Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Participatiewet 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

  • een eenduidige werkgeversdienstverlening in de regio wenselijk is in het belang van een inclusieve arbeidsmarkt;

  • eenduidigheid in regelgeving werkgeversinstrumenten van de gemeenten binnen de Regio FoodValley daarbij van belang is;

  • een aantal zaken nu gelijktijdig kunnen worden geactualiseerd

 

Gelet op

artikel 15 van de Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015;

 

Besluit

vast te stellen het Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 (1e wijziging Uitvoeringsbesluit Participatiewet)

 

Artikel I Wijziging regeling

Het Uitvoeringsbesluit Participatiewet 2015 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    In de aanhef van artikel 3 wordt het woord ‘additionele’ verwijderd;

     

  • B.

    De tekst van artikel 4 wordt vervangen door:

    • 1.

      Het college kan persoonlijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 11 van de Re-integratieverordening, aanbieden aan de belanghebbende in een vorm van jobcoaching op de werkplek.

    • 2.

      Jobcoaching kan ook tot doel hebben de werkgever te leren de persoon uit de doelgroep te ondersteunen bij het verrichten van de aan hem opgedragen taken.

    • 3.

      Het college bepaalt de omvang van het aantal in te zetten uren van de jobcoach en beoordeelt minimaal iedere 12 maanden of voortzetting wenselijk is.

    • 4.

      Een jobcoach wordt niet langer ingezet dan voor de duur van de proefplaatsing, de arbeidsovereenkomst of werkervaringsplaats met een maximum van 3 jaar.

    • 5.

      Indien de belanghebbende als bedoeld in lid 1 vanwege in de persoon gelegen factoren langdurig aangewezen is op jobcoaching, kan een jobcoach, in afwijking van het voorgaande lid, langer worden ingezet.

    • 6.

      Het college betrekt de persoon en de werkgever bij de keuze voor een externe jobcoach.

    • 7.

      Als de werkgever de begeleiding zelfstandig wil uitvoeren dan wordt voor de aanvraag en de verantwoording gebruik gemaakt van de door het college beschikbaar gestelde formulieren.

    • 8.

      Het college kan naar aanleiding van de aanvraag besluiten dat jobcoaching door de werkgever zelf plaatsvindt als de persoonlijke ondersteuning wordt verzorgd door:

      • a.

        een collega medewerker die:

        • i.

          een training heeft gevolgd om werknemers met beperkingen te begeleiden op de werkplek;

        • ii.

          minimaal zes maanden aantoonbare ervaring heeft met het geven van werkinstructies;

        • iii.

          aantoonbare ervaring heeft met de werkzaamheden die de werknemer uitvoert; en,

        • iv.

          is vrijgesteld voor een deel van de werkuren om de begeleiding te kunnen bieden.

      • b.

        een jobcoach in dienst bij de werkgever die:

        • i.

          ten minste hbo werk- en denkniveau heeft; en,

        • ii.

          een opleiding tot jobcoach heeft gevolgd waarvoor een certificaat is behaald.

      • c.

        een jobcoach ingehuurd door de werkgever die:

        • i.

          werkzaam is voor een jobcoachorganisatie waar de gemeente een contract mee heeft gesloten;

        • ii.

          erkend is door het UWV op grond van het meest actuele ‘Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning UWV’; of,

        • iii.

          een hbo werk- en denkniveau heeft en een opleiding tot jobcoach heeft waarvoor een certificaat is behaald.

    • 9.

      Als de werkgever de begeleiding zelfstandig uitvoert dan komt de werkgever voor een door het college vastgestelde vergoeding in aanmerking die is gebaseerd op de bedragen zoals vastgelegd in de “Normbedragen Voorzieningen 2018” (e.v.) van het UWV.

       

  • C.

    De tekst van artikel 6 wordt vervangen door:

    • 1.

      De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 50% van het brutoloon inclusief werkgeverslasten.

    • 2.

      De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt indien:

      • a.

        de werkgever in de afgelopen 3 jaar voor dezelfde medewerker loonkostensubsidie heeft ontvangen, met uitzondering van de situaties waarin het dienstverband voortijdig is beëindigd en de reden hiervan niet aan de werkgever verwijtbaar is;

      • b.

        de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed of er sprake is van verdringing;

      • c.

        de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer, met uitzondering van mogelijke belastingvoordelen.

         

  • D.

    De tekst van artikel 8 wordt vervangen door:

    • 1.

      Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid. Om voor een uitstroompremie in aanmerking te komen moet in ieder geval aan het volgende worden voldaan:

      • a.

        belanghebbende is een uitkeringsgerechtigde van de gemeente Veenendaal van 27 jaar of ouder;

      • b.

        belanghebbende was langdurig werkloos;

      • c.

        belanghebbende is gestart met betaald werk of met zelfstandige arbeid, waardoor hij niet langer is aangewezen op een uitkering;

      • d.

        belanghebbende heeft na uitstroom naar werk minimaal 9 maanden geen beroep gedaan op een uitkering.

    • 2.

      De uitstroompremie kan worden aangevraagd door belanghebbende vanaf de negende maand tot 1 jaar na de indiensttreding via het aanvraagformulier ‘uitstroompremie’ .

    • 3.

      De hoogte van de uitstroompremie bedraagt bij een volledige uitstroom uit de uitkering maximaal € 1500,00 waarbij geldt dat deze gefaseerd wordt vastgesteld:

      • a.

        over de eerste periode, van 9 maanden tot 18 maanden na uitstroom: € 750,00;

      • b.

        over de volgende periode, van 18 maanden of langer na uitstroom nogmaals: € 750,00.

    • 4.

      Uitbetaling van de premie vindt plaats wanneer belanghebbende aan de voorwaarden van lid 1 voldoet.

    • 5.

      De uitstroompremie kan, vanaf datum uitstroom en indien de persoon langdurig werkloos is geweest, slechts eenmaal per 4 jaar aan dezelfde persoon worden toegekend.

       

  • E.

    De Toelichting komt te vervallen

     

Artikel II Overgangsrecht

De bepalingen die in gevolge deze regeling worden gewijzigd blijven van toepassing op besluiten die zich voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling hebben voorgedaan.

 

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel IV Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: 1e wijziging Uitvoeringsbesluit Participatiewet.

Vastgesteld in de vergadering van 23 juli 2019

 

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

secretaris

 

de heer K.J.G. Kats

burgemeester

 

 

Naar boven