Gemeenteblad van Noardeast-Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noardeast-Fryslân | Gemeenteblad 2019, 239868 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noardeast-Fryslân | Gemeenteblad 2019, 239868 | Verordeningen |
Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noardeast-Fryslân
De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2019;
gelet op het bepaalde in de artikelen 2.1.3 t/m 2.1.5, 2.1.7 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en in de Wet algemene regels herindeling;
vast te stellen de navolgende Verordening Wmo 2015 gemeente Noardeast-Fryslân.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
College van burgemeester en wethouders
Een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van:
De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
Het contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
De behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet.
Een inwoner van de gemeente die een beperking, een lichamelijk, een psychisch of een psychosociaal probleem ervaart en dit niet zelf of in eigen omgeving denkt te kunnen oplossen.
Aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning.
Een voorziening waarvan, gelet op de omstandigheden, aannemelijk is dat de cliënt daarover, ook als hij geen beperkingen had, zou (hebben kunnen) beschikken.
Een voorziening die in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
Een voorziening die wordt toegekend maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.
De hulp die voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom of als persoonlijke dienstverlening.
Een geldbedrag om, onder bepaalde voorwaarden, een individuele voorziening mee aan te schaffen.
Een persoon die langdurige zorg biedt die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. De zorg wordt geleverd aan een hulpbehoevende uit diens directe omgeving. De zorgverlening vloeit rechtstreeks voort uit de sociale relatie en deze overstijgt de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar.
De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
Een bedrag dat de gemeente oplegt. Eigen bijdrage geldt bij een voorziening in natura of Pgb. Het CAK stelt vast en int de eigen bijdrage. Zie ook artikel 2.1.4 eerste lid van de wet.
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren.
Artikel 2. Vooronderzoek en indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de belanghebbende het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De belanghebbende verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Artikel 6. Verantwoordelijkheid van de belanghebbende
Van belanghebbende wordt verwacht dat deze tijdig anticipeert op ondersteuningsvragen die verband houden met levensloop gerelateerde fasen en hier ook binnen zijn eigen mogelijkheden, de mogelijkheden van zijn sociale netwerk en beschikbare wettelijke voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen treft.
Van belanghebbende wordt verwacht dat deze verantwoordelijkheid neemt voor het verbeteren en of optimaliseren van de lichamelijke en geestelijke gezondheid en individuele psychosociale omstandigheden. Waar nodig met ondersteuning van zijn sociale netwerk, beschikbare wettelijke voorliggende voorzieningen, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen en of hulpverleners, mantelzorgers of vrijwilligers.
Artikel 7. Verantwoordelijkheid van het college
Het college handelt vanuit het respect voor en vertrouwen in de kennis en vaardigheden van belanghebbende, en hun verlangen zelf verantwoordelijkheid te nemen. Het college bevordert de zelfredzaamheid en de zelfregie van belanghebbende. Het college zorgt ervoor dat de belanghebbende een beroep kan doen op kosteloze cliëntondersteuning.
Het college staat belanghebbenden bij, indien dat nodig is, bij het zoeken, vinden en treffen van een oplossing voor een hulpvraag. Het college doet dit op objectieve wijze, waarbij hij tevens verantwoordelijk is voor de doelmatige besteding van beschikbaar gestelde middelen. Het college brengt de belanghebbende op de hoogte van de mogelijkheid, binnen zeven dagen na de melding, een persoonlijk plan te overhandigen.
Oplossingen voor een hulpvraag, als bedoeld in het vorige lid, worden bij voorkeur gezocht in dat wat een belanghebbende zelf of met diens sociale netwerk redelijkerwijs kan realiseren. Worden daar onvoldoende oplossingen gevonden, dan worden de oplossingen achtereenvolgens gezocht in algemeen gebruikelijke oplossingen, voorliggende voorzieningen en collectieve voorzieningen. Het college besluit alleen dan een maatwerkvoorziening te verstrekken als er onvoldoende andere oplossingen zijn.
Het college volgt het beleid van de gemeente Leeuwarden in haar rol als centrumgemeente ten aanzien van de regionale voorzieningen Beschermd wonen en Opvang (maatschappelijke opvang, OGGZ, Verslavingszorg) zoals vastgesteld in de Verordening WMO 2018 van de gemeente Leeuwarden, de Beleidsregels WMO 2018 van de gemeente Leeuwarden en het Financieel Besluit 2018 van de gemeente Leeuwarden en de eventueel navolgende gewijzigde versies hiervan voor zover het veranderingen betreft die voortvloeien uit de verantwoordelijkheden zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling ‘Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten’.
Artikel 8. Voorwaarden voor een maatwerkvoorziening
Artikel 9. Uitsluitingsgronden
Er wordt geen maatwerkvoorziening verstrekt indien:
een voorziening, waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds eerder krachtens deze, of een voorgaande verordening is verstrekt, en de technische levensduur van de voorziening nog niet is verstreken. Tenzij de voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen;
Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden betreffende het tarief, een belanghebbende aan wie een pgb wordt verstrekt de mogelijkheid heeft om diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk. Het betreft een situatie die de gebruikelijke mantelzorg overstijgt.
Artikel 11. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
In geval van koop van een voorziening door het college bestaat de kostprijs van een voorziening uit de economische afschrijving van de voorziening, vermeerderd met het beheer- en onderhoudstarief. Mocht er na het verstrijken van de periode voor de economische afschrijving een vervangende voorziening ingezet moeten worden, dan gaat de periode van betaling van een eigen bijdrage voor dit deel opnieuw in.
Artikel 12. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Artikel 15. Borging van kwaliteit
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
Artikel 16. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Een belanghebbende meldt aan het college, hetzij uit eigen beweging hetzij op verzoek van het college, alle feiten en omstandigheden die een aanleiding kunnen vormen tot heroverweging van een beslissing in de zin van artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet. Op grond van artikel 2.3.10 van de wet kan het college een beslissing herzien of intrekken.
Artikel 17. Klachtregeling en second opinion
Belanghebbende kan bij het gebiedsteam schriftelijk een klacht indienen die betrekking heeft op de wijze van afhandeling van een melding of aanvraag, als bedoeld in deze verordening. Het gebiedsteam draagt zorg voor doorgeleiding van de klacht naar de juiste organisatie, voor een zorgvuldige afhandeling.
Artikel 19. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval belanghebbenden of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-239868.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.