Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent parkeervergunningen schil 2015 (Beleidsregels parkeervergunningen schil 2015)
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking heeft plaatsgevonden in De Wijkse Courant op 25 februari 2015.]
AFDELING I DEFINITIES
Artikel01 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt, voor zover niet nadrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder:
a.
aanbieder (autodate): de natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor autodate gebruik ter beschikking stelt, zie ook autodate-organisatie;
b.
aanvrager: degene die een aanvraagformulier invult en ondertekent, met als doel in aanmerking te komen voor een parkeervergunning;
c.
aanvraagformulier: een formulier welke door een aanvrager ingevuld en ondertekend moet worden om in aanmerking te komen voor een parkeervergunning;
d.
aanhangwagen: een voertuig dat is bestemd om achter een motorvoertuig te worden gekoppeld en vervolgens daarmee wordt voortgetrokken;
e.
adres: het adres zoals dit is opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA);
f.
algemene gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E6 uit bijlage 1 van het RVV 1990;
g.
autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen, op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen, te weten; deelnemer(s), en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;
h.
autodate-organisatie: een organisatie die motorvoertuigen voor autodate gebruik ter beschikking stelt
i.
bedrijfsadres: het adres zoals dit is opgenomen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
j.
deelnemer (autodate): een natuurlijke persoon die een overeenkomst heeft gesloten inzake autodate;
k.
eigen parkeergelegenheid / parkeerplaats op eigen terrein: een parkeerplaats zoals bedoeld in artikel 03
l.
exploitant: een natuurlijke of rechtspersoon die een parkeerplaats bezit of exploiteert;
m.
gehandicaptenparkeerkaart: een parkeerkaart waarmee bij alle algemene gehandicaptenparkeerplaatsen geparkeerd mag worden en waarmee in combinatie met een parkeerschijf maximaal drie uur aaneengesloten geparkeerd mag worden op vergunninghouderplaatsen;
n.
geïndiceerde zorg: vaststelling van zorg door een indicatieorgaan, waarbij het indicatieorgaan de noodzakelijke (hoeveelheid) zorg aangeeft;
o.
houder (van een motorvoertuig):
I.
degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Staatsblad 1994, nr. 919) aangehouden register van opgegeven kentekens;
II.
degene die gebruik maakt van een leaseauto, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de kentekenhouder (leasemaatschappij);
III.
de werknemer die (nagenoeg) permanent ten behoeve van zijn werkzaamheden de beschikking heeft over een motorvoertuig van zijn werkgever, zoals blijkt uit een officiële verklaring ter zake van de werkgever.
p.
hulpverlener: het beroepsmatig zorg verlenen aan een persoon of dier;
q.
kampeervoertuig: een caravan of camper;
r.
leasemaatschappij: een bedrijf of organisatie die zich op een professionele manier bezig houdt met autolease en wagenparkbeheer. Hierbij staat centraal dat zij auto’s ter beschikking stellen aan een huurder waarvoor deze een (maandelijkse) vergoeding aan de leasemaatschappij betaald;
s.
machtiging: een schriftelijke verklaring waarin een werkgever de bevoegdheid geeft aan een werknemer om namens hem of haar een parkeervergunning aan te vragen;
t.
mantelzorg: het met regelmaat niet-beroepsmatig zorg verlenen binnen de kring van familie, vrienden of kennissen;
u.
mantelzorgbehoevende; een natuurlijk persoon die woonachtig is in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en welke mantelzorg behoeft.
v.
mantelzorgverlener: de natuurlijke persoon die met regelmaat niet-beroepsmatig zorg verleent aan familie, vrienden of kennissen;
w.
motorvoertuig(en): hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990, uitgezonderd motorvoertuigen met één of twee wielen;
x.
ondernemer: hij of zij die een beroep of bedrijf uitoefent;
y.
onderneming: het beroep of bedrijf dat een ondernemer uitoefent;
z.
ongelimiteerd: zonder een limiet te stellen;
aa.
parkeerschijf: een platte schijf die aanduidt om welk uur een auto op een parkeerplaats is gezet. In een zone waar de parkeertijd begrensd is, kan de toezichthouder zien of de auto er dan al te lang staat of niet;
bb.
parkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende parkeervergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen vergunninghouderplaatsen;
cc.
parkeervergunningbewijs: het eigenlijk bewijs van toekenning van een parkeervergunning welke verstrekt wordt aan een vergunninghouder, en welke in, op of aan de auto zichtbaar bevestigd moet worden;
dd.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
ee.
registratienummer: het nummer dat de aanvrager toegewezen krijgt naar aanleiding van het indienen van een aanvraagformulier parkeervergunningen, en welke vermeld wordt op de parkeervergunning.
ff.
RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
gg.
standplaats (autodate): een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met onderbord met aanduiding “autodate”;
hh.
vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;
ii.
vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die
I.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of
II.
