Gemeenteblad van Eersel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2019, 26485 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2019, 26485 | Beleidsregels |
Informatieveiligheidsbeleid Kempengemeenten en de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten 2018
In dit document is het informatieveiligheidsbeleid beschreven van de Kempengemeenten en de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK). De GRSK betreft een samenwerking tussen de gemeenten Oirschot, Bergeijk, Bladel, Reusel-De Mierden en Eersel.
De Kempengemeenten werken middels het aangaan van de gemeenschappelijke regeling samen rond de onderwerpen sociale dienst, jeugdhulp en vergunningen, alsmede de ondersteunende functies informatievoorziening en personeelszaken.
De Kempengemeenten en de GRSK hebben zich tot doel gesteld informatieveiligheid als samenwerkingsverband aan te pakken. Afgeleide doelstellingen hiervan zijn onder meer het aanbrengen van beleidsmatige eenduidigheid over informatieveiligheid, het ontlasten van de gemeenten door beveiligingswerkzaamheden waar het kan te bundelen, het beheer van informatieveiligheidsproducten te vereenvoudigen en de onderlinge samenwerking verder te versterken.
Het informatieveiligheidsbeleid is gebaseerd op de internationale standaarden voor informatieveiligheid: NEN/ISO 27001 en NEN/ISO 27002 uit 2005. Op basis van deze standaard is de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (VNG/KING) opgeleverd. Deze Baseline Informatiebeveiliging geeft een specifieke invulling aan de wijze waarop de veiligheid van informatie binnen gemeentelijke organisaties moet zijn geborgd. De uitgangspunten uit deze baseline zijn integraal opgenomen in dit informatieveiligheidsbeleid. Hierdoor is een actueel en volledig naar de laatste inzichten opgesteld beleidsdocument ontstaan.
Het beleid is zodanig opgezet dat het een naslagwerk vormt voor medewerkers en management die in het kader van werkzaamheden of een project moeten weten aan welke kwaliteitsaspecten aandacht moet worden besteed. De intentie is niet dat alle medewerkers exact weten wat er in het informatieveiligheidsbeleid staat, maar men moet wel weten dat het beleid er is, hoe het te gebruiken en wat de belangrijkste uitgangspunten zijn.
De basis van dit informatieveiligheidsbeleid wordt gevormd door Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) (VNG/KING). De specifieke vertaling en inrichting voor de Kempengemeenten en de GRSK heeft plaatsgevonden in een aantal workshops met een afvaardiging van de gemeenten en de GRSK. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de specifieke gemeentelijke inzichten en accenten opgehaald en samengebracht in dit document. Het ontwikkelproces is onder begeleiding van BMC Implementatie doorlopen.
Dit document bevat een groot aantal beleidsuitgangspunten op het gebied van de veiligheid van informatieprocessen. De gebieden waar informatieveiligheid betrekking op heeft, worden tijdens de fase van risicoanalyse geïnventariseerd en vervolgens van een prioriteit voorzien. De organisatie maakt tijdens dit proces zelf keuzes over de prioritering en fasering van de implementatie van de onderdelen van het beleidsplan.
Enkele beleidsuitgangspunten hebben betrekking op aandachtsgebieden die pas actueel worden indien de organisatie voor een dergelijke keuze of vraagstuk staan, bijvoorbeeld de inzet van Cloud technologie, gezamenlijk uitbesteden van software ontwikkeling of de aanschaf van een nieuw informatiesysteem. In dat specifieke geval hanteert de organisatie de beleidsuitgangspunten in dit document om de veiligheid van informatie bij deze keuze te vergroten.
Met dit document wordt daarnaast bepaald dat de organisatie bij voorkomende keuzes en vraagstukken ten aanzien van de veiligheid van informatieprocessen de beleidsregels in dit document als uitgangspunt hanteert.
Waarom informatieveiligheidsbeleid?
De Kempengemeenten en de GRSK vormen een informatie-intensief samenwerkingsverband met een primaire focus op dienstverlening. Deze organisatiekenmerken vragen om een betrouwbare en veilige informatievoorziening. De medewerkers van de organisatie moeten kunnen beschikken over betrouwbare informatie om burgers en bedrijven optimaal te helpen en adviseren. Voor een optimale dienstverlening is een koppeling van informatiesystemen noodzakelijk. Bovendien moeten burgers en bedrijven er op kunnen vertrouwen dat hun gegevens in goede handen zijn.
Informatisering speelt een steeds prominentere rol. Deze rol wordt in het kader van het stelsel van basisregistraties en de toenemende complexiteit van het digitale dienstverleningskanaal steeds belangrijker. Ook de Kempengemeenten en de GRSK richten zich op het koppelen van systemen waardoor grote gegevensverzamelingen ontstaan die vervolgens weer specifieke informatie opleveren voor interne en externe afnemers.
Daarnaast is de organisatie steeds afhankelijker van goed werkende informatiesystemen. Dit betekent dat de Kempengemeenten en de GRSK alert zijn op mogelijke verstoringen van- of bedreigingen gericht op informatiesystemen, mede omdat veel informatiesystemen niet zijn ontworpen met het oog op veiligheid. De veiligheid die met technische middelen kan worden bereikt is begrensd en wordt al vanouds ondersteund met passende beheerprocessen en procedures. Daarnaast speelt ook de menselijke factor (het menselijk gedrag) een steeds grotere rol in het daadwerkelijk realiseren van de veiligheid van informatie. Deze factor speelt, door steeds complexer wordende informatieprocessen, veelal zelfs een doorslaggevende rol.
Informatie komt in verschillende vormen voor. Het kan zijn geschreven, gesproken, gedrukt of digitaal zijn verwerkt en-/of opgeslagen. Al deze verschijningsvormen van informatie vragen voor een deel dezelfde generieke aanpak, maar kennen ook verschillen. Dit document besteedt hier aandacht aan.
De veiligheid van informatie speelt binnen een groot aantal gebieden van de organisatie een rol. Om te voorkomen dat binnen elk van die gebieden (bijvoorbeeld rondom de SUWI, DigiD, BRP, WD, BGT, BRO of BAG) separaat beleid ontwikkeld en geïmplementeerd moet worden, is de keuze gemaakt dit brede informatieveiligheidsbeleid op te stellen. In dit brede informatieveiligheidsbeleid worden beleidsuitgangspunten vastgelegd ten aanzien van alle onderliggende informatiedomeinen. Hieronder vallen niet alleen de informatie-intensieve domeinen zoals sociaal domein, samenlevingszaken, publieksdiensten of financiën, maar eveneens domeinen als beheer en onderhoud, ruimtelijke ordening en facilitaire zaken.
Vanaf 2017 wordt gewerkt met een nieuwe verantwoordingssystematiek, de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA). ENSIA biedt handvatten om een optimaal verantwoording-stelsel voor informatieveiligheid, dat gestoeld is op de BIG (Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten) te ontwerpen. Middels ENSIA kan in één keer effectief verantwoording afgelegd worden over de volle breedte van de BIG en de verschillende vakgebieden (BRP, PUN, DigiD, BAG, BGT, BRO en SUWI).
In dit informatieveiligheidsbeleid wordt op strategisch en tactisch niveau beschreven welke uitgangspunten gelden ten aanzien van de informatieveiligheid van de Kempengemeenten en de GRSK. Dit document zal samen met de technische beveiligingsmaatregelen en de procedures een adequaat niveau van beveiliging voor de organisatie moeten opleveren waardoor de kwaliteitskenmerken van informatie, te weten: de beschikbaarheid, de integriteit, de vertrouwelijkheid en de controleerbaarheid van informatie binnen alle domeinen van de organisatie zijn gewaarborgd.
De informatieveiligheid piramide
Ook de centrale overheid heeft veel aandacht voor de veiligheid van informatie binnen de verschillende overheidslagen. Naast het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving op dit gebied uit zich deze aandacht ook in bewustwordingscampagnes en ondersteuning van gemeentelijke overheden bij hun inspanningen om de veiligheid van overheidsinformatie te verhogen. De ontwikkeling door KING/VNG van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) vormt hiervan een voorbeeld. Deze veiligheidsrichtlijnen voor gemeentelijke informatieprocessen, die gebaseerd zijn op de internationale standaarden voor informatieveiligheid NEN/ISO 27001 en 27002 uit 2005, bieden een meetlat om informatieveiligheid op orde te brengen en te houden.
Dit document is gebaseerd op de richtlijnen uit de internationale NEN/ISO 27000 standaarden uit 2005, de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (VNG/KING) en aanvullende richtlijnen en eisen van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Daarnaast is rekening gehouden met de wettelijke kaders die aan informatieverwerking worden gesteld, zoals de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP), Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI), het DigiD beveiligingsassessment (DigiD audit), en de Wet Openbaarheid Bestuur (Wob).
Naast deze veelal op persoonsgegevens gebaseerde kaders komen er in hoog tempo wettelijke kaders met betrekking tot overige authentieke registraties, zoals de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (Wkpb), de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) en de Archiefwet. Deze stroomlijning van de informatievoorziening vereist in steeds ruimere mate aansluiting op zogenaamde landelijke voorzieningen. De toenemende complexiteit en intensiteit van informatieprocessen bieden een helder motief voor overheden om hun aandacht nog meer te richten op de veiligheid voor overheidsinformatie.
Teneinde de scope van dit document te verduidelijken, is in onderstaande afbeelding aangegeven welke niveaus van informatieveiligheid zijn te onderkennen.
Afbeelding: De informatieveiligheid-piramide.
Bovenaan de piramide treffen we het informatieveiligheidsbeleid aan. Dit is een organisatiebreed beleid dat de uitgangspunten, de normen en de kaders biedt voor de veiligheid van alle onderliggende informatieprocessen. Uitzonderingen hierop zijn toegestaan, maar dan wel duidelijk gemotiveerd én verifieerbaar. Het informatieveiligheidsbeleid is zodanig opgezet dat praktijksituaties eenvoudig kunnen worden opgezet of hieraan worden getoetst.
De tweede laag van de piramide is gericht op het implementatietraject. De implementatiefase begint met het uitvoeren van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Tijdens deze RI&E worden de uitgangspunten in het informatieveiligheidsbeleid getoetst met de praktijksituatie. Hier worden niet alleen de ‘harde aspecten’ onderzocht. Dat wil zeggen de techniek, de regels en de procedures. Maar worden ook de ‘zachte aspecten’ meegenomen. Deze richten zich op het menselijk handelen en cultuuraspecten en daarnaast de sociale en fysieke inrichting van de organisatie. Na de risico-inventarisatie vindt risicoweging en prioritering plaats. Tijdens deze stap worden de geconstateerde risico’s gewogen en eventueel van maatregelen voorzien, zodat een compact overzicht ontstaat van risico’s en te treffen maatregelen.
