Gemeenteblad van Tilburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2019, 241608 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tilburg | Gemeenteblad 2019, 241608 | Verordeningen |
Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Tilburg
Artikel 2, 25 en 26 van de APV te wijzigen en een nieuw artikel 26A APV toe te voegen en voor zover noodzakelijk de Toelichting aan te passen, een en ander zoals opgenomen in de bijgevoegde Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Tilburg.
Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Tilburg
Artikel 2. Te late indiening aanvraag.
Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan tien weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen, indien het van mening is, dat de aard van de gevraagde vergunning of ontheffing zodanig is, dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is.
Dit artikel geeft de bevoegdheid om aanvragen, die later zijn ingediend dan tien weken voor het tijdstip, waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, niet in behandeling te nemen. Bedoeling is dat van deze bevoegdheid alleen gebruik gemaakt wordt, als de beoordeling van de aanvraag redelijkerwijs niet meer mogelijk is binnen de resterende termijn.
B. Artikel 25 en de daarbij behorende toelichting komen als volgt te luiden:
Artikel 25 Begripsomschrijving
Bij de omschrijving van het begrip evenement is de zgn. negatieve benaderingsmethode toegepast. Uitgaande van een algemeen geldend criterium: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, wordt vervolgens enige evenementen genoemd die niet onder de definitie vallen.
Ook de jaarlijkse Tilburgse kermis, die van gemeentewege georganiseerd wordt, valt niet onder het begrip: evenement. Voor deze kermis is een aparte verordening in het leven geroepen. Daarnaast zijn er in de APV echter nog twee specifieke artikelen die de publiekrechtelijke regeling van de kermis betreffen. Het gaat om
artikel 52 (innemen standplaats) en artikel 53 (openstellingstijden attracties). Deze artikelen richten zich tot de kermisexploitanten.
Ingevolge het eerste lid, onder d, is voor evenementen in openbare inrichtingen geen evenementenvergunning nodig, mits de inrichting is vergund het evenement betrekking heeft op de reguliere exploitatie van de horeca-inrichting.
Ingevolge het eerste lid, onder f, is voor sporttoernooien of sportwedstrijden die tot de reguliere bedrijfsvoering van het gebouw vallen geen vergunningsplicht. Dit is wel het geval voor sportwedstrijden die een full contact vechtsport betreffen. Het is daarbij niet relevant of een dergelijk evenement wordt georganiseerd in een gebouw dat voor sportwedstrijden is bestemd of niet.
Ingevolge het tweede lid, onder c, is voor rommelmarkten met meer dan 10 kramen een vergunningsplicht.
Ingevolge het derde lid, worden vier categorieën onderscheiden, namelijk kennisgevingsevenementen, en A-, B- en C- evenementen. Op basis van de risicomatrix worden evenementen ingedeeld in deze verschillende risiconiveaus. Deze matrix houdt rekening met het risico en de mate waarin operationele voorbereiding en uitvoering door één of meer diensten op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid al dan niet noodzakelijk of voorstelbaar wordt geacht.
C. Artikel 26 en de daarbij behorende toelichting komen als volgt te luiden:
Artikel 26 Evenementenvergunning
Voor het houden van een evenement is een vergunning noodzakelijk. De burgemeester is het bestuursorgaan om zo’n vergunning al dan niet te verlenen. Hij toetst de aanvraag tegen de achtergrond van vier nader aangegeven belangen. In dat verband kan hij ook nadere voorschriften verbinden aan een vergunning tot het houden van een evenement. Die voorschriften moeten in het verlengde liggen van deze belangen. De organisator dient een aanvraag in door middel van een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier. Op deze wordt de organisator geholpen alle informatie in één keer te verstrekken en wordt voorkomen dat de behandeling van de aanvraag onnodig wordt vertraagd doordat er telkens nieuwe informatie moet worden opgevraagd.
De gemeente introduceert met deze wijziging van de APV de Evenementenkalender die wordt vastgesteld door de burgemeester. Organisatoren moeten voor 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar dat het evenement plaatsvindt het evenement aanmelden. Na beoordeling worden op de Evenementenkalender de evenementen geplaatst die kunnen plaatsvinden. Daarmee wordt aan de organisatoren zekerheid geboden dat het evenement kan plaatsvinden qua tijd en locatie. Er moet dan uiteraard wel nog een evenementenvergunning worden verleend. Dat een evenement op de Evenementenkalender wordt geplaatst betekent niet dat een evenementenvergunning wordt verleend. Dat is afhankelijk van de aard. In “Prettig Geregeld, Hoe organiseert u een evenement in Tilburg” wordt de procedure aan organisatoren uitgelegd.