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
jj.
vergunningenplafond: het door het college van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 5 lid 1 te bepalen maximaal aantal uit te geven parkeervergunningen;
kk.
wachtlijst: lijst waarop aanvragers van een parkeervergunning komen te staan nadat de vergunningaanvraag is afgewezen vanwege het bereiken van het parkeervergunningenplafond;
Artikel02 De aanvraag
1.
Een parkeervergunning wordt aangevraagd door indiening van een volledig ingevuld aanvraagformulier overeenkomstig bijgevoegd aanvraagformulier.
Artikel03 Beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid
1.
Een parkeervergunning wordt in beginsel niet verstrekt indien de aanvrager over eigen parkeergelegenheid beschikt.
2.
Bij de beoordeling van een aanvraag van een parkeervergunning wordt als eigen parkeergelegenheid beschouwd; parkeerruimte op eigen terrein behorend bij het woon- en / of bedrijfsadres van de aanvrager of op een terrein of in een garage binnen 300 m hemelsbreed daarvandaan;
a)
waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom, huur, ingebruikneming of dergelijke);
b)
die de aanvrager kan kopen of huren als onderdeel van de parkeergelegenheid welke (volgens raadsbesluit, bouwvergunning, splitsingsakte dan wel huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor het complex waarin de aanvrager woonachtig is. Het voorgaande is niet van toepassing als de feitelijke mogelijkheid tot koop of huur ontbreekt doordat betreffende parkeergelegenheid al volledig in eigendom of huur aan anderen is uitgegeven, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de exploitant van die parkeergelegenheid.
3.
Tot de eigen parkeergelegenheid zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, worden ten minste gerekend parkeermogelijkheden die zich kenmerken door:
a)
voldoende toegankelijkheid. Hiervan is zeker sprake bij een doorgang of toegang van 2,30 m breed of meer;
b)
voldoende afmetingen. Hiervan is zeker sprake bij.
4.
een lengte van 5,00 m of meer en;
5.
een breedte van minimaal: 1,80 m (opstelruimte op een terrein), 2,65 m (binnenmaat van garage voor één auto) of 2,25 m (plaats in garage voor meer dan één auto naast elkaar.
6.
De beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid zoals gedefinieerd onder lid 2 van dit artikel wordt in de eerste plaats bepaald door de feitelijke aanwezigheid van parkeermogelijkheden. Tevens is van belang hetgeen daaromtrent in bouwvergunningen is vastgelegd. Zo zal ruimte die volgens verleende bouwvergunningen staat geregistreerd als parkeerruimte of garage tot de eigen parkeergelegenheid worden gerekend.
7.
Een vergunninghouder bij wie een wijziging optreedt in de beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid dient hiervan binnen een maand melding te maken door het invullen van een wijzigingsformulier.
Artikel04 Soorten parkeervergunningen
Er wordt onderscheidt gemaakt in de volgende soorten parkeervergunningen:
Parkeervergunning voor bewoners
Een parkeervergunning voor personen die woonachtig zijn op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn;
Parkeervergunning voor zakelijk gebruik
Een parkeervergunning voor personen die een beroep of bedrijf gevestigd hebben in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn;
Parkeervergunning voor mantelzorgverleners
Een parkeervergunning voor personen die woonachtig zijn op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en die afhankelijk zijn van de niet professionele hulp van derden, ten behoeve van het parkeren van die derden;
Parkeervergunning voor hulpverleners
Een parkeervergunning huisartsen, verloskundigen en bepaalde andere zorgverleners die hulp verlenen aan patiënten die woonachtig zijn op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn;
Parkeervergunning van tijdelijke aard
Een parkeervergunning voor personen aan wie op grond van deze verordening een parkeervergunning is verleend, waarvan het motorvoertuig voor reparatie of onderhoud in een garage bevindt en de vergunninghouder in verband daarmee de beschikking heeft over een vervangend motorvoertuig;
Een parkeervergunning voor personen die incidentele werkzaamheden verrichten in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn;
Een parkeervergunning voor toekomstige bewoners en bedrijven, die nog niet officieel ingeschreven staan in de gemeentelijke basis administratie of Kamer van Koophandel;
Parkeervergunning voor autodate
Een parkeervergunning voor een bedrijf of organisatie die motorvoertuigen ter beschikking stelt voor autodate, waarvan de standplaats is gelegen in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn.
Artikel05 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen per adres
1.
