Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

 

Gelet op:

  • -

    artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen

Artikel I Wijziging Nadere regels

De Nadere regels subsidies gemeente Groningen wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Paragraaf 1.2 Armoedebeleid (in Deel 2 - Hoofdstuk 1) komt te luiden als volgt:

 

Onderstaande Nadere regel is gebaseerd op de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019 (ASV).

Artikel 1.5 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verlenen aan instellingen die in belangrijke mate en effectief, daar waar nodig op een innoverende wijze, een bijdrage leveren aan het doorbreken van de armoede-overdracht van ouder op kind. Daarnaast kan subsidie worden verleend voor activiteiten die eraan bijdragen dat een bredere doelgroep met een laag inkomen kan meedoen in de samenleving, een betere kwaliteit van leven kan hebben en/of stappen kan zetten naar het voorkomen of oplossen van (dreigende) armoede. Ook kunnen te subsidiëren initiatieven bijdragen aan een betere herkenning van armoede in de samenleving of het doorbreken van het taboe erop.

Artikel 1.6 Doelgroep

Personen met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm en/of die in traject zijn bij of gebruik maken van de schuldhulpverlening van de Groningse Kredietbank (GKB), te weten:

  • 1.

    gezinnen met kinderen tot 18 jaar

  • 2.

    jongvolwassenen tot en met 23 jaar

  • 3.

    volwassenen zonder kinderen vanaf 24 jaar

Artikel 1.7 Subsidie per activiteit

De subsidie voor de onder 1. genoemde activiteiten bedraagt maximaal 100% van de noodzakelijke kosten.

Artikel 1.8 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

Met betrekking tot de inhoud van de activiteiten zijn de volgende bepalingen van toepassing:

  • a.

    plannen voor activiteiten worden altijd samen met ervaringsdeskundigen gemaakt. Daar waar het gaat om activiteiten voor kinderen worden kinderen én hun ouders betrokken.

  • b.

    waar mogelijk is sprake van samenwerking/ coalitievorming/verbinding met andere (maatschappelijke) partijen plaats te vinden, zodat in gezamenlijkheid een groter resultaat bereikt wordt;

  • c.

    de activiteiten worden regelmatig geëvalueerd met mensen uit de doelgroep. Daar waar het gaat om activiteiten voor kinderen worden kinderen én hun ouders betrokken.

  • d.

    de activiteiten verantwoord zijn in het licht van de benodigde investering (menskracht en geld).

Het project/programma, initiatief of de te subsidiëren aanpak is of draagt zoveel mogelijk bij aan:

  • e.

    inzet vanuit de samenleving voor mensen in armoede.

  • f.

    een totaal aan activiteiten en voorzieningen die elkaar aanvullen, versterken en/of versnellen.

  • g.

    herkenning van armoede binnen de samenleving en de verbinding naar ‘een volgende stap’.

  • h.

    laagdrempeligheid en toegankelijkheid door de wijze van bejegening, een zo eenvoudig mogelijke inrichting en het niet botsen met andere projecten of regels.

  • i.

    mensgerichtheid en ruimte voor maatwerk.

  • j.

    het daadwerkelijk verzachten of wegnemen van barrières zodat de persoon de regie op het leven kan versterken of terugkrijgen.

  • k.

    ondersteuning of aandacht die zolang duurt als de persoon dit nodig heeft zodat de persoon niet terugvalt.

Artikel 1.9 Beoordeling aanvragen

Bij de beoordeling van een subsidieaanvraag weegt het college, indachtig de volgorde bepaling van de doelgroep, de onder a. tot en met k. genoemde onderdelen afzonderlijk dan wel in onderlinge samenhang beschouwd en de mate waarin de verschillende aanvragen invulling geven aan bedoelde activiteiten en geeft uitsluitsel daarover, die kan luiden:

  • I.

    Komt in aanmerking voor subsidieverlening.

  • II.

    Komt eerst niet aanmerking voor subsidie, wordt in gelegenheid gesteld om aanvraag aan te vullen.

  • III.

    Komt niet in aanmerking voor subsidie omdat door andere aanbieders voldoende wordt voorzien in de geboden activiteiten.

  • IV.

    Voldoet niet of onvoldoende aan de gestelde voorwaarden, komt niet in aanmerking voor subsidieverlening.

Het college kan op grond van individuele en bijzondere omstandigheden hiervan afwijken.

Artikel 1.10 Weigeringsgronden

Het college weigert een aanvraag als de voorgenomen activiteit(en) van de aanvragende instelling

  • -

    niet toegankelijk is voor de gehele doelgroep;

  • -

    het gaat om leer-werktrajecten;

  • -

    het gaat om re-integratietrajecten;

  • -

    de activiteiten voor volwassenen niet kortdurend zijn.

Aanvragen die niet tijdig zijn binnengekomen volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen (ASV) worden geweigerd.

Artikel 1.11 Subsidieplafond en verdelingsregels

Voor de subsidiabele activiteiten in het kader van armoedebeleid wordt jaarlijks een subsidieplafond ingesteld. Ingeval de toegelaten instellingen (die aan de voorwaarden voldoen) gezamenlijk meer subsidie aanvragen dan er aan budget beschikbaar is, wordt de subsidie toebedeeld naar rato van het bedrag van de subsidieaanvraag.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de datum van de bekendmaking.

 

Aldus besloten in de collegevergadering van 9 september 2019

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Diana Starmans

Naar boven