Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik

Besluit college:

 

De CAR-UWO is gewijzigd op grond van

  • -

    de LOGA-circulaire van 22 november 2018 (TAZ/U201801056) per 1 januari 2019 en (TAZ/U201801057), met terugwerkende kracht per 1 januari 2018

  • -

    de LOGA-circulaire van 30 april 2019 (TAZ/U201900348) en de LOGA-circulaire van 1 mei 2019 (TAZ/U201900344), prespectievelijk met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 en 1 juli 2019

  • -

    de LOGA-circulaire van 26 juni 2019 (TAZ/U201900530) per 1 juli 2019

  • -

    de LOGA-circulaire van 25 juli 2019 (TAZ/U201900624) en worden opgenomen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik

 

Bijlage 1 LOGA-circulaire van 22 november 2018 (TAZ/U201801056) per 1 januari 2019 en (TAZ/U201801057

Burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie van de raad van de gemeente Lopik maken hierbij bekend dat per 1 januari 2018 de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik wordt gewijzigd. De wijzigingen zijn van de LOGA-circulaires (U201801056 en U201801057) zien op de tekstuele aanvulling op de reparatie van het FLO-overgangsrecht voor brandweerpersoneel.

 

  • A.

    In hoofdstuk 9b wordt artikel “9e:9” op verschillende plaatsen vervangen door: “9e:9a”.

    Het betreft de volgende plaatsen:

    • de titel van §2

    • artikel 9b:2

    • artikel 9b:3

    • de titel van §3

    • artikel 9b:23

    • de titel van §6

    • artikel 9b:54

  • B.

    Artikel 9b:11 lid 1 wordt vervangen door:

    • 1.

      De ambtenaar die op grond van artikel 9b:4, eerste lid, gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof geniet dan wel die heeft gekozen voor artikel 9b:4, eerste lid, onderdeel a of b, wordt onbezoldigd volledig verlof verleend vanaf 1 januari 2019 als de ambtenaar op 29 oktober 2016 en 31 december 2018 gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof geniet; de periode van gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof wordt hierdoor onderbroken met de periode van onbezoldigd volledig verlof.

      Op verzoek van de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2 tweede lid volgt, wordt geen inhoud gegeven aan de hiervoor bedoelde onderbreking. Het bevoegd gezag stelt de medewerker op de hoogte van deze mogelijkheid.

  • C.

    Artikel 9b:35 lid 1 wordt vervangen door:

    • 1.

      De ambtenaar wordt onbezoldigd volledig verlof verleend vanaf 1 januari 2019, als de ambtenaar op 29 oktober 2016 en 31 december 2018 gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof geniet; de periode van gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof wordt hierdoor onderbroken met de periode van onbezoldigd volledig verlof.

      Op verzoek van de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2 tweede lid volgt, wordt geen inhoud gegeven aan hiervoor bedoelde onderbreking. Het bevoegd gezag stelt de medewerker op de hoogte van deze mogelijkheid.

  • D.

    Artikel 9b:80 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    De periode bedoeld in lid 1 is niet langer dan zijn AOW-hiaat onder vermindering van het aantal maanden dat de ambtenaar langer heeft doorgewerkt vanaf een keuzemoment als bedoeld in artikel 9b:4 lid 5 of 9b:26 lid 5, vanaf 1 januari 2013.

  • E.

    Artikel 9e:1 lid 1 wordt vervangen door:

    • 1.

      Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar op wie paragraaf 2 of 3 van hoofdstuk 9b of hoofdstuk 9f van toepassing is.

  • F.

    In artikel 9e:2 lid 1 sub a worden de woorden “artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964” vervangen door: “artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964”.

 

  • G.

    In artikel 9e:2 lid 1 sub b worden de woorden “artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964” vervangen door: “artikel 1:1 Wet financieel toezicht”.

 

  • H.

    In artikel 9e:2 lid 1 onder f wordt na het woord Netto een aanhalingsteken-sluiten geplaatst.

 

  • I.

    Artikel 9e:2 lid 2 wordt vervangen door:

    Het LOGA-pad houdt in dat de ambtenaar:

    • a.

      moet deelnemen aan Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance en,

    • b.

      de volledige levensloopbijdrage beschikbaar moet stellen om in te leggen in Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance op het moment dat de werkgever deze levensloopbijdrage verstrekt en,

    • c.

      niet tussentijds (vóór het bereiken van de 59- of 60-jarige leeftijd) tegoed opneemt uit Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance tenzij,

      • I.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9b:11 eerste lid onder b respectievelijk 9b:35 eerste lid onder b, of

      • II.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9f:3a.

  • J.

    In artikel 9e:3 lid 1 worden de woorden “artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964” vervangen door: “artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964”.

