Gemeenteblad van Texel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Texel | Gemeenteblad 2019, 268389 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Texel | Gemeenteblad 2019, 268389 | Verordeningen |
Wijzigingen Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
De raad van de gemeente Texel;
Gelezen het voorstel van het college van 10 september 2019;
Gehoord de raadscommissie van 1 oktober 2019;
Gelet op artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154, 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, artikel 5:13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 10.23, eerste lid, en 10.25, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
De Algemene Plaatselijke Verordening Texel als volgt te wijzigen:
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
Definities die elders in de APV stonden zijn in dit artikel geplaatst (zie tweede lid). Daarnaast gaat het om redactionele verbeteringen van diverse definities.
Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:
Het derde lid komt als volgt te luiden: In afwijking van het eerste en tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing als beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, of artikel 4:11, tweede lid.
Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:
Redactionele verbeteringen. De aanpassing in het vierde lid voorziet er in dat de verordening grondslag biedt om een vergunning in te trekken als die langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij het innemen van een standplaats.
In artikel 1:7 wordt de bestaande tekst het eerste lid en wordt een tweede lid toegevoegd dat als volgt komt te luiden: De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd als het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.
Uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2927) blijkt dat voor onbepaalde tijd verleende vergunningen zich niet altijd verdragen met het formele gelijkheidsbeginsel. Bij schaarse vergunningen (meer aanvragers dan beschikbare vergunningen) kan immers het gevolg zijn dat de markt voor nieuwe aanbieders feitelijk ontoegankelijk wordt. Met dit tweede lid wordt duidelijk gemaakt dat onbepaalde tijd en schaarse vergunningen zich niet met elkaar verdragen.
Artikel 1:8 wordt als volgt gewijzigd:
De opschriften van bepaalde hoofdstukken en afdelingen wordt gewijzigd, omdat de plaatsing van een artikel in een hoofdstuk of afdeling mede bepaalt hoe het gelezen moet worden (de zgn. ‘rubrica est lex’-regel). De systematiek van de APV is van belang voor het antwoord op de vraag op welke gronden de ontheffing mag worden geweigerd. Om die reden is het nodig enkele opschriften aan te passen. Ook de afdelingen uit de model-APV die niet in de APV Texel waren overgenomen zijn om praktische redenen wel mee-gewijzigd, al blijven ze ‘vervallen’.
Artikel 2:1 wordt als volgt gewijzigd:
In diverse artikelen waarmee de lex silencio positivo (paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) ten overvloede van toepassing werd verklaard of uitgezonderd, zijn vervallen. Daar waar toepasselijkheid van de lex silencio reeds uit de wet voortvloeit, wordt dit in de APV niet meer herhaald. Ook in gevallen waarin de lex silencio niet reeds op grond van de wet van toepassing is en er evenmin redenen zijn om deze van toepassing te verklaren in de APV, is over de toepasselijkheid van de lex silencio niets bepaald. Ingevolge artikel 4:20a, eerste lid, van de Awb, geldt de lex silencio immers alleen als dit bij wettelijk voorschrift is bepaald. Om genoemde redenen is in zowel dit onderdeel als in de onderdelen I, BG, BH, BK, BP, CH,CQ en CR de bepaling over de lex silencio vervallen.
De lex silencio wordt in de APV nog wel uitdrukkelijk van toepassing verklaard in gevallen waarin dit niet reeds uit de wet voortvloeit, maar het toch wenselijk is een regeling op te nemen waarin wordt bepaald of er een beschikking van rechtswege kan ontstaan bij niet tijdig beslissen, is dat in de APV opgenomen.
te voorzien in een positieve beschikking van rechtswege bij niet tijdig beslissen. In gevallen waarin de lex silencio op grond van artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet van toepassing zou zijn, is de bepaling daarover ongewijzigd in de APV blijven staan.
