Gemeenteblad van Vlaardingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2019, 236715 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2019, 236715 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent orde (Reglement van orde van de gemeenteraad van Vlaardingen 2019)
Artikel 2: Leden van de raad; toelating en beëdiging; benoeming wethouders
Voorafgaand aan de benoeming van de kandidaat wethouder wordt in opdracht van de burgemeester een risicoscan uitgevoerd door een daartoe gekwalificeerd bureau. De benoeming volgt als er geen belemmeringen of bezwarende omstandigheden worden aangetroffen. De kandidaat mag de uitslag van het onderzoek als eerste inzien en besluit dan of de uitslag in vertrouwen aan de gemeenteraad gezonden mag worden.
Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. Tevens onderzoekt de commissie de risicoscan indien deze in vertrouwen aan de gemeenteraad is gezonden. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven en de risicoscan verslag uit aan de raad. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt; de raad beraadslaagt over het verslag van de commissie en beslist over de benoeming.
Iedere fractie met één raadslid heeft recht op twee steunraadsleden, een fractie met twee raadsleden heeft recht op één steunraadslid. Alle fracties die een voorzitter leveren van de Raadscommissie hebben recht op één vervangend steunraadslid. Daarnaast heeft iedere fractie recht op één fractieassistent.
Een steunraadslid wordt, op voordracht van zijn fractie, door de raad benoemd en ontslagen. Ná benoeming wordt het steunraadslid uitgenodigd om ten overstaan van de voorzitter de eed of belofte af te leggen tijdens een raadsvergadering. De voorgedragen persoon dient voor te komen op de kandidatenlijst van de betreffende politieke groepering voor de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezing en dient te voldoen aan de in artikel 10,12,13 en 15 van de Gemeentewet gestelde eisen voor het bekleden van het raadslidmaatschap.
Alvorens een krachtens dit artikel benoemd steunraadslid in functie treedt, ondertekent hij een verklaring, inhoudende dat hij zich tot geheimhouding verplicht voor zover deze verplichting ook voor de raadsleden geldt, en dat hij ten aanzien van de hem ter beschikking gestelde stukken dezelfde zorgvuldigheid betracht als van de raadsleden wordt verwacht.
Hoofdstuk 3: De vergaderingen van de raad
Indien de agenda van een vergadering, of een bespreekpunt, niet afgerond is als de beoogde eindtijd nadert, doet de voorzitter van de vergadering een voorstel aan de deelnemers van de vergadering wanneer de bijeenkomst wordt voortgezet. Dat kan incidenteel een voortzetting op dezelfde avond zijn, of voortzetting tijdens een volgende vergadering.
De voorzitter van de Agendacommissie roept ten minste zeven dagen voor een commissievergadering de leden van de raad, de steunraadsleden, de burgemeester, de wethouders en de gemeentesecretaris op door middel van het plaatsen van de agenda en de bijbehorende stukken in het raadsinformatiesysteem onder vermelding van dag, plaats en tijdstip van de vergadering.
Artikel 7: Samenstelling en werkwijze van de Raadscommissie
Leden van het college van B&W kunnen uitgenodigd worden om aanwezig te zijn bij de behandeling van een onderwerp in een bijeenkomst van de Raadscommissie om toelichting te geven, vragen te beantwoorden of informatie te verstrekken. Zij kunnen zich laten bijstaan door een ambtenaar of een externe deskundige.
Artikel 8: De Raadscommissievoorzitter
De voorzitters van de bijeenkomsten van de Raadscommissie worden door de Agendacommissie aangewezen. Dit zijn in beginsel raadsleden die tevens lid zijn van de Agendacommissie. In bijzondere gevallen kan de Agendacommissie andere raadsleden aanwijzen als voorzitter van een bijeenkomst van de Raadscommissie.
Burgers, organisaties en instellingen, die een vraag of vraagstuk aan de raad willen voorleggen over een onderwerp dat al dan niet geagendeerd staat, kunnen dat doen op het zogenaamde Sprekersplein. Een verzoek daartoe wordt uiterlijk 12.00 uur op de dag van het Sprekersplein ingediend bij de griffie.
Hoofdstuk 4: De fases van besluitvorming
Artikel 13: Beëindiging beeldvormende fase
De voorzitter peilt bij de conclusie of de beeldvormende fase kan worden afgesloten en naar welke fase het voorstel moet gaan. De voorzitter brengt de conclusie over naar de Agendacommissie die besluit over het vervolg.
Van een beeldvormende vergadering wordt een audio- en/of videoverslag gemaakt. Tevens gaat de voorzitter in de afronding van iedere vergadering na of dit onderwerp nogmaals geagendeerd moet worden in de beeldvormende fase. De conclusies worden door de griffie vastgelegd en gecommuniceerd ten behoeve van het vervolg van de behandeling.
Artikel 15: Oordeelsvormende fase: doel en vorm
De vergadering in de oordeelsvormende fase is bestemd voor het uitwisselen van fractiestandpunten tussen de woordvoerders van de fracties en de indiener(s) van het voorstel en het voeren van discussie over dit voorstel.
Van een oordeelsvormende vergadering wordt een video- en/of audioverslag gemaakt. De conclusies worden door de griffie vastgelegd en gecommuniceerd ten behoeve van het vervolg van de behandeling.
