Gemeenteblad van Haarlem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2019, 236712 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2019, 236712 | Beleidsregels |
Beleidsregel funderingsherstel (op grond van artikel 13 en 15 van de Woningwet)
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
Gelet op artikel 4:81 en artikel 5.21 t/m 5.31b van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet;
overwegende, dat het ten behoeve van het uitvoeren van funderingsherstel aan bouwkundige eenheden in de gemeente Haarlem gewenst is beleid op grond van de artikelen 13 en 15 van de Woningwet op te stellen;
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Aanschrijven of aanschrijving:
Het verplichten tot het treffen van voorzieningen op grond van artikel 13 van de Woningwet;
Een deel van een pand dat bestemd of in gebruik is voor de uitoefening van een bedrijf op beroep;
Een deel van een pand dat bestemd of in gebruik is als woning of als bedrijfsruimte;
De woningen in een bouwblok, die constructief onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn en/of een gezamenlijke fundering hebben, ook wel bouwkundige eenheid genoemd;
Wekelijks is er een inloopspreekuur funderingen in het Bouwbureau, waar bewoners terecht kunnen met vragen over de staat van de fundering, funderingsonderzoek en funderingsherstel.
Maximum van het totaal voor deze regeling door het college beschikbaar gestelde budget per jaar;
Het constructieve element dat de belasting van een gebouw overdraagt op de ondergrond;
Onderzoek naar de staat van de fundering van een pand, bouwblok of deel van een bouwblok welke is uitgevoerd door een gekwalificeerd onderzoeksbureau conform de F3O richtlijn;
Het minder functioneren van de fundering als gevolg van een mankement van de fundering;
Funderingstechnische handhavingstermijn:
De periode waarbinnen de fundering op de huidige wijze bij gelijkblijvende omstandigheden zal blijven functioneren zonder dat herstelmaatregelen nodig zijn;
De meest recent vastgestelde richtlijnen over het uitvoeren van funderingsonderzoek en het beoordelen van de staat van de fundering;
Het plan waarbij de wijze van funderingsherstel van een bouwblok conform de F3O richtlijn zal worden uitgevoerd en waarvoor een Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zal worden aangevraagd;
Het besluit van het bevoegd gezag als bedoeld in paragraaf 5.3.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Noodzakelijk funderingsherstel:
Daar waar sprake is van een onomkeerbaar proces van verslechtering van de fundering van een woning dan wel, daar waar herstel van de fundering van een woning binnen 5 jaar noodzakelijk wordt geacht.
Een als verticale bouweenheid te onderscheiden onderdeel van een bouwblok: een pand kan bestaan uit één of meerder beneden- en bovenwoningen en of bedrijfsruimte;
Een Vereniging van eigenaren in de zin van de artikelen 5:124 toe en met 135 van het Burgerlijk Wetboek;
Een deel van een pand dat geheel of gedeeltelijk voor permanente bewoning wordt gebruikt of blijkens indeling en voorzieningen voor permanente bewoning bestemd is. Hieronder wordt ook een woonappartement binnen een appartementencomplex verstaan.
Artikel 2 Doel van de regeling
Doel van deze regeling is eigenaren met een herstelplan voor de fundering van een bouwblok waarvan hun bouweenheid deel uitmaakt te steunen als een bepaald percentage van de eigenaren niet wil of niet kan meewerken aan het herstelplan.
De gemeente moet kunnen sturen op het tegengaan van verkrotting van panden en verpaupering. Dit komt ook ten goede aan de waarde van panden wat in het belang is van de eigenaren. Uitgangspunt is dat funderingsherstel als onderdeel van woningonderhoud de verantwoordelijkheid is van de eigenaar / eigenaren. In de meeste gevallen gat het om een groep paden die dezelfde fundering delen (een bouwkundige eenheid / bouwblok). In dat geval is het van belang dat de eigenaren hun verantwoordelijkheid gezamenlijk oppakken. De praktijk leert echter dat er dikwijls enkele eigenaren zijn die niet mee willen of kunnen doen en daarmee het noodzakelijk herstel blokkeren.
Om het funderingsherstel te stimuleren is ervoor gekozen om beleid op te stellen op grond van artikel 13 en 15 van de Woningwet. In dit beleid is ervoor gekozen om handhavend op te treden als er sprake is van een funderingstechnische handhavingstermijn van 0–5 jaar bij minimaal één pand van het betreffende bouwblok en als eigenaar of eigenaren die 50% van de panden vertegenwoordigen van het betreffende bouwblok tot funderingsherstel wil overgaan en hiertoe financieel in staat zijn.
Het Bouwbureau zal het eerste aanspreekpunt zijn voor eigenaren die informatie willen over de technische aspecten van funderingen en funderingsherstel. Omdat de panden in de meeste gevallen deel uitmaken van een bouwblok met een gemeenschappelijke fundering (een bouwkundige eenheid) is het van belang dat het onderzoek betrekking heeft op die bouwkundige eenheid. In voorkomende gevallen kan ook een deel van de bouwkundige eenheid onderwerp van onderzoek zijn.
