Besluit van de raad houdende een wijziging Algemene plaatselijke verordening Woerden 2015

 

De raad van de gemeente Woerden;

 

 

gelezen het voorstel d.d. 23 juli 2019 van:

- burgemeester en wethouders

 

 

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet;

 

 

besluit:

 

 

-in artikel 1:3 de verwijzing naar artikel 2:10A te schrappen;

 

 

-de artikelen 2:10A, 2:10B en 2:10C van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Woerden te vervangen door artikel 2:10 met de volgende inhoud:

“Artikel 2:10 Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op openbare plaatsen in strijd met de publieke functie van de openbare plaats

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • b.

      indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • c.

      in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;

    • c.

      voorwerpen of stoffen waarop gedachten en gevoelens worden geopenbaard.

  • 4.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op de volgende voorwerpen, mits wordt voldaan aan de krachtens het vijfde lid gestelde nadere regels:

    • a.

      terrassen als bedoeld in artikel 2:27;

    • b.

      uitstallingen;

    • c.

      reclameborden;

    • d.

      nader door het college aan te wijzen voorwerpen.

  • 5.

    Het bevoegde bestuursorgaan stelt nadere regels voor de categorieën, bedoeld in het vierde lid.

  • 6.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of de provinciale wegenverordening of het Provinciaal wegenreglement.

  • 7.

    In dit artikel wordt onder bevoegd bestuursorgaan verstaan het college of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.

  • 8.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

 

- in artikel 1:6, onder e, en in de toelichting op artikel 2:15, de verwijzing naar artikel 2:10A te wijzigen in artikel 2:10 en in de toelichting op artikel 2:10A, 2:10A te wijzigen in 2:10.

 

 

- in het tweede lid van artikel 2:28 de volgende tekst te schrappen:

“of indien de aanvrager geen verklaring omtrent het gedrag met betrekking tot de leidinggevende overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de aanvraag is ingediend, is afgegeven.”

 

 

- de tweede zin van artikel 2:29, derde lid, zodanig aan te passen dat dit komt te luiden:

“3. De burgemeester kan in geval van bijzondere omstandigheden andere tijden vaststellen.”

 

 

- aan artikel 2:29 een vierde lid toe te voegen, dat komt te luiden:

“4. Het is verboden een terras voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers te laten verblijven buiten de openingstijden zoals genoemd in het tweede of derde lid. De uitbater dient buiten de openingstijden van het terras er zorg voor te dragen dat het voor bezoekers duidelijk zichtbaar is dat het terras gesloten is.”

 

 

- in artikel 2:34b, eerste lid onder b, onder ii, de volgende tekst te schrappen:

“Het bestuursreglement voor verenigingen blijft overigens wel een verplichting bij de aanvraag van een drank- en horecavergunning en is hier tevens aan gekoppeld. In het reglement dient in elk geval te worden vastgelegd welke normen het bestuur stelt aan de voorlichtingsinstructie die de barvrijwilligers krijgen en hoe wordt toegezien op naleving van het reglement, tevens dienen verenigingen binnen de in dit artikel gestelde kaders zelf beperktere open- en sluitingstijden aan te geven. Deze openings- en sluitingstijden zijn dan geldend en handhaafbaar.”

 

 

- artikel 4:6 zodanig te wijzigen dat dit komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden - buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Activiteitenbesluit - om in de openbare ruimte en de private buitenruimte, toestellen, technische installaties of muziekinstallaties in werking te hebben, waardoor voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Van geluidshinder, zoals bedoeld in het eerste lid, is sprake als het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT, hoger is dan 45 dB(A) tussen 07.00 uur en 19.00 uur, 40 dB(A) tussen 19.00 uur en 23.00 uur en 35 dB(A) tussen 23.00 uur en 07.00 uur op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen van derden en op de grens van geluidsgevoelige terreinen. De geluidsniveaus worden gemeten en beoordeeld conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai,1999.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het verbod ontheffing verlenen en kunnen daarbij geluidsvoorschriften stellen die afwijken van de in het tweede lid genoemde geluidsniveaus en/of van de in het tweede lid genoemde beoordelingspunten.

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening.

  • 5.

    Op de ontheffing in lid 3 is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

  • 6.

    In afwijking van de geluidsniveaus genoemd in het tweede lid, gelden voor installaties bedoeld voor warmte- of koude opwekking de geluidsnormen en meetvoorschriften zoals aangegeven in het Bouwbesluit 2012, herziening 2019/2020 en de Regeling Bouwbesluit. Tot het moment van inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012, herziening 2019/2020, gelden voor deze installaties de bepalingen in het eerste en het tweede lid.

  • 7.

    In afwijking van de geluidsniveaus die volgen uit het zesde lid, kunnen burgemeester en wethouders, voor bestaande installaties bedoeld voor warmte- of koude opwekking, andere geluidsnormen stellen en/of andere beoordelingspunten toekennen.”

 

 

- artikel 4:9a toe te voegen dat komt te luiden:

Artikel 4:9a Verbod ballonnen op te laten

  • 1.

    Het is verboden ballonnen van welk materiaal dan ook op te laten stijgen.

  • 2.

    Onder een ballon wordt mede verstaan: een herdenkingsballon, sfeerballon, papieren ballon, geluksballon of -lampion, vuurballon, Thaise wensballon, dan wel een voorwerp dat door middel van open vuur, helium of andere gassen opstijgt en zonder sturing wegdrijft.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een heteluchtballon, zijnde een luchtvaartuig.”

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 26 september 2019

De griffier, De voorzitter,

drs. M.J.W. Tobeas V.J.H. Molkenboer

Naar boven