 

  • K.

    Artikel 9e:4 komt te vervallen.

  • L.

    Artikel 9e:5 komt te vervallen.

  • M.

    Artikel 9e:6 komt te vervallen.

  • N.

    Artikel 9e:7 wordt vervangen door:

    De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht bestaat uit een of meer van de volgende bronnen:

    • a.

      het salaris;

    • b.

      de vakantietoelage;

    • c.

      de eindejaarsuitkering;

    • d.

      de levensloopbijdrage als genoemd in artikel 9e:8 en 9e:9a;

    • e.

      de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren als bedoeld in artikel 3:36;

    • f.

      het opgebouwde verloftegoed bedoeld in artikel 4:9 lid 3.

  • O.

    De titel boven artikel 9e:8 wordt vervangen door:

    Levensloopbijdrage voor de ambtenaar bedoeld in paragraaf 2 en 3 van hoofdstuk 9b

  • P.

    Artikel 9e:8 wordt vervangen door:

    • 1.

      De ambtenaar op wie paragraaf 2 of 3 van hoofdstuk 9b van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

    • 2.

      De hoogte van de levensloopbijdrage is voor de ambtenaar zodanig dat de ambtenaar bij het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof, bedoeld in artikel 9b:11, eerste lid of artikel 9b:35, eerste lid, en uitgaande van het bereikt kunnen hebben van 20 dienstjaren op de leeftijd van 59 jaar, een tegoed heeft overeenkomend met 210% van zijn bezoldiging als bedoeld in artikel 9b:2. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed. De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

    • 3.

      De hoogte van de levensloopbijdrage is voor de ambtenaar voor wiens functie een leeftijdsgrens was vastgesteld van 60 jaar zodanig, dat hij bij het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof, bedoeld in artikel 9b:11, tweede lid, een tegoed heeft overeenkomend met 140% van zijn bezoldiging als bedoeld in artikel 9b:2. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed. De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het onbezoldigd volledig verlof.

    • 4.

      Voorwaarde voor de in het tweede en derde lid genoemde garantie van 210% respectievelijk 140% is dat de ambtenaar het LOGA-pad volgt.

    • 5.

      Wanneer de ambtenaar op 59-jarige leeftijd respectievelijk 60-jarige leeftijd geen 20 dienstjaren zou hebben bereikt, voorziet de levensloopbijdrage in een tegoed naar rato van het aantal dienstjaren, dat op 59-jarige leeftijd respectievelijk 60-jarige leeftijd zou zijn bereikt.

    • 6.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

    • 7.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot het salaris, bedoeld in artikel 3:2.

    • 8.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 9b:2.

  • Q.

    Artikel 9e:9 komt te vervallen.

  • R.

    Er wordt een nieuw artikel 9e:9a toegevoegd:

    Levensloopbijdrage voor de ambtenaar bedoeld in hoofdstuk 9f

    • 1.

      De ambtenaar op wie hoofdstuk 9f van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van het volledig buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 9f:3.

    • 2.

      De hoogte van levenslooptegoed bedraagt op het moment als bedoeld in het eerste lid 210% van zijn berekeningsgrondslag als bedoeld in artikel 9f:2. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed. De controle hierop vindt plaats binnen een half jaar na het bereiken van de datum van ingang van het volledig buitengewoon verlof.

    • 3.

      Voorwaarde voor de in het tweede lid genoemde garantie van 210% is dat de ambtenaar het LOGA-pad volgt.

    • 4.

      Wanneer de ambtenaar op 59-jarige leeftijd geen 20 dienstjaren zou hebben bereikt, voorziet de levensloopbijdrage in een tegoed naar rato van het aantal dienstjaren, dat op 59-jarige leeftijd zou zijn bereikt.

    • 5.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

    • 6.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot het salaris, bedoeld in artikel 3:2.

    • 7.

      De levensloopbijdrage behoort niet tot de berekeningsgrondslag zoals bedoeld in artikel 9f:2.

  • S.

    Artikel 9e:11 wordt vervangen door:

    • 1.

      (vervallen).

    • 2.

      De ambtenaar:

      • a.

        bedoeld in artikel 9e:8, derde lid, wiens deelname aan de levensloopregeling FLO-overgangsrecht eindigt op grond van artikel 9e:10, tweede lid, onder b, voordat hij het moment van ingang van onbezoldigd volledig verlof bereikt, bedoeld in artikel 9b:11, tweede lid, of 9b:35, tweede lid, heeft recht op een afkoopbedrag.

      • b.

        bedoeld in artikel 9e:9a, wiens deelname aan de levensloopregeling FLO-overgangsrecht eindigt op grond van artikel 9e:10, tweede lid, onder b, voordat hij het moment van ingang van het volledig buitengewoon verlof bereikt, bedoeld in artikel 9f:3, heeft recht op een afkoopbedrag.