Per adres kan in beginsel slechts één parkeervergunning verleend worden, doch slechts indien en voor zover de eigenaar of houder van een motorvoertuig niet over eigen parkeerruimte beschikt, zie artikel 3 lid 1.
a)
Waar op een adres met een officieel door de gemeente toegekend huisnummer zowel een bedrijf of praktijk als een (boven)woning zijn gevestigd, kan voor dit adres ten hoogste één parkeervergunning verleend worden, te weten: de parkeervergunning voor bewoners;
b)
De aanwezigheid op een woonadres van meer dan één woonruimte -al dan niet aangegeven via een onderverdeling van het huisnummer- zoals onder meer voorkomt bij onderverhuur en kamerbewoning, biedt geen aanleiding tot het verlenen van een hoger aantal parkeervergunningen. Waar betrokken personen niet zelf tot een verdeling van de in beperkte mate te verlenen parkeervergunningen kunnen komen, baseert de gemeente de toekenning op het principe 'die het eerst komt het eerst maalt';
c)
Indien op een adres meerdere zelfstandige bedrijven gevestigd zijn geldt de regel dat maar één parkeervergunning per adres uitgegeven wordt. Waar betrokken bedrijven of gemachtigde personen niet zelf tot een verdeling van de in beperkte mate te verlenen parkeervergunningen kunnen komen, baseert de gemeente de toekenning op het principe 'die het eerst komt het eerst maalt'.
2.
Wanneer het vergunningenplafond als bedoeld in artikel 10 nog niet bereikt is vindt toewijzing plaats volgens het gestelde in artikel 14;
3.
In tegenstelling tot het genoemde in lid 1 van dit artikel gelden afwijkende normen voor een parkeervergunning voor hulpverleners, zie afdeling V.
4.
Uit het oogpunt van redelijkheid en billijkheid wordt afgeweken van het genoemde in lid 1 van dit artikel, indien men in aanmerking komt voor een parkeervergunning voor mantelzorg en daarnaast ook in aanmerking komt voor een parkeervergunning voor bewoners. Wanneer de mantelzorgbehoevende, en tevens bewoner, aan de gestelde criteria voldoet kan alleen in dit geval twee parkeervergunningen verleend worden.
Artikel06 Kenteken(s) op een parkeervergunning
1.
Op een parkeervergunning mogen maximaal twee kentekens staan. Indien meerdere personen of bedrijven op een adres wonen of gevestigd zijn, kan het kenteken van motorvoertuig 1 en het kenteken van motorvoertuig 2 op de parkeervergunning staan. Hierdoor kan maar één motorvoertuig per keer parkeren in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn.
2.
In tegenstelling tot het genoemde in lid 1 van dit artikel gelden afwijkende normen voor een parkeervergunning voor hulpverleners, zie afdeling V.
Artikel07 Wijzigen kenteken
1.
Een aanvrager kan een kenteken op een nog niet verlopen parkeervergunning wijzigen:
a)
op eigen verzoek van de aanvrager (verzoeken dienen schriftelijk of aan de balie ingediend te worden);
b)
op vertoon van een geldig legitimatiebewijs van de aanvrager;
c)
tegen overlegging van het originele parkeervergunningbewijs;
d)
voor de resterende geldigheidsduur van reeds verstrekte parkeervergunning.
Artikel08 Verstrekken van een duplicaat van de parkeervergunning
1.
Een duplicaat van een parkeervergunning kan verstrekt worden:
a)
bij verlies of diefstal van de parkeervergunning;
b)
op eigen verzoek van de aanvrager (verzoeken dienen schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend te worden);
c)
tegen overlegging van een ondertekende verklaring van verlies en diefstal van de parkeervergunning, zie ‘Verklaring verlies of diefstal parkeervergunning’;
d)
indien een parkeervergunning is versleten of (ten dele) onleesbaar is geworden of zodanig is beschadigd dat deze niet meer bruikbaar is;
e)
in het geval van lid 1, sub d van dit artikel kan een duplicaat enkel ten inlevering van de reeds geldige parkeervergunning, mits het registratienummer van de parkeervergunning leesbaar is.
Artikel09 Gebied met vergunninghouderplaatsen
1.
De gebieden en de deelgebieden waarop deze beleidsregels van toepassing zijn, worden doormiddel van een door het college van burgemeester en wethouders te nemen aanwijzingsbesluit aangewezen.
Artikel10 Vergunningenplafond
Het aantal uit te geven parkeervergunningen voor een (deel)gebied met wordt in het aanwijzingsbesluit vastgelegd.
AFDELING II PARKEERVERGUNNING VOOR BEWONERS
Artikel11 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning voor bewoners
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling II een parkeervergunning voor bewoners verlenen aan personen die voldoen aan de volgende criteria:
a)
woonachtig zijn op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn. Een parkeervergunning voor bewoners is in beginsel bedoeld voor bewoners. Een huiseigenaar – niet bewoner – komt niet in aanmerking voor een parkeervergunning voor bewoners, en;
b)
houder zijn van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
c)
woonachtig zijn op een adres waarvoor het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor bewoners volgens artikel 14 nog niet is bereikt.
2.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van achtereenvolgens:
a)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs) van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent, en;
b)
een inschrijving op het betreffende adres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
d)
indien het motorvoertuig een leaseauto of bedrijfsauto betreft; een door de aanvrager te overleggen kopie van berijderverklaring of volledig ingevulde werkgeversverklaring: ‘gebruik (bedrijfs)auto door werknemer’, en;
e)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid.