Artikel 2:3 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:
Redactionele verbeteringen. Het vijfde lid is aangepast. Dit lid bepaalde dat in afwijking van de ontheffingsbepaling (vierde lid) het bevoegde gezag een omgevingsvergunning kan verlenen als sprake is van voorwerpen bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onder j en k, van de Wabo. Op grond van die bepalingen geldt de ontheffing echter al als omgevingsvergunning. Zie voor een toelichting op lid 7 onderdeel G (lex silencio).
Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:12 wordt als volgt gewijzigd:
In de titel van artikel 2:16 wordt ‘e.d.’ vervangen door: en dergelijke.
Artikel 2:18 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:
Met het derde lid worden sportwedstrijden niet als een evenement aangemerkt, tenzij het om een door de burgemeester aangewezen vechtsportevenement gaat, waarmee gedoeld wordt op zogenaamde full contact-vechtsportevenementen of -gala’s. Verder zijn er redactionele verbeteringen aangebracht.
Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:
Het vierde lid komt als volgt te luiden: Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
In het tweede lid van artikel 2:25 is opgenomen dat de burgemeester categorieën van evenementen kan aanwijzen waarvoor geen vergunning nodig is. Dit betekent in de praktijk dat de burgemeester ook nadere regels daarvoor stelt. Met de toevoeging in het tweede lid is die bevoegdheid expliciet tot uiting gebracht. In het derde lid wordt opgenomen dat het aanleveren van de gegevens die op grond van artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen in het kader van een aanvraag om een evenementenvergunning verstrekt moeten worden, alleen nodig is als de aanvrager van de evenementenvergunning ingevolge artikel 2:1, eerste lid, van dat Besluit voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten doen. Verder zijn er redactionele verbeteringen aangebracht.
Artikel 2:26 wordt als volgt gewijzigd:
Er wordt een tweede lid toegevoegd dat als volgt komt te luiden: Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie (Outlaw Motorcycle Gang) die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.
Het nieuwe tweede en derde lid zien op een verbod op publieke uitingen van verboden organisaties, zogenaamde Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s). Bepaalde motorclubs zijn inmiddels (civielrechtelijk) verboden wegens strijd met de openbare orde. Ook lopen er nog procedures. Naast het civielrechtelijke verbod is het wenselijk om ook bestuursrechtelijk op te kunnen treden. Eén van de middelen is het stellen van regels aan publieke uitingen van verboden OMG’s. Publieke uitingen van OMG’s kunnen zich manifesteren via het dragen van colours, logo’s en symbolen van de verboden OMG op voertuigen (vooral motoren, maar ook auto’s) en via tatoeages. Tegen tatoeages valt vanwege het grondwettelijk beschermde recht op lichamelijke integriteit niets te doen. Tegen de overige clubuitingen in de publieke ruimte (dragen van colours en logo’s op voertuigen) kan wel worden opgetreden. Dit kan via twee mogelijkheden:
Met het opnemen van het voorgestelde verbod kan er handhavend worden opgetreden wanneer publieke uitingen van verboden organisaties worden aangetroffen. Daarbij kunnen bijvoorbeeld kledingstukken en voertuigen in beslag worden genomen.
De driehoek Schagen, Den Helder en Schagen heeft ingestemd met het voorstel om het voorgestelde verbod in de APV op te nemen. Het voorstel daarvoor is ter informatie bij het raadsadvies gevoegd.
De mogelijkheid om clubhuizen van OMG’s te sluiten wordt vooralsnog niet in de APV opgenomen. De noodzaak daarvoor is op Texel op dit moment niet aanwezig.
Het nieuwe vierde lid is opgenomen als onderdeel van het ‘lachgasverbod’ en heeft specifiek betrekking op het gebruik en de verstrekking van lachgas bij evenementen.
