Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
Artikel
|
Omschrijving
|
Tarief
|
Variabel Tarief
|
1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
1.1.1
|
aanlegkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
1.1.2
|
bouwkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
1.1.3
|
Als deze opgave naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet realistisch is, behoudt de gemeente zich het recht voor om de bouwkosten bij te stellen. Hierbij wordt het prijspeil ten tijde van de datum van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gehanteerd. Bijstelling vindt plaats op basis van de als bijlage bij deze verordening gevoegde Correctierichtlijnen ter bepaling van de bouwkosten.
|
|
|
1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg (principeverzoek / conceptaanvraag)
|
2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
|
|
|
2.1.1
|
om een vooroverleg in de vorm van een principeverzoek waarbij een oordeel van het college wordt gevraagd over een voorgenomen project
|
€ 557,95
|
|
2.1.2
|
om een vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project voldoet aan de redelijke eisen van welstand
|
€ 159,40
|
|
2.1.3
|
om een vooroverleg in de vorm van de beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
3.1.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
3.1.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,7% van de bouwkosten met een minimum van € 424,30 onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
|
2,70%
|
3.1.1.2
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit ter voorziening in een tijdelijke woonbehoefte (porto-cabin) gedurende de renovatie of nieuwbouw van een woonhuis, dan wordt een vast bedrag gerekend van
|
€ 424,30
|
|
3.1.1.3
|
Vervallen
|
|
|
3.1.1.4
|
In afwijking van 3.1.1.1 wordt het tarief vastgesteld op 50% van de minimumleges als de vastgestelde bouwkosten minder bedragen dan € 2.500.
|
|
|
3.1.2.1.1
|
Welstandstoets: Als een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, getoetst wordt aan redelijke eisen van welstand bedraagt het tarief
|
€ 39,10
|
|
3.1.2.1.2
|
verhoogd met 0,11% van de bouwkosten met een maximum van
€ 2.174,95
|
|
|
3.1.2.2
|
Extra welstandstoets: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1.1 bedraagt het tarief, als zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 163,00
|
|
3.1.3
|
Achteraf ingediende aanvraag: Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 3.1.1.1, 3.2 en 7.1 wordt het tarief van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges verhoogd met 50% als de aanvraag wordt ingediend nadat de werkzaamheden ter uitvoering van de aangevraagde activiteit(en) is (zijn) aangevangen of voltooid.
|
|
|
3.2
|
Aanlegactiviteiten: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,7% van de aanlegkosten met een minimum van € 424,30 onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
|
2,70%
|
3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en ook sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
3.3.1
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 212,10
|
|
3.3.2
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (afwijking met toepassing artikel 4, van Bijlage II van het Bor):
|
€ 212,10
|
|
3.3.3.1
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 2.828,75
|
|
3.3.4
|
Vervallen
|
|
|
3.3.5
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 212,10
|
|
3.3.6
|
als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 212,10
|
|
3.3.7
|
als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 212,10
|
|
3.3.8
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 212,10
|
|
3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
|
|
3.4.1
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 212,10
|
|
3.4.2
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (afwijking met toepassing artikel 4, van Bijlage II van het Bor):
|
€ 212,10
|
|
3.4.3.1
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 2.828,75
|
|
3.4.4
|
Vervallen
|
|
|
3.4.5
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 207,15
|
|
3.4.6
|
als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 212,10
|
|
3.4.7
|
als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 212,10
|
|
3.4.8
|
als artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 212,10
|
|
3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
3.5.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij een gebruiksoppervlakte: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
|
|
3.5.1.1
|
Tot 100 m²
|
€ 587,45
|
|
3.5.1.2
|
100 m² tot 500 m²
|
€ 949,80
|
|
3.5.1.3
|
500 m² tot 1.000 m²
|
€ 1.251,15
|
|
3.5.1.4
|
m² tot 1.500 m²
|
€ 1.431,75
|
|
3.5.1.5
|
1.500 m² tot 2.000 m²
|
€ 1.641,80
|
|
3.5.1.6
|
2.000 m² tot 5.000 m²
|
€ 1.913,75
|
|
3.5.1.7
|
5.000 m² tot 20.000 m² of meer
|
€ 2.247,80
|
|
3.6
|
Activiteiten m.b.t. monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
3.6.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit m.b.t. een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo m.b.t. een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Texel aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
|
|
3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 390,55
|
|
3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 390,55
|
|
3.6.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2010 gemeente Texel aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 390,55
|
|
3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
€ 234,45
|
|
3.8
|
Aanleggen of veranderen weg: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
€ 169,85
|
|
3.9
|
Vervallen
|
|
|
3.10
|
Kappen: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
€ 84,90
|
|
3.11
|
Opslag van roerende zaken: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j en k, Wabo juncto artikel 2:10, Algemene Plaatselijke Verordening, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.