    • 3.

      De hoogte van het afkoopbedrag is voor de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, zodanig, dat hij, uitgaande van de in het LOGA overeengekomen uitgangspunten, op de leeftijd van 59 jaar een tegoed heeft overeenkomend met 210% van de bezoldiging op het moment van ontslag. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed.

    • 4.

      De hoogte van het afkoopbedrag is voor de ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, zodanig, dat hij, uitgaande van de in het LOGA overeengekomen uitgangspunten, op de leeftijd van 60 jaar een tegoed heeft overeenkomend met 140% van de bezoldiging op het moment van ontslag. Hierbij is het tegoed de som van het levenslooptegoed en het netto spaarverzekeringstegoed.

    • 5.

      Wanneer op het moment van ontslag nog geen 20 dienstjaren zijn bereikt, voorziet het afkoopbedrag, uitgaande van de in het LOGA overeengekomen uitgangspunten, in een tegoed op 59- of 60-jarige leeftijd naar rato van het aantal dienstjaren op het moment van ontslag.

    • 6.

      De hoogte van het afkoopbedrag wordt door Loyalis bepaald, waarbij:

      • a.

        het afkoopbedrag wordt gebaseerd op de bezoldiging op de dag voorafgaand aan het moment van ontslag;

      • b.

        er een verwacht netto rendement voor de contante waardeberekening wordt gehanteerd;

      • c.

        het afkoopbedrag wordt gebaseerd op dienstjaren, afgerond op hele maanden naar beneden, bij de oud-werkgever.

    • 7.

      Het afkoopbedrag behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

    • 8.

      Het afkoopbedrag behoort niet tot het salaris, bedoeld in artikel 3:2.

    • 9.

      Het afkoopbedrag behoort niet tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 9b:2 respectievelijk berekeningsgrondslag, bedoeld in 9f:2.

  • T.

    Artikel 9e:11 a komt, inclusief titel, te vervallen.

  • U.

    Artikel 9e:13 wordt vervangen door:

    • 1.

      Over het levenslooptegoed wordt uitsluitend beschikt ten behoeve van:

      • a.

        de uitbetaling van een uitkering tijdens een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof op grond van de Wet arbeid en zorg, hoofdstuk 6, of

      • b.

        de periode van onbetaald volledig verlof, bedoeld in artikel 9b:11 en 9b:35, of

      • c.

        de periode van volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 juncto 9f:3a, of

      • d.

        het omzetten van het levenslooptegoed in een aanspraak ingevolge artikel 16.6. van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, voor zover de fiscale grenzen in de Wet op de loonbelasting 1964 niet worden overschreden.

    • 2.

      Om over het levenslooptegoed te kunnen beschikken meldt de ambtenaar ten minste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum het college dat hij wil beschikken over (een deel van zijn) levenslooptegoed. Het college stelt vast hoe de melding moet plaatsvinden.

    • 3.

      Het levenslooptegoed mag geheel of gedeeltelijk worden afgekocht in geval van beëindiging van het dienstverband.

    • 4.

      Met inachtneming van het derde lid, wordt het levenslooptegoed niet afgekocht, vervreemd, prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk als voorwerp van zekerheid gesteld anders dan ten behoeve van de in artikel 5.11 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (oud) bedoelde verpanding ten behoeve van de belastingdienst bij buitenlandse aanbieders.

  • V.

    In artikel 9f:2 lid 1 wordt het artikel “9e:9" gewijzigd in "9e:9a”.

  • W.

    Aan paragraaf 2 van hoofdstuk 9f wordt een nieuw artikel 9f:3a toegevoegd:

    Artikel 9f:3a

    • 1.

      Het levenslooptegoed en netto spaartegoed van de levensloopregeling Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance van de ambtenaar die op of na 1 januari 2019 volledig buitengewoon verlof geniet of gaat genieten als bedoeld in dit hoofdstuk, worden ingezet ter financiering van zijn aanspraken bedoeld in 9f:3.

    • 2.

      Voor de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2 tweede lid volgt, wordt uitgegaan van een levenslooptegoed dat de ambtenaar gehad zou hebben als hij het LOGA-pad niet zou hebben verlaten (virtuele levenslooptegoed).

    • 3.

      Op verzoek van de ambtenaar die niet het LOGA-pad volgt, wordt de periode van volledig buitengewoon verlof waarvoor virtueel levenslooptegoed wordt ingezet zodanig verschoven dat deze periode ligt direct voorafgaand aan de afloop van de voor hem geldende periode van non-activiteit bedoeld in 9f:3. Vaststelling van de duur van deze periode vindt plaats op basis van inzet van het virtuele tegoed per 1 januari 2019 of de latere datum van ingang van het volledig buitengewoon verlof.