Artikel 18: Raadsvergadering: doel, vorm en werkwijze
De voorzitter en de griffier hebben een vaste zitplaats in de raadszaal. De zitplaats van de leden van de raad wordt, door de voorzitter van de raad na overleg in het Presidium, bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen. De aanwijzing kan, na bespreking in het Presidium, door de voorzitter van de raad worden herzien.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of onderwerpen van de agenda afvoeren. Het aan de agenda toevoegen van onderwerpen vindt slechts plaats in spoedeisende gevallen.
Ieder ter vergadering komend lid tekent bij aankomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening afgesloten.
Artikel 24: Besluitenlijst en verslag
De raadsleden, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de gemeentesecretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient uiterlijk 8 uur voor de raadsvergadering bij de griffier te worden ingediend.
Hoofdstuk 5: Organen en functionarissen van de raad
Artikel 27: De Agendacommissie
De vorm van de bijeenkomst is afhankelijk van het onderwerp op de agenda. Bij een beeldvormende bijeenkomst kan dat bijvoorbeeld zijn een deskundige uitnodigen, een werkbezoek van de raad op locatie, een rondetafelgesprek, ontvangen van organisaties of groeperingen. Een oordeelvormende bijeenkomst zal meestal een reguliere bespreking in een raadskamer inhouden.
Het Presidium bestaat uit alle fractievoorzitters van de gemeenteraad. De fractievoorzitters kunnen zich laten vervangen door een ander raadslid van hun fractie. De burgemeester, de gemeentesecretaris en de griffier zijn bij elke vergadering van het Presidium aanwezig als adviseur. De griffier kan zich door één of meerdere medewerkers van de griffie laten bijstaan voor administratieve ondersteuning.
Artikel 30: De Werkgeverscommissie
De raad kent een Werkgeverscommissie. De samenstelling en de werkwijze van de Werkgeverscommissie zijn geregeld in de Verordening Werkgeverscommissie.
Hoofdstuk 6: Instrumenten van het raadslid
Artikel 34: Schriftelijk vragen door raadsleden (op grond van art. 155 Gemeentewet)
De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Het onderwerp van de vragen moet binnen de bevoegdheid van het gemeentebestuur vallen. De vragen richten zich op het beleid van gemeente en niet op het oplossen van individuele situaties. Er mogen niet reeds dezelfde vragen door een ander raadslid zijn gesteld. Het onderwerp komt niet op korte termijn al aan de orde in een Raadscommissie of raadsvergadering. Het onderwerp wordt niet op dat moment al onderzocht in een raadsonderzoek/-enquête of door de bezwaarschriftencommissie.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd schriftelijk bericht van de burgemeester dan wel het college, waarbij aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaats vinden.
De vragen worden aan het begin van de vergadering voor de behandeling van de inhoudelijke voorstellen geagendeerd, in de volgorde waarin zij bij de voorzitter zijn ingediend, en zo mogelijk dezelfde vergadering beantwoord. De vragen dienen spoedeisend en/of actueel te zijn. Onder spoedeisend wordt verstaan wanneer beraadslaging en besluitvorming in een volgende vergadering overbodig of niet meer aan de orde zou zijn.
Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen en dient schriftelijk en uiterlijk om 12.00 uur twee dagen voorafgaand aan de raadsvergadering digitaal via de griffie bij de voorzitter van de raad te worden ingediend.
Hoofdstuk 7: Stemming in de Raadsvergadering
Artikel 45: Stemming over zaken
Er wordt gestemd met een stemcomputer en stemkastjes. De stemming is niet zichtbaar op het moment dat de stemmen worden uitgebracht. De voorzitter geeft aan wanneer de stemming wordt geopend. De voorzitter geeft, als iedere aanwezige de stem heeft uitgebracht, aan dat de stemming gesloten is. Pas dan mag de stemming zichtbaar gemaakt worden op het scherm.
Artikel 46: Stemming over personen
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die een niet behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan: een blanco stembriefje; een ondertekend stembriefje; een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft; een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
Hoofdstuk 8: Algemene bepalingen raadsvergaderingen en Raadscommissievergaderingen
Artikel 49: Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de vergadering hem gedurende de vergadering, waarin dat plaats vindt, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter van de Raadscommissie kan de Raadscommissie voorstellen een raadslid of steunraadslid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd en wordt terstond gestemd. Na aanneming van het voorstel verlaat het lid of het steunraadslid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de Raadscommissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan de raad het raadslid of het steunraadslid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad of de Raadscommissie overeenkomstig de artikelen 25, eerste lid of 86, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad of de Raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 57: Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van gestelde in de artikelen 25, derde en vierde lid, of 55, tweede en derde lid, of 86, tweede lid, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het betreffende orgaan overleg gevoerd
Artikel 58: Gebruik van mobiele communicatieapparatuur
In de vergaderzalen, met inbegrip van de publieke tribune, is het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan zolang dit geen inbreuk maakt op de vergadering.
Hoofdstuk 10: Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 64: Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de gemeentesecretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemene bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen doet verslag met een minimum van 1 keer per jaar, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raad of de Raadscommissie op voorstel van de voorzitter van de vergadering.
Artikel 66: Afwijking van het reglement
De raad kan besluiten van de bepalingen van dit reglement af te wijken indien de afwijking niet in strijd is met een wettelijk voorschrift.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-236715.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.