1e wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal

De raad van de gemeente Veenendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 juli 2019, nummer 1121625;

 

Overwegende dat

  • een eenduidige werkgeversdienstverlening in de regio wenselijk is in het belang van een inclusieve arbeidsmarkt;

  • eenduidigheid in regelgeving werkgeversinstrumenten van de gemeenten binnen de Regio Foodvalley daarbij van belang is;

  • een aantal zaken nu gelijktijdig kunnen worden geactualiseerd;

 

Gezien het advies van

de Regionale Cliëntenraad Werk en Inkomen van de gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude;

 

Gelet op

de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;

 

Besluit

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015 (1e wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal).

 

Artikel I Wijziging verordening

De Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    In artikel 1 wordt na het begrip ‘loonkosten’ een nieuw begrip ingevoegd:

    - meeneembare voorziening:

    een op een medewerker met een arbeidsbeperking toegesneden hulpmiddel dat noodzakelijk is om naar behoren de werkzaamheden te kunnen verrichten als het gaat om een voorziening die niet aard- en nagelvast is en waarover een werkgever normaliter niet beschikt.

     

  • B.

    In artikel 2a wordt na lid 2 een nieuw lid 3 ingevoegd onder vernummering van de leden 3 en 4 tot 4 en 5:

    • 3.

      Bij het aanbieden van een re-integratievoorziening aan een niet-uitkeringsgerechtigde geldt het volgende:

      • a.

        er wordt bij voorkeur een groepsgerichte activiteit ingezet;

      • b.

        er wordt bij het inzetten van een andere voorziening een afweging gemaakt tussen kosten en baten.

         

  • D.

    Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      in lid 1 wordt de zinsnede ‘stelt ter uitvoering …nadere regels vast’ vervangen door: kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen;

    • b.

      na lid 1 wordt een nieuw lid 2 ingevoegd onder vernummering van lid 2 naar lid 3:

      • 2.

        Het college biedt uitsluitend een voorziening bij een werkgever aan als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

         

  • E.

    In artikel 4 wordt de tekst van lid 3 vervangen door: Een werkstage wordt ingezet voor drie maanden met een maximale eenmalige verlenging van drie maanden.

     

  • F.

    De titel en de tekst van artikel 8 wordt vervangen door:

Artikel 8 Proefplaatsing

 

  • 1.

    Een proefplaatsing betreft het verrichten van reguliere werkzaamheden bij een werkgever met behoud van uitkering met als doel de inschakeling van de belanghebbende in reguliere arbeid te bevorderen.

  • 2.

    Een proefplaatsing wordt toegekend voor maximaal twee maanden.

  • 3.

    De proefplaatsing als bedoeld in het voorgaande lid kan steeds met periodes van maximaal twee maanden worden verlengd tot een maximumduur van in totaal zes maanden indien:

    • a.

      in de persoon van de belanghebbende gelegen factoren een langere periode noodzaken;

    • b.

      belanghebbende deze periode langer dan een week ziek is geweest;

    • c.

      de werkgever aan kan tonen dat verlengen in dit specifieke geval noodzakelijk is;

    • d.

      meer tijd nodig is om de loonwaarde te bepalen.

  • 4.

    Voorafgaand aan de proefplaatsing worden in een schriftelijke overeenkomst tussen college en de werkgever in ieder geval afspraken gemaakt over:

    • a.

      het doel van de proefplaatsing;

    • b.

      de duur van de proefplaatsing;

    • c.

      dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:160 Burgerlijk Wetboek;

    • d.

      dat de werkgever tijdens de proefplaatsing geen salaris is verschuldigd;

    • e.

      de wijze van begeleiding;

    • f.

      een intentieverklaring dat de werkgever belanghebbende, bij gebleken geschiktheid, na de proefplaatsing een dienstverband van minimaal zes maanden aanbiedt voor minimaal het aantal uren dat voor de proefplaatsing is overeengekomen, tenzij tijdens de proefplaatsing blijkt dat de uren in het belang van belanghebbende verlaagd moet worden;

    • g.

      dat de werkgever tijdens de proefplaatsing voor de belanghebbende een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afsluit en de gemeente vrijwaart voor alle in- en buitengerechtelijke aanspraken op vergoeding van eventuele schades;

    • h.

      het feit dat door de proefplaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt;

    • i.

      dat belanghebbende de werkzaamheden zal verrichten conform de voor de betreffende functie en werkzaamheden geldende voorschriften en wettelijke bepalingen. Een proefplaatsing kan niet worden aangeboden indien belanghebbende eerder bij de betreffende werkgever, organisatie of inlener heeft gewerkt of stage heeft gelopen in dezelfde of vergelijkbare functie, tenzij er sprake is van gewijzigde omstandigheden die naar het oordeel van het college een proefplaatsing rechtvaardigen. 

 

  • G.

    Het nummer, de titel en de tekst van artikel 13 wordt, onder vernummering van artikel 14 naar artikel 13, vervangen door:

Artikel 12. Loonkostensubsidie als re-integratievoorziening

  • 1.

    Het college kan een loonkostensubsidie verstrekken aan een werkgever die een arbeidsovereenkomst sluit met een medewerker die naar de mening van het college een afstand tot de arbeidsmarkt heeft en deze subsidie een bijdrage levert aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt.

  • 2.

    Het college stelt de maximale hoogte, als percentage van de loonkosten, en de maximale duur van de loonkostensubsidie vast.

  • 3.

    Minimaal één maal per twaalf maanden beoordeelt het college of de loonkostensubsidie bedoelt in lid 1, nog steeds bijdraagt aan het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt van de medewerker als bedoeld in hetzelfde lid.

 

  • H.

    Na artikel 13 wordt een nieuw artikel 14 ingevoegd:

Artikel 14. Meeneembare voorzieningen

  • 1.

    Definities:

    • a.

      Belanghebbende in de zin van dit artikel: de medewerker met een arbeidsbeperking die een meeneembare voorziening nodig heeft.

  • 2.

    Aan een belanghebbende kan een meeneembare voorziening dan wel een vergoeding voor de aanschaf daarvan worden toegekend voor zover aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de meeneembare voorziening is naar verwachting gedurende minimaal zes maanden noodzakelijk om de belanghebbende zijn of haar werk te kunnen laten uitvoeren;

    • b.

      er is sprake van een dienstverband voor de duur van tenminste zes maanden en voor minimaal 12 uur per week;

    • c.

      er kan voor de meeneembare voorziening geen beroep worden gedaan op een voorliggende voorziening;

    • d.

      de meeneembare voorziening behoort niet tot de standaarduitrusting van de belanghebbende en is evenmin algemeen gebruikelijk binnen de betreffende branche;

    • e.

      de kosten van de mee te nemen voorziening dienen proportioneel te zijn.

  • 3.

    In afwijking van artikel 2 onder b. kan een meeneembare voorziening ook worden toegekend bij een proefplaatsing met behoud van uitkering.

  • 4.

    Bij de keuze van een mee te nemen voorziening wordt gekozen voor de meest adequate en goedkoopste oplossing.

  • 5.

    Een meeneembare voorziening die in natura wordt toegekend wordt in beginsel in bruikleen beschikbaar gesteld aan de belanghebbende tenzij sprake is van een individuele maatwerkvoorziening of dat bruikleen gezien de aard van de voorziening niet mogelijk of wenselijk is. 

 

 

  • I.

    De toelichting komt te vervallen.

     

Artikel II Overgangsrecht

De bepalingen die in gevolge deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op besluiten die zich voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben voorgedaan.

 

Artikel III Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel IV Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 1e wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2019,

mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

Naar boven