Gemeenteblad van Leidschendam-Voorburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2019, 234349 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leidschendam-Voorburg | Gemeenteblad 2019, 234349 | Verordeningen |
Regeling melding vermoeden misstand of onregelmatigheid Leidschendam-Voorburg 2019
In deze regeling wordt verstaan onder:
vermoeden van een onregelmatigheid: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een onvolkomenheid of ongerechtigheid van algemene, operationele of financiële aard die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de organisatie en zodanig ernstig is dat deze buiten de reguliere werkprocessen valt en de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende overstijgt;
werknemer: eenieder die werkt of heeft gewerkt voor de gemeente Leidschendam-Voorburg op grond van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht, waaronder mede begrepen stagiair(e)s, uitzendkrachten, oproepkrachten of anderszins.
Artikel 2. Bescherming van de melder
De werkgever draagt er zorg voor dat leidinggevenden en collega’s van de melder zich onthouden van iedere vorm van benadeling in verband met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid die het professioneel of persoonlijk functioneren van de melder belemmert. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
Het bepaalde in lid 1, 2 en 3 van dit artikel geldt ook voor de werknemer die te goeder trouw een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid in een andere organisatie dan die van gemeente Leidschendam-Voorburg, volgens de in die organisatie geldende regels, bij die organisatie heeft gemeld. De bescherming geldt alleen als de medewerker:
De melder heeft recht op juridische bijstand wanneer hij als gevolg van het te goeder trouw melden van een vermoeden van een misstand nadelige gevolgen ondervindt in zijn rechtspositie. Dit geldt zowel tijdens als na de behandeling van deze melding bij de werkgever, een andere organisatie of een extern meldpunt. De werkgever heeft een rechtsbijstandverzekering met een module Klokkenluiders afgesloten bij VNG Verzekeringen/Centraal Beheer Achmea. De kosten van juridische bijstand worden gedekt door deze verzekering voor zover de verzekeringspolis dat toelaat. De kosten voor juridische bijstand die niet gedekt worden door de verzekering, komen voor rekening van de melder.
Artikel 3. Vertrouwelijke omgang met de melding en de identiteit van de melder
Indien de melder zijn identiteit niet bekend wenst te maken kan het vermoeden van een misstand of onregelmatigheid anoniem gemeld worden waarbij de melder een vertrouwenspersoon als contactpersoon kan opgeven. Alle correspondentie over de melding wordt verstuurd aan de vertrouwenspersoon en de vertrouwenspersoon stuurt dit onverwijld door aan de melder.
Artikel 4. Informatie, advies en ondersteuning voor de medewerker
Een werknemer kan bij een vermoeden van een misstand:
Indien de melding (mede) betrekking heeft op een redelijk vermoeden dat de algemeen directeur is betrokken bij de vermoede misstand of onregelmatigheid, doet hij daarvan melding bij het Meldpunt Integriteit en moet in deze regeling en het onderzoeksprotocol voor ‘algemeen directeur’ de werkgever worden gelezen.
Artikel 9. Melding door een ex-werknemer
Een ex-werknemer die een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid wil melden, doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn of haar ontslag of beëindiging van zijn of haar werkzaamheden voor gemeente Leidschendam-Voorburg bij het Meldpunt Integriteit. Hij of zij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid doen als hij of zij in de hoedanigheid van werknemer kennis heeft gekregen van het vermoeden.
Artikel 10. Informeren van de algemeen directeur
De leidinggevende of het Meldpunt Integriteit bij wie een melding is gedaan, draagt er zorg voor dat de algemeen directeur onverwijld op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 11. Ontvangstbevestiging en (niet) behandeling
Het Meldpunt Integriteit houdt een intakegesprek met de melder en bespreekt de behandeling van de melding en bevestigt onverwijld de ontvangst van de melding. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand of onregelmatigheid en de datum waarop de melder het vermoeden heeft gemeld.