  • X.

    Artikel 9f:13 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

    De artikelen 9b:24 en 9b:25 gelden niet tot 1 juli 2019, tenzij met de ambtenaar vóór 1 januari 2018 reeds loopbaanafspraken zijn overeengekomen.

 

Bijlage 2 LOGA-circulaire van 30 april 2019 (TAZ/U201900348) en de LOGA-circulaire van 1 mei 2019 (TAZ/U201900344)

Burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie van de raad van de gemeente Lopik maken hierbij bekend dat per 1 januari 2018 de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik wordt gewijzigd. De wijzigingen zijn van de LOGA-circulaire (U201900348 en U201900344) en zijn deels van financiële aard en deels redactioneel.

 

  • I.

    Per 1 januari 2018

     

    • A.

      In artikel 19a:1 lid 1 worden de woorden “A en B” geschrapt.

       

    • B.

      Bijlage IIb, wordt vervangen door

       

      Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018

       

       

       jaarvergoeding

       uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

       uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

       uurbedrag voor langdurige aanwezigheid

       1. Aspirant manschap

      349

      10,82

      20,22

      13,47

      2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

      349

      12,42

      23,36

      15,56

       3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

      349

      13,77

      25,84

      17,23

       4. Bevelvoerder

      525

      17,27

      32,46

      21,63

       5. Officier van dienst

      4136

      0,00

      41,36

      0,00

       6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

      5940

      0,00

      59,40

      0,00

       7. Commandant van dienst

      8836

      0,00

      66,29

      0,00

       

    • C.

      CAR: bijlage Iic

      Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018

       

       

       jaarvergoeding

       uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

       uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

       uurbedrag voor langdurige aanwezigheid

       1. Aspirant manschap

      353

      10,96

      20,56

      13,69

       2. Manschap A, Chauffeur, 2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

      353

      12,66

      23,82

      15,87

       3. Manschap B, duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A, manschap A en ten minste twee specialisaties uit categorie 2

      353

      14,03

      26,26

      17,52

       4. Bevelvoerder

      533

      17,56

      32,95

      21,96

       5. Officier van dienst

      4215

      0,00

      42,15

      0,00

       6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

      6047

      0,00

      60,47

      0,00

       7. Commandant van dienst

      9002

      0,00

      67,47

      0,00

       

In deze bijlage is de tabel opgenomen die uitsluitend geldt voor de zeer beperkte categorie vrijwilligers bij de brandweer voor wie de vergoedingen tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement worden gerekend. Het gaat hierbij om personen die vóór 1 januari 1980 een aanstelling hadden als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer. Onder bepaalde voorwaarden vielen zij onder de werking van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (ABP-wet). Op 1 januari 1980 is de regeling op dit punt gewijzigd en zijn vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer uitgesloten van het ambtenaarschap in de zin van de ABP. Bij de wijziging in 1980 is een overgangsmaatregel getroffen. Deze hield in dat vrijwilligers die op 31 december 1979 al ambtenaar waren, het ambtenaarschap behielden zolang zij in dezelfde dienstverhouding werkzaam bleven. Op grond van deze overgangsbepaling zijn er nu nog vrijwilligers bij de brandweer die overheidswerknemer zijn en pensioen opbouwen bij het ABP. Degenen die na 1 januari 1980 zijn aangesteld, zijn per definitie geen ABP-deelnemer. Voor hen is deze bijlage niet van belang, maar geldt bijlage IIb.

 

Circulaire TAZ/U201900344

  • A.

    In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden “hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e” vervangen door: “hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f”.:

 

  • B.

    Artikel 9a:11 wordt, inclusief koptekst, gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    Garantietoeslag, afbouwtoelage en afkoopbedrag

    • 1.

      In dit artikel wordt onder berekeningsgrondslag verstaan: het inkomen dat wordt verkregen door de optelsom van:

      • a.

        het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 3:3 en paragraaf 3 van hoofdstuk 3;

      • b.

        de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 sub a en b;

      • c.

        de TOR, bedoeld in artikel 3:37;

      • d.

        de toelagen en vergoedingen bedoeld in hoofdstuk 20 en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover die aan de ambtenaar zijn toegekend, berekend over een periode van 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan het begin van de tweede loopbaan.

    • 2.

      De ambtenaar die binnen de organisatie van de gemeente de tweede loopbaan begint, krijgt een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen het oude en het nieuwe salaris. Het oude salaris wordt niet geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, zoals deze in de gemeentelijke sector wordt overeengekomen.

    • 3.