Voor een goede regulering van het evenementenbeleid is het mede noodzakelijk dat er een aantal (kwaliteit)eisen wordt gesteld aan de organisator van het evenement. Het vierde lid ziet toe op het feit dat een
organisator van een B- of C-evenement niet onder curatele mag staan en de organisator tenminste de leeftijd moet hebben van 18 jaren. Indien hieraan niet is voldaan wordt er in beginsel geen evenementenvergunning afgegeven.
Het vijfde lid ziet toe op de mogelijkheden om een evenementenvergunning te weigeren dan wel in te trekken of te wijzigen.
Indien de bescherming van de openbare orde, dan wel de bescherming van de bezoekers van het evenement, de volksgezondheid en het milieu (niet langer) gegarandeerd kan worden, kan een vergunning worden geweigerd of alsnog worden ingetrokken.
De burgemeester kan ook voorschriften verbinden aan de vergunning. Dit is al geregeld in artikel 3 van de APV zodat in artikel 26 geen bepaling hoeft te worden opgenomen. Deze verplichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op de plaats, het tijdstip en de "inrichting" van het evenement, het maximaal toe te laten aantal bezoekers, de aard en de omvang van de door de organisator zelf te nemen maatregelen ter waarborging van openbare orde en veiligheid, de verkeersveiligheid, de verplichting de bereikbaarheid van het evenement per openbaar vervoer in openbare aankondigingen aan te geven, het activiteitenprogramma, het veiligheidsplan, een inzetschema met betrekking tot het aantal verkeersregelaars en hekken- en bordenplan, etc.
Met de “inrichting” wordt bedoeld de indeling van het evenemententerreinen de opstelling van de diverse voorzieningen ten behoeve van het evenement, zoals toiletten, (drang)hekken, podia en tribunes.
In het zesde lid is opgenomen dat de vergunning kan worden geweigerd in verband met de Wet Bibob. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat voor niet-integere organisatoren geen ruimte in is de gemeente Tilburg.
Belangrijk is dat de organisator primair verantwoordelijk is voor een ordelijk en veilig verloop van zijn evenement en dat onder meer het overlast gevend nuttigen van alcohol en/of drugs in het publieke domein niet is toegestaan. Primair ligt de handhavende verantwoordelijkheid voor dit onderwerp binnen het evenemententerrein bij de organisator.
Het artikel waarborgt ook dat kan worden bezien of, en zo ja, in hoeverre de wenselijk geachte inzet van politie, GHOR, brandweer en gemeentelijke diensten in de planning van de totaal beschikbare bezetting kan worden ingepast. Voor de politieformatie geldt de voor de "resterende" reguliere politietaken minimaal noodzakelijke sterkte als belangrijkste criterium. In het uiterste geval - indien en voor zover de organisatoren niet bereid of instaat zijn om zélf genoegzaam in het treffen van noodzakelijke orde- en veiligheidsmaatregelen te voorzien en er tevens onvoldoende politiecapaciteit beschikbaar is - opent het artikel de mogelijkheid het evenement geheel, dan wel op een bepaalde plaats of tijd te verbieden.
D. Toegevoegd wordt een nieuw artikel 26A dat als volgt komt te luiden:
Artikel 26A Kennisgevingsevenementen
De burgemeester bevestigt de ontvangst van het kennisgevingsformulier. De burgemeester kan binnen vier weken na ontvangst van het kennisgevingsformulier besluiten het organiseren van een kennisgevingsevenement te verbieden indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
Indien naar het oordeel van de burgemeester uit nieuwe feiten of omstandigheden na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het derde lid, er vrees bestaat voor verstoring van de openbare orde of gevaar bestaat voor de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu, kan de burgemeester het organiseren van een kennisgevingsevenement verbieden.
Voor het organiseren van kleine evenementen is in het kader van de vermindering van administratieve lasten de termijn van kennisgeving 6 weken. Het moet gaan om kleinschalige activiteiten die zich in de openbare ruimte afspelen met als doel vermaak en ontspanning te bieden.
Het vervangen van vergunningvoorschriften door algemene regels in combinatie met het doen van een kennisgeving door middel van een standaardformulier geeft organisatoren van een klein evenement meer vrijheid, maar tegelijkertijd ook meer verantwoordelijkheid voor zorgvuldig gebruik van die openbare ruimte.
Een evenement kan met een kennisgeving worden afgedaan, indien aan alle in het artikel genoemde vereisten (cumulatief) wordt voldaan. De burgemeester kan het evenement verbieden indien door het organiseren de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
De organisator dient aan een toezichthouder te kunnen aantonen dat hij een kennisgeving heeft gedaan. De verplichting om de ontvangstbevestiging te kunnen tonen aan een toezichthouder is opgenomen in de APV.
Het feit dat een kennisgevings-evenement wordt toegestaan betekent niet dat automatisch ook een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en horecawet is verleend. Indien de organisator dat wenst, dient hij die apart aan te vragen. Met specifieke termijnen voor verkrijging van een dergelijke ontheffing dient rekening te worden gehouden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 september 2019.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-241608.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.