De bepaling of sprake is van een (deel van een) bouwkundige eenheid of dat een deel van een bouwkundige eenheid het onderwerp kan zijn van onderzoek, geschiedt in overleg met het Bouwbureau. Op voorlichtingsavonden wordt meer informatie gegeven over de regeling, de technische aspecten en vragen beantwoord.
Artikel 13 van de woningwet betreft het aanschrijven tot zodanige voorziening dat de staat van het bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dan het Bouwbesluit 2012 vereist voor bestaande bouw. De gemeente kan aanschrijven als het naar haar oordeel noodzakelijk is. Artikel 13 ziet niet toe op situaties waarin sprake is van strijd met het bouwbesluit. Op grond van artikel 15 van de Woningwet kan de gemeente gelijktijdig met de aanschrijving een last onder bestuursdwang gericht op naleving van de aanschrijving opleggen. In dat geval worden beide besluiten gelijktijdig bekendgemaakt.
Eerst zal geprobeerd worden er in minnelijk overleg uit te komen met de eigenaren die niet willen meewerken. Getracht zal worden door middel van informatieavonden draagvlak te creëren en eventueel bemiddelingstrajecten, om de weigerende eigenaren het belang van funderingsherstel te laten inzien. Indien deze poging(en) geen resultaat oplevert zullen eigenaren die weigeren mee te doen aan funderingsherstel eerst een vooraankondiging van het besluit tot aanschrijven krijgen waarbinnen ze binnen een bepaalde termijn hun zienswijzen kunnen indienen. Binnen deze termijn kunnen ze aangeven of ze alsnog meedoen met het funderingsherstel. Doen ze dit niet en/of worden de zienswijzen ongegrond verklaard, dan ontvangen de weigerende eigenaren een handhavingsbesluit. Voor hun deel wordt door de gemeente de opdracht gegeven tot uitvoering van de herstelwerkzaamheden. De kosten hiervan worden op de weigerende eigenaar/eigenaren verhaald. Tegen het handhavingsbesluit staat bezwaar, beroep en hoger beroep open.
Voorgaande laat onverlet dat in gevallen waarin sprake is van een acuut gevaarlijke situatie waarbij de veiligheid van de omgeving in het geding komt of dreigt te raken altijd handhavend wordt opgetreden op kosten van de overtreder. De handhaving richt zich dan op het wegnemen van het gevaar. Het voorgestelde beleid ziet toe op situaties waarin overtreding van het bouwbesluit op relatief korte termijn dreigt.
De bepaling of sprake is van een (deel van een) bouwblok geschiedt in overleg met het Bouwbureau van de gemeente.
F3O staat voor Organisatie Onafhankelijk Onderzoek Funderingen. Informatie over deze organisatie is te vinden op http://www.f3o.nl/
Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang geeft de gemeente de aangeschrevene een last of bevel om een overtreding binnen de zogenaamde begunstigingstermijn ongedaan te maken. Indien de aangeschrevene niet aan de last voldoet zal de gemeente overgaan tot het herstel. De kosten hiervan worden bij de aangeschrevene in rekening gebracht.
Artikel 3 Reikwijdte van de regeling
Binnen bouwblokken met een woonfunctie kunnen ook wel bedrijfsruimten voorkomen. Voorwaarde is dat de bedrijfsruimte ondergeschikt is aan de woonfunctie van de bouwkundige eenheid.
In de F3O richtlijn wordt bij een funderingstechnische handhavingstermijn van 0–5 jaar de classificatie ‘onvoldoende’ gegeven. Bij een zo beperkte levensduur dreigt overtreding van de Woningwet/het Bouwbesluit. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is ervoor gekozen om het ‘aanschrijfinstrument’ in te zetten als eigenaren die 50% van de panden vertegenwoordigen van het betreffende bouwblok / bouwkundige eenheid tot funderingsherstel wil en kan overgaan.
Of deze eigenaren hiertoe financieel in staat zijn, wordt beoordeeld door het Bouwbureau van de gemeente op basis van een bewijs van kredietwaardigheid. Het verzoek om aanschrijving zal alleen worden gehonoreerd als de verzoekers (eigenaren die ten minste 50% van de panden vertegenwoordigen) ook kredietwaardig zijn. Hieruit moet blijken dat deze eigenaren in staat zijn over te gaan tot het geplande funderingsherstel.
Bij de afweging of een verzoek tot aanschrijven wordt gehonoreerd, speelt ook het kosten-baten aspect een rol. De beoordeling of het vanuit economisch opzicht verantwoord is tot funderingsherstel over te gaan, geschiedt in overleg met het bouwbureau(servicepunt) van de gemeente.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-236712.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.