Op het laagste niveau wordt een complete set aan maatregelen opgeleverd die gericht zijn op de specifieke eisen van een onderdeel. Een onderdeel kan een applicatie zijn zoals het BRP, BAG of het financiële systeem, maar kan ook gericht zijn op IT-beheerprocessen, de inrichting van de IT-platformen of de juistheid van de crediteurenadministratie.
Toelichting op ISO 27001 en ISO 27002
Het informatieveiligheidsbeleid is volledig gebaseerd op de internationale standaard voor informatieveiligheid NEN-ISO/IEC 27001 en 27002 uit 2005. De eerste standaard (27001) biedt een richtlijn voor de implementatie en planmatige borging van Informatieveiligheid binnen de organisatie. De tweede standaard (27002) bevat een zeer uitgebreide verzameling van zogenaamde ‘best practices’ voor een praktische en concrete aanpak van informatieveiligheid binnen de organisatie. De Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (2013) is afgeleid van deze beide internationale informatieveiligheidsnormen, waarbij in de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten de methodiek en de terminologie is aangepast voor de situatie bij gemeenten.
Algemene oriëntatie en positionering
Informatieveiligheid maakt onlosmakelijk deel uit van de bedrijfsvoering en primaire processen van de organisatie en haar omgeving. In de uitwerking vormt het een samenhangend geheel van maatregelen van procedurele, organisatorische, fysieke, technische, personele en juridische aard.
Het doel van informatieveiligheid is het behoud van:
Verantwoordelijkheid en bevoegdheid informatieveiligheidsbeleid
De gemeenteraden van de Kempengemeenten zijn het hoogste bestuurlijke niveau waaraan verantwoording wordt afgelegd. De verantwoording over informatieveiligheid is per 2017 onderdeel geworden van de jaarrekening. De gemeenteraden worden conform de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) jaarlijks door de colleges van burgemeester en wethouders geïnformeerd over de staat van de informatiebeveiliging.
De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor informatieveiligheid ligt bij de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
De verantwoordelijkheid voor informatieveiligheid over bedrijfsfuncties die zijn ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling ligt bij het dagelijkse bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De vaststelling van de informatieveiligheidsorganisatie en de beleidsnormen (het informatieveiligheidsbeleid) dient door de vijf gemeenten en de GRSK afzonderlijk te worden gedaan.
De gemeentesecretarissen van de Kempengemeenten zijn verantwoordelijk voor de informatiebeveiliging binnen hun eigen organisatie. De directeur van de gemeenschappelijke regeling is dat voor de processen en systemen die in de gemeenschappelijke regeling zijn ondergebracht.
De afdelingshoofden c.q. managers van zowel de gemeenten als van de gemeenschappelijke regeling zijn verantwoordelijk voor de informatieprocessen waarvan zij eigenaar zijn. Zij dienen de processen binnen hun informatiesystemen te classificeren en in te richten zodat er adequate maatregelen kunnen worden getroffen om de veiligheidsrisico’s te beheersen. Een belangrijk aspect van deze verantwoordelijkheid is om de medewerkers mee te nemen in hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de veiligheid van informatie in hun dagelijkse werkprocessen.
Wettelijke basis en controle beveiligingsnormen
De wettelijke basis van informatieveiligheid valt af te leiden uit Europese richtlijnen en landelijke wet- en regelgeving, zoals (niet uitputtend):
Op grond van wet- en regelgeving worden eisen gesteld aan het niveau van informatieveiligheid, de beheersmaatregelen en de controle (interne controle (ic)/interne audit) daarop.
Het bieden van ondersteuning aan het bestuur, management en organisatie bij de sturing op en het beheer van informatieveiligheid.
Strategisch beleid waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor informatieveiligheid alsmede het vereiste beveiligingsniveau zijn vastgelegd.
Beleidsdocument voor informatieveiligheid
Het beleidsdocument voor informatieveiligheid wordt afzonderlijk door de vijf gemeenten en de GRSK vastgesteld. Minimaal zijn de volgende aspecten in dit beleidsdocument aanwezig:
Scope van informatieveiligheidsbeleid
De scope van dit beleid omvat alle informatieprocessen, hieronder vallen zowel de ambtelijke als bestuurlijke informatieprocessen. Het beleid heeft niet alleen betrekking op de verwerking, uitwisseling en opslag van digitale informatie, maar ook informatie in fysieke c.q. analoge vorm, ongeacht de locatie, het tijdstip en gebruikte apparatuur. Daarnaast bevat dit document de uitgangspunten voor handelen ten aanzien van informatieprocessen met keten- en uitvoeringspartners.
Op basis van dit strategische beleidsdocument worden de informatieveiligheidsanalyse en het actieplan informatieveiligheid vastgesteld. Hierin wordt aangegeven op welke wijze het beleid uitgevoerd zal worden. De kernelementen in de informatieveiligheidsanalyse zijn:
Beschrijving van het huidige niveau van informatieveiligheid en de mate waarin aan de beveiligingseisen en -prioriteiten uit het strategische beleidsdocument en aan alle onderdelen van de informatieveiligheidsanalyse wordt voldaan. Recente ontwikkelingen worden ook beschreven, zoals het in productie nemen van een nieuw informatiesysteem of technische infrastructuur die gevolgen kunnen hebben voor het beveiligingsniveau.
Voor het bepalen van afhankelijkheden en risico’s wordt een analyse verricht ten aanzien van de bedrijfsprocessen ten opzichte van de IT-omgeving. Naar aanleiding van deze analyse zijn minimaal de volgende aandachtspunten voor het plan onderkend:
Als uit de risicoanalyse blijkt dat voor bepaalde gegevensverwerkingen een hoger beveiligingsniveau is vereist, moet een daarvoor verantwoordelijke persoon aanvullende beveiligingsmaatregelen treffen. Bij minder risicovolle verwerkingen kan een lager beveiligingsniveau worden overwogen.
Bij de verwerking van persoonsgegevens zijn aanvullende maatregelen vereist, afhankelijk van de risicoklassen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Borging van het informatieveiligheidsbeleid
Om borging van het informatieveiligheidsbeleid en de daarvan afgeleide plannen te realiseren, wordt naast een toebedeling van rollen, de Plan, Do, Check, Act (PDCA) cyclus doorlopen. Alhoewel altijd tussentijds documenten kunnen worden bijgesteld, worden onderstaande uitgangspunten gehanteerd voor het doorlopen van de PDCA cyclus:
Organisatie van de informatiebeveiliging
Het benoemen van het eigenaarschap van bedrijfsprocessen met bijbehorende informatieprocessen en/of (informatie)systemen en het verankeren van de hieraan verbonden verantwoordelijkheden.
Verankering in de organisatie van verantwoordelijkheden, taakomschrijvingen en coördinatie- en rapportagemechanismen met betrekking tot informatieveiligheid.
Verantwoordelijkheden binnen de Kempengemeenten en de GRSK
Binnen de Kempengemeenten en de GRSK worden de volgende verantwoordelijkheid- en takenniveaus met betrekking tot informatieveiligheid onderscheiden:
Beleidsbepalende, regisserende en coördinerende verantwoordelijkheden
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, als ook het bestuur van de GRSK, dragen als eigenaar van informatieprocessen en (informatie)systemen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een passend niveau van informatieveiligheid. De colleges stellen de kaders ten aanzien van informatieveiligheid op basis van landelijke en Europese wet- en regelgeving en landelijke normenkaders.
De colleges zijn verantwoordelijk voor een duidelijk te volgen informatieveiligheidsbeleid en stimuleren het management van de organisatieonderdelen om beveiligingsmaatregelen te nemen. Als eigenaar van informatie en (informatie)processen hebben de colleges hun verantwoordelijkheden op het gebied van beveiliging gemandateerd aan de gemeentesecretarissen.
Gemandateerde verantwoordelijkheden en taken
De gemandateerde verantwoordelijkheid voor informatieveiligheid ligt op directieniveau. Bij de gemeenten zijn dat de gemeentesecretarissen en bij de gemeenschappelijke regeling is dat de directeur. Deze directies stellen met de proces- c.q. de gegevens-eigenaren (de afdelingshoofden) het gewenste niveau van informatieveiligheid vast.
De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de juiste implementatie van beveiliging in de bedrijfsprocessen en verwerking daarvan binnen de systemen. Ze wijzen voor ieder (informatie)proces een procesverantwoordelijke aan. De operationele verantwoordelijkheid voor de verwerking van de informatieprocessen is belegd bij leidinggevenden op organisatieniveau.
De gemeentesecretarissen hebben binnen hun eigen organisatie in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
Verantwoordelijkheden en taken op afdelingsniveau
De afdelingshoofden en teamcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de (informatie)veiligheid en de betrouwbaarheid van de informatieprocessen en verwerking van informatie in de systemen binnen hun afdeling en teams.
De afdelingshoofden hebben in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
Eén afdelingshoofd heeft informatieveiligheid in de portefeuille en heeft de volgende verantwoordelijkheden:
De Coördinator informatieveiligheid (CIB)
Deze rol is op organisatieniveau verantwoordelijk voor het verbijzonderde toezicht op de naleving van het informatieveiligheidsbeleid, de realisatie van voorgenomen veiligheidsmaatregelen en de escalatie van beveiligingsincidenten:
De coördinator informatieveiligheid heeft binnen de eigen organisatie in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
De Functionaris informatiebeveiliging (FIB)
Deze rol is op organisatieniveau verantwoordelijk voor het actueel houden van het beleid, en het managen van risico’s evenals het opstellen van rapportages. De functionaris informatiebeveiliging heeft in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
De beveiligingsfunctionaris reisdocumenten
Verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedures reisdocumenten.
De beveiligingsfunctionaris rijbewijzen
Verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedures rijbewijzen.
De autorisatiebevoegde reisdocumenten/aanvraagstations
Verantwoordelijk voor het beheer van de autorisaties voor de reisdocumenten modules (RAAS en aanvraagstations).
De autorisatiebevoegde rijbewijzen
Verantwoordelijk voor het beheer van de autorisaties voor rijbewijzen, inclusief aanmelding bij de RDW.