Artikel12 Werkingsgebied en werkingstijd parkeervergunning voor bewoners
1.
Een parkeervergunning voor bewoners wordt in beginsel verleend voor een gebied met vergunninghouderplaatsen waarin betreffend woonadres gelegen is;
2.
Een parkeervergunning voor bewoners is geldig gedurende de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur, voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen in het betreffende vergunningengebied;
Artikel13 Voertuigen waarvoor een parkeervergunning voor bewoners geldt
1.
Een parkeervergunning voor bewoners staat altijd op kenteken van het betreffende motorvoertuig of motorvoertuigen waarvoor de parkeervergunning geldt;
2.
Op een bewonersvergunning mogen maximaal twee kentekens worden geplaatst. Zowel het eerste als het tweede kenteken dienen betrekking te hebben op het motorvoertuig van een persoon die woont op het adres van betreffende vergunninghouder.
Artikel14 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor bewoners per adres
1.
In beginsel bedraagt het aantal bewonersvergunningen ten behoeve een adres in het aangewezen (deel)gebied, met in achtneming van artikel 5, één;
2.
Is het vergunningplafond als bedoeld in artikel 10 nog niet bereikt worden de resterende plaatsen als volgt verdeeld:
a)
De resterende plaatsen worden toegewezen aan tweede aanvragen, waarbij eerst getoetst wordt op artikel 5, de beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid voor deze tweede aanvraag ( twee parkeerplaatsen op eigen terrein). Is het aantal aanvragen hoger dan het resterend aantal op grond van het vergunningenplafond te vergeven vergunningen dan worden de vergunningen op basis van loting toegewezen. De overige aanvragen worden bij eerste toewijzing op volgorde van loting en vervolgens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag, op een wachtlijst gezet;
b)
Heeft een bewoner van een adres zonder eigen parkeergelegenheid in eerste instantie geen vergunning aangevraagd maar wordt er voor dit adres alsnog een vergunning aangevraagd, dan wordt deze toegewezen onder intrekking van de laatst toegewezen vergunning op grond van lid 2a;
3.
In bijzondere gevallen kan het college afwijken van de onder lid 1 en 2 genoemde criteria.
AFDELING III PARKEERVERGUNNING VOOR ZAKELIJK GEBRUIK
Artikel15 Soorten parkeervergunningen voor zakelijk gebruik
1.
Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende soorten parkeervergunningen voor zakelijk gebruik:
a)
Volledige parkeervergunning voor zakelijk gebruik : een parkeervergunning primair ten behoeve van voertuigen die ook gedurende de avonduren en / of in het weekend (dienen te) worden ingezet in verband met de bedrijfsuitoefening, en welke uitsluitend bedoeld is voor horecaondernemers;
b)
6-daagse-parkeervergunning voor zakelijk gebruik : een parkeervergunning voor uitsluitend overdag ten behoeve van voertuigen die worden ingezet voor de bedrijfsuitoefening.
Artikel16 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning voor zakelijk gebruik
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling III een -volledige of 6-daagse- parkeervergunning voor zakelijk gebruik verlenen aan (gemachtigden van) bedrijven die voldoen aan de volgende criteria:
a)
gevestigd zijn op een (bedrijfs)adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en;
b)
houder zijn van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
c)
niet reeds beschikken over het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor zakelijk gebruik en volgens artikel 19, en;
d)
gebruik van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de bedrijfsuitoefening.
4.
Aan het criterium zoals bedoeld onder lid 1 sub d van dit artikel dat gebruik van het motorvoertuig nodig is voor de bedrijfsuitoefening, wordt voldaan:
a)
bij inzet van het motorvoertuig ten behoeve van bedrijven die vrijwel dagelijks -minimaal drie dagen per week- als hoofdactiviteit -die voor minimaal 50% van de omzet zorgt- dagverse producten bezorgen. Bij dagverse producten gaat het om producten die zeer beperkt houdbaar zijn en / of op speciale wijze bewaard moeten worden en dientengevolge een spoedig transport vereisen;
b)
Een parkeervergunning is in het belang van de bedrijfsuitoefening slechts noodzakelijk als; de werkzaamheden in het kader waarvan de parkeervergunning wordt verleend vrijwel dagelijks en frequent op niet altijd voorspelbare tijdstippen terugkeren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat “vrijwel dagelijks” betekent dat minimaal drie werkdagen per week het gebruik van de auto noodzakelijk is voor de primaire bedrijfsuitoefening, dat wil zeggen ten behoeve van de hoofdactiviteit van het bedrijf. Een parkeervergunning voor zakelijk gebruik is nadrukkelijk niet bedoeld voor enkel en alleen parkeren van het motorvoertuig ten behoeve woon-werkverkeer bij de eigen onderneming / praktijk / bedrijfspand.