Het gebruik van lachgas als partydrug wordt snel populairder. Er zijn ook steeds meer incidenten waarbij gebruik van lachgas – al dan niet in combinatie met andere middelen – leidt tot problemen met de openbare orde en veiligheid. Gebruik van lachgas kan ook leiden tot problemen met de volksgezondheid.
Dit is aanleiding voor veel discussie in het land over het gebruik van lachgas. Diverse gemeenten nemen daarover regels op in de APV of zijn voornemens dat te doen. De minister heeft ook aangegeven te bezien of er landelijke regels moeten komen. In regionaal verband is hierover ook gesproken, maar is er nog geen concreet voorstel gemaakt. De VNG stelt voor om op dit moment geen bepaling over lachgas toe te voegen aan de (model) APV en eerst de verdere ontwikkelingen af te wachten (zie ledenbrief 2019).
Hoewel de problematiek op Texel tot nu beperkt is, is het niet uit te sluiten dat ook Texel er mee te maken krijgt. Gelet op de negatieve (openbare orde) effecten is het echter wenselijk niet op die problemen te wachten, maar nu reeds regels te maken. Dit ook in navolging van andere gemeenten. Het voorstel dat in de gemeente Enschede is gemaakt voor een lachgasverbod wordt overgenomen. Verwezen wordt naar dit voorstel, dat als bijlage bij het raadsadvies is opgenomen.
Artikel 2:27 wordt geheel vervangen en komt als volgt te luiden:
In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.
Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.
Hoewel met dit onderdeel geen inhoudelijke wijziging wordt bewerkstelligd, vergt de omvang van de tekstuele aanpassing afzonderlijke toelichting. In dit onderdeel zijn in artikel 2:27 de definities aangepast en de omschrijvingen van ‘terras’ en ‘buiten de besloten ruimte gelegen delen’ zijn gecombineerd door een samenvoeging van het eerste lid, onder b, en het tweede lid. Ook is een waterpijpcafé (ook bekend als ‘sisha-lounge’) toegevoegd aan de opsomming. Ook voor dergelijke inrichtingen is daarmee altijd een vergunning nodig.
Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:29 wordt het woord ‘die’ toegevoegd:
• na het woord ‘bij’ in onderdeel a van het eerste lid;
• aan het begin van onderdeel b van het eerste lid;
• na de tekst ‘(de nachten van zaterdag op zondag)’ in het tweede lid.
Artikel 2:31 wordt geheel vervangen en komt als volgt te luiden:
Het is verboden in een openbare inrichting:
Redactionele verbeteringen, waarbij toegevoegd is dat degene die in een openbare inrichting verblijft terwijl deze gesloten moet zijn, strafbaar is.
Artikel 2:32 wordt geheel vervangen en komt als volgt te luiden:
De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.
In artikel 2:33 wordt het woord ‘indien’ vervangen door: als, en worden de woorden ‘van artikel 2:28’ vervangen door: de artikelen 2:28.
Aan artikel 2:41, derde lid wordt na het woord ‘lokaal’ toegevoegd de tekst: of een daarbij behorend erf.
Artikel 2:42 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:43, tweede lid worden de woorden ‘Dit verbod is niet van toepassing, indien’ vervangen door: Het verbod is niet van toepassing als.
Artikel 2:45 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2:47 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:48, tweede lid, vervalt na onderdeel b het woord ‘en’.
In artikel 2:49, eerste lid, wordt na de eerste zin toegevoegd: ‘zonder redelijk doel’, en vervallen die woorden in de onderdelen a en b.
In artikel 2:50, tweede zin wordt het woord ‘begrepen:’ vervangen door: verstaan.
Artikel 2:51 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:51 Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Het is verboden op openbare plaatsen of in een voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie (Outlaw Motorcycle Gang) die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
Dit is een nieuw artikel waarin het verbod op publieke uitingen van verboden organisaties is opgenomen (OMG’s). Zie voor een toelichting onderdeel P.
In artikel 2:52 worden de woorden ‘Het is verboden op uren en plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen, zich’ vervangen door: Het is verboden zich op door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen.