Deze rol is verantwoordelijk voor het beheer, de coördinatie en advies ten aanzien van de informatieveiligheid van specifieke gegevensverzamelingen. In wetgeving worden verschillende benamingen aan rollen gegeven voor veelal dezelfde taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van specifieke gegevensverzamelingen. Om eenduidigheid in naamgeving te verkrijgen wordt in dit beleidsdocument de informatieveiligheid verantwoordelijkheid ten aanzien van een specifieke gegevensverzameling toegewezen aan en gedefinieerd als beveiligingsbeheerder. Hierbij volgen de deelgebieden waarbij een beveiligingsbeheerder is aangewezen met vermelding van eventuele officiële rol benaming:
Ook worden er beveiligingsbeheerders aangewezen op verschillende aspecten van de bedrijfsvoering:
De beveiligingsbeheerder is voor het toegewezen deelgebied verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op de toepassing en naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het informatieveiligheidsbeleid, inclusief de maatregelen die op de audit en zelfevaluatie onderdelen gelden. Hieronder vallen:
De Security Officer SUWI beheert beveiligingsprocedures en -maatregelen in het kader van Suwinet, zodanig dat de beveiliging van Suwinet overeenkomstig wettelijke eisen is geïmplementeerd. Dit laatste impliceert eveneens de kwaliteitszorg, de kwaliteitsborging en de controle op het toegang en gebruik van Suwinet.
De security Officer SUWI heeft in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
Rol- en functiescheiding en autorisatie tot Suwinet
Onderdeel van een rechtmatig en veilig gebruik van Suwinet is het gescheiden beleggen van taken en verantwoordelijkheden. Hiervoor zijn de volgende functiescheidingen aangebracht:
Technisch IT beheer zorgt voor de technische aansluiting-, werking- en beveiliging- van Suwinet. De lijnmanager is verantwoordelijk voor de aanvraag van mutaties in geval van instroom, doorstroom en uitstroom van medewerkers. Deze aanvraag wordt door de Security Officer SUWI gecontroleerd. De Security Officer SUWI gaat hierbij na of de gevraagde autorisatie overeenkomt met de uit te voeren functie/rol. Indien de aanvraag akkoord is, worden de autorisaties en toegang inclusief wachtwoorden in orde maakt.
Deze rol is gericht op de uitvoering en de naleving van de privacywetgeving. Daarnaast adviseert de medewerker over privacybescherming en over activiteiten ter bescherming van persoonsgegevens. De Privacy Officer heeft in ieder geval de volgende verantwoordelijkheden:
De Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG)
De Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG), ook wel Data Protection Officer (DPO) genoemd, is de interne toezichthouder op de verwerking van persoonsgegevens. De FG houdt bij alle vijf gemeenten alsmede de gemeenschappelijke regeling toezicht op de toepassing en naleving van de privacywetgeving. De wettelijke taken en bevoegdheden van de FG geven deze functionaris een onafhankelijke positie in de organisatie. Naast deze toezichthoudende taken is de functionaris voor de gegevensbescherming verantwoordelijk voor de uitvoer van de klachtenafhandelingsprocedure betreffende het nakomen van de AVG door de gemeenten en de gemeenschappelijke regeling. Dit betekent het initiëren, doorlopen, verzorgen van interne en externe communicatie en afsluiten van de klachtenafhandelingsprocedure.
Het Shared Service Center De Kempen
Het Shared Service Center De Kempen, waarvan systeembeheer deel uitmaakt, beheert de werkplekken, server platformen, lokale netwerken, WiFi verbindingen, externe netwerkverbindingen (zoals Gemnet en SUWInet) en verzorgt het technische (wijzigings)beheer van databases, bedrijfsapplicaties en kantoorautomatisering hulpmiddelen. Verder zijn zij mede verantwoordelijk voor alle technische aansluitingen op andere ketenpartners en landelijke voorzieningen. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor de implementatie van technische beveiligingsmaatregelen. Verantwoording over het gevoerde beheer van de getroffen beveiligingsmaatregelen wordt aan de procesverantwoordelijken voor (informatie)systemen afgelegd. Namens het Shared Service Center De Kempen sluit de beveiligingsbeheerder IT aan bij het informatieveiligheidsoverleg.
Facilitaire Zaken is lokaal geregeld (elke vestiging heeft een eigen facilitair beheerder). Zij zijn verantwoordelijk voor de fysieke toegangsbeveiliging en kantoorinrichting (archiefkasten, kluizen enzovoort).
Personeelszaken is met uitzondering van gemeente Bergeijk centraal geregeld bij de gemeenschappelijke regeling. Zij is verantwoordelijk voor de advisering inzake de personele en de organieke aspecten binnen de organisatie en speelt hiermee een belangrijke adviesrol op het gebied van organisatie en informatieprocessen.
De functioneel applicatiebeheerders
De functioneel applicatiebeheerders zijn verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van de informatiesystemen en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening.
Detecteren van en rapporteren over beveiligingsincidenten binnen de eigen systemen, almede zorgen voor preventie van incidenten binnen de eigen systemen.
Alle medewerkers dragen verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de activiteiten die behoren tot hun eigen functie en taken. Zij betrachten zorgvuldigheid en discipline bij het omgaan met informatie en (informatie)systemen. Zij zijn zich bewust van de eisen ten aanzien van de betrouwbaarheid, de integriteit en de beschikbaarheid van de informatieprocessen waarbij zij zijn betrokken.
De gegevensbeheerders zijn voor een of meerdere informatiesystemen verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening.
De voorzitter van het informatiebeveiligings-overleg regelt dat de informatieveiligheid-coördinatoren van de gemeenten 4 tot 6 maal per jaar bij elkaar komen. Bij dit overleg zijn aanwezig:
Onderwerpen van het afstemmingsoverleg:
Daarnaast vindt ook afstemming plaats tussen de coördinatoren informatieveiligheid en de functioneel applicatie- en gegevensbeheerder(s) en de procesverantwoordelijken) van (informatie)systemen.
Voor interne crisisbeheersing dient een team geïnstalleerd te zijn. Dit team komt uitsluitend bij elkaar in geval van grote incidenten of calamiteiten. Het team bestaat uit de voorzitter van het informatiebeveiligings-overleg, de coördinator IT van het Shared Service Center, de beveiligingsbeheerder IT, een lid van het MT, relevante experts en een lid van team communicatie. Op basis van de mogelijke politieke gevolgen van het incident kiest de verantwoordelijk lijnmanager er voor om al dan niet de verantwoordelijke portefeuillehouder in te lichten.
Rapporteren van beveiligingsincidenten en datalekken
De coördinator informatieveiligheid van elke gemeente wordt door de medewerkers geïnformeerd over beveiligingsincidenten en legt deze vast ten behoeve van rapportages. Hieronder vallen o.a. inbreuken op en verstoringen in de informatietechnologie, datacommunicatie of andere infrastructurele voorzieningen die gevolgen kunnen hebben voor de continuïteit en integriteit van de bedrijfsprocessen evenals signaleringen dat het informatieveiligheidsbeleid niet wordt nageleefd. Afspraken moeten worden gemaakt over:
In geval van een datalek in de zin van de AVG moet dit ook aan de eigen privacy officer van het organisatieonderdeel worden gemeld alsmede aan de functionaris gegevensbescherming (FG).
De coördinator informatieveiligheid en de controller informatieveiligheid rapporteren minimaal eenmaal per jaar aan de verantwoordelijke over informatieveiligheid. De verantwoordelijken van de gemeenten zijn de gemeentesecretarissen en voor de onderdelen van de GRSK die gedelegeerd zijn, is dat de directeur.
Verantwoordelijkheden afdeling overstijgende informatiesystemen
Afdelingsoverstijgende informatiesystemen worden onder de verantwoordelijkheid van het Shared Service Center De Kempen gefaciliteerd en onderhouden. Deze systemen, die door meer dan één organisatieonderdeel worden gebruikt, bevatten gegevens die door meerdere organisatieonderdelen worden vastgelegd. Voor ieder afdelingsoverstijgend (informatie)systeem hebben de gemeentesecretarissen c.q. de directeur het primaat dit te mandateren aan een organisatieonderdeel dat daarmee verantwoordelijk wordt voor de gehele gegevensverzameling of het (informatie)systeem. De procesverantwoordelijke van een afdelingsoverstijgend (informatie)systeem draagt er zorg voor dat bij het gebruik ervan de wettelijke eisen en de voorschriften worden nageleefd en dat de verantwoordelijkheden voor beveiliging voor alle betrokken partijen duidelijk omschreven zijn.
De gemandateerd eigenaar maakt schriftelijk afspraken met het organisatieonderdeel of de externe organisatie dat van de afdelingsoverstijgend informatiesysteem gebruik maakt.
Minimaal worden in deze afspraken vastgelegd:
Bij structurele / langdurige ondersteuning en of uitbesteding van beheer van (een deel van) de informatiesystemen, netwerken, en/of werkstations of hosting van websites wordt tussen een organisatieonderdeel en de externe partij een Service Level Agreement (SLA) afgesloten. Hierin staan afspraken over het niveau van informatieveiligheid en een duidelijke definitie van de verantwoordelijkheden op het gebied van informatieveiligheid. In het uitbestedingscontract wordt verwezen naar de SLA.
Bij incidentele inhuur, bijvoorbeeld in het geval van verstoringen en calamiteiten, werkt een externe onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijk leidinggevende van de organisatie. De verantwoordelijke dient te waarborgen dat activiteiten binnen het kader van het informatieveiligheidsbeleid worden uitgevoerd.
Bij toegang van derden tot IT voorzieningen gelden in principe de onderstaande uitgangspunten:
Voorafgaand aan het afsluiten van een contract voor uitbesteding of externe inhuur is bepaald welke toegang (fysiek, netwerk of tot gegevens) de externe partij(en) moet(en) hebben om de in het contract overeen te komen opdracht uit te voeren en welke noodzakelijke beveiligingsmaatregelen hiervoor nodig zijn.
Bij het aangaan van overeenkomsten met derde partijen gelden de volgende beveiligingseisen:
Verwerkers van persoonsgegevens
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) stelt regels voor het opslaan, verzamelen, vernietigen, verstrekken en combineren (kort gezegd: het verwerken) van persoonsgegevens. Wanneer een partij het verwerken van persoonsgegevens bij een andere partij uitbesteedt noemt men deze andere partij ‘een verwerker’. De verantwoordelijke voor de persoonsgegevens legt in een register vast welke derden persoonsgegevens bewerken. Ook wordt vastgelegd of een verwerkersovereenkomst nodig is in de relatie tot die andere partij. In een verwerkersovereenkomst leggen de partijen onder andere vast voor welke doeleinden de gegevens mogen worden verwerkt, welke vormen van toezicht de eigenaar van de gegevens mag uitoefenen, welke beveiligingsmaatregelen moeten worden genomen en hoe het zit met de onderlinge aansprakelijkheid.
