Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening ’s-Hertogenbosch 2016

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 8 oktober 2019;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 september 2019, reg.nr. 9099983;

Gelet op de Gemeentewet;

 

Besluit

De wijzigingen in de Algemene Plaatselijke Verordening 2016 vast te stellen met inachtneming van het aangenomen amendement om aan artikel 2:10c Evenementenkalender onder lid 1, sub c, een extra criteria toe te voegen, te weten vii, Afzien van het gebruik van vuurwerk.

Afdeling 5 Toezicht op evenementen

Artikel 2:9 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      schouwburg- en/of theatervoorstellingen die plaatsvinden in een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer;

    • c.

      voetbalwedstrijden, als bedoeld in artikel 2:31, tweede lid;

    • d.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;

    • e.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • f.

      het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    • g.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • h.

      algemene kermissen als bedoeld in de Kermisverordening 's-Hertogenbosch 2018.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie;

    • c.

      een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:2 van deze verordening, op de weg;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan een openbare plaats;

    • e.

      een vechtsportevenement.

  • 3.

    In deze afdeling wordt onder organisator verstaan: een natuurlijke persoon of in geval van een rechtspersoon, de bestuurder van deze rechtspersoon dan wel diens gevolmachtigde(n), die een evenement laat organiseren, organiseert of wenst te organiseren.

  • 4.

    In deze afdeling wordt onder behandelclassificatie evenementen verstaan: de indeling van de verschillende evenementen op basis van de mogelijke risico’s met betrekking tot de omgeving en het verkeer. De volgende evenementen worden onderscheiden:

    • a.

      0-evenement: evenement met een laag risicoprofiel, waarbij sprake is van een zeer beperkte impact op de directe omgeving en het verkeer, waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd.

    • b.

      A-evenement: laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de openbare orde, omgeving en het verkeer;

    • c.

      B-evenement: gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de openbare orde, directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;

    • d.

      C-categorie: hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de openbare orde, de gemeente en/of regionale gevolgen voor het verkeer;

  • 5.

    Onder evenementenkalender wordt in deze afdeling verstaan een op basis van een door de raad vastgestelde beoordelingscriteria door het college vast te stellen lijst met evenementen in de categorie A, B en C die in een kalenderjaar in aanmerking komen voor een evenementenvergunning.

  • 6.

    In deze afdeling wordt onder bijzonder evenement verstaan: een evenement dat een uniek incidenteel karakter kent dat voor de gemeente een stedelijk of (inter)nationaal belang heeft op het gebied van cultuur, citymarketing en/of sport.

Artikel 2:10 Evenementenvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement in de classificatie A, B of C te (laten) organiseren.

  • 2.

    Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd.

  • 3.

    Met het oog op de in artikel 2:10b en de in artikel 1:8 genoemde belangen, kan de burgemeester over de uitoefening van de bevoegdheden in deze afdeling nadere regels vaststellen.

  • 4.

    Het is verboden zonder kennisgeving aan de burgemeester een 0-evenement te (laten) organiseren.

  • 5.

    Van een 0-evenement is sprake indien:

    • a.

      Het een evenement in de openlucht betreft;

    • b.

      Het evenement niet plaatsvindt op:

      • i.

        Gebiedsontsluitingswegen

      • ii.

        Busroutes

      • iii.

        Fietsroutes behorende bij het sternet en het hoofd fietsroutenet

      • iv.

        Een weg die de enige ontsluiting vormt voor een gebied of  achterliggende straat

    • c.

      het een eendaags evenement is;

    • d.

      het evenement plaatsvindt op één locatie

    • e.

      het evenement plaatsvindt op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag en niet vroeger dan 10.00 uur begint en niet later eindigt dan 23.00 uur. Er geen muziek ten gehore wordt gebracht na 22.00 uur;

    • f.

      het evenement plaatsvindt op vrijdag of zaterdag en niet vroeger begint dan 10.00 uur en niet later eindigt dan 24.00 uur. Er geen muziek ten gehore wordt gebracht na 23.00 uur;

    • g.

      het evenement geen geluidhinder veroorzaakt;

    • h.

      het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 200 personen;

    • i.

      indien er een tent wordt geplaatst deze voor niet meer dan 50 personen toegankelijk is;

    • j.

      het evenement geen belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

    • k.

      het geen extra politiecapaciteit vergt;

    • l.

      er geen ander evenement in de nabijheid plaatsvindt;

    • m.

      er een organisator is.

