Gemeenteblad van Peel en Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Peel en Maas | Gemeenteblad 2019, 248609 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Peel en Maas | Gemeenteblad 2019, 248609 | Beleidsregels |
Beleidsregels briefadres Peel en Maas
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.45, 2.47 en 2.52 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), de artikelen 4:5, 4:7 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van Binnenlandse Zaken van 7 november 2016.
Overwegende dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres:
In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 3 Voorwaarden aangifte briefadres
Artikel 4 Nadere voorwaarden en verplichtingen
Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:
Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het vijfde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.
Panningen, 7 oktober 2019
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers W.J.G. Delissen-van Tongerlo
Toelichting op de ‘Beleidsregels briefadres Peel en Maas’
Personen die niet beschikken over een woonadres kunnen met een briefadres ingeschreven worden op het adres van de Gemeente Peel en Maas. De bepalingen voor het houden van een briefadres op grond van dakloosheid worden nader toegelicht in artikel 4.
Thuislozen komen alleen in aanmerking voor een briefadres wanneer zij zich niet mogen inschrijven op een adres omdat zij onderhevig zijn aan multi-problematiek. Het uitgangspunt voor het toekennen van een briefadres op grond van thuisloosheid is dat dit een tijdelijke oplossing is om te voorkomen dat personen onder de radar verdwijnen, waarbij tegelijkertijd de mogelijkheid geboden wordt om zaken op orde te krijgen. De bepalingen voor het houden van een briefadres op grond van thuisloosheid worden nader toegelicht in artikel 4.
Redenen die absoluut niet gelden om thuislozen op een briefadres in te schrijven in plaats van op een woonadres zijn veranderingen in huurtoeslag dan wel bijstandsnorm, die zouden ontstaan bij een inschrijving op een woonadres. Ook wordt er geen briefadres verleend omdat men permanent woont in een recreatiewoning of een (bedrijfs)pand zonder woonbestemming. Ook bij andere voorbeelden waarbij (een redelijk vermoeden van) fraude bestaat wordt er geen beschikking tot een briefadres verleend.
Een ‘korte overbrugging tussen twee woonadressen’ is een legitieme reden om een persoon een briefadres toe te kennen. Een voorbeeld casus betreft een scheiding van echtgenoten die samenwonen en waarbij een hiervan nog moet wachten tot hij/zij een nieuw huis kan betrekken. Een ander voorbeeld betreft een persoon die een woning heeft verkocht die al wordt bewoond door de nieuwe eigenaar, terwijl deze persoon zelf nog niet zijn nieuwe huis kan betrekken.
Als een voer- of vaartuig waarin wordt gewoond een vaste stand- of ligplaats heeft, wordt deze (conform wet BRP, artikel 1.1) opgevat als een woonadres. Kortom, als een persoon op een boot woont met een vaste ligplaats in een haven, moet men zich inschrijven op het adres van de haven. Bewoners van voer- of vaartuigen die niet op een vaste plek liggen of staan, maar binnen Nederland rondtrekken, beschikken (conform wet BRP, artikel 1.1) niet over een woonadres en komen daarmee in aanmerking voor een briefadres.
Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroepsuitoefenaars’ hebben vaak geen woonadres omdat dit door de uitoefening van hun beroep niet mogelijk is. Personen die vallen onder deze categorie zijn bijvoorbeeld binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben.
Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Een briefadres kan gekozen worden, wanneer men voor een kortere periode dan acht maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres in Nederland (conform wet BRP, artikel 2.43).
Een persoon die voor een periode van meer dan acht maanden naar het buitenland vertrekt, kan niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP (conform wet BRP, artikel 2.43). In de basisregistratie wordt dan opgenomen dat hij/zij vertrokken is naar het buitenland. In dit geval is de burger verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte wordt de bijhouding van zijn persoonslijst in de basisregistratie opgeschort vanwege emigratie. In dat geval kan dan ook geen briefadres gekozen worden.
Een persoon die beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft waarvoor bij vertrek de redelijke verwachting bestaat dat deze persoon in kwestie niet langer dan twee jaar in het buitenland zal verblijven, hoeft geen aangifte van vertrek te doen. Een voorwaarde is wel dat de betreffende gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland (conform besluit BRP, artikel 29). Oftewel, iemand die korter dan twee jaar verblijft in het buitenland en beroepshalve vaart op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft, kan een briefadres aanvragen (tot maximaal twee jaar).
Deze kwetsbare groep kampt soms met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Daardoor komen mensen uit deze groep hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Dat vergroot de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk. Waar nodig wordt het briefadres ambtshalve toegekend op een adres van een gemeentelijke instelling of van de gemeente zelf.
Degene die verblijft in een instelling voor de gezondheidszorg, een instelling op het gebied van kinderbescherming óf een penitentiaire instelling, kan een briefadres kiezen (conform wet BRP, artikel 2.40). Het college van B&W is bevoegd instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.
Degene die zijn woonadres heeft in een instelling voor de gezondheidszorg, een instelling op het gebied van kinderbescherming óf een penitentiaire instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.
Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.
Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.
Een volledige aangifte van het briefadres moet ingediend worden bij de gemeente Peel en Maas (desgevraagd in persoon) om deze in behandeling te kunnen nemen. Een volledige aangifte omvat:
Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De briefadresaanvrager wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen twee weken na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken (conform Algemene wet Bestuursrecht, artikel 4:5).
Wanneer de aangever niet binnen twee weken aanvult, wordt de aanvraag van het briefadres buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde stukken. De aanvrager wordt hier schriftelijk van op de hoogte gesteld (conform Algemene wet Bestuursrecht, artikel 4:5, vierde lid en artikel 4:7).
Voor de personen bedoeld in artikel 2 lid 1, sub a en g gelden extra voorwaarden voor het doen van aangifte van een briefadres op het adres van de gemeente Peel en Maas:
een ieder die een briefadres wil houden op de grond van artikel 2, lid 1 sub a en g, zal zich onder begeleiding moeten laten stellen van een (naar oordeel van het college van burgemeester en wethouders) erkende hulpverlenende organisatie en blijvend moet voldoen aan de eisen die binnen deze begeleiding gesteld worden;
Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres.
In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4) of omdat de briefadreshouder behoort tot een kwetsbare groep (art 2, lid 1 onder g ), zal de gemeente zelf altijd de afweging maken tot het al dan niet toekennen van een briefadres.
Het is toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is in niet strijd met artikel 2.38 Wet BRP.
Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, moet gekozen worden voor een briefadres.
Uitzondering wordt gemaakt voor zogenaamde verwarde personen en voor personen waarbij naar het oordeel van de burgemeester het om veiligheidsredenen niet wenselijk om betrokkene op zijn woonadres in te schrijven.
Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen. Er wordt niet voldaan aan artikel 5 onder a van deze regel.
Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van 2/3e deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub f.
Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3 lid 8.
Tijdens de aangifte wordt een vermoedelijke termijn van het gebruik van het briefadres vastgesteld. De briefadreshouder wordt na het verlopen van het vermoedelijke termijn van gebruik schriftelijk verzocht opnieuw de benodigde stukken aan te leveren zoals vastgesteld in artikel 3, derde- en vierde lid. Op basis hiervan wordt beoordeeld of men nog rechtmatig een briefadres houdt (conform wet BRP, artikel 2.45 t/m 2.47).
De weigeringsgronden zijn dan ook toepasbaar voor een ambtshalve intrekking van het briefadres. Dit betekent dat een briefadres ingetrokken kan worden wanneer blijkt dat deze wordt gehouden in strijd met een van de in artikel 5 benoemde weigeringsgronden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-248609.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.