Gemeenteblad van Zaanstad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2019, 269214 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2019, 269214 | Verordeningen |
Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019
De Raad van de gemeente Zaanstad,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27-08-2019 (raadsvoorstel nr. 2019/18920);
gelet op de artikelen 147 en 156, derde lid, van de Gemeentewet;
het noodzakelijk is in deze Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 regels met betrekking tot het goed havenbeheer te herzien in verband met nieuwe ontwikkelingen, zowel op nautisch, milieu hygiënisch als op technisch en ordeningsgebied;
de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 dient ter bevordering van een goed havenbeheer, daaronder begrepen de ordening, de veiligheid en het milieu van de haven en de omgeving van de haven, en de kwaliteit van de dienstverlening in de haven;
1 Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt verstaan onder:
ontvangst van scheepsafval en ladingresiduen: de ontvangst van scheepsafval en ladingsresiduen door een vaste, drijvende of mobiele voorziening die is ingericht voor de ontvangst van scheepsafval of ladingresiduen als omschreven in Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad, of zoals nadien gewijzigd of herzien;
scheepsafval: afval, met inbegrip van sanitair afval, en residuen, niet zijnde ladingresiduen, die ontstaan tijdens de bedrijfsvoering van een zeeschip en vallen onder het toepassingsgebied van de bijlagen I, IV, V en VI van MARPOL 73/78, en ladinggebonden afval zoals omschreven in de Guidelines voor de uitvoering van bijlage V van MARPOL 73/78;
schip: elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een duwbak, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting;
Artikel 1.2 Waar gelden deze regels?
Het bepaalde bij of krachtens deze verordening is van toepassing in de haven.
Artikel 1.6 Weigeren, wijzigen of intrekken van toestemming
Het college kan de toestemming weigeren, wijzigen of intrekken als:
3 Paragraaf 3 Ordening en gebruik van de haven
Artikel 3.2 Aanwijzen gebieden en periodes ligplaatsnemen
Het college kan gebieden aanwijzen waar bepaalde categorieën van schepen zich niet mogen bevinden, daaronder begrepen het nemen van ligplaats. Het college kan in de aanwijzing periodes aangeven waarbinnen de aanwijzing van toepassing is.
Artikel 3.3 Nemen van een ligplaats
Een schip mag alleen ligplaats nemen als dit gebeurt:
Artikel 3.5 Omhoog brengen van schepen
Een schip mag alleen met hulpmiddelen omhoog worden gebracht, als het schip zich bevindt in een gebied dat door het college hiervoor is aangewezen.
Artikel 3.6 Gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven
Artikel 3.8 Overlast aan schepen
Alleen rechthebbenden mogen een schip vasthouden, zich daarop bevinden of een schip losmaken.
Artikel 3.9 Melding bedrijfsstoring, gebrek, schade of aanvaring
Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken voor het schip of de omgeving, dan wel een aanvaring worden direct aan de havenmeester gemeld.
Artikel 3.10 Meldplicht zeeschepen
Artikel 3.12 Maatregelen onttrekking economisch verkeer
Artikel 3.13 Vast- en losmaken van zeeschepen
Artikel 3.15 Eisen erkenning bootliedenorganisatie
Het college verleent een erkenning voor een bootliedenorganisatie, als deze:
aantoont dat, om de continuïteit van de adequate dienstverlening te waarborgen, wordt voldaan aan de mogelijkheid om in volcontinudienst, per uur, ten minste 3 zeeschepen afzonderlijk, in verschillende situaties wat afmeting, scheepstype en locatie betreft, te kunnen meren of ontmeren, met behulp van daartoe gekwalificeerd personeel; en
4 Paragraaf 4 Veiligheid en milieu in de haven
Artikel 4.3 Gevaar, schade of hinder opleverende schepen
Het college kan als naar zijn oordeel een schip mogelijk gevaar, schade of hinder, of verstoring van de ordening in of in de omgeving van de haven veroorzaakt of kan veroorzaken dan wel de veiligheid in gevaar brengt of kan brengen:
Artikel 4.5 Verrichten van werkzaamheden
Het college kan ligplaatsen aanwijzen waar het is toegestaan met een schip ligplaats te nemen om het schip of de lading te ontsmetten.
Artikel 4.7 Lading die in het buitenland is ontsmet
Een schip geladen met bulklading in vaste vorm, waarbij de lading is ontsmet , mag alleen ligplaats nemen of zich op een ligplaats bevinden, als:
Artikel 4.8 Vergunning ontvangst afval zeeschepen
De ontvangst van scheepsafval en ladingresiduen van zeeschepen mag alleen als de ontvangstvoorziening beschikt over een vergunning van het college.
Artikel 4.10 Vergunning mobiele ontgasvoorziening
Een mobiele ontgasvoorziening mag alleen dampen van ladingrestanten van een tankschip ontvangen als zij beschikt over een vergunning van het college.