  • 6.

    De evenementen genoemd in het vijfde lid dienen ten minste 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement gemeld te worden aan de burgemeester door middel van het door de burgemeester vastgestelde kennisgevingsformulier.

  • 7.

    De burgemeester kan binnen 5 werkdagen na ontvangst van de melding besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het vijfde lid te verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 8.

    Indien naar het oordeel van de burgemeester uit nieuwe feiten of omstandigheden na de kennisgeving er vrees bestaat voor verstoring van de openbare orde kan de burgemeester alsnog bepalen dat het verbod ingevolge lid 4 onverkort geldt.

  • 9.

    De burgemeester kan voorschriften vaststellen die gelden voor 0-evenementen. Het is verboden om te handelen in strijd met deze voorschriften.

  • 10.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet indien:

    • a.

      het evenement betreft het op een openbare plaats op enige wijze voor publiek muziek ten gehore te brengen, indien het aantal uitvoerenden niet meer dan drie bedraagt en er geen gebruik wordt gemaakt van geluidsversterkende apparatuur of van een draaiorgel;

    • b.

      het een wedstrijd op de weg betreft, voor zover artikel 10 juncto artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 van toepassing is;

Artikel 2:10a Indienen aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een vergunning voor A-, B- en C- evenementen als bedoeld in artikel 2:10 lid 1, dient te geschieden door middel van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Voor een A-evenement dient de aanvraag uiterlijk 8 weken voor de aanvang van het evenement plaats te vinden en uiterlijk 12 weken voor de aanvang van een B- of C- evenement.

  • 2.

    In de aanvraag om een vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      De contactgegevens van de organisator;

    • b.

      De locatie waar het evenement wordt gehouden;

    • c.

      De datum en het tijdstip van het evenement;

    • d.

      De inrichting van het evenemententerrein waaronder het op- en afbouwplan;

    • e.

      De maatregelen om mogelijke risico’s voor verstoring van de openbare orde en veiligheid te voorkomen;

    • f.

      De omschrijving van de aard en het karakter van het evenement;

    • g.

      Het te verwachten aantal deelnemers en bezoekers;

    • h.

      Een omschrijving van de activiteiten en handelingen die in het kader van het evenement plaatsvinden;

    • i.

      Het veiligheidsplan, waaronder het aantal beveiligers;

    • j.

      De maatregelen die de organisator zelf zal nemen om wanordelijkheden zoveel mogelijk te voorkomen;

    • k.

      Een verkeers- en mobiliteitsplan wanneer sprake is van een impact op het verkeer.

  • 3.

    De burgemeester kan wegens bijzondere omstandigheden besluiten af te wijken van de in lid 1 genoemde termijnen.

Artikel 2:10b Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning wordt buiten behandeling gesteld indien niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 2:10a.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd indien:

    • a.

      de organisator van het evenement verplicht is het college een verzoek te doen om het evenement te plaatsen op de evenementenkalender, zoals opgenomen in artikel 2:10c, en de organisator niet aan deze eis heeft voldaan;

    • b.

      de organisator van het evenement verplicht is het college een verzoek te doen om het evenement te plaatsen op de evenementenkalender, zoals opgenomen in artikel 2:10c, en het college heeft besloten het evenement niet op te nemen op de evenementenkalender;

    • c.

      de ontheffing zoals bedoeld in artikel 2:10d geweigerd is door het college;

    • d.

      de aard van het evenement zich niet verdraagt met het karakter of de bestemming van de gevraagde locatie;

    • e.

      naar het oordeel van de burgemeester de ter handhaving van de openbare orde en veiligheid noodzakelijke politie- en hulpverleningscapaciteit een onevenredig beroep op de beschikbare bezetting doet;

    • f.

      van het evenement een onevenredige belasting voor het woon- of leefmilieu in de omgeving te verwachten is;

