Gemeenteblad van Heemskerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heemskerk | Gemeenteblad 2019, 251110 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heemskerk | Gemeenteblad 2019, 251110 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent wet Bibob (Beleidsregel Wet Bibob gemeente Heemskerk 2019’)
Beleidsregel Wet Bibob gemeente Heemskerk 2019
Het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk en de burgemeester van Heemskerk ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft voor de Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur.
Overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden:
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna ‘Wet Bibob’) is op 1 juni 2003 in werking getreden. Per 1 juli 2013 is de Wet Bibob verruimd en in het najaar van 2019 staat een nieuwe verruiming op de planning.
De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. De gemeente beoogt met toepassing van de Wet Bibob te voorkomen dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast. Door de inzet van de Wet Bibob wordt tevens de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.
De Wet Bibob heeft betrekking op de volgende sectoren:
Uitgangspunten Wet Bibob algemeen
De beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit zijn belangrijke uitgangspunten van de Wet Bibob. Het Bibob instrumentarium moet worden gezien als een ultimum remedium. De toepassing van de Wet Bibob is een aanvullend middel op bestaande mogelijkheden om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren of een subsidie in te trekken. De gemeente dient nadrukkelijk eerst andere mogelijkheden te benutten die de reguliere wetgeving biedt.
De reikwijdte van de Wet Bibob strekt zich uit tot de sectoren waarvan de dreiging van criminele activiteiten en inmenging het grootst is. Meer specifiek worden deze sectoren benoemd in de Wet Bibob zelf en zijn deze bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zijn aangewezen (Besluit Wet Bibob).
Op grond van de Wet Bibob is het mogelijk een diepgaand onderzoek te doen naar de achtergrond (antecedenten/verdenkingen) van een persoon of onderneming. Het onderzoek is met name gericht op de organisatiestructuur en de financiële huishouding van de persoon of onderneming. Ook wordt gekeken met wie de persoon of onderneming een zakelijk samenwerkingsverband mee heeft of heeft gehad. Door middel van een eigen onderzoek door de gemeente en optioneel een ondersteuning door het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (hierna: het RIEC) en/of adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob (hierna: het LBB) krijgt de gemeente zicht op integriteit van de persoon/onderneming.
Er zijn gronden om een vergunning, een gunning, een subsidie of vastgoedtransactie te weigeren of in te trekken indien er een ernstig gevaar bestaat dat deze wordt gebruikt om uit strafbare feiten verkregen vermogen te benutten (de zogenaamde a-grond) of om strafbare feiten te plegen (de zogenaamde b-grond). Dit is geregeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Het is de eigen beslissing en verantwoordelijkheid van de gemeente om het Bibob-instrument toe te passen. Vanwege de grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid bij de toepassing van de Wet Bibob verdient het de voorkeur dat de toepassing plaatsvindt op basis van een beleidsregel, waarin de gemeente als bestuursorgaan duidelijk aangeeft op welke wijze de Wet Bibob door de gemeente toegepast zal worden. Dit schept duidelijkheid naar de burgers en ondernemingen die mogelijkerwijs aan een Bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient – juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument – weloverwogen en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol.
Heemskerks Bibob beleid: standaard- of kan-bepaling
In de beleidsregel wordt een onderscheid gemaakt tussen beschikkingen (vergunningen en subsidies) en privaatrechtelijke transacties (vastgoed- en grondtransacties). Per type beschikking en privaatrechtelijke transactie wordt aangegeven hoe het Bibob instrumentarium wordt toegepast. De Bibob toepassing is standaard of signaal gestuurd (kan-bepaling) van aard.
Onder standaard wordt verstaan dat in alle gevallen een Bibob-toets wordt gedaan omdat dat type vergunning branchegevoelig is. Indien in de beleidsregel branches en optioneel gebieden moeten worden aangepast –bijvoorbeeld naar aanleiding van een gebiedsscan van de politie of een criminaliteitsbeeldanalyse van het RIEC- wordt hierover een besluit genomen door de burgemeester of het college.
Signaal gestuurd (kan-bepaling) houdt in dat bij signalen op basis van eigen onderzoek of signalen van partners die samenwerken in het RIEC-verband zoals het OM, politie en belastingdienst een Bibob-toets wordt uitgevoerd.
Schematisch overzicht toepassingsbereik Wet Bibob gemeente Heemskerk
In gevallen waarin deze beleidslijn niet voorziet v.w.b. de toepassing van de Wet Bibob, terwijl er wel signalen c.q. bezwaren c.q. ernstige vermoedens zijn m.b.t.:
dient de gemeente Heemskerk per geval de afweging te maken of men de Wet Bibob alsnog toepast.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Bibob-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen ontleend aan de Wet Bibob aanwezig zijn om de vergunning te weigeren of er voorschriften aan te verbinden, respectievelijk tijdens de termijn van de beschikking deze in te trekken of de overheidsopdracht of vastgoedtransactie tijdens de looptijd te ontbinden;
De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. De gemeente beoogt met toepassing van de Wet Bibob te voorkomen dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast. Door de inzet van de Wet Bibob wordt tevens de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.
