Toelichting
Artikel I, onderdeel A en C wijzigen de artikelen 14.4.5 en 19.3.4 naar aanleiding van een aanbeveling
van de Nationale ombudsman.1 Het komt voor dat een belastingschuldige een verzoek tot aanpassing
van de beslagvrije voet doet en daarbij niet de juiste gegevens verstrekt. De ontvanger corrigeert de
beslagvrije voet van de belastingschuldige dan pas als de belastingschuldige de juiste informatie
aanlevert. De wijziging heeft tot gevolg dat de belastingschuldige die niet de juiste gegevens
aanlevert, deze gegevens op verzoek van de ontvanger binnen een redelijke termijn alsnog kan
verstrekken. Als de belastingschuldige dat doet, wordt zijn beslagvrije voet met terugwerkende kracht
aangepast vanaf de eerstvolgende inhouding nadat het oorspronkelijke verzoek tot aanpassing is
gedaan. Met deze beperkte terugwerkende kracht verdwijnt het onderscheid tussen belastingschuldigen die zich melden met de juiste informatie en belastingschuldigen die dat (om wat voor reden dan ook) niet doen. Als de belastingschuldige naar aanleiding van het verzoek van de ontvanger geen informatie aanlevert of verzuimt deze tijdig aan te leveren, blijft het huidige regime van toepassing.
Artikel I, onderdeel B heeft tot doel de inleiding bij artikel 17 aan te sluiten bij de aanhef van artikel
17.1. Artikel 17.1 is per 1 januari 2018 aangepast, waarbij abusievelijk de inleiding van artikel 17 niet is meegenomen. Deze omissie wordt hiermee hersteld.
Artikel I, onderdeel D heeft tot doel een aantal termijnen te uniformeren die in deze leidraad staan.
Voor deze termijnen wordt aangesloten bij de termijn van twee weken die artikel 11 van de wet noemt.
Hierbij wordt een vertaalslag gemaakt van de in de wet genoemde twee weken naar veertien dagen.
Artikel I, onderdeel E verduidelijkt dat geen administratief beroep open staat tegen de eenzijdige
beslissing van de ontvanger om (voorlopig) geen invorderingsmaatregelen meer te nemen.
Artikel I, onderdeel F verduidelijkt dat de ontvanger ook een eventuele bate uit een door de curator te
entameren procedure moet meenemen bij de afweging of hij een faillissementsaanvraag indient of
maatregelen treft die moeten leiden tot ontbinding van een rechtspersoon conform artikel 2:19a BW.
Dit is in lijn met de jurisprudentie op dit gebied.2
Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.