    • g.

      tegen de organisator in de afgelopen 3 jaar een bestuurlijke sanctie is genomen of indien de organisator in deze periode zich herhaaldelijk niet aan de vergunningsvoorschriften of wettelijke voorschriften heeft gehouden;

    • h.

      de organisator van een evenement in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

    • i.

      het evenement verontreiniging tot gevolg heeft, afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de omgeving dan wel schade toebrengt aan groenvoorzieningen of voorzieningen van openbaar nut;

Artikel 2:10c Evenementenkalender

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks vóór 1 januari een evenementenkalender vast op basis van de door de raad vastgestelde kaders met betrekking tot de vaststelling van de evenementenkalender. Deze kaders bestaan uit:

    • a.

      De locatieprofielen voor evenementenlocaties waarin de criteria zijn openomen met betrekking tot aard en soort van het evenement, veiligheid, belasting voor de woon- en leefomgeving en duurzaamheid;

    • b.

      De beleidsregels met betrekking tot het aantal evenementen en/of evenementendagen en/of geluidbelastende evenementen in zijn totaliteit voor de gemeente en per locatie en de spreiding daarvan binnen de gemeente;

    • c.

      De beleidsregels met kwaliteitscriteria waarbij de volgende criteria een rol spelen bij plaatsing op de evenementenkalender;

      • i.

        Bijdragen aan de positie van ’s-Hertogenbosch als toonaangevende datastad.

      • ii.

        Bijdragen van het aan cultuurparticipatie en Cultuurstad van het Zuiden

      • iii.

        Zonder winstoogmerk en vrij en gratis toegankelijk.

      • iv.

        Voor jongeren georganiseerd.

      • v.

        Een lokale binding hebben.

      • vi.

        Maatschappelijk en duurzaam ondernemen.

      • vii.

        Afzien van het gebruik van vuurwerk

  • 2.

    Degene die voornemens is een evenement te organiseren waarvoor een vergunning op grond van artikel 2:10 lid 1 vereist is, dient het college jaarlijks in de periode van 1 september tot 1 oktober te verzoeken het betreffende evenement te plaatsen op de evenementenkalender voor het volgende jaar. Het verzoek dient te geschieden door middel van een of namens het college vastgesteld formulier. Een dergelijk verzoek is geen aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:10. Een verzoek gedaan voor 1 september van het jaar voorafgaand aan wanneer het evenement moet plaatsvinden, wordt buiten behandeling gesteld.

  • 3.

    De procedure totstandkoming van de evenementenkalender is als volgt:

    • a.

      Aan de hand van een risicoscan wordt beoordeeld of het een vergunningsplichtig evenement met A, B of C classificatie betreft of dat volstaan kan worden met een melding.

    • b.

      Verzoeken die volledig en vóór 1 oktober zijn ontvangen, worden gelijktijdig en gelijkwaardig in behandeling genomen.

    • c.

      De verzoeken worden eerst getoetst aan de locatieprofielen. Verzoeken die in strijd zijn met de locatieprofielen worden een plaats op de evenementenkalender geweigerd.

    • d.

      De verzoeken worden getoetst aan de beleidsregels met betrekking tot het aantal evenementen en/of evenementendagen en/of geluidbelastende evenementen in zijn totaliteit voor de gemeente en per locatie en de spreiding daarvan binnen de gemeente;

    • e.

      Als er sprake is van verzoeken die in strijd zijn met beleidsregels zoals bedoeld onder lid 3, sub d, wordt voorrang gegeven aan evenementen die:

      • i.

        Bijdragen aan de positie van ’s-Hertogenbosch als toonaangevende datastad;

      • ii.

        Bijdragen van het aan cultuurparticipatie en Cultuurstad van het Zuiden;

      • iii.

        Terugkerend evenement met een positieve integrale evaluatie;

      • iv.

        Subsidie ontvangen vanuit de Gemeente s-Hertogenbosch en/of Provincie Noord-Brabant;

      • v.

        Zonder winstoogmerk en vrij en gratis toegankelijk zijn;

      • vi.

        Voor jongeren georganiseerd worden;

      • vii.