      Op de garantietoeslag wordt een vermindering toegepast tot het bedrag waarmee het nieuwe salaris en eventuele (salaris)toelagen en vergoedingen, behorende bij de nieuwe functie, samen met de garantietoeslag de berekeningsgrondslag overstijgt. De berekeningsgrondslag wordt niet geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, zoals deze in de gemeentelijke sector wordt overeengekomen.

    • 4.

      De ambtenaar die als gevolg van de tweede loopbaan binnen de organisatie van de gemeente de toelagen en vergoedingen verliest, die behoorden bij de bezwarende functie, krijgt een aflopende afbouwtoelage ter hoogte van een percentage van het verschil tussen de oude toelagen en vergoedingen en eventuele toelagen en vergoedingen die bij de nieuwe functie behoren. De afbouwtoelage bedraagt:

      • a.

        het eerste jaar 100%;

      • b.

        het tweede jaar 75%;

      • c.

        het derde jaar 50%;

      • d.

        het vierde jaar 25%.

    • De oude toelagen en vergoedingen worden niet geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, zoals deze in de gemeentelijke sector wordt overeengekomen.

    • 5.

      Op de afbouwtoelage wordt een vermindering toegepast tot het bedrag waarmee het nieuwe salaris en eventuele toelagen en vergoedingen, behorende bij de nieuwe functie, samen met de garantietoeslag en de afbouwtoelage de berekeningsgrondslag overstijgt. De berekeningsgrondslag wordt niet geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, zoals deze in de gemeentelijke sector wordt overeengekomen.

    • 6.

      De ambtenaar die een tweede loopbaan begint buiten de organisatie van de gemeente ontvangt een afkoopbedrag ter hoogte van 175% van het verschil tussen de berekeningsgrondslag (op jaarbasis) en het nieuwe jaarsalaris, inclusief eventuele toelagen en vergoedingen. Het nieuwe jaarsalaris, inclusief eventuele toelagen en vergoedingen, wordt berekend naar het bedrag dat voor de ambtenaar bij indiensttreding bij de nieuwe werkgever is vastgesteld.

  • C.

    In artikel 9b:2 worden de onderdelen a en g vervangen door:

    • a.

      berekeningsgrondslag: de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 9f:2.

    • g.

      onbetaald volledig verlof: verlof voor de formele arbeidsduur per week, zonder doorbetaling van de berekeningsgrondslag.

 

  • D.

    In artikel 9b:4 lid 1 worden de woorden “bezoldiging” vervangen door: “berekeningsgrondslag”

 

  • E.

    Artikel 9b:7 wordt, inclusief koptekst, vervangen door:

    IKB, salaristoelagen en TOR tijdens de periode van artikel 9b:4

 

De ambtenaar, bedoeld in artikel 9b:4 lid 1, eerste volzin en onder a en b heeft geen recht op een IKB, salaristoelage(n) of TOR op grond van hoofdstuk 3 of hoofdstuk 20.

 

  • F.

    In artikel 9b:9 wordt het woord “bezoldiging” vervangen door: “berekeningsgrondslag”

 

  • G.

    Artikel 9b:10 leden 1 en 8 worden vervangen door:

    • 1.

      Wanneer de ambtenaar tijdens de periode, bedoeld in artikel 9b:4, eerste volzin of onder b, inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de datum waarop artikel 9b:4 van toepassing is geworden, wordt op de doorbetaling van de berekeningsgrondslag, een vermindering toegepast. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de inkomsten en de doorbetaalde berekeningsgrondslag, samen de laatstelijk genoten berekeningsgrondslag te boven gaan.

    • 8.

      Wanneer de ambtenaar de verplichtingen van het zesde lid niet nakomt, kan het college besluiten een korting op de door te betalen berekeningsgrondslag toe te passen.

 

  • H.

    In artikel 9b:11 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”.

  • I.

    In artikel 9b:12 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”

  • J.

    In artikel 9b:14 en de koptekst worden het woord “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”

  • K.

    In artikel 9b:17 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”

  • L.

    In artikel 9b:18 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”.

  • M.

    Artikel 9b:20 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      De ambtenaar die op grond van hoofdstuk 7 binnen de organisatie van de gemeente definitief herplaatst wordt, heeft recht op een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de berekeningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in artikel 3:28 lid 3 sub a en het nieuwe totaalinkomen van de ambtenaar. Tot het totaalinkomen wordt de berekeningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in artikel 3:28 lid 3 sub a in de nieuwe functie gerekend, alsmede de uitkeringen die de ambtenaar in verband met zijn arbeidsongeschiktheid ontvangt.

  • N.

    Artikel 9b:22 lid 5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 5.

      Het op grond van dit artikel uitgekeerde bedrag behoort niet tot de berekeningsgrondslag.