Artikel 2:54 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:54 Verkoop en gebruik van lachgas
Dit is een nieuw artikel waarin het verbod de verkoop en het gebruik van lachgas is opgenomen. Zie voor een toelichting onderdeel P.
Artikel 2:57 wordt als volgt gewijzigd:
Het derde lid komt als volgt te luiden: Het eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.
In het derde lid van artikel 2:58 vervallen de woorden: bepaalde in het.
Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2:66, tweede lid, worden de woorden ‘eerste lid’ vervangen door: verbod.
In artikel 2:67 word het woord ‘de’ ingevoegd tussen de woorden ‘in’ en ‘openlucht’.
Artikel 2:71 komt als volgt te luiden: In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.
Artikel 2:73 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden de woorden ‘de voorkoming’ vervangen door: het voorkomen.
2. In het derde lid vervallen de woorden ‘bedoeld in het eerste en tweede lid’.
Het eerste en tweede lid van artikel 2:74 worden gewijzigd en komen als volgt te luiden:
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, die deel uitmaken van een door het college aangewezen gebied, middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben.
Het gaat om redactionele verbeteringen. De model APV bevat nu ook een artikel over het openlijk drugsgebruik. De APV Texel bevatte een dergelijke bepaling al in het tweede lid. Dit is nu grotendeels aangepast aan de modelbepaling.
In artikel 2:75 worden de woorden ‘is bevoegd’ en ‘indien’ vervangen door: kan en als.
In artikel 2:76 worden de woorden ‘is bevoegd’ en ‘aan te wijzen’ vervangen door: kan en aanwijzen.
Artikel 2:78 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt het woord ‘verrichten’ vervangen door: verricht.
2. In het tweede lid worden de woorden ‘tenminste’ en ‘8’ vervangen door: ten minste en acht.
3. In het derde lid worden de woorden ‘krachtens’ en ‘6’ vervangen door: als bedoeld in en zes.
4. In het vierde lid wordt het woord ‘in’ vervangend door: krachtens.
Na artikel 2:78 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat als volgt komt te luiden:
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Dit is een nieuw artikel. Al enige tijd is in de Gemeentewet de bevoegdheid voor de burgemeester opgenomen om met bestuursdwang op te treden tegen veroorzakers van zogenaamde woonoverlast. De hiervoor benodigde bepaling was tot heden niet opgenomen in de APV. Nu wordt voorgesteld die bepaling wel op te nemen, omdat in de praktijk is gebleken dat er behoefte aan is en hierover bovendien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt. Hierbij wordt de modelbepaling van de VNG gevolgd.
Artikel 3:2 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3:3 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3:6 wordt als volgt gewijzigd:
Redactionele verbeteringen. Verder vervalt de verplichting om een vooraf vastgesteld aanvraagformulier te gebruiken. Een dergelijk formulier is nooit vastgesteld en dat is ook niet noodzakelijk.
Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid onderdeel i, worden de woorden ‘de Algemene Plaatselijke Verordening Texel’ vervangen door: deze verordening, wordt ‘5 jaar geleden voor’ vervangen door: vijf jaar voorafgaand aan, wordt ‘1’ vervangen door: één, wordt in 3° het woord ‘inzake’ ingevoegd tussen de woorden ‘wet’ en ‘belastingen’ en komt 4° als volgt te luiden: de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede de artikelen 6 juncto 8 en 163 van de Wegenverkeerswet 1994.
In artikel 3:8 wordt het woord ‘indien’ in het eerste lid, onderdelen b, f en h vervangen door: als.
In artikel 3:9, tweede lid, onderdeel i, wordt ‘6’ vervangen door: zes.
In artikel 3:15, zesde lid, wordt ‘2’ vervangen door: twee.