Artikel 3. Risicogebieden en –branches
Het bestuursorgaan kan risicogebieden en/of –branches in de gemeente aanwijzen waarbinnen de Wet Bibob integraal wordt toegepast. Het gaat hierbij om gebieden of branches die extra aandacht behoeven voor wat betreft leefbaarheid en veiligheid. Daarnaast gaat het zowel om aanvragers van nieuwe beschikkingen en vastgoedtransacties, als houders van bestaande beschikkingen en contractpartijen in lopende vastgoedcontracten.
Artikel 4. Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe bij een aanvraag om een beschikking op basis van:
Artikel 2:28 van de Apv (exploitatievergunning openbare inrichtingen) indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel een verlenging van de vergunning.
In de situatie dat een betrokkenaanvrager in de periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag, een vergunning heeft aangevraagd bij de gemeente waarbij het Bibob vragenformulier al is ingediend, hoeft niet het gehele vragenformulier opnieuw ingevuld te worden, maar kan volstaan worden met het afleggen van een verklaring dat zich geen wijzigingen hebben voorgedaan op financieel en organisatorisch/juridisch gebied.
Indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC, die een aanleiding vormen -onder andere door gebruik van de indicatorenlijst- om te vermoeden dat de beschikking zal worden misbruikt, dan zal het bestuursorgaan de Wet Bibob toepassen bij:
artikel 3:3 van de Apv (exploitatievergunning seksinrichting, escortbedrijf), indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel een verlenging van de vergunning.
5. Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe bij een aanvraag om een beschikking van een aangewezen risicobranche of in een aangewezen risicogebied zoals bedoeld in artikel 3.
Artikel 5. Toepassing in bijzondere situaties bij aanvragen om een beschikking
Het bestuursorgaan kan de Wet Bibob ook toepassen:
indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC die een aanleiding vormen om te vermoeden dat de beschikkingen van de in artikel 4 van deze beleidsregel genoemde categorieën, mede zullen worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen.
Bovendien kan een Bibob-toets plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Landelijk Bureau, waaruit enig mate of ernstige mate van gevaar is gebleken dat de vergunning misbruikt wordt voor het plegen van strafbare feiten.
Privaatrechtelijke transacties
Artikel 7. Toepassingsbereik bij vastgoed- en grondtransacties
1. De gemeente kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o, van de Wet Bibob waarbij de gemeente als civiele partij betrokken is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure.
2. In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen waarin onder andere de ontbindende voorwaarden zijn vastgelegd. Op basis van de integriteitsclausule kan een bibob-toets opgestart worden. Afhankelijk van de uitkomst van de Bibob-toets kan overgegaan worden tot een wijziging, ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.
3. Het uitvoeren van de Bibob-toets kan gebaseerd zijn op eigen ambtelijke informatie en/of informatie verkregen van het Landelijk Bureau en/of informatie verkregen van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC en/of de door het Openbaar Ministerie gedane verwijzing naar de mogelijkheid tot het vragen van een advies bij het Landelijk Bureau ingevolge artikel 26 van de Wet Bibob (OM-tip).
In de gevallen, zoals omschreven in de artikelen 4 tot en met 6, moet betrokkene naast de reguliere aanvraagformulieren ook de Bibob vragenformulieren met de bijbehorende bijlagen ingevuld inleveren. De Bibob vragenformulieren bevatten in elk geval vragen, die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.
Weigering om de in het eerste lid bedoelde Bibob vragenformulieren in te vullen c.q. het niet naar waarheid invullen van deze vragenformulieren kan, naast een aangifte van verdenking van overtreden van artikel 225 Wetboek van Strafrecht. (valsheid in geschriften) een grond opleveren om de aanvraag buiten behandeling te laten respectievelijk de beschikking in te trekken dan wel een vastgoedtransactie niet aan te gaan en/of de onderhandelingen af te breken of bij een reeds gesloten overeenkomst deze te ontbinden of op te schorten.
Voordat eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob wordt gestart, zal een aanvraag zo veel als mogelijk eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Awb en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van desbetreffende vergunning.
Het onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob bestaat uit:
het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van de in het vorige artikel bedoelde aanvraag en vragenformulieren en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de aanvrager en de gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de Wet Bibob kan raadplegen.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt, wordt op grond van artikel 31 van de Wet Bibob de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 van de Wet Bibob. (8 weken).
De verlenging van de adviestermijn van het Landelijk Bureau, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Landelijk Bureau in de gevallen als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet Bibob, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-251110.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.