  • O.

    Artikel 9b:25 lid 6 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      De ambtenaar die in het kader van de tweede loopbaan een andere functie aanvaardt binnen de organisatie van de gemeente, ontvangt, in afwijking van artikel 9a:11, een garantietoeslag ter hoogte van het verschil tussen de berekeningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in artikel 3:28 lid 3 sub a in de oude en de nieuwe functie.

  • P.

    Artikel 9b:26 vervalt.

  • Q.

    Artikel 9b:27a vervalt.

  • R.

    Artikel 9b:28 lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      De ambtenaar die op 1 januari 2006 minder dan 20 dienstjaren heeft, wordt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij een bepaalde leeftijd bereikt, volledig buitengewoon verlof verleend, tegen doorbetaling van een bepaald percentage van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag. De leeftijd en het percentage zijn afhankelijk van het aantal dienstjaren op 1 januari 2006. De leeftijd waaraan de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof is gekoppeld, en het percentage dat vanaf dat moment wordt betaald, zijn bij een aantal dienstjaren op 1 januari 2006 van:

      • a.

        5 tot 10 jaar: 58 jaar en 75%

      • b.

        b.10 tot 15 jaar: 57 jaar en 78%

      • c.

        c.15 tot 20 jaar: 56 jaar en 80%

  • S.

    Artikel 9b:29 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    Tijdens de periode, bedoeld in artikel 9b:28, bouwt de ambtenaar pensioen op over de berekeningsgrondslag.

  • T.

    Artikel 9b:30 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    De jaren dat de ambtenaar op grond van artikel 9b:28 volledig buitengewoon verlof is verleend, tegen doorbetaling van 75%, 78% of 80% van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag, tellen voor de berekening van de ambtsjubileumgratificatie niet mee.

  • U.

    Artikel 9b:34 leden 1 en 8 worden vervangen door :

    • 1.

      Wanneer de ambtenaar tijdens de periode, bedoeld in artikel 9b:26 en artikel 9b:28, inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de datum waarop artikel 9b:26 van toepassing is geworden, wordt op de doorbetaling van de berekeningsgrondslag, een vermindering toegepast. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de inkomsten en de doorbetaalde berekeningsgrondslag, samen de laatstelijk genoten berekeningsgrondslag te boven gaan.

  • U.

    Wanneer de ambtenaar de verplichtingen van het zesde lid niet nakomt, kan het college besluiten een korting op de door te betalen berekeningsgrondslag toe te passen.

  • V.

    In artikel 9b:35 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • W.

    In artikel 9b:36 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • X.

    In artikel 9b:38 en de koptekst wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • Y.

    In artikel 9b:41 en de koptekst worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • Z.

    In artikel 9b:42 en de koptekst wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • AA.

    Artikel 9b:45 vervalt.

  • BB.

    Artikel 9b:56 lid 1 wordt vervangen door:

    • 1.

      De ambtenaar die op grond van artikel 9b:4, eerste lid, gedeeltelijk doorbetaald volledig buitengewoon verlof geniet dan wel die heeft gekozen voor artikel 9b:4, eerste lid, onderdeel a of b, wordt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd van 59 jaar bereikt volledig buitengewoon verlof verleend voor een periode van 3 jaar, tegen doorbetaling van 70% van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag.

  • CC.

    In artikel 9b:56 lid 4 wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • DD.

    Artikel 9b:57 wordt, inclusief titel, vervangen door:

    IKB, salaristoelagen en TOR tijdens de periode van artikel 9b:56

    De ambtenaar bedoeld in artikel 9b:56 heeft geen recht op IKB, salaristoelage of een TOR op grond van hoofdstuk 3 of hoofdstuk 20.

  • EE.

    Artikel 9b:59 wordt vervangen door:

    De jaren dat de ambtenaar op grond van artikel 9b:56 volledig buitengewoon verlof is verleend, tegen doorbetaling van 70% van de voor de ambtenaar geldende brekeningsgrondslag, tellen voor de berekening van de ambtsjubileumgratificatie niet mee.

  • FF.

    Artikel 9b:60 leden 1 en 8 worden vervangen door:

    • 1.

      Wanneer de ambtenaar tijdens de periode, bedoeld in artikel 9b:56, inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de datum waarop artikel 9b:56 van kracht is geworden, wordt op de doorbetaling van de berekeningsgrondslag, een vermindering toegepast. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de inkomsten en de doorbetaalde berekeningsgrondslag, samen de laatstelijk genoten berekeningsgrondslag te boven gaan.

    • 8.

      Wanneer de ambtenaar de verplichtingen van het zesde lid niet nakomt, kan het college besluiten een korting op de door te betalen berekeningsgrondslag toe te passen.