Artikel 3:21, vierde lid, komt als volgt te luiden: Het verbod, bedoeld in het tweede lid geldt niet in een seksinrichting waarvoor een vergunning is verleend.
Artikel 3:22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden de woorden ‘ten toon’ vervangen door: tentoon.
2. In het tweede lid worden de woorden ‘ten aanzien van’ vervangen door: op.
Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1, komt als volgt te luiden: Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting.
Redactionele verbetering. Zie ook de toelichting bij onderdeel F.
Artikel 4:1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
In deze afdeling wordt verstaan onder:
In dit artikel zijn een groot aantal redactionele verbeteringen opgenomen. Om die reden is het artikel geheel herschreven.
Artikel 4:2 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt als volgt te luiden: De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a, en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Het zesde lid komt als volgt te luiden: Op de dagen als bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a, en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer uiterlijk één uur na het einde van de collectieve festiviteit beëindigd.
Ook in dit artikel een groot aantal redactionele verbeteringen.
Artikel 4:3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 4:3 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan op maximaal twee dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a, en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal twee dagen of dagdelen per kalenderjaar in verband met de viering van incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.
In dit artikel zijn een groot aantal redactionele verbeteringen opgenomen. Om die reden is het artikel geheel herschreven.
Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervallen de woorden ‘in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit’.
2. Het tweede lid komt te luiden: Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
3. In het tweede lid vervallen de woorden ‘het Vuurwerkbesluit’ vervangen door: het Bouwbesluit 2012.
Redactionele verbeteringen. Zie voor een toelichting op lid 4 onderdeel G (lex silencio).
Artikel 4:11 wordt als volgt gewijzigd:
2. In het derde lid worden de woorden ‘eerste lid’ vervangen door: verbod.
Op dit moment is er geen voorstel om de Bomenlijst (bijlage 1) te wijzigen.
In het opschrift van artikel 4:13 worden ‘enz.’ vervangen door: en dergelijke.
In artikel 4:15, eerste lid, worden de woorden ‘eerste lid’ vervangen door: verbod.
Artikel 4:18 wordt als volgt gewijzigd:
Redactionele verbeteringen. Zie voor een toelichting op lid 2 onderdeel G (lex silencio).
Artikel 4:19 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 4:23 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4:25, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
De Japanse Duizendknoop is ook in toenemende mate een bedreiging voor flora en fauna, en kan tot aanzienlijke overlast leiden. Daarom wordt voorgesteld de Japanse Duizendknoop ook op te nemen in dit artikel, zodat er een grondslag is om wanneer nodig hiertegen op te kunnen treden. Hetzelfde geldt voor andere duizendknoopsoorten (en kruisingen) die dezelfde problemen veroorzaken, zodat ook die andere soorten worden opgenomen.
In artikel 4:27, tweede lid, wordt het woord ‘indien’ vervangen door: als.
Redactionele verbeteringen. Zie ook de toelichting bij onderdeel F.
In de artikel waren definities opgenomen van ‘voertuigen’ en ‘parkeren’. Deze zijn verplaatst naar artikel 1:1 en daarom kunnen die op deze plaats vervallen.
Artikel 5:2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het eerste lid, onderdeel a, wordt het woord ‘of’ ingevoegd.
2. Na het tweede lid, onderdeel a. wordt het woord ‘of’ ingevoegd.
3. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘3’ vervangen door: drie.
Het tweede lid van artikel 5:3 komt als volgt te luiden: Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
In artikel 5:4 wordt ‘3’ vervangen door: drie.
Artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:7 tweede lid komt als volgt te luiden: Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
Artikel 5:8 wordt als volgt gewijzigd:
In het tweede lid van artikel 5:9 worden de woorden ‘geldt niet’ gewijzigd in: is niet van toepassing.
In artikel 5:11, tweede lid, wordt na de eerste zin het woord ‘op’ toegevoegd en vervalt dat woord in de onderdelen a, b en c.