Indien het vooronderzoek niet leidt tot een concreet vermoeden van een misstand of onregelmatigheid, of tot een melding van voldoende gewicht, dan wordt deze niet in behandeling genomen en informeert het Meldpunt Integriteit binnen vier weken na indiening van de melding schriftelijk de melder hierover.
Overeenkomstig het onderzoeksprotocol wordt de persoon of personen op wie een melding betrekking heeft geïnformeerd over de melding en over het op de hoogte brengen van een onderzoekende instantie zoals bedoeld in het onderzoeksprotocol, tenzij daardoor het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang kan worden geschaad.
De algemeen directeur beoordeelt of een externe instantie, zoals bedoeld in artikel 14 lid 3, van de interne melding op de hoogte moet worden gebracht. Indien een externe instantie op de hoogte wordt gesteld, stuurt de algemeen directeur de melder hiervan een afschrift, tenzij hiertegen ernstige bezwaren bestaan.
Indien niet binnen twaalf weken een standpunt kan worden gegeven, wordt de melder, voordat deze termijn is verstreken daarvan door middel van een kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. De algemeen directeur kan het standpunt met ten hoogste acht weken verdagen. Verder uitstel is mogelijk met instemming van de melder.
Indien de melder in reactie op het standpunt van de algemeen directeur onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand of onregelmatigheid niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de algemeen directeur sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de algemeen directeur hier inhoudelijk op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in.
Indien de algemeen directeur een externe instantie, zoals bedoeld in artikel 14 lid 3, op de hoogte brengt of heeft gebracht, stuurt hij ook de hiervoor bedoelde reactie van de melder op het onderzoeksrapport en het standpunt van de werkgever aan die externe instantie toe. De melder ontvangt hiervan een afschrift.
Artikel 14. Melding bij een externe instantie
1. De werknemer kan zijn vermoeden van een misstand binnen redelijke termijn extern melden bij de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders of een ander daartoe bevoegde instantie, indien:
a. hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 13;
b. hij geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijnen bedoeld in artikel 13.
2. Indien zwaarwegende belangen de toepassing van de interne meldingsprocedure in de weg staan, kan de werknemer het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij een externe instantie. Dat is in ieder geval aan de orde indien dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van:
a. acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt;
b. een vermoeden dat de werkgever bij de vermoede misstand betrokken is;
c. een situatie waarin de werknemer in redelijkheid kan vrezen voor voor hem nadelige maatregelen in verband met het doen van een interne melding;
d. een duidelijk aanwijsbare dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal;
e. een eerdere melding overeenkomstig de procedure van dezelfde misstand of onregelmatigheid, die de misstand niet heeft weggenomen; en/of
f. een plicht tot directe externe melding.
3. Onder externe instantie wordt in ieder geval verstaan:
a. een instantie die is belast met de opsporing van strafbare feiten;
b. een instantie die is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift;
c. een andere daartoe bevoegde instantie waar het vermoeden van een misstand kan worden gemeld, waaronder de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders.
Artikel 15. Melding bij de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders
1. Een melding bij de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders bevat ten minste:
a. naam en adres van de melder
c. de organisatie waar de betrokkene werkzaam is of is geweest
d. de organisatie waarop de melding betrekking heeft
e. de omschrijving van de misstand die wordt vermoed
f. de reden van melding aan de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders
g. de gronden waarop het vermoeden van een misstand is gebaseerd
2. De werknemer kan ook de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders verzoeken om een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de werkgever zich jegens hem heeft gedragen naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een misstand.
3. Op het onderzoek zijn de bepalingen van de Wet Huis voor Klokkenluiders van toepassing.
1. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling melding vermoeden misstand Leidschendam-Voorburg 2019’ en treedt in werking op de dag na bekendmaking.
2. Met de invoering van deze regeling vervalt de, op 21 november 2017 vastgestelde, ‘ Regeling melden vermoeden misstand gemeente Leidschendam-Voorburg 2018.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 3 september 2019.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-234349.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.