|
€ 212,10
|
|
3.12
|
Als de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op activiteiten die van invloed kunnen zijn op Natura 2000 gebieden en flora en fauna op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i, Wabo juncto artikel 2.2aa Bor (Wet natuurbescherming), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 209,20
|
|
3.13
|
Vervallen
|
|
|
3.14
|
Vervallen
|
|
|
3.15
|
Omgevingsvergunning in 2 fasen: Als de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in 2 fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking m.b.t. de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking m.b.t. de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
3.16
|
Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 84,90
|
|
3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 412,65
|
|
3.17
|
Advies
|
|
|
3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
3.17.2
|
Als een begroting als bedoeld in 3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
3.18.1.1
|
als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 200,45
|
|
3.18.1.2
|
als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
3.18.2
|
Als een begroting als bedoeld in 3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
3.18.3
|
Als omgevingsvergunningen van rechtswege worden verleend worden leges geheven als genoemd in Titel 2, hoofdstuk 3 van deze tarieventabel.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
4.1.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een vooroverleg als bedoeld in artikel 2.1.1 (principeverzoek), wordt van de hiervoor in rekening gebrachte leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, wanneer de aanvraag wordt ingediend binnen vier maanden nadat de beslissing op het vooroverleg bekend is gemaakt.
|
|
50,00%
|
4.1.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2.1.3 (conceptaanvraag), worden de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, verminderd met de leges die al in rekening zijn gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor het vooroverleg, wanneer de aanvraag wordt ingediend binnen één jaar nadat de beslissing op het vooroverleg bekend is gemaakt.
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
5.1.1
|
als de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
75,00%
|
5.1.2
|
als de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
50,00%
|
5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten:
|
|
|
5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt
|
|
50,00%
|
5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 of 3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na bekendmaking van het besluit, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na bekendmaking van het besluit. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
50,00%
|
5.3.2
|
Onder een weigering als bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan de herroeping van een besluit waarbij een omgevingsvergunning is verleend en de vergunning alsnog wordt geweigerd, al dan niet naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak, evenals een onherroepelijke rechterlijke uitspraak waarbij het besluit tot verlening van een omgevingsvergunning wordt vernietigd en de omgevingsvergunning alsnog wordt geweigerd.
|
|
|
5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf, een bedrag minder dan wordt niet teruggegeven.
|
€ 200,45
|
|
5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen: van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.17 en 3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6
Huisvestingsvergunning
|
6.1
|
Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een huisvestingsvergunning
|
€ 120,00
|
|
6.2
|
Geen leges worden geheven indien de aanvraag wordt behandeld door de Stiching Woontij op grond van het aan haar verleende externe mandaat.
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het gewijzigd uitvoeren van een omgevingsvergunning 20% van het overeenkomstig 3.1.1.1 berekende leges voor de primaire omgevingsvergunning met een minimum van
|
€ 212,10
|
|
7.2
|
en een maximum van
|
€ 10.383,35
|
|
7.3
|
Voor het slechts wijzigen van de situatie moet een percentage van 10% worden gelezen. Voor het minimum en maximum tarief wordt aangesloten bij 7.1 en 7.2
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 2.762,45
|
|
8.2
|
Voor het voeren van een procedure tot het herzien van een bestemmingsplan krachtens artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt het tarief
|
€ 2.762,45
|
|
8.4
|
Als de vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in 8.1 of een besluit als bedoeld in 8.2, wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de leges opgenomen in 8.1, respectievelijk 8.2, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na bekendmaking van het besluit.
|
|
|
8.5
|
Als een aanvraag voor een bestemmingswijziging is voorafgegaan door een vooroverleg als bedoeld in artikel 2.1 (principeverzoek), wordt van de hiervoor in rekening gebrachte leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een bestemmingswijziging als bedoeld in 8.1 en 8.2, wanneer de aanvraag wordt ingediend binnen 6 maanden nadat de beslissing op het vooroverleg bekend is gemaakt.
|
|
50,00%
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
9.1
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een beroep op een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het Bouwbesluit
|
€ 156,25
|
|
10.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 84,15
|
|
Hoofdstuk 11 Reprokosten
|
11.1
|
Voor een besluit als bedoeld in deze titel, evenals de daarbij behorende bijlagen, worden reprokosten in rekening gebracht ter hoogte van 5% van de reguliere legeskosten met een minimum van
|
€ 27,20
|
|
11.2
|
en een maximum van wanneer aanvrager verzoekt om schriftelijke toezending van het besluit en de bijlagen. Bij digitale toezending worden geen leges in rekening gebracht.
|
€ 163,25
|
|
Hoofdstuk 12 Diversen
|
12.1
|
Aanvraag voor tegemoetkoming in planschade: het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor tegemoetkoming in planschade zoals bedoeld in de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008
|
€ 307,20
|
|
12.2
|
Bij gehele of gedeeltelijke toekenning van een aanvraag wordt het tarief aan aanvrager terugbetaald.
|
|
|