Artikel 5:13 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:13 is gewijzigd door daarin expliciet het werven van donateurs of leden op te nemen. In het eerste lid wordt toegevoegd dat het verboden is zonder vergunning van het college in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd. In het tweede lid worden enkele redactionele verbeteringen gedaan. In het derde lid wordt geregeld dat het verbod niet geldt voor een inzameling of werving die wordt gehouden door een instelling die een CBF keurmerk heeft. Hiervoor geldt doorgaans een landelijk collecterooster. De model APV op dit onderdeel wordt niet helemaal overgenomen, omdat de modelbepaling er van uit gaat dat het college een collecterooster vaststelt. Dat is in de Texelse college niet het geval en ook niet nodig, c.q. gewenst.
In de titel van artikel 5:14 wordt ‘Begripsomschrijvingen’ vervangen door: Definitie.
Artikel 5:15 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:17 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5:20, eerste lid, worden de woorden ‘Het verbod van artikel 5:18’ vervangen door: Artikel 5:18.
Artikel 5:22 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:23 wordt als volgt gewijzigd:
Redactionele verbeteringen. Zie voor een toelichting op lid 2 onderdeel G (lex silencio).
Artikel 5:24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de titel wordt ‘Begripsomschrijvingen’ vervangen door: Definitie.
2. Onderdeel d van het eerste lid vervalt.
Redactionele verbeteringen. De definitie van voertuig is opgenomen in artikel 1:1 en kan daarom op deze plek vervallen.
Artikel 5:25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden de woorden ‘Het in het eerste lid bepaalde’ vervangen door: Het verbod.
2. In het tweede lid vervallen de woorden ‘en houders van een ontheffing als bedoeld in het vierde lid’.
3. In het derde lid vervallen de woorden ‘als bedoeld in het eerste lid’.
4. In het vierde lid vervallen de woorden ‘in het eerste lid’.
Artikel 5:26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt het woord ‘indien’ vervangen door: als.
2. In het tweede lid wordt ‘2’ vervangen door: twee.
Artikel 5:31 wordt als volgt gewijzigd:
Het derde lid van artikel 5:31a komt als volgt te luiden: Het college kan ontheffing verlenen van de verboden in het eerste en tweede lid.
In het eerste lid van artikel 5:31b worden de woorden ‘In dit artikel wordt verstaan onder vistuig van het type staand want:’ vervangen door: In dit artikel wordt onder vistuig van het type staand want verstaan.
De begripsomschrijvingen uit dit artikel zijn opgenomen in artikel 1:1, zodat artikel 5:32 kan vervallen.
Artikel 5:32a wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5:33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt het woord ‘kader’ vervangen door: belang.
2. In artikel 4, onderdeel e, worden na de woorden ‘het eerste lid,’ ingevoegd: van het.
3. In het zesde lid vervallen de woorden ‘in het eerste en tweede lid gesteld’.
Redactionele verbeteringen. Zie voor een toelichting op lid 4 onderdeel G (lex silencio).
Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b van het tweede lid wordt het woord ‘indien’ vervangen door: voor zover.
2. Het vierde lid komt als volgt te luiden: Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.
Redactionele verbeteringen. Zie voor een toelichting op lid 3 onderdeel G (lex silencio).
In artikel 5:35 wordt in de titel ‘Begripsomschrijvingen’ vervangen door: Definitie.
Het derde lid van artikel 5:36 komt als volgt te luiden: Het college kan op verzoek van de nabestaande die zorg draagt voor de asbus op grond van bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid, onder a.
In artikel 5:37 wordt het woord ‘indien’ vervangen door: als.
De eerste zin van artikel 6:1 komt als volgt te luiden: Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de daarbij op grond van artikel 1:4 gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:
Enkele omissies worden hiermee hersteld en toegevoegd is de strafbaarstelling van nieuwe artikelen.
Artikel 6:2 wordt als volgt gewijzigd:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-268389.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.