Gemeenteblad van Zevenaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2019, 22830 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zevenaar | Gemeenteblad 2019, 22830 | Beleidsregels |
Beleidsregels Standplaatsen gemeente Zevenaar 2019
Burgemeester en wethouders van Zevenaar,
Overwegende dat vanuit het oogpunt van het bieden van rechtszekerheid, het vereenvoudigen van de vergunningverlening en handhaving het gewenst is beleidsregels voor vergunningverlening voor standplaatsen bestuurlijk vast te stellen;
Dat het vaststellen van beleidsregels onderdeel uitmaakt van de harmonisatie van het gemeentelijke beleid op het gebied van ambulante handel (markten en standplaatsen);
Gelet op de artikelen 4:81 Algemene wet bestuursrecht en 5:17/5:18 Algemene Plaatselijk Verordening 2018 gemeente Zevenaar;
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
seizoensgebonden standplaats: een gedeelte van de openbare plaats als bedoeld in artikel 1.1. onder a. van de APV, dat gedurende één of meerdere dagen per week kan worden ingenomen als standplaats voor verkoop van seizoensgebonden producten voor een periode tot maximaal 2 maanden aaneengesloten per jaar;
Een vergunning wordt aangevraagd door middel van een volledig ingevuld en ondertekend formulier dat daartoe door of namens het college wordt verstrekt;
Artikel 3 Beoordeling aanvraag
Bescherming openbare orde en veiligheid/beperken overlast (artikel 1:8 APV)
Waarborgen verkeersveiligheid (artikel. 1:8 APV)
Waarborgen redelijke eisen welstand (artikel 5:18 lid 3 sub a APV)
Redelijk verzorgingsniveau (artikel 5:18 lid 3 sub b APV)
Artikel 4 Verdeling vaste standplaatsen
Ten aanzien van nieuwe uitbreidingswijken kan maximaal één tijdelijke standplaats worden toegewezen. Deze standplaats (snacks, frisdrank) wordt steeds voor een jaar afgegeven en komt te vervallen zodra de woonwijk gereed is en de bouwactiviteiten zijn afgerond. Voor dergelijke aanvragen kunnen aanvullende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning toegespitst op de situatie.
Artikel 5 Voorwaarden standplaatsvergunning
Na verloop van de vergunningstermijn wordt de vrijgekomen vergunning openbaar kenbaar gemaakt via een publicatie in de gemeentelijke INFO. Belangstellenden kunnen zich voor een standplaats vervolgens inschrijven voor de vrijkomende standplaats(en) voor een nader te bepalen datum. Bij meer dan één gegadigde voor een standplaatsvergunning op een bepaalde locatie wordt via loting de standplaats toegewezen.
Voor het aanvragen van een vergunning zijn leges verschuldigd op grond van de geldende legesverordening;
Toelichting op de beleidsregels
Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen, oliebollen vanaf een standplaats in de openbare ruimte is in de meeste gemeenten in Nederland een niet meer weg te denken activiteit. Ook non profit organisaties maken vaak gebruik van een standplaats om voorlichting te geven over bepaalde dienstverlening.
Een vergunningsstelsel is noodzakelijk omdat een standplaats ook overlast voor de omgeving of onveilig verkeersgedrag kan veroorzaken of het straatbeeld kan ontsieren. Om al deze belangen goed te kunnen afwegen is het gewenst beleid in de vorm van beleidsregels vast te stellen. De voormalige gemeente Zevenaar kende reeds beleidsregels voor standplaatsen. Dit beleid is echter verouderd. De fusie tussen de voormalige gemeenten Rijnwaarden en Zevenaar biedt nu de mogelijkheid om het standplaatsenbeleid opnieuw te formuleren en vast te stellen.
Met de vaststelling van de beleidsregels wordt beoogd:
De beleidsregels vormen een juridisch kader voor de toetsing van aanvragen. Er kunnen zich evenwel bijzondere situaties voordoen die verlening van een aanvraag in afwijking van de beleidsregels rechtvaardigen. Artikel 4:84 Awb geeft het bevoegde bestuursorgaan een zogeheten inherente afwijkingsbevoegdheid. Dit betekent dat het overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval is het bestuursorgaan, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van de beleidsregel af te wijken. In dit opzicht verschilt een beleidsregel van een algemeen verbindend voorschrift (zoals een verordening), waarvan in beginsel niet mag worden afgeweken. Gelet op bovenvermelde inherente afwijkingsbevoegdheid behoeft de beleidsregel zelf geen hardheidsclausule te bevatten. Daar waar bij de toepassing van de beleidsregel blijkt dat stelselmatig moet worden afgeweken, kan dit aanleiding zijn om de beleidsregel aan te passen.
Bij het formuleren van beleidsregels dient rekening te worden gehouden met diverse andere wettelijke regelingen. Dit geldt ook voor de vergunninghouder bij het innemen van de standplaatsen. Hieronder zijn enkele relevante regelingen kort benoemd.
Algemene Plaatselijke Verordening
De gemeente Zevenaar heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening Zevenaar 2018 een artikel (artikel 5.18) opgenomen waarin regels ten aanzien van standplaatsen zijn vastgelegd. Het artikel stelt dat zonder vergunning van het college geen standplaats mag worden ingenomen. Voorts wordt een aantal motieven genoemd op basis waarvan een vergunning kan worden geweigerd.
Artikel 7 van de Grondwet brengt met zich mee dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist (bijvoorbeeld voor een politieke partij die in verband met verkiezingen een standplaats inneemt).
Voor de weekmarkt van Zevenaar zijn regels in een aparte verordening opgenomen. Deze regels gelden niet ten aanzien van de losse en vaste standplaatsen in de gemeente. In de voormalige gemeente Rijnwaarden