Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2019, 263700 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2019, 263700 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het directieteam van team personeel en organisatie van de gemeente Lingewaard houdende regels (Vakantie- en verlofregeling gemeente Lingewaard)
Gelet op artikel 1:1 CAR-UWO gelden de volgende aanvullende begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze regeling wordt daarbij verstaan onder:
De ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a CAR-UWO.
De betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm CAR-UWO.
De betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm CAR-UWO
Artikel 2 Aanspraak vakantieverlof (conform CAR-UWO 6:1 en 6:2)
De regeling is van toepassing op het vaste en tijdelijke personeel van de Gemeente Lingewaard. De ambtenaar heeft ieder kalenderjaar recht op vakantie met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n).
Een medewerker met een volledige betrekking heeft overeenkomstig artikel 6:2 CAR-UWO ten minste recht op 144 vakantie-uren per kalenderjaar.
Voor de deeltijder wordt de duur van de vakantie naar evenredigheid verminderd. Alle op grond van deze regeling eventueel toe te wijzen verlofrechten worden berekend aan de voor hem geldende deeltijdfactor.
Een medewerker die gedurende het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:2:3, eerste lid CAR-UWO naar rato van het aantal gewerkte maanden recht op vakantieverlof.
Artikel 3 Vermeerdering vakantieverlof (CAR-UWO art.6:2)
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:2 geeft het college algemene regels met betrekking tot de duur van de vakantie. De volgende opties wanneer vermeerdering van het basis vakantieverlof aan de orde kan zijn.
Lid 1 Op grond van onregelmatige dienst of consignatie (CAR-UWO art.6:2:1 lid 4)
Het basisverlof zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2 wordt verhoogd met 14,4 uur indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt, bedoeld in de artikelen 3:11 en 3:13 van de CAR-UWO. Ook geldt dit indien de ambtenaar regelmatig en in belangrijke mate verplicht is zich buiten de voor de betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden. De leidinggevende beoordeelt in hoeverre aan de gestelde voorwaarden van toekenning wordt voldaan.
Voor 1 november kan de ambtenaar verzoeken in het daaropvolgende kalenderjaar de arbeidsduur per jaar te mogen overschrijden met – bij een volledige betrekking – een maximum van 50,4 uren en deze uren om te zetten in vakantie als bedoeld in het eerste lid. Voor de deeltijder wordt dit naar rato berekend.
Lid 3 Vermeerdering vakantieverlof op grond van volbrachte diensttijd (lokaal)
Het basis vakantieverlof wordt op grond van de in de loop van een kalenderjaar bereikte leeftijd of volbrachte diensttijd over dat jaar vermeerderd als volgt:
De opbouw van de laatste twee leeftijdsverlofdagen (50 en 55 jaar) vervalt voor personeel dat na 31-12-1996 in dienst is getreden.
Artikel 4 Verlof op lokaal aangewezen dagen / feestdag
Naast de landelijke feestdagen (nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag en beide kerstdagen) gelden voor de gemeente Lingewaard de volgende dagen als feestdag: de Goede vrijdag en 5 mei (Bevrijdingsdag).
Voor zover de dienst dit toelaat wordt er naast de in het bovengenoemde artikel genoemde dagen niet gewerkt op jaarlijks aan te wijzen brugdagen, waarop de openbare dienst van de gemeente is gesloten. Hiervoor wordt vakantieverlof ingehouden bij de medewerkers.
Indien op een aangewezen brugdag - als genoemd in het voornoemde lid - in dienstopdracht werkzaamheden worden verricht, vindt compensatie plaats zoals geregeld is voor een reguliere werkdag.
Per kalenderjaar worden er, na goedkeuring door de OR, maximaal vier brugdagen aangewezen.
Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt één werkdag bij een volledige betrekking gelijk gesteld aan 7,2 vakantie-uren.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt bij het opnemen van vakantieverlof het aantal vakantie-uren afgeschreven, dat de medewerker op de betreffende dag(en) feitelijk zou moeten werken. Hierbij wordt gekeken naar het rooster of de vastgelegde basisafspraken tussen leidinggevende en medewerker.
De vakantie kan worden opgesplitst, maar wordt als regel voor ten minste 2/3 deel, en in elk geval één maal per jaar voor ten minste tien werkdagen, aaneensluitend verleend.
De vakantie wordt desverlangd zoveel mogelijk, in het bijzonder voor wat betreft de aaneengesloten periode zoals bedoeld in lid 3, verleend in het tijdvak van 1 mei tot 1 oktober.
Het verlof dient vooraf bij de leidinggevende te worden aangevraagd. In beginsel wordt de vakantie op verzoek van de ambtenaar verleend, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.
Artikel 6 Niet opgenomen vakantieverlof
Indien de medewerker met een volledige betrekking in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantieverlof geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen en het aantal niet genoten vakantie-uren niet meer dan 50 uur (bij een voltijd dienstverband. Voor de deeltijder geldt dit naar rato) bedraagt, worden deze vakantie-uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. De desbetreffende medewerker hoeft hiervoor geen verzoek in te dienen.
Wanneer er meer dan 50 uur vakantie-uren resteren aan het eind van het kalenderjaar dient de medewerker een gemotiveerd verzoek in bij de werkgever om meer uren te mogen overboeken naar het volgende kalenderjaar.
De werkgever neemt een beslissing op het verzoek zoals bedoeld in lid 2.
De leidinggevende van de medewerker maakt afspraken met de medewerker in verband met het inplannen van opname van vakantie-uren, meer dan 50 uur.
Artikel 7 Verval- en verjaringstermijn
De werkgever stelt de medewerker in de gelegenheid om vakantieverlof dat resteert vanwege toepassing artikel 7 lid 2 van deze regeling in het kalenderjaar volgend waar op het is ontstaan op te nemen.
Wanneer de medewerker hier geen gebruik van maakt dan wordt toepassing gegeven aan de artikelen 6:2a en 6:2b van de CAR-UWO. Dit betekent dat het niet opgenomen vakantieverlof kan vervallen of verjaren.
De bepalingen van de CAR-UWO over arbeidsduur, werktijden, overwerk, vakantie zijn onverminderd van toepassing op deze regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-263700.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.