Bijlage 1 Beleidsregel B079 bijzondere bijstand 18 t/m 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend.
Omschrijving van de kosten
Indien en voor zover een persoon van 18, 19 of 20 jaar die niet in een inrichting verblijft hogere bestaanskosten heeft dan waarin zijn bijstandsnorm voorziet, en indien de middelen van zijn ouders ontoereikend zijn of hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken, kan het college op grond van artikel 12 Participatiewet aanvullend bijzondere bijstand verlenen.
Doelgroep: jong meerderjarigen
De 18- tot en met 20-jarige die geen of onvoldoende beroep kan doen op zijn ouders voor de noodzakelijke kosten van het bestaan, komt in aanmerking voor (aanvullende) bijzondere bijstand voor de kosten van levensonderhoud. Een 18- tot en met 20-jarige kan in ieder geval geen of onvoldoende beroep op de zorgplicht van de ouders doen als:
- a.
de onderhoudsplichtige ouder of ouders zijn overleden;
- b.
de jongere in het kader van de Jeugdwet buiten het gezinsverband van de ouder of ouders is geplaatst;
- c.
de ouders onvindbaar of niet bereikbaar zijn;
- d.
er sprake is van een ernstig verstoorde relatie met de ouder(s).
Een aanvraag voor bijzondere bijstand voor levensonderhoud voor jong meerderjarigen wordt, analoog aan artikel 41 lid 4 Participatiewet, niet eerder ingediend dan vier weken na datum melding en wordt niet eerder dan vier weken na die melding door het college in behandeling genomen.
Hoogte bijzondere bijstand
De algemene bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar wordt – mits voldaan aan de voorwaarden- zodanig aangevuld met bijzondere bijstand voor levensonderhoud, dat de hoogte van de totale bijstandsuitkering (norm algemene bijstand + bijzondere bijstand op grond van artikel 12 Participatiewet) nooit méér kan bedragen dan de bijstandsuitkering die in een vergelijkbare situatie zou gelden voor personen van 21 jaar of ouder.
Verlaging
Het college ziet aanleiding om de bijzondere bijstand lager vast te stellen indien er sprake is van:
- •
- •
- •
recente beëindiging van een opleiding.
Het bedrag van de verlaging wordt op de bijzondere bijstand in mindering gebracht.
Vorm bijstand
De bijzondere bijstand wordt “om niet” verleend.