5.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
door de aanvrager zelf aan te dragen bewijsmateriaal, waar mogelijk in de vorm van een uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan zes maanden, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd. Dit kenteken dient op naam van de aanvrager te staan, en;
c)
indien het motorvoertuig een leaseauto of bedrijfsauto betreft; een door de aanvrager te overleggen kopie van berijderverklaring of volledig ingevulde werkgeversverklaring: ‘gebruik (bedrijfs)auto door werknemer’, en;
d)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid, en;
e)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de noodzaak tot autogebruik bij de bedrijfsuitoefening volgens de onder lid 2 van dit artikel vermelde criteria. Deze verklaring dient bij nader verzoek van de gemeente te worden ondersteund door een accountant of (financieel) administratiekantoor, en;
f)
een door de aanvrager te overleggen machtiging van de werkgever, waaruit de bevoegdheid blijkt namens het bedrijf een parkeervergunning aan te vragen, en;
g)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs) van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent.
Artikel17 Werkingsgebied parkeervergunning voor zakelijk gebruik
1.
De onderscheiden soorten parkeervergunningen voor zakelijk gebruik zijn geldig gedurende de volgende tijden:
a)
volledige parkeervergunning voor zakelijk gebruik : de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur, voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen in het betreffende gebied;
b)
6-daagse parkeervergunning voor zakelijk gebruik : maandag tot en met zaterdag van 07.00 tot 19.00 uur.
Artikel18 Voertuig(en) waarvoor een parkeervergunning voor zakelijk gebruik geldt
1.
Een parkeervergunning voor zakelijk gebruik staat altijd op kenteken van het motorvoertuig of op de betreffende bedrijfsnaam waarvoor de parkeervergunning geldt.
2.
Op een parkeervergunning voor zakelijk gebruik mogen maximaal twee kentekens worden geplaatst. Beide kentekens dienen betrekking te hebben op een motorvoertuig van het bedrijf dat gehuisvest is op het adres van betreffende vergunninghouder.
Artikel19 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor zakelijk gebruik per adres
1.
Het aantal parkeervergunningen voor zakelijk gebruik en ten behoeve van een bedrijfsadres gelegen gebied met vergunninghouderplaatsen bedraagt ten hoogste één.
AFDELING IV PARKEERVERGUNNING VOOR MANTELZORGVERLENERS
Artikel20 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning voor mantelzorgverleners
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling IV een parkeervergunning voor mantelzorgverleners verlenen aan mantelzorgbehoevende die voldoen aan de volgende criteria:
a)
woonachtig is op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en;
b)
geïndiceerde zorg behoeft van een mantelzorgverlener, die niet woonachtig is in hetzelfde gebied met vergunninghouderplaatsen als waar de mantelzorgbehoevende woonachtig is, en;
c)
geen houder is van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd,en;
d)
niet reeds beschikt over het maximum aantal te verlenen mantelzorg parkeervergunningen volgens artikel 23;
2.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel dient te kunnen worden beoordeeld aan de hand van achtereenvolgens:
a)
een inschrijving van de mantelzorgbehoevende op het betreffende adres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van de indicatiestelling. Dit betreft de vaststelling, door een indicatieorgaan, van de noodzakelijke (hoeveelheid) zorg en daarmee het recht van de zorgvrager op vergoeding van mantelzorg, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs van de aanvrager; de mantelzorgbehoevende, en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs van de mantelzorgverlener(s) inclusief adresgegevens, en;
e)
een door de aanvrager te overleggen kopie (kopieën) van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig/de motorvoertuigen (maximaal 2) waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd.
Artikel21 Werkingsgebied en werkingstijd parkeervergunning voor mantelzorgverleners
1.
Een parkeervergunning voor mantelzorgverleners wordt in beginsel verleend voor een gebied met vergunninghouderplaatsen waarin betreffend woonadres van mantelzorgbehoevende gelegen is;
2.
Een parkeervergunning voor mantelzorgverleners is geldig gedurende de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur, voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen in het betreffende gebied;
Artikel22 Voertuigen waarvoor parkeervergunningen voor mantelzorgverleners gelden
1.
Een parkeervergunning voor mantelzorgverleners staat altijd op adres van de bewoner die mantelzorg behoeft.
2.
Op een mantelzorg parkeervergunning mogen maximaal twee kenteken worden geplaatst.
Artikel23 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor mantelzorgverleners
1.
Het aantal parkeervergunningen voor mantelzorgverleners ten behoeve van een adres gelegen in een gebied met vergunninghouderplaatsen bedraagt ten hoogste één.
AFDELING V PARKEERVERGUNNING VOOR HULPVERLENERS
Artikel24 Soorten parkeervergunningen voor hulpverleners
1.