Classificatie en beheer van informatie en bedrijfsmiddelen
Het bepalen, handhaven en waarborgen van het juiste beveiligingsniveau voor informatie, informatiesystemen en bedrijfsmiddelen.
Een goed overzicht van alle IT-componenten en andere relevante bedrijfsmiddelen en een toegewezen eigenaarschap. Een informatie classificatiesysteem waarmee de behoefte, de prioriteit en de mate van beveiliging kan worden bepaald.
Inventarisatie van informatie en bedrijfsmiddelen
Om een passend beveiligingsniveau te kunnen bieden, moeten de informatie en de bedrijfsmiddelen worden geïnventariseerd en de waarde en het belang ervan worden vastgelegd.
Het Shared Service Center De Kempen houdt een registratie bij van alle bedrijfsmiddelen die verband houden met informatiesystemen (configuratiemanagement):
In de registratie is opgenomen waar de gegevens zijn opgeslagen, op welke computers de programmatuur draait, van welke componenten daarbij gebruik wordt gemaakt en wie de procesverantwoordelijken en beheerders zijn.
Facilitaire Zaken houdt een registratie bij van alle fysieke voorzieningen die verband houden met de veiligheid van ruimten, gebouwen en de directe omgeving van de kantoren.
Eigendom van informatie en bedrijfsmiddelen
Alle informatie en bedrijfsmiddelen die verband houden met IT voorzieningen behoren een eigenaar te hebben in de vorm van een aangewezen deel van de organisatie. Voor elk bedrijfsproces, applicatie, gegevensverzameling en IT faciliteit is een verantwoordelijk leidinggevende benoemd.
Aanvaardbaar gebruik van bedrijfsmiddelen
Er zijn regels vastgesteld, gedocumenteerd en geïmplementeerd voor aanvaardbaar gebruik van informatie en bedrijfsmiddelen die verband houden met IT voorzieningen en informatieprocessen. Hieronder volgen de geldende uitgangspunten:
Voor het werken op afstand en het gebruik van privémiddelen worden nadere regels opgesteld. Echter, de medewerker is gehouden aan regels zoals:
De medewerker neemt passende technische en organisatorische maatregelen om informatie te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatig gebruik. De medewerker houdt hierbij in ieder geval rekening met:
Classificatie van informatie en bedrijfsmiddelen
Om te kunnen bepalen welke beveiligingsmaatregelen moeten worden getroffen ten aanzien van informatieprocessen en informatiesystemen worden beveiligingsclassificaties gebruikt. De informatiesystemen worden geclassificeerd op de drie kwaliteitsaspecten van informatie: beschikbaarheid, integriteit (juistheid, volledigheid) en vertrouwelijkheid (BIV). Onderstaande tabel geeft de classificatie niveaus weer. Na deze classificatie is onder meer duidelijk welke specifieke informatie als vertrouwelijk wordt geclassificeerd. Na dit inzicht is duidelijk welke maatregelen per informatiesysteem nodig zijn.
Beveiligingsaspecten ten aanzien van personeel
Het verminderen van de risico’s van menselijke fouten, diefstal, fraude of misbruik van voorzieningen.
Werknemers, ingehuurd personeel en externe gebruikers kennen en begrijpen hun verantwoordelijkheden en zijn geschikt voor de rollen waarvoor zij (beoogd) worden benoemd.
Algemene uitgangspunten ten aanzien van personele beveiligingsaspecten
Hieronder volgen de geldende algemene uitgangspunten:
De organisatie kiest voor een zorgvuldige selectieprocedure ter waarborging van een betrouwbaar personeelsbestand. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen ‘reguliere’ en ‘kritische’ functies. Van elke medewerker wordt verwacht dat hij of zij integer handelt.
Voorwaarden tewerkstelling vast personeel
Iedere medewerker in dienst van de organisatie, legt de eed of belofte af. Alle medewerkers worden geacht te handelen conform de ‘Gedragscode Ambtelijke integriteit’. Hiertoe wordt een integriteits-/geheimhoudingsverklaring ter ondertekening voorgelegd. Daarnaast overleggen alle medewerkers eenmalig een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Bij indiensttreding wijst de leidinggevende de werknemer op de aanwezigheid van eventueel aanvullende, specifieke gedragsregels ten aanzien van een informatiesysteem of afdeling. Dit laatste gebeurt in ieder geval bij de Basisregistratie Personen (BRP), Waardedocumenten en SUWI. De documenten zijn terug te vinden op het intranet.
Voorwaarden tewerkstelling extern personeel
Externen die tewerkgesteld worden bij de organisatie, zoals uitzendkrachten, stagiaires en ingehuurde externe personen (zoals leveranciers) die toegang hebben tot vertrouwelijke informatie tekenen een integriteits-/geheimhoudingsverklaring en worden geacht te handelen conform de voorschriften zoals vermeld in de ‘Gedragscode Ambtelijke integriteit’. Ook overleggen externen een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Daarnaast wijst de leidinggevende de tijdelijke werknemer op de aanwezigheid van eventueel aanvullende, specifieke gedragsregels ten aanzien van een informatiesysteem of afdeling. Dit laatste gebeurt in ieder geval bij de Basisregistratie Personen (BRP,) Waardedocumenten en SUWI. De documenten zijn ook hier terug te vinden op het intranet.
Toegang en bevoegdheden personeel
Bij indiensttreding worden de fysieke en logische toegangsbevoegdheden volgens een vastgestelde procedure toegekend. De beslissing hierover moet door geautoriseerde personen worden genomen. Bij dienstbeëindiging of bij wijziging van functie worden alle bedrijfsmiddelen van de organisatie geretourneerd. Autorisaties worden in opdracht van het lijnmanagement met onmiddellijke ingang en volgens een vastgestelde procedure verwijderd of aangepast aan de nieuwe status.
Alle medewerkers (en voor zover van toepassing externe gebruikers van de systemen) worden geïnformeerd over de procedures die binnen de organisatie gelden voor informatieveiligheid. Deze training dient regelmatig te worden herhaald om het beveiligingsbewustzijn op peil te houden. Ten aanzien van communicatie en bewustwording geldt dat:
In het geval van ernstige verdenkingen tegen een medewerker op het gebied van verduistering of gedrag dat in strijd is met de interne regels, is het mogelijk dat de organisatie gebruik maakt van opsporingsmogelijkheden zoals (verborgen) camera's en microfoons. Ook de door de organisatie verstrekte telefoon en automatiseringsmiddelen kunnen in deze gevallen met onder meer logfiles worden onderzocht. Voor de inzet van deze opsporingsmiddelen is schriftelijke toestemming nodig van de gemeentesecretaris of de directeur. Er dient tevens een zogeheten voorafgaand onderzoek te worden aangevraagd bij de FG of de Autoriteit Persoonsgegevens. De opsporingsmiddelen mogen pas worden ingezet wanneer de Autoriteit Persoonsgegevens naar aanleiding van het voorafgaand onderzoek toestemming heeft verleend.
De fysieke bescherming van gebouwen, terreinen, informatie en (informatie)systemen tegen onbevoegde fysieke toegang, schade of verstoring van continuïteit.
Maatregelen en procedures waarmee gebouwen, informatie- en IT-voorzieningen adequaat worden beschermd tegen ongeautoriseerde toegang, kennisneming, verminking of diefstal, waardoor schade en verstoringen worden voorkomen.
Algemene uitgangspunten ten aanzien van fysieke beveiliging
Inventarisatie van bedrijfsmiddelen
Om een passend beveiligingsniveau te kunnen bieden, moeten de informatie en de bedrijfsmiddelen per organisatie of onderdeel worden geïnventariseerd en de waarde en het belang ervan worden onderkend. Facilitaire Zaken houdt een registratie bij van alle bedrijfsmiddelen die verband houden met veiligheid van ruimten, gebouw(en) en de directe omgeving van de gebouwen:
Indien voor de bewaking van de gebouwen, personen en goederen een externe bewakingsdienst wordt ingehuurd, voldoet deze bewakingsdienst aan de eisen volgens de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus, beschikt deze over een vergunning van het Ministerie van Justitie en is deze aangesloten bij een brancheorganisatie. Er zijn afspraken gemaakt bij wie de bewakingsdienst verantwoording moet afleggen.
Fysieke toegang tot computer en datacom ruimten
De fysieke toegang tot kritische ruimten (computer-/serverruimten) onder beheer van facilitaire zaken is voorbehouden aan de volgende categorieën personen:
Bewegwijzering computerruimten
Binnen de vestiging zijn geen wegwijzers aangebracht waaruit de locaties van de IT-ruimten kunnen worden afgeleid. Ook zijn deze ruimten niet aangegeven op publieke plattegronden of in publicaties, tenzij hieraan andere eisen worden gesteld, bijvoorbeeld door de brandweer.
Verwijderen apparatuur en gegevensdragers
Het Shared Service Center De Kempen heeft een procedure voor het verwijderen of gereed maken voor hergebruik van overbodige apparatuur en gegevensdragers waarop overheidsinformatie en in licentie gebruikte software is opgeslagen. Denk hierbij aan de harde schijven van pc’s en netwerkservers, cd’s/dvd’s, back-up tapes, USB sticks en overige gegevensdragers. In deze procedure staan voorschriften voor het verwijderen en zo nodig onbruikbaar maken of vernietigen van die informatie.
Datakluizen en reserve apparatuur
De organisatie heeft een clean desk policy vastgesteld voor papieren en verwijderbare opslagmedia, zodat dit soort materialen niet onbeheerd op het bureau liggen. Daarnaast is er een clear screen policy voor IT voorzieningen. Dit betekent dat alle medewerkers bij het verlaten van de werkplek het scherm locken en dat na een bepaald tijdsverloop het beeldscherm op zwart gaat en de toegang tot het werkstation wordt geblokkeerd middels een toegangscode. Dit om het risico van onbevoegde toegang tot, verlies van of schade aan informatie, informatiedragers en IT voorzieningen tijdens en buiten normale werktijden te beperken.