Artikel 4.11 Schoonmaken en ventileren van ladingtanks of sloptanks van tankschepen
Ladingtanks of sloptanks van een binnentankschip, leeg van stoffen als bedoeld in ADN nummer 7.2.3.7.1.3 (niet T-stoffen) mogen in afwijking van het eerste lid overeenkomstig het gestelde in paragraaf 7.2.3.7 van het ADN open worden schoongemaakt of geventileerd op de daartoe door de havenmeester aangewezen locaties.
Artikel 4.12 Langszij liggen tijdens het open schoonmaken en ventileren van ladingtanks of sloptanks van zeetankschepen
Langs een zeetankschip waarvan ladingtanks vloeibare gevaarlijke stoffen bevatten of als laatste hebben bevat en open worden schoongemaakt of geventileerd, mogen aan elke zijde:
Artikel 5.4 Tankschepen met gevaarlijke stoffen
Artikel 5.5 Binnentankschepen met gevaarlijke stoffen
In afwijking van artikel 5.4, eerste lid, mag een binnentankschip ook buiten een oliehaven ligplaats nemen als:
Artikel 5.7 Combinatietankschepen met gevaarlijke stoffen
6 Paragraaf 6 Overslag van vloeibare gevaarlijke of schadelijke stoffen in bulk
Artikel 6.1 Aanwijzing ligplaats tankschepen
Als aan een ligplaats als bedoeld in het eerste lid een tankschip met gevaarlijke stoffen ligt zijn in een strook water van 25 meter rondom alle direct of indirect afgemeerde schepen de regels van toepassing zoals deze gelden in de oliehaven. Dit geldt niet als het tankschip een lading of residu daarvan aan boord heeft overeenkomstig artikel 5.4, tweede lid.
Artikel 6.2 Controlelijst bij de overslag van vloeibare gevaarlijke of schadelijke stoffen in bulk
De directe overslag van vloeibare gevaarlijke of schadelijke stoffen tussen tankschepen onderling of de overslag tussen een zeetankschip en een inrichting mag alleen plaatsvinden als voor de betreffende activiteit de controlelijst als bedoeld in de ISGOTT, StSTGP of ISGINTT overeenkomstig het bepaalde in de hiervoor bedoelde controlelijst door de betrokken partijen is ingevuld en ondertekend.
Artikel 6.3 Overige regels voor overslag van vloeibare gevaarlijke stoffen in bulk
7 Paragraaf 7 Zoneringsregeling schepen met gevaarlijke stoffen in verpakking of bulk
8 Paragraaf 8 Bunkeren en van of aan boord brengen van hulpstoffen
Artikel 8.3 Invulling minimum eisen aan bunkervergunning
Het college kan bepalen dat voor bepaalde brandstoffen of energiebronnen voor de aanvraag voor de vergunning aanvullende gegevens worden overgelegd. Deze aanvullende gegevens staan in verband met de voorschriften en beperkingen als bedoeld in het derde lid en kunnen verband houden met een audit die het college kan houden voor de bunker- of debunkeractiviteiten die het bedrijf uitvoert.
Artikel 8.4 Regels schepen langszij bij bunkeren
Het college kan beperkingen stellen aan het aantal, de locatie en het type schepen dat mag afmeren langszij een schip dat gebunkerd of gedebunkerd wordt met door het college aangewezen brandstoffen of soorten energiebronnen.
Artikel 8.6 Eisen aan hulpstoffenvergunning
Het college kan bepalen dat voor bepaalde hulpstoffen voor de aanvraag van de vergunning aanvullende gegevens moeten worden overgelegd. Deze aanvullende gegevens staan in verband met de voorschriften en beperkingen als bedoeld in het derde lid en kunnen verband houden met een audit die het college kan houden voor de activiteiten die het bedrijf uitvoert voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen.
Artikel 9.1 Verplichting om regels na te leven
De bij of krachtens deze verordening opgenomen regels en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen moeten worden nageleefd. Het overtreden van deze regels en voorschriften levert een strafbaar feit op.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 9.3 Toezichthoudende ambtenaren
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.
Artikel 9.4 Betreden van woonruimten
Personen die zijn belast met het toezicht op de naleving of de opsporing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn bevoegd een woning binnen te treden, zonder toestemming van de bewoner, voor zover het toezicht op de naleving of de opsporing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening dit vereist.
10 Paragraaf 10 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 10.1 Intrekking oude regelgeving
De Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 wordt ingetrokken.
Toestemmingen of besluiten of erkenningen die zijn verleend bij of krachtens één van de in artikel 10.1 ingetrokken regelingen en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 worden aangemerkt als toestemmingen, of besluiten of erkenningen bij of krachtens deze verordening.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019 een aanvraag om toestemming of besluit of erkenning op grond van één van de in artikel 10.1 ingetrokken regelingen is ingediend waarop nog niet is beslist wordt daarop deze verordening toegepast.
Bijlage 2, behorende bij artikel 4.11 en artikel 6.3, van de Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2019
De in artikel 4.11 en artikel 6.3, bedoelde vloeistoffen zijn:
Bijlage 3, behorende bij artikel 7.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2019
Waar in de tabel kilogrammen staan vermeld wordt bedoeld kilogrammen netto explosieve massa
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-269214.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.