Er wordt onderscheidt gemaakt in de volgende soorten parkeervergunningen voor hulpverleners:
a)
Volledige parkeervergunning voor hulpverleners: een parkeervergunning primair ten behoeve van voertuigen die voor de praktijkuitoefening ook gedurende de avonduren en / of in het weekend (dienen te) worden ingezet voor het afleggen van bezoeken in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn;
b)
5-daagse-parkeervergunning voor hulpverleners: een parkeervergunning voor uitsluitend overdag ten behoeve van voertuigen die voor de praktijkuitoefening worden ingezet voor het afleggen van bezoeken in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn.
Artikel25 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning voor hulpverleners
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling V een parkeervergunning voor hulpverleners verlenen ten behoeve van personen die voldoen aan de volgende criteria:
a)
werkzaam zijn als huisarts, verloskundige, kraamverzorgende in een in Wijk bij Duurstede gevestigde praktijk, zoals onder meer blijkt uit een registratie in het kader van de Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg);
b)
werkzaam zijn als hulpverlener bij de Stichting Dierenambulance de Heuvelrug e.o. en woonachtig zijn in een gebied met vergunninghouderplaatsen van de gemeente Wijk bij Duurstede;
c)
werkzaam zijn als hulpverlener bij een professionele (thuis)zorg- of hulpverleningsinstelling in de gemeente Wijk bij Duurstede, zoals blijkt uit een verklaring ter zake door de directie van betreffende instelling.
Daarnaast geldt dat de hulpverlener houder moet zijn van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd. Dit motorvoertuig dient gelet op de vigerende Algemene Plaatselijke Verordening -in het bijzonder het artikel over 'Parkeren van grote voertuigen'- te mogen worden geparkeerd in het gebied waarvoor de parkeervergunning wordt verleend;
2.
Personen zoals bedoeld onder lid 1 sub a en sub b, van dit artikel komen alleen in aanmerking voor een volledige parkeervergunning voor hulpverleners;
3.
Personen zoals bedoeld onder lid 1 sub c, van dit artikel komen alleen in aanmerking voor een 5-daagse-parkeervergunning voor hulpverleners;
4.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 a van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
een gemotiveerde verklaring van de huisarts(en)praktijk waaruit blijkt dat de hulpverlener het motorvoertuig nodig heeft vanwege het geregeld met spoed of met groot materieel zorg of hulp verlenen aan personen op wisselende plaatsen in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van de registratie van de arts, verloskundige of kraamverzorgende op grond van de wet B.I.G. van diegene voor wie de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
c)
ander bewijs van het beroep (bijvoorbeeld een diploma) indien geen B.I.G.-registratie kan worden meegestuurd, en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het legitimatiebewijs van de arts, verloskundige of kraamverzorgende voor wie de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
e)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een ondertekend uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden, en;
f)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het contract met een zorgverzekeraar waaruit blijkt dat de kraamzorginstelling partusassistentie verleent, en;
g)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd.
5.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1b van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
de adresgegevens van de hulpverlener voor wie de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
b)
een inschrijving op het betreffende adres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het legitimatiebewijs van de hulpverlener voor wie de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een ondertekend uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden, en;
e)
een kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd. Dit kenteken dient op naam van de hulpverlener te staan, en;
f)
Indien het motorvoertuig een leaseauto betreft: een kopie berijderverklaring (een document van de leasemaatschappij waarin staat dat de hulpverlener de gebruiker of berijder is van de leaseauto).
6.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1c van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
een gemotiveerde verklaring van de zorg- of hulpverleningsinstelling waaruit blijkt dat de hulpverlener het motorvoertuig nodig heeft vanwege het geregeld met spoed of met groot materieel zorg of hulp verlenen aan personen op wisselende plaatsen in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het contract met een zorgverzekeraar waaruit blijkt dat de thuiszorginstelling ten minste een van de AWBZ-zorgfuncties van persoonlijke verzorging en/of verpleging verricht, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een ondertekend uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden.
7.
Een -volledige alsook 5-daagse- parkeervergunning voor hulpverleners mag uitsluitend worden gebruikt in het kader van de uitvoering van de zorg of hulp ten behoeve waarvan de parkeervergunning is verstrekt. De -volledige alsook 5-daagse- parkeervergunning voor hulpverleners is nadrukkelijk niet bedoeld voor het enkel en alleen parkeren ten behoeve van woon-werkverkeer bij de eigen praktijk.
Artikel26 Werkingstijd parkeervergunning voor hulpverleners
1.
De onderscheiden soorten parkeervergunningen voor hulpverleners zijn geldig gedurende de volgende tijden:
a)
volledige parkeervergunning voor hulpverleners: de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur, voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen in het betreffende gebied;
b)
5-daagse parkeervergunning voor hulpverleners: maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur, voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen in het betreffende gebied.
Artikel27 Voertuig(en) waarvoor een parkeervergunning voor hulpverleners geldt
1.
