraag voor de kosten van de in bijlage I genoemde voorzieningen dient de aanvrager gegevens en bewijsstukken aan te leveren zoals aangegeven op het aanvraagformulier.

5. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen, mits de aanvrager schriftelijk in de gelegenheid is gesteld om het verzuim te herstellen. Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt conform het gestelde in artikel 4:5 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager bekendgemaakt binnen 4 weken nadat de aanvrager het niet (volledig) heeft aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

 

Tegemoetkoming:

 

Artikel 6

1. De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar 100% van de in aanmerking komende kosten van welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I, met een maximum van € 150,00 per persoon.

2. Bij toegangskaartjes (al dan niet op naam) met betrekking tot welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I onder 4 komen tot een bedrag van maximaal € 50,00 in aanmerking voor vergoeding. Met dien verstande dat er voor de overige welzijnsvoorzieningen een tegemoetkoming van maximaal € 100,00 mogelijk is.

3. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de kosten gemaakt in het kalenderjaar, waarvoor het verzoek plaatsvindt.

4. De tegemoetkoming in de kosten wordt betaalbaar gesteld na overleg van betalingsbewijzen zoals aangegeven op het aanvraagformulier.

5. Uitzondering op het gestelde in het vierde lid; indien de aanvrager financiële problemen ondervindt ten aanzien van het voorschieten van de kosten genoemd in de bijlage I onder 1 tot en met 3 genoemde voorzieningen. In deze situatie is achteraf overleg van betalingsbewijzen mogelijk.

 

Slotbepalingen

 

Arikel 7

1. Indien de omstandigheden en mogelijkheden van een aanvrager daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouder afwijken van voorgaande bepalingen.

2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

3. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de bedragen genoemd in artikel 6 jaarlijks te indexeren.

4. De verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018.

5. De verordening kan worden aangehaald als "Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2018".

6. De verordening "Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname 2012" wordt gelijktijdig ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 22 februari 2018

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc

de voorzitter, M.J. Houben MBA

 

 

Bijlage I 

De volgende categorieën van activiteiten en voorzieningen komen voor vergoeding in aanmerking:

 

1. Sport en recreatie

  • a.

    Zwemkaartjes, zwemabonnementen, zwemles;

  • b.

    Lidmaatschap sport- en hobbyvereniging;

  • c.

    Kindervakantie activiteiten;

  • d.

    Sportieve recreatieactiviteiten;

  • e.

    Lidmaatschap speeltuin- en tuindersvereniging;

  • f.

    Deelname aan fitness-, sportcentra, etc.

 

2. (Sociaal-) culturele activiteiten

  • a.

    Museumjaarkaart;

  • b.

    CJP;

  • c.

    Deelname aan cursussen en / of activiteiten op cultureel terrein;

  • d.

    Lidmaatschap bibliotheek;

  • e.

    Peuterspeelzaalopvang;

  • f.

    Deelname kunstzinnige / creatieve vorming;

  • g.

    Volgen muziekonderwijs

  • h.

    Deelname activiteiten buurt- / wijkvereniging;

  • i.

    Deelname activiteiten jeugdclub, scouting, etc;

  • j.

    Deelname activiteiten ouderenorganisaties en ouderenbonden;

  • k.

    Deelname activiteiten (overige) welzijninstellingen (zoals koren, gilden, en vrouwen-, muziek- en carnavalsverenigingen;

 

3. Educatie

  • a.

    Deelname aan cursussen en / of activiteiten op educatief terrein;

  • b.

    Deelname vormingsweek;

  • c.

    Deelname natuur- en milieueducatie;

  • d.

    Schoolreizen/excursies;

  • e.

    Ouderbijdrage/lesgeld.

 

4. Toegangskaartjes (al dan niet op naam, vergoeding tot maximaal € 50,00)

a. Culturele voorstellingen (toneel, popconcerten, dans, cabaret), etc;

b. Pretparken, bioscoopbezoek ect.

 

Naar boven