  • GG.

    Artikel 9b:67 lid 1 vervangen door:

    • 1.

      De ambtenaar wordt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de ambtenaar de leeftijd van 59 jaar bereikt volledig buitengewoon verlof verleend voor een periode van 3 jaar tegen doorbetaling van 70% van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag.

  • HH.

    In artikel 9b:67 lid 5 wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • II.

    Artikel 9b:68 wordt, inclusief titel, vervangen door:

    IKB, salaristoelagen en TOR tijdens de periode van artikel 9b:67

    De ambtenaar bedoeld in artikel 9b:68 heeft geen recht op IKB, salaristoelage of een TOR op grond van hoofdstuk 3 of hoofdstuk 20.

  • JJ.

    Artikel 9b:70 wordt vervangen door:

    De jaren dat de ambtenaar op grond van artikel 9b:62 gedeeltelijk betaald verlof is verleend, tegen doorbetaling van 70% van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag, tellen voor de berekening van de ambtsjubileumgratificatie niet mee.

  • KK.

    Artikel 9b:71 leden 1 en 8 worden vervangen door:

    • 1.

      Wanneer de ambtenaar tijdens de periode, bedoeld in artikel 9b:67 inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of na de datum waarop artikel 9b:67 van kracht is geworden, wordt op de doorbetaling van de berekeningsgrondslag, een vermindering toegepast. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de inkomsten en de doorbetaalde berekeningsgrondslag, samen de laatstelijk genoten berekeningsgrondslag te boven gaan.

    • 8.

      Wanneer de ambtenaar de verplichtingen van het zesde lid niet nakomt, kan het college besluiten een korting op de door te betalen berekeningsgrondslag toe te passen.

  • LL.

    In artikel 9b:72 wordt het woord “bezoldigd” vervangen door “betaald”.

  • MM.

    In artikel 9b:73 wordt het woord “bezoldigd” vervangen door “betaald”.

  • NN.

    In artikel 9b:76 wordt het woord “ onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • OO.

    In artikel 9b:79 wordt het woord “ onbezoldigd” vervangen door “onbetaald”.

  • PP.

    Hoofdstuk 9d vervalt.

  • QQ.

    Artikel 9e:7 wordt vervangen door:

    De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht bestaat uit een of meer van de volgende bronnen:

    • a.

      het salaris;

    • b.

      de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 en 3;

    • c.

      de levensloopbijdrage als genoemd in artikel 9e:8 en 9e:9a;

    • d.

      de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren als bedoeld in artikel 3:36;

    • e.

      het opgebouwde verloftegoed bedoeld in artikel 4:9 lid 3.

  • RR.

    In artikel 9e:8 worden de woorden “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”.

  • SS.

    In artikel 9e:8 worden de woorden “bezoldiging” vervangen door: “berekeningsgrondslag”.

  • TT.

    In artikel 9e:11 wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”.

  • UU.

    In artikel 9e:11 worden de woorden “bezoldiging” vervangen door: “berekeningsgrondslag”.

  • VV.

    In artikel 9f:1 lid 1 onder ii wordt het woord “onbezoldigd” vervangen door: “onbetaald”.

  • WW.

    Artikel 9f:2 lid 1 wordt vervangen door:

    • 1.

      Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder berekeningsgrondslag de optelsom van:

      • a.

        het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 1:1 onder qq en rr;

      • b.

        de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder a en b;

      • c.

        de TOR, bedoeld in artikel 3:37;

      • d.

        de toelagen bedoeld in hoofdstuk 20 en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover die aan de ambtenaar zijn toegekend,

    • met uitzondering van de levensloopbijdrage, bedoeld in de artikelen 9e:8 en 9e:9a, berekend over de maand onmiddellijk voorafgaande aan de ingangsdatum van de geheel of gedeeltelijke periode van buitengewoon verlof.

  • XX.

    In artikel 19a:3 lid 7 wordt het woord “bezoldiging” vervangen door: “salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 1:1 lid 1 qq en rr”.

  • YY.

    In artikel 19a:3 lid 4 wordt de tweede “b.” vervangen door: “c”.

  • ZZ.

    Aan artikel 20:2 wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd, onder vernummering van lid 5 in lid 6:

    Indien op 31 december 2015 lokaal was bepaald dat de structurele vergoedingen en toelagen van hoofdstuk 20 werden meegenomen in de opbouw van de vakantietoelage, worden de structurele vergoedingen en toelagen van hoofdstuk 20 meegenomen in de opbouw van het IKB als bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onderdeel a.

  • AAA.

    Artikel 20:2 lid 6 komt te luiden:

    • 6.