Een volledige parkeervergunning voor hulpverleners ten behoeve van een huisarts, verloskundige, kraamverzorgende of de Stichting Dierenambulance de Heuvelrug e.o. volgens artikel 25 lid 1 sub a en sub b) wordt gesteld op:
a)
naam van de huisartsen-/verloskundigenpraktijk/kraamzorginstelling of Stichting Dierenambulance de Heuvelrug e.o.;
b)
of op kenteken van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning geldt
2.
Op een volledige parkeervergunning voor hulpverleners mag maximaal één kenteken worden geplaatst.
3.
Een 5-daagse-parkeervergunning voor hulpverleners ten behoeve van een hulpverlener volgens artikel 20 lid 1 sub c) wordt gesteld op:
a)
naam van betreffende professionele zorg- of hulpinstelling;
Artikel28 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen voor hulpverleners per adres
1.
Het maximum aantal te verlenen volledige parkeervergunningen voor hulpverleners bedraagt waar het gaat om een huisarts, kraamverzorgende, verloskundige en de Stichting Dierenambulance de Heuvelrug e.o. volgens artikel 25 lid 1 sub a en sub b één.
a)
Bij de aanwezigheid van meerdere huisartsen, verloskundigen, kraamverzorgers en ambulancewagens van de Stichting Dierenambulance de Heuvelrug e.o. in een medisch centrum of instelling kan ten behoeve van elk van deze hulpverleners, één volledige parkeervergunning voor hulpverleners worden verstrekt.
b)
Het genoemde in lid 1 sub a van dit artikel is alleen van toepassing indien elk van de hulpverleners voldoet aan de gestelde criteria zoals genoemd in artikel 25 lid 4 en lid 5.
2.
Het maximum aantal te verlenen 5-daagse-parkeervergunningen voor hulpverleners bedraagt waar het gaat om een professionele (thuis)zorg- of hulpverleningsinstelling vijf.
3.
Het aantal uit te geven 5-daagse-parkeervergunningen voor hulpverleners, zoals genoemd in lid 2 is te bepalen aan de hand van het genoemde in artikel 25 lid 6, waarbij een maximale roulatie van de parkeervergunningen binnen de betreffende professionele zorg- of hulpinstelling in acht wordt genomen.
AFDELING VI PARKEERVERGUNNING VAN TIJDELIJKE AARD
Artikel29 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning van tijdelijke aard
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling VI een parkeervergunning van tijdelijke aard verlenen aan personen:
a)
aan wie op grond van deze verordening een parkeervergunning is verleend op kenteken, waarvan het motorvoertuig zich voor reparatie of onderhoud in een garage bevindt en de vergunninghouder in verband daarmee de beschikking heeft over een vervangend motorvoertuig, en;
b)
die incidenteel werkzaamheden uitvoeren in gebieden waar parkeren op vergunninghouderplaatsen van kracht is en aantonen dat het noodzakelijk is gezien de werkzaamheden in de directe omgeving van de werkzaamheden op een vergunninghouderplaats te parkeren, en;
c)
die aantonen dat zij zich in verband met de koop of huur van een woning of in de gemeente Wijk bij Duurstede zullen vestigen.
2.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 sub a van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs) van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent, en;
b)
het originele parkeervergunningbewijs, welke is uitgegeven op kenteken van een motorvoertuig waar reeds een parkeervergunning voor geldt, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het bewijs dat het motorvoertuig, waarvoor reeds een geldige parkeervergunning is uitgegeven, gedurende een bepaalde periode in de garage staat, en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het vervangende motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning van tijdelijke aard wordt aangevraagd, en;
e)
indien de aanvrager een vervangende leaseauto heeft: een kopie berijderverklaring (een document van de leasemaatschappij waarin staat dat de aanvrager de gebruiker of berijder is van de leaseauto).
3.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs) van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning van tijdelijke aard wordt aangevraagd, en;
c)
indien de aanvrager een leaseauto heeft: een kopie berijderverklaring (een document van de leasemaatschappij waarin staat dat de aanvrager de gebruiker of berijder is van de leaseauto), en;
d)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de uit te voeren werkzaamheden, evenals de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden, en;
e)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de noodzaak tot autogebruik bij de uitoefening van werkzaamheden zoals omschreven in lid 3 sub b van dit artikel.
4.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk:
a)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitsbewijs) van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent, en;
b)
een door de aanvrager te overleggen kopie van het kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd. Dit kenteken dient op naam van de aanvrager te staan, en;
c)
indien de aanvrager een leaseauto heeft: een kopie berijderverklaring (een document van de leasemaatschappij waarin staat dat de aanvrager de gebruiker of berijder is van de leaseauto), en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van huur of koopcontract van de woning of het bedrijfspand, en;
e)
een door de aanvrager naar waarheid in te vullen verklaring over de beschikbaarheid van eigen parkeergelegenheid.
Artikel30 Werkingstijd parkeervergunning van tijdelijke aard
1.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub a wordt verleend, is geldig voor het gebied met vergunninghouderplaatsen waarvoor de reeds uitgegeven originele parkeervergunning is uitgegeven.