        Een lokale binding hebben;

      • viii.

        Maatschappelijk en duurzaam ondernemen;

    • f.

      Indien niet op basis van de criteria onder lid 3, sub e onder I tot en met VIII een keuze uit de concurrerende aanmeldingen kan worden gemaakt, vindt een loting tussen deze aanmeldingen plaats.

    • g.

      Voor zover de afweging zoals hiervoor in lid 3 onder e niet kan leiden tot een keuze en een loting moet plaatsvinden, worden de betreffende verzoeken niet meegenomen bij het vaststellen van de evenementenkalender. Na loting wordt het ingelote verzoek alsnog op de evenementenkalender geplaatst.

  • 4.

    Evenementen die na 1 oktober bij het college worden aangemeld, worden niet meer op de evenementenkalender geplaatst. Na vaststelling van de evenementenkalender wordt de organisatie verzocht een evenementenvergunning zoals bedoeld in artikel 2:10 aan te vragen.

  • 5.

    Het college kan beleidsregels vaststellen over de procedure van totstandkoming van de evenementenkalender.

  • 6.

    Er hoeft niet te worden voldaan aan hetgeen gesteld is in lid 2 van dit artikel indien:

    • a.

      het een 0-evenement betreft;

    • b.

      het een bijzonder evenement is.

  • 7.

    In afwijking van lid 1 stelt het college de evenementenkalender voor het jaar 2020 vast voor de periode van 1 april tot en met 31 december 2020. Het college doet dit vóór 1 april van dat jaar.

  • 8.

    In afwijking van lid 2 dient degene die voornemens is een evenement te organiseren voor het jaar 2020 in de periode van 1 januari tot en met 20 januari 2020 te verzoeken het betreffende evenement te plaatsen op de evenementenkalender voor dat betreffende jaar.

  • 9.

    Lid 5 en 6 van dit artikel zijn niet meer van toepassing na vaststelling van de evenementenkalender 2020.

 

Artikel 2:10d Ontheffing voor niet aangemelde evenementen

  • 1.

    Het is verboden zonder een ontheffing van het college een evenement in de behandelclassificatie B en C te organiseren wanneer dit evenement niet als zodanig vermeld staat in de evenementenkalender.

  • 2.

    De aanvraag voor evenementenvergunning ex artikel 2:10 wordt automatisch aangemerkt als een verzoek tot ontheffing zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan het college de ontheffing weigeren indien:

    • a.

      het evenement niet voldoet aan de voorwaarden in de locatieprofielen;

    • b.

      het evenement niet voldoet aan de in artikel 2:10c lid 1 sub b vermelde beleidsregels.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen voor een bijzonder evenement wanneer dit bijzondere evenement in strijd is met de beleidsregels zoals bedoeld in artikel 2:10c lid 1 sub b.

 

Artikel 1:9 Lex silencio positivo

  • a.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

    • Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.

    • Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen

    • Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.

    • Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen

    • Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

    • Artikel 5:10 Aantasting groenvoorziening door voertuigen

    • Artikel 5:11 Inzamelen van geld of goederen

    • Artikel 5:24 Varen op openbaar water

    • Artikel 5:26 Beperking verkeer in natuurgebieden

  • b.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de volgende artikelen in deze verordening:

    • Artikel 2:3 (Omgevings)vergunning voor voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, indien de vergunning niet wordt verleend als omgevingsvergunning

    • Artikel 2:4 Vergunning voor het beschadigen en veranderen van een weg, indien de vergunning niet wordt verleend als omgevingsvergunning

    • Artikel 2:10 Evenementenvergunning

    • Artikel 2:10d Ontheffing voor niet aangemelde evenementen

    • Artikel 2:24 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

    • Artikel 3:4 Vergunning seksinrichting

    • Artikel 4:4 Overige geluidhinder

    • Artikel 4:9 Kampeermiddelen buiten kampeerterreinen

    • Artikel 5:12 Venten e.d.

    • Artikel 5:14 Standplaatsvergunning

    • Artikel 5:27 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

 

’s-Hertogenbosch,

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier,

Drs. W.G. Amesz,

De voorzitter,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Naar boven