Beveiliging van mobiele apparatuur
Informatie verwerkende mobiele apparatuur moet zowel binnen als buiten het gebouw zo goed mogelijk fysiek beschermd worden. Dit betreft laptops, tablets, memory sticks en mobiele telefoons. Voor het gebruik van deze apparatuur worden richtlijnen vastgesteld:
Beheer van communicatie- en bedieningsprocessen
Het garanderen van correcte en veilige bediening en beheer van de IT-voorzieningen.
Maatregelen en procedures voor het beheer en de bediening van de IT-voorzieningen en het adequaat reageren op incidenten.
Organisatorische uitgangspunten ten aanzien van communicatie- en bedieningsprocessen
In beginsel mag niemand autorisaties hebben om een gehele cyclus van handelingen in een informatiesysteem te beheersen, zodanig dat beschikbaarheid, integriteit of vertrouwelijkheid kan worden gecompromitteerd. Indien dit toch noodzakelijk is, dient een audit trail te worden vastgelegd van alle handelingen en tijdstippen in het proces, dusdanig dat transactie kan worden herleid. De audit trail is niet toegankelijk voor degene wiens handelingen worden vastgelegd.
In beginsel is er een scheiding tussen beheertaken en overige gebruikerstaken. Hierbij worden beheerwerkzaamheden alleen uitgevoerd wanneer ingelogd als beheerder, normale gebruikerstaken alleen wanneer ingelogd als gebruiker. Er wordt echter per specifieke situatie bezien of deze scheiding een werkbare situatie oplevert en of de veiligheid hierdoor in dit specifieke geval wordt verhoogd.
T echnische uitgangspunten ten aanzien van communicatie- en bedieningsprocessen
Updates die ten behoeve van het verhogen van de veiligheid worden vrijgegeven door de leverancier worden zo spoedig mogelijk via de geëigende wijzigingsprocedure doorgevoerd. Dit geldt zowel voor besturingssoftware, informatiesystemen, als voor ondersteunende software (Java, Java applets, ActiveX, Flash en Adobe) en besturingssystemen voor mobiele apparatuur en actieve componenten.
Beheerprocedures en verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden en procedures voor het beheer van de bediening van de IT-voorzieningen zijn beschreven en vastgesteld. Procedures zijn voor zover mogelijk in lijn gebracht met de ISO 20000-1 en ISO 20000-2 (ITIL 3).
Documentatie van beheerprocedures
De beheerprocedures zijn gedocumenteerd en worden bijgehouden. Deze procedures bevatten instructies voor de planmatige uitvoering van de activiteiten met betrekking tot IT-voorzieningen. Het gaat om de volgende processen:
Change management / release management – doorvoeren van vernieuwingen en wijzigingen
Het aanbrengen van wijzigingen in de informatie-infrastructuur of het installeren van nieuwe versies vindt plaats volgens een vastgestelde wijzigingsprocedure waarin de formele goedkeuring geregeld is. Dit geldt voor apparatuur, programmatuur, productiesystemen en procedures. Voornaamste aspect bij dit proces is het garanderen van de continuïteit van het productiesysteem. Uitgangspunten hierbij zijn:
Vertrouwelijke data uit de productieomgeving mag niet worden gebruikt in de ontwikkel-, test-, opleidings-, en acceptatieomgeving tenzij de gegevens zijn geanonimiseerd. Indien het toch noodzakelijk is om data uit productie te gebruiken, is uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar van de gegevens vereist en dienen er procedures te worden gevolgd om data te vernietigen na ontwikkelen en testen.
Incident management – afhandeling van incidenten in de IT infrastructuur
Om te waarborgen dat incidenten snel, effectief en ordelijk worden afgehandeld, zijn verantwoordelijkheden en procedures voor beheer vastgesteld. Hierbij worden verschillende typen incidenten onderscheiden en wordt gezorgd voor registratie en gedocumenteerde afhandeling van de incidenten.
Capaciteitsmanagement – omgang met de capaciteit van IT voorzieningen
Om te waarborgen dat informatiesystemen conform de gestelde eisen van continuïteit en snelheid blijven werken stelt het Shared Service Center De Kempen verantwoordelijkheden en procedures op ten aanzien van de monitoring van de capaciteit.
Problem management – identificeren en afhandelen van fouten in de IT infrastructuur
Het Shared Service Center De Kempen richt een organisatie in en stelt procedures op ten aanzien van het achterhalen en wegnemen van fouten in de infrastructuur.
IT service continuity management – waarborgen van de continuïteit van de IT-dienstverlening in geval van calamiteiten
Het Shared Service Center De Kempen stelt procedures op ten aanzien van voldoende technische, financiële en organisatorische voorzieningen ten behoeve van het waarborgen van de overeengekomen continuïteit van de IT-dienstverlening in geval van calamiteiten. Uitgangspunten hierbij zijn:
Configuratie management – registratie van IT voorzieningen
Het Shared Service Center De Kempen stelt procedures op ten aanzien van het registreren en muteren van IT voorzieningen en de daaraan gerelateerde documentatie.
Information security management – omgang met de veiligheid van IT voorzieningen
De coördinator informatieveiligheid richt een organisatie in, stelt procedures op en traint personeel
zodanig dat aan de eisen van het Informatieveiligheidsbeleid wordt voldaan.
Uitgangspunten voor controle en logging
Het gebruik van informatiesystemen, alsmede uitzonderingen en informatiebeveiligingsincidenten, worden vastgelegd in logbestanden op een manier die in overeenstemming is met het risico, en zodanig dat tenminste wordt voldaan aan alle relevante wettelijke eisen, met name ten aanzien van de wet BRP en SUWI. Relevante zaken om te loggen zijn:
In een logregel worden alleen de voor de rapportage noodzakelijke gegevens opgeslagen.
Er worden maatregelen getroffen om te verzekeren dat gegevens over logging beschikbaar blijven en niet gewijzigd kunnen worden door een gebruiker of systeembeheerder. De bewaartermijnen zijn in overeenstemming met wettelijke eisen.
Ten aanzien van SUWI vraagt de Security Officer SUWI meerdere keren per jaar een rapportage op bij het BKWI over het gebruik van SUWInet. Ten aanzien van de BRP worden logging rapportages minimaal maandelijks beoordeeld door de BRP beheerder.
Beheer van de dienstverlening door een derde partij
Bij externe hosting van data en/of services (uitbesteding, cloud computing) blijft de gemeente eindverantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van uitbestede diensten. Dit is gebonden aan regels en vereist goede (contractuele) afspraken en controle hierop.
Uitgangspunten bij externe hosting van data en/of services zijn:
De organisatie staat telewerken toe (op afstand werken op het netwerk, bijvoorbeeld thuiswerken) na toestemming van de verantwoordelijke leidinggevende. Hiervoor worden beveiligingsmaatregelen vastgesteld en getroffen die in overeenstemming zijn met het informatieveiligheidsbeleid en voor zover niet wordt verboden door wet en regelgeving (Vanuit de SUWI regelgeving en de BRP regelgeving wordt thuisgebruik niet zondermeer toegestaan).
Minimaal wordt aan onderstaande punten aandacht besteed:
Ten aanzien van 'Bring Your Own Device/ Choose Your Own Device'' (BYOD/CYOD) wordt beleid opgesteld en worden beveiligingsmaatregelen vastgesteld en getroffen die in overeenstemming zijn met het informatieveiligheidsbeleid en voor zover niet wordt verboden door wet- en regelgeving (Vanuit de SUWI regelgeving en de BRP regelgeving wordt thuisgebruik niet zondermeer toegestaan).
Minimaal wordt aan onderstaande punten aandacht besteed:
De organisatie heeft een protocol (gedragscode) ten aanzien van het gebruik van e-mail en het gebruik van internet. In deze protocollen zijn maatregelen opgenomen om beveiligingsrisico’s, verbonden aan het gebruik van e-mail en internet, te beperken.
Het gebruik van sociale media door medewerkers van de organisatie is toegestaan. De medewerkers dienen zich ervan bewust te zijn dat ze online gezien worden als vertegenwoordigers van de organisatie. Uitingen op het internet worden permanent opgeslagen en kunnen eventueel via andere media opnieuw worden gepubliceerd. Voor het gebruik van sociale media wordt een protocol opgesteld. Hierin worden in ieder geval de volgende onderdelen belicht:
Informatie uitwisseling over netwerken
Buiten onderstaande uitgangspunten worden beleid, formele procedures en formele beheersmaatregelen vastgesteld om de uitwisseling van informatie via het gebruik van alle typen communicatiefaciliteiten te beschermen.
Er dienen maatregelen te zijn om het automatisch doorsturen van interne e-mail berichten naar externe e-mail adressen te voorkomen.
Het beheersen van de toegang tot informatie en (informatie)systemen.
Gedocumenteerd beleid en daarvan afgeleide maatregelen en procedures voor effectieve toegangsbeveiliging tot de informatie-infrastructuur en gegevens en het voorkomen van ongeautoriseerde toegang.
Beleid voor logische toegangsbeveiliging
Om effectieve toegangscontrole tot vertrouwelijke en privacygevoelige informatie te kunnen implementeren en onderhouden is er een toegangsbeleid. Naast dit toegangsbeleid heeft ieder informatiesysteem nog een specifiek gedefinieerd toegangsbeleid, dat is afgestemd op de classificatie van de informatie.
Het toegangsbeleid is vastgesteld en bekendgemaakt aan de organisatie. In het beleid komen de volgende aspecten aan de orde:
Voor de beheersing van toewijzing van toegangsrechten is een procedure vastgesteld, waarin de gehele cyclus is opgenomen van het registreren tot het afmelden van gebruikers. Naast wachtwoorden kunnen ook andere technologieën worden toegepast voor gebruikersidentificatie en authenticatie, zoals biometrie, handtekeningverificatie, hardware (bijvoorbeeld token), SMS authenticatie en cryptografische sleutels. Bij het beheer van gebruikerswachtwoorden is vastgelegd op welke wijze het initiële wachtwoord aan de gebruiker kenbaar wordt gemaakt en hoe gehandeld wordt bij het vergeten van het wachtwoord. Verstrekte wachtwoorden moeten onmiddellijk na het eerste gebruik door de gebruiker worden gewijzigd.
De organisatie kan een externe partij toegang verlenen tot het netwerk. Hiervoor dient een procedure gemaakt en gevolgd te worden. Externe partijen kunnen niet op eigen initiatief verbinding maken met het besloten netwerk, tenzij uitdrukkelijk overeengekomen.
De externe partij is verantwoordelijk voor authenticatie en autorisatie van haar eigen medewerkers. De organisatie heeft het recht hierop te controleren en doet dat aan de hand van de audit trail en interne logging.