2.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub b wordt verleend, is geldig voor het gebied met vergunninghouderplaatsen waarin betreffende werkzaamheden gelegen is.
3.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub c wordt verleend, is geldig voor het gebied met vergunninghouderplaatsen waarin betreffend woon- of bedrijfsadres gelegen is.
4.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub a wordt verleend, is geldig gedurende de tijden waarvoor de reeds uitgegeven originele parkeervergunning is uitgegeven.
5.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub b wordt verleend, is geldig van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 19.00 uur.
6.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub c wordt verleend, is voor een kenteken op woonadres geldig gedurende de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur. Voor een kenteken op bedrijfsadres zijn twee werkingstijden mogelijk, namelijk de volledige werkingstijd, van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur of de 6 daagse werkingstijd van maandag tot en met zaterdag van 07.00 uur tot 19.00 uur.
Artikel31 Voertuig(en) waarvoor een parkeervergunning van tijdelijke aard geldt
1.
Een parkeervergunning van tijdelijke aard staat altijd op kenteken van het betreffende motorvoertuig of motorvoertuigen waarvoor de parkeervergunning geldt;
2.
Op een parkeervergunning van tijdelijke aard zoals bedoeld in artikel 29 lid 1 sub a mogen maximaal twee kentekens worden geplaatst.
3.
Op een parkeervergunning van tijdelijke aard zoals bedoeld in artikel 29 lid 1 sub b en sub c mag maximaal één kenteken worden geplaatst.
Artikel32 Maximum aantal te verlenen parkeervergunningen van tijdelijke aard per adres
1.
Het aantal parkeervergunningen van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub a wordt verleend, bedraagt ten hoogste: één.
2.
Het aantal parkeervergunningen van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub b wordt verleend, bedraagt ten hoogste: vijf.
3.
Het aantal parkeervergunningen van tijdelijke aard, zoals deze op grond van artikel 29 lid 1 sub c wordt verleend, bedraagt ten hoogste: één.
AFDELING VII PARKEERVERGUNNING VOOR AUTODATE
Artikel33 Criteria voor toekenning van een parkeervergunning voor autodate
1.
Het college van burgemeester en wethouders verleent op een daartoe strekkend verzoek met inachtneming van de overige artikelen in deze afdeling VII een parkeervergunning voor autodate verlenen aan bedrijven die voldoen aan de volgende criteria:
a)
motorvoertuigen ter beschikking stellen voor autodate, op een daartoe speciaal aangewezen parkeerplaats, en;
b)
houder zijn van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd, en;
c)
niet reeds beschikken over het maximum aantal te verlenen autodate parkeervergunningen volgens artikel 35;
2.
Het voldoen aan de criteria zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt beoordeeld aan de hand van respectievelijk;
a)
een door de aanvrager te overleggen machtiging, bijgevoegde statuten of een verklaring van de leasemaatschappij, waaruit de bevoegdheid blijkt namens de autodate-organisatie een parkeervergunning aan te vragen, en;
b)
het besluit van het college van burgemeester en wethouders dat aan de autodate-organisatie een vergunninghouderplaats is toegekend, en;
c)
een door de aanvrager te overleggen kopie van een geldig legitimatiebewijs van de persoon die het aanvraagformulier invult en ondertekent, en;
d)
een door de aanvrager te overleggen kopie van kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II) op naam van de autodate-organisatie.
Artikel34 Werkingsgebied en werkingstijd parkeervergunning voor autodate
1.
Een parkeervergunning voor autodate wordt verleend voor een standplaats (voor autodate);
2.
Met een parkeervergunning voor autodate mag worden geparkeerd op parkeerplaatsen aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met onderbord met aanduiding autodate.
3.
Een parkeervergunning voor autodate is geldig gedurende de volledige werkingstijd van de regeling(en), van maandag tot en met zondag van 00.00 uur tot 24.00 uur, voor het parkeren op standplaatsen (voor autodate).
Artikel35 Voertuig(en) waarvoor een parkeervergunning voor autodate geldt
1.
Een parkeervergunning voor autodate staat altijd op naam van de autodate-organisatie en, op kenteken van het betreffende motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning geldt;
2.
Op een parkeervergunning voor autodate mag maximaal één kenteken worden geplaatst.
Artikel36 Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels parkeervergunningen schil 2015”
Artikel37 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na publicatie.
Vastgesteld in de vergadering van 17-02-2015
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Wilma van de Werken
secretaris
Tjapko Poppens
burgemeester
BIJLAGE1 GEBIED MET VERGUNNINGHOUDERPLAATSEN
Op onderstaande kaart is weergegeven waar het gebied met vergunninghouderplaatsen en belanghebbenden zich bevindt:
De adressen behorende bij bovenstaande kaart zijn:
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.