      Het bepaalde in dit artikel laat onverlet dat de in de leden 2 tot en met 5 genoemde lokale regelingen in het lokale overleg gewijzigd kunnen worden.

 

Bijlage 3 LOGA-circulaire van 26 juni 2019 (TAZ/U201900530)

Burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie van de raad van de gemeente Lopik maken hierbij bekend dat per 1 juli 2019 de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik wordt gewijzigd. De wijzigingen zijn conform de LOGA-circulaire (TAZ/U201900530) en hebben veelal betrekking op de afspraken die gemaakt zijn over het tweede loopbaanbeleid voor het brandweerpersoneel met minder dan 20 dienstjaren op 1 januari 2006. Daarnaast worden twee kleine wijzigingen aangebracht in de reeds eerder gemaakte afspraken.

 

 

  • A.

    Artikel 9b:25 lid 1 en 2 worden vervangen door:

     

    • 1.

      Op de ambtenaar zijn tot de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de uittredeleeftijd als bedoeld in artikel 9f:3 bereikt, de artikelen 9a:5 tot en met 9a:8 en 9a:10 van overeenkomstige toepassing met uitzondering van

      • a.

        de periode van 20 jaar als bedoeld in 9a:5 lid 2 en 9a:8 lid 2 en;

      • b.

        artikel 9a:5, lid 5.

         

    • 2.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 9a:5 lid 4 wordt de ambtenaar een tweede loopbaanplan aangeboden op het moment dat is vastgesteld dat de ambtenaar om redenen van medische ongeschiktheid de bezwarende functie niet meer kan of mag vervullen.

 

  • B.

    Artikel 9b:25 lid 6 wordt vervangen door:

     

    • 6.

      De ambtenaar die in het kader van de tweede loopbaan een andere functie aanvaardt binnen de organisatie van de gemeente, ontvangt, in afwijking van artikel 9a:11, een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de berekeningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in 3:28 lid 3 sub a in de oude en de nieuwe functie.

 

  • C.

    Artikel 9f:13 komt te vervallen.

 

Bijlage 4 LOGA-circulaire van 25 juli 2019 (TAZ/U201900624)

Burgemeester en wethouders en de werkgeverscommissie van de raad van de gemeente Lopik maken hierbij bekend dat per 1 juli 2019 de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Lopik wordt gewijzigd. De wijzigingen zijn conform de LOGA-circulaire (TAZ/U201900624). Artikel 20:2 lid 5 (zoals opgenomen in de bijlage van de LOGA-circulaire met kenmerk U201900344) wordt verplaatst naar artikel 20:3. De reden is dat de bepaling geldt voor alle vergoedingen en toelagen van hoofdstuk 20 en voor de hele beroepsbrandweer. Artikel 20:2 is enkel van toepassing op brandweerpersoneel in dienstroosters. De nieuwe bepaling is ook van toepassing op het overige beroepsbrandweerpersoneel en was daarom in artikel 20:2 verkeerd gepositioneerd.

 

  • A.

    Artikel 20:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Dit artikel is van toepassing op de ambtenaar die bij een Veiligheidsregio, onderdeel brandweer, werkzaam is in een dienstrooster, en die voor wat betreft de vaststelling van zijn werktijden valt onder artikel 4:8.

    • 2.

      De artikelen 3:11 (TOD) en 3:18 (overwerk) zijn niet van toepassing op de ambtenaar genoemd in het eerste lid. Voor deze ambtenaar zijn de lokale regels over vergoeding van het verrichten van onregelmatige diensten en overwerk van toepassing, zoals deze op 31 december 2015 lokaal golden.

    • 3.

      Indien op 31 december 2015 lokaal een regeling verschuivingstoelage van kracht was, dan blijft deze regeling vanaf 1 januari 2016 van toepassing op de ambtenaar genoemd in het eerste lid.

    • 4.

      Indien op 31 december 2015 lokaal een regeling van kracht was die voorziet in een functiegebonden toelage dan blijft deze regeling vanaf 1 januari 2016 van toepassing voor de ambtenaar genoemd in het eerste lid.

    • 5.

      Het bepaalde in dit artikel laat onverlet dat de in de leden 2 tot en met 4 genoemde lokale regelingen in het lokale overleg gewijzigd kunnen worden.

 

  • B.

    Er wordt een nieuwe paragraaf 3 toegevoegd (met artikel 20:3) en komt als volgt te luiden:

    • §3 Opbouw IKB

      Indien op 31 december 2015 lokaal was bepaald dat de structurele vergoeding en toelagen van hoofdstuk 20 werden meegenomen in de opbouw van de vakantietoelage, worden de structurele vergoedingen en toelagen van hoofdstuk 20 meegenomen in de opbouw van het IKB als bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onderdeel a.

 

 

Naar boven