Mobiel werken, thuiswerken en internetfaciliteiten
Uitgangspunten voor beleid ten aanzien van mobiel werken, thuiswerken en internetfaciliteiten:
Voorzieningen als webmail, als ook sociale netwerk en cloud diensten (Dropbox, Gmail, etc.) zijn door het lage beschermingsniveau (veelal alleen naam, wachtwoord en het ontbreken van versleuteling) en internationale regelgeving (veelal beschikbaar voor buitenlandse onderzoekdiensten), niet geschikt voor het delen van vertrouwelijke informatie.
Alle medewerkers die van het netwerk of applicaties gebruik maken, moeten door het systeem of applicatie op unieke wijze geïdentificeerd kunnen worden. Om de toegang tot de Informatiearchitectuur effectief te beheren, wordt periodiek een uitdraai gemaakt van de verstrekte toegangsmachtigingen.
Deze uitdraai wordt gecontroleerd op juistheid en volledigheid door de controller informatieveiligheid.
Toegangsbeveiliging met betrekking tot netwerkdomeinen en componenten
Daar waar de risico’s dit noodzakelijk maken, is scheiding in de netwerken aangebracht. De toegang tussen deze gescheiden ‘netwerkdomeinen’ zijn beveiligd via bijvoorbeeld gateways, firewalls en routers. Afhankelijk van de toegangseisen voor de betreffende IT-voorziening is het gebruik van de verbindingsmogelijkheden beperkt.
Voor wat betreft de internet facing systemen moet gebruik worden gemaakt van een Demilitarized Zone (DMZ), waarbij compartimentering wordt toegepast en de verkeersstromen tussen deze compartimenten wordt beperkt tot alleen de hoogst noodzakelijke. O.a. de webapplicaties die gebruik maken van DigiD bevinden zich in deze DMZ. Door middel van minimaal 2 (virtuele) firewalls worden verkeersstromen tussen het internet, de (web)applicaties in het DMZ en het interne netwerk waar de backoffice applicaties en de basisregistraties zich bevinden, tot een minimum beperkt.
De organisatie maakt gebruik van een intrusion detection systeem zodat tijdig wordt gedetecteerd dat kwaadwillenden misbruik willen maken van de webapplicatie. Intrusion Detection Systemen (IDS) helpen bij het detecteren van aanvallen op webapplicaties. Een IDS monitort continu het netwerk verkeer dat zich door de DMZ compartimenten verplaatst en kan, veelal op basis van aanvalspatronen, misbruik van webapplicaties en andere infrastructuur componenten detecteren. Het detecteren van aanvallen gebeurt veelal op basis van bekende aanvalspatronen. Deze manier van detectie, op basis van ‘handtekeningen’ van bekende aanvallen, wordt ook wel signature-based genoemd. Tegenover de signature-based IDS’en staan de anomaly-based systemen. Deze systemen werken niet op basis van handtekeningen, maar op basis van afwijkingen (anomalieën).
Beveiliging van poorten voor diagnose protocollen
De poorten die gebruikt worden voor diagnose protocollen, zoals SNMP, moeten met een geschikt beveiligingsmechanisme beveiligd zijn.
Servers, werkstations, pc’s, laptops en thin clients worden in het netwerk geïdentificeerd door een centraal systeem dat inkomend en uitgaand verkeer wel of niet doorlaat, bijvoorbeeld op basis van het netwerkadres (IP-adres).
Netwerken met externe verbindingen
Bij gebruik van externe koppelingen buiten het data- en telecommunicatie netwerk, bijvoorbeeld voor internet of connectie naar andere gebouwen, voldoet de beveiliging hiervan tenminste aan de geldende aansluitvoorwaarden om ongeautoriseerde toegang via “achterdeuren” te voorkomen. Dit moet door middel van documentatie aangetoond worden.
Bij gebruik van een draadloze externe verbinding moeten aanvullende maatregelen worden getroffen om ongeautoriseerde toegang en misbruik door derden te voorkomen. Bij het aanbieden van online diensten en transacties via de eigen website zijn adequate beveiligingsmaatregelen getroffen.
Draadloze en openbare netwerken
Gebruik van draadloze netwerken vraagt om specifieke beveiligingsmaatregelen. Voor transport van vertrouwelijke en privacygevoelige gegevens via openbare netwerken zijn eveneens extra maatregelen nodig. Wettelijk is ten aanzien van persoonsgegevens minimaal encryptie vereist.
Voor logische toegang tot actieve componenten als routers, switches en firewalls gelden als basis dezelfde toegangsprocedures als voor de overige IT voorzieningen. Daarbij voldoet de procedure aan de normen zoals gesteld in Norm IT-beveiligingsassessments DigiD.
Toegangsbeveiliging met betrekking tot werkstations
De toegang tot een informatiesysteem verloopt via een inlogprocedure, bedoeld om het risico van ongeautoriseerde toegang te beperken. In de procedure is onder meer het maximale aantal toegestane inlogpogingen, wachtwoordlengte en frequentie van wijziging vastgelegd.
Gebruikersidentificatie en -authenticatie
Identificatie en authenticatie van de gebruiker vindt altijd plaats. Hierdoor zijn activiteiten in het (informatie)systeem herleidbaar tot een natuurlijk persoon. Identificatie en authenticatie kunnen plaatsvinden door middel van gebruikersnamen in combinatie met wachtwoorden, smartcards, tokens of SMS authenticatie.
Gebruik van systeemhulpmiddelen ( utilities )
Het gebruik van systeemhulpmiddelen waarmee toegangscontroles in systemen en toepassingen kunnen worden getest en mogelijk worden doorbroken (bijvoorbeeld sniffers), is voorbehouden aan IT specialisten.
Schermbeveiliging ( clear screen)
Medewerkers moeten bij het verlaten van de werkplek het scherm locken en na een vaste periode van inactiviteit wordt een werkstation automatisch geblokkeerd. Bij werkstations op locaties met verhoogd risico moeten de programma- en netwerksessies afgesloten worden en wordt de gebruiker uitgelogd.
Toegangsbeveiliging met betrekking tot (informatie)systemen
Autorisatie voor (informatie)systemen wordt verleend op grond van de rol van de medewerker. Binnen het (informatie)systeem krijgt de medewerker alleen toegang tot de functionaliteit en gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van zijn of haar rol/taken. Alle medewerkers hebben een individueel gebruikersprofiel zowel op netwerk als op applicatieniveau waardoor mutaties en zo mogelijk ook raadplegingen altijd zijn terug te herleiden tot een individu.
Componenten van (informatie)systemen
Een (informatie)systeem kan uit meerdere componenten bestaan, zoals applicatie, pc, netwerk, besturingssysteem, database, firewall. Voor elk van deze componenten moet autorisatie apart worden verleend. De organisatie staat het gebruik van single sign on toe indien de toegangsbeveiliging tot het (informatie)systeem en/of het netwerk is gewaarborgd.
(Informatie)systemen met vertrouwelijke of privacygevoelige gegevens
(Informatie)systemen die vertrouwelijke of privacygevoelige gegevens verwerken, vereisen speciale maatregelen, zoals het plaatsen in een aparte beveiligde omgeving of domein. De procesverantwoordelijke stelt expliciet de gevoeligheid van een (informatie)systeem vast en de noodzaak voor aanvullende maatregelen.
Verwerving, ontwikkeling en onderhoud van systemen
Het waarborgen dat beveiliging wordt ingebouwd in (informatie)systemen en dat beveiligingseisen worden meegenomen in het proces van systeemontwikkeling en -onderhoud.
(Informatie)systemen waarin zoveel mogelijk geautomatiseerde beveiligingsmaatregelen zijn ingebouwd. Maatregelen en procedures waarmee de beveiliging tijdens de ontwikkeling en het onderhoud van (informatie)systemen wordt gegarandeerd.
Beveiligingseisen voor (informatie)systemen
Bij de ontwikkeling van (informatie)systemen moeten beveiligingseisen vanaf aanvang in het ontwerpproces worden meegenomen. Dit geldt ook voor afdeling overstijgende (informatie)systemen. Bij standaardprogrammatuur moet voor aanschaf worden vastgesteld of geautomatiseerde beveiligingsmaatregelen zijn ingebouwd. Bij het onderhoud van (informatie)systemen moet informatieveiligheid een vast aandachtspunt zijn. De volgende aspecten moeten bij ontwikkeling en onderhoud aan de orde komen:
Cryptografische systemen en technieken moeten worden toegepast in (informatie)systemen die vertrouwelijke en/of privacygevoelige gegevens verwerken en die onvoldoende kunnen worden beveiligd door andere maatregelen. Dit geldt met name voor gegevens die via openbare, grensoverschrijdende en draadloze netwerken worden getransporteerd (ook USB-sticks) en voor systemen die als standalone toepassing gebruikt worden, bijvoorbeeld op laptops, tablets en smartphones.
PKI-certificaten worden herkend in veel standaard toepassingen, zoals webbrowsers en e-mailpakketten. Met behulp van algemene PKI-certificaten is de informatie die personen en organisaties over het internet sturen, op een hoog niveau beveiligd.
PKIoverheid-certificaten bieden aanvullende zekerheden. Een digitaal certificaat van PKIoverheid (Public Key Infrastructure voor de overheid) waarborgt op basis van Nederlandse wetgeving de betrouwbaarheid van informatie-uitwisseling via e-mail, websites of andere gegevens-uitwisseling.
PKIoverheid-certificaten worden gebruikt bij:
Wanneer er gebruik gemaakt wordt van cryptografische sleutels dan dient het sleutelbeheer te zijn georganiseerd. Het gaat dan met name om de bescherming van de sleutels, het inrichten van de beheerrollen en de recovery mogelijkheden. Een sleutelbeheersysteem moet er minimaal voor zorgen dat sleutels niet onversleuteld op de servers te vinden zijn.
Bij gebruik van digitale handtekeningen als middel om de authenticiteit en integriteit van elektronische documenten te waarborgen, worden alle sleutels afdoende beveiligd tegen wijziging en vernietiging. Ook worden persoonlijke sleutels (private keys) beschermd tegen onbevoegde openbaarmaking.
Uitbesteding ontwikkeling van (informatie)systemen
In deze situatie ontwikkelt de organisatie niet zelf een (informatie) systeem, maar besteedt het ontwikkel- en productiewerk uit. De organisatie gaat vervolgens over tot aanschaf van het (informatie) systeem of afname van een dienst. Bij uitbesteding van de ontwikkeling van (informatie)systemen wordt rekening gehouden met:
De beschrijving van de dienst is opgenomen in de overeenkomst. Verwijzing per geleverde dienst naar de betreffende service level specificaties. Denk hierbij aan een concrete beschrijving van diensten, servicetijden (normale servicetijden, weekends, feestdagen en vakantiedagen), service beschikbaarheid, responstijden, oplostijden et cetera.
De beschrijving van de overlegstructuren, de contactpersonen en de onderlinge communicatie is opgenomen in de overeenkomst. Vastleggen wanneer gestructureerd overleg plaatsvindt, wie aan dit overleg deelnemen. Ook zal een overzicht opgenomen moeten worden van alle contactpersonen en verantwoordelijken bij escalatie of calamiteiten (escalatiematrix).
Of ingeval van een webapplicatie tenminste jaarlijks penetratietesten worden uitgevoerd waarbij uitgangspunt is dat de leverancier de organisatie in staat stelt om aan haar verplichtingen als verantwoordelijke, voortvloeiend uit de aan de DigiD gekoppelde wet- en regelgeving, en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te voldoen.
De hardening van alle systemen maar met name de internet facing systemen dient strak te zijn geregeld. Voor de webapplicaties en systemen geldt: alles dat open staat moet een reden hebben en alles dat open staat moet secure worden aangeboden.
De hardening van interne systemen mag minder stringent. Voor interne systemen moeten de managementfuncties secure zijn, er geen onveilige protocollen worden gebruikt, de default wachtwoorden zijn gewijzigd, en ongebruikte applicaties worden verwijderd.
Systeem hardening is een leverancier specifiek proces, aangezien de verschillende leveranciers het systeem op verschillende manieren configureren en voorzien van verschillende diensten tijdens het standaard (default) installatie proces. Alle componenten van de IT-infrastructuur moeten deel uitmaken van het hardingsproces.
Voorbeelden van risico’s die door hardening teniet worden gedaan zijn:
Speciale aandacht krijgen hierbij de websites van de organisatie. Aangezien niet langer gebruikte websites of verouderde informatie die toegankelijk is via het internet een beveiligingsrisico opleveren dient de organisatie deze informatie te (laten) verwijderen. De organisatie en meer in het bijzonder de eigenaar van de specifieke website is hiervoor verantwoordelijk.
Bewerkstelligen dat informatieveiligheid gebeurtenissen en zwakheden, die verband houden
met informatiesystemen zodanig kenbaar worden gemaakt dat tijdig corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.
Formele procedures voor rapportage van gebeurtenissen en escalatie. Alle werknemers, ingehuurd personeel en externe gebruikers zijn op de hoogte van deze procedures voor het rapporteren van de verschillende soorten gebeurtenissen en zwakke plekken die invloed kunnen hebben op de beveiliging van de bedrijfsmiddelen.
Definitie beveiligingsincident
Een beveiligingsincident is een gebeurtenis waarbij de mogelijkheid bestaat dat de beschikbaarheid, de integriteit of de vertrouwelijkheid van informatie of informatiesystemen in gevaar is of kan komen.
Hierbij staat beschikbaarheid voor de garanties over het afgesproken niveau van dienstverlening en over de toegankelijkheid en bruikbaarheid van informatie op de afgesproken momenten. Integriteit staat voor de juistheid, volledigheid en tijdigheid van informatie(systemen). Vertrouwelijkheid heeft betrekking op exclusiviteit van informatie en de privacybescherming. Hiermee wordt bedoeld dat uitsluitend gemachtigden toegang mogen hebben tot informatie(systemen).
Voorbeelden van beveiligingsincidenten zijn: besmettingen met virussen en/of malware, pogingen om ongeautoriseerd toegang te krijgen tot informatie of systemen (hacken), niet beschikbaar zijn van de website met dienstverlening portaal, verlies van usb-stick met gevoelige informatie, diefstal van data of hardware of een gecompromitteerde mailbox.
Procedure melding en omgang beveiligingsincidenten
Er is een procedure voor het rapporteren van beveiligingsgebeurtenissen vastgesteld, in combinatie met een reactie- en escalatieprocedure voor incidenten, waarin de handelingen worden vastgelegd die moeten worden genomen na het ontvangen van een rapport van een beveiligingsincident. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
Onderdeel van deze procedure of naast deze veiligheidsincidenten procedure stelt de organisatie een procedure vast voor het melden van datalekken inclusief een beslisboom inzake de meldplicht en zorgt de organisatie dat deze bekend is gemaakt. Van Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is er sprake van een datalek als de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen niet hebben gefunctioneerd en de persoonsgegevens blootgesteld zijn aan een aanmerkelijke kans op verlies of onrechtmatige verwerking. Hier kan het ook gaan over een hack, diefstal van een laptop, een verkeerd geadresseerd mailbericht, etc. Ook indien er wel sprake is van een voldoende beveiligingsniveau kan er dus sprake zijn van een meldplicht datalek.
Beveiligingsincidenten worden afgehandeld conform onderstaand incidenten-classificatieschema.
Het voorkomen van onderbreking van activiteiten van de IT-infrastructuur en het beschermen van de kritische bedrijfsprocessen tegen de effecten van ingrijpende storingen of calamiteiten.
Een beheerproces voor het waarborgen van de bedrijfscontinuïteit, waarmee de gebruikers, binnen een vastgestelde periode na het optreden van een beveiligingsincident of calamiteit, op aanvaardbaar niveau hun taken kunnen hervatten.
Proces van continuïteitsmanagement
Er is een beheerproces vastgesteld om de bedrijfscontinuïteit van de organisatie als geheel te waarborgen. Het proces kent de volgende onderdelen:
Elk organisatieonderdeel stelt een plan voor Business Continuity Management (BCM) (bedrijfscontinuïteitsbeheer) op. In het continuïteitsplan worden de maatregelen beschreven waarmee de essentiële bedrijfsprocessen van een afdeling na een onderbreking of verstoring voortgezet of tijdig hersteld kunnen worden. In de continuïteitsplannen wordt minimaal aandacht besteed aan:
Indien interne of externe uitwijk is gerealiseerd, wordt minimaal jaarlijks een uitwijktest uitgevoerd. De uitwijkprocedures zijn ondergebracht in het draaiboek uitwijk.
Relatie met nood- en ontruimingsplan
De gemeenten zorgen voor het vaststellen van een ontruimingsregeling voor de computerruimte(n). Dit in aansluiting op het algemene noodplan en ontruimingsplan. Hierin is aangegeven op welke wijze de computerfaciliteiten worden uitgeschakeld bij calamiteiten, eventueel van buitenaf op afstand te regelen.
Voor alle systeemsoftware en informatiesystemen moet een afweging gemaakt worden of de broncodes door middel van bijvoorbeeld een Escrow-contract bij derden moeten worden ondergebracht.
Voor alle relevante IT-middelen wordt het capaciteitsbeslag dusdanig gepland dat continu wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden vanuit de afspraken met de afnemers van het systeem. Performance problemen worden tijdig gesignaleerd en geanalyseerd op basis van betrouwbare gegevens.
Het voorkomen van schending van strafrechtelijke of civielrechtelijke wetgeving, wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen of beveiligingseisen en waarborgen dat systemen en processen voldoen aan het beveiligingsbeleid van de organisatie.
Maatregelen en procedures waarmee naleving van wetten, verplichtingen en beveiligingseisen uit het beleid van de organisatie bewaakt wordt.
Organisatorische uitgangspunten
Het verbeteren van de kwaliteit van informatieveiligheid is een continu proces en onderdeel van alle processen waarin wordt gewerkt met gevoelige informatie. Informatieveiligheid is een kwaliteitskenmerk van het primaire proces, waarop het management van elke afdeling stuurt. De kwaliteit wordt gemeten aan:
ENSIA beoogt de ontwikkeling en implementatie van een optimaal ingerichte verantwoordingssystematiek voor informatieveiligheid, gestoeld op de BIG (Baseline Informatieveiligheid Gemeenten).
Periodiek wordt de kwaliteit van informatieveiligheid onderzocht. Bijvoorbeeld door eigen auditors, onafhankelijke externen, audits, onderzoeken of zelfevaluaties. Jaarlijks worden meerdere audits/onderzoeken/zelfevaluaties uitgevoerd. De bevindingen worden gebruikt voor de verdere verbetering van de informatieveiligheid.
In de P&C cyclus wordt gerapporteerd over informatieveiligheid aan de hand van het ‘in control’ statement.
Naleving van informatieveiligheidsbeleid en -plan
Om de naleving van de beveiligingseisen uit het informatieveiligheidsbeleid en -plan te bewaken, legt de procesverantwoordelijke adequate organisatorische en procedurele afspraken vast. Kernelementen in het controle- en evaluatieproces zijn:
Naleving van wettelijke voorschriften
Relevante eisen uit wet- en regelgeving en contractuele eisen moeten voor ieder (informatie)systeem zijn vastgelegd. Er wordt deskundig advies over specifieke juridische eisen ingewonnen bij de juridische adviseur(s). Conform de Archiefwet (De wettelijke plicht voor een gemeentelijk documentair structuurplan (DSP) is afgeschaft, maar het blijft verplicht om als organisatie de archiefbescheiden (document-, proces- of zaakgericht) te ordenen) beschikt de organisatie over een systeem waarin opslag, bewaartermijn en vernietiging van gegevens en informatie in analoge en digitale vorm is geregeld.
Aan de bescherming van persoonsgegevens stelt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) duidelijke eisen. De organisatie stelt een Privacy officer en een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aan, die de uitvoering en de naleving van de AVG bewaken.
De procesverantwoordelijke leidinggevenden zorgen voor de controle en evaluatie op de naleving van wettelijke voorschriften van het informatieveiligheidsbeleid. Zij beoordelen of alle beveiligingsprocedures binnen hun verantwoordelijkheidsgebied correct worden uitgevoerd en of hun processen en (informatie)systemen voldoen aan relevante wet- en regelgeving, beveiligingsbeleid, normen en andere beveiligingseisen. Zij controleren de naleving van technische normen door productiesystemen te onderzoeken op de effectiviteit van de geïmplementeerde beveiligingsmaatregelen, bijvoorbeeld door het uitvoeren van een security scan. Daarnaast worden controles uitgevoerd door externe auditors (bv BRP-, SUWI- en BAG-audit en de externe accountant) of door middel van zelfevaluaties.
Afdelingsoverstijgend informatiesysteem (AIS)
Systeem dat door meer dan één afdeling wordt gebruikt en waarin gegevens van meerdere organisatieonderdelen worden vastgelegd
Audit (informatieveiligheids-)
Het door een onafhankelijke deskundige kritisch beoordelen van de opzet, het bestaan en de werking van de (beveiligings-) voorzieningen en de organisatie voor informatietechnologie op betrouwbaarheid, doeltreffendheid en doelmatigheid
Verificatie van de geclaimde identiteit, bijvoorbeeld door gebruik van wachtwoord, token, biometrie of een combinatie hiervan
Toekenning / toekennen van rechten ( aan (groepen van) personen, processen en/of systemen)
Reservekopie van een computerbestand of programmatuur
Van essentieel belang voor de continuïteit van de bedrijfsprocessen
Voorval dat de betrouwbaarheid, beschikbaarheid of vertrouwelijkheid van de Informatievoorziening verstoort, en daarmee de informatieveiligheid kan aantasten
Gebeurtenis die een zodanige verstoring van de geautomatiseerde gegevensverwerking tot gevolg heeft, dat aanzienlijke maatregelen moeten worden genomen om het oorspronkelijke werkingsniveau te herstellen
Beheer en beheersing van alle wijzigingen van componenten van (informatie)systemen en de IT-infrastructuur
Indeling in risicoklassen voor de aspecten beschikbaarheid, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid
Een opgeruimde werkplek waar geen vertrouwelijke of privacygevoelige documenten of andere informatiebronnen rondslingeren
Een uitgeschakeld of afgesloten beeldscherm dat alleen met een inlogprocedure weer actief gemaakt kan worden
Het begrip waarmee wordt aangeduid dat een persoon of organisatie werkt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
Beheer en beheersing van de samenstelling en de status van de ICT infrastructuur en de (informatie)systemen die er gebruik van maken
Overzicht van de onderdelen waaruit een (informatie)systeem is opgebouwd
De mate waarin bedrijfsprocessen ongestoord doorgang kunnen hebben
Stelsel van samenhangende activiteiten, mensen en middelen met als doel de continuïteit van de (kritische) bedrijfsprocessen te waarborgen
Een bestand waarin gedigitaliseerde gegevens op een gestructureerde manier zijn opgeslagen en bevraagd kunnen worden
De eigenaar van een proces of een systeem is vanuit het informatieveiligheidsbeleid verantwoordelijk voor het stellen van eisen en de inrichting van de controle hierop, zodat voldaan wordt aan het informatieveiligheidsbeleid en aan de wettelijke eisen.
ENSIA is een verantwoordingssystematiek voor informatieveiligheid, gestoeld op de BIG (Baseline Informatieveiligheid Gemeenten). Dit systematiek biedt de mogelijkheid in één keer effectief verantwoording af te leggen over de volle breedte van de BIG (BRP, PUN, DigiD, BAG, BGT en SUWI) doordat het niet alleen aansluit maar ook verbindt.
Specifiek in de softwaresector wordt escrow aangewend ter vrijwaring van de belangen van de software klant indien die zich wil indekken tegen bepaalde risico's in hoofde van de softwareleverancier (het meest gevreesde daarbij wellicht het faillissement van de leverancier).
De softwareleverancier zal de broncode van de software (en de bijbehorende documentatie) in bewaring geven bij de escrow agent, en deze broncode regelmatig updaten indien nieuwe versies op de markt gebracht worden. Indien de leverancier dan failliet zou gaan, heeft de klant tenminste de broncode van haar applicatie en kan zij alsnog trachten haar applicatie aan de praat te houden.
Het scheiden van gerelateerde taken en bevoegdheden met als doel het voorkomen van fouten en fraude
Beveiliging die met behulp van fysieke (bouwkundige, technische en/of organisatorische) middelen gerealiseerd wordt
Verbinding tussen verschillende netwerken waarop wordt bijgehouden welke computers c.q. protocollen met elkaar verbonden mogen worden
Gebruiker / gebruikende partij
Degene die geautoriseerd gebruik maakt van een (informatie)systeem
Een fysiek object waarin/waarop informatie is vastgelegd, bijvoorbeeld een boek, harde schijf, DVD of USB-stick
Handeling of geheel van handelingen met betrekking tot gegevens
Het proces van het beveiligen van een systeem en het verminderen van kwetsbaarheden door middel van het reduceren van bijvoorbeeld (onbenodigde) software, functies, gebruikersnamen, logins of diensten. (Deze zouden namelijk toegang tot het systeem kunnen genereren via achterdeurtjes).
Informatie- en communicatietechnologie (IT)
Het vakgebied dat zich bezighoudt met informatiesystemen, telecommunicatie en computers.
Hieronder valt het ontwikkelen en beheren van systemen, netwerken, databanken en websites. Ook het onderhouden van computers en programmatuur en het schrijven van administratieve software valt hieronder. Vaak gebeurt dit in een bedrijfskundige context.
Onderdeel van de informatie- en communicatie infrastructuur, zoals netwerk, bekabeling, servers, werkstations.
Bepaling van de identiteit van een persoon, bijvoorbeeld door een unieke gebruikersnaam of netwerkadres
Onverwachte of ongewone gebeurtenis
Beheer en beheersing van de afhandeling van incidenten
Samenhangend stelsel van activiteiten, methoden en middelen ter waarborging van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid.
Strategie van een organisatie met betrekking tot informatieveiligheid.
Informatieveiligheidscontroller
Medewerker die zich richt op de verbijzonderde interne controle op de naleving van het informatieveiligheidsbeleid en de escalatie van beveiligingsincidenten.
Coördinator informatieveiligheid
Medewerker die organisatiebreed adviseert over informatieveiligheidsvraagstukken in brede zin en activiteiten op het gebied van informatieveiligheid coördineert
Een samenhangende, gegevensverwerkende functionaliteit voor de besturing of ondersteuning van één of meer bedrijfsprocessen
Document waarin beschreven staat welke beveiligingsmaatregelen getroffen worden/zijn op basis van het informatieveiligheidsbeleid
Het geheel aan processen, bestaande uit het verzamelen, het opslaan, het verwerken van gegevens en het beschikbaar stellen ervan
Information Technology Infrastructure Library (ITIL)
Een referentiekader voor het inrichten van de beheerprocessen binnen een IT-organisatie. ITIL is geen methode of model, maar eerder een reeks van best practices (de beste praktijkoplossingen) en concepten.
Logische (toegangs)beveiliging
(Toegangs)beveiliging die met behulp van programmatuur gerealiseerd wordt
Fysiek afgegrensd, instelling gebonden netwerk
Op specifiek (deel)proces toegesneden programmatuur
Een verzameling objecten voor communicatie tussen tenminste twee knooppunten van apparatuur en programmatuur, waarbij gebruik gemaakt wordt van voorgeschreven communicatieprotocollen
Unieke identificatie van een element in een netwerk
Overzicht van de objecten waaruit het netwerk bestaat en de relaties tussen deze objecten
Document waarin beschreven staat welke acties een organisatieonderdeel moet ondernemen in een noodsituatie
Document waarin beschreven staat op welke wijze een gebouw ontruimd moet worden in een noodsituatie
Een methodiek die wordt gebruikt in de IT. Dit geeft een pad aan dat wordt doorlopen tijdens onder andere software ontwikkeling of het implementeren van nieuwe applicaties.
Het pad dat wordt doorlopen is als volgt: Een programma of component wordt eerst ontwikkeld in de ontwikkelomgeving. Als de programmeur denkt klaar te zijn wordt het gekopieerd naar de testomgeving. Daar kan gecontroleerd worden of het programma of component naar behoren werkt en of het goed kan communiceren met zijn omgeving. Als het goed is bevonden wordt het gekopieerd naar de acceptatieomgeving. Dit is een omgeving waar een gebruiker in kan kijken maar waar normaal gesproken geen gebruikers bij kunnen. De gebruiker kan dan beoordelen of aan zijn eisen en specificaties is voldaan. Indien de gebruiker het programma of component goedkeurt wordt het gekopieerd naar de productieomgeving waar het gebruikt kan worden door alle gebruikers van het systeem.
PKI (Public Key Infrastructure)
Een Public Key Infrastructure (PKI) is een systeem waarmee uitgiften en beheer van digitale certificaten kan worden gerealiseerd. Een onafhankelijke partij waarborgt de integriteit en authenticiteit van het certificaat. Hiermee wordt gegarandeerd dat de identiteit van de certificaat bezitter klopt (“je bent wie je zegt dat je bent”) en dat gegevens veilig kunnen worden uitgewisseld.
Medewerker die adviseert over privacybescherming en activiteiten ter bescherming van persoonsgegevens en privacy coördineert
Een samenhangende serie activiteiten ten behoeve van een van tevoren bepaald doel
Procesverantwoordelijkheid / procesverantwoordelijke
Verantwoordelijkheid / verantwoordelijke voor het geheel van activiteiten van een bepaald proces
Herstel van een computerbestand of programmatuur
Methode die informatie oplevert over de schadeverwachting van bepaalde gebeurtenissen
Het bepalen van de weg die berichten volgen Security scan Gericht onderzoek naar de mate van implementatie van beveiligingsmaatregelen
Schriftelijke overeenkomst tussen een aanbieder (service provider) en een afnemer (klant) van bepaalde diensten
Programmeerbare telefoon die voor vele uiteenlopende doeleinden gebruikt kan worden, zoals internet
Simple Network Management Protocol: een protocol voor netwerk management en beheer
Een verzameling van één of meer samenhangende objecten met tezamen een gespecificeerde functionaliteit. Objecten kunnen zowel fysiek (computersysteem) als logisch (besturingssysteem) zijn
Verantwoordelijke voor een (informatie)systeem
Hulpprogramma voor beheer en onderhoud van (informatie)systemen en IT-infrastructuur
Interne klok in een computersysteem
Recht op het gebruik van of toegang tot (een onderdeel van) een (informatie)systeem
Fundamentele, ondersteunende programmatuur die behoort tot de technische infrastructuur van een (informatie)systeem
Thuis of op een andere locatie werken op het netwerk van de organisatie met behulp van een externe lijnverbinding
Verklaring van een onafhankelijke derde partij die door betrokken partijen vertrouwd wordt
Toepassingsprogrammatuur die via een internetbrowser benaderd kan worden
Bijlage rollen informatieveiligheidsorganisatie
Zie document Bijlage Beveiligingsrollen gemeente Eersel
Aldus vastgesteld op 29 januari 2019
Burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel
De secretaris, H.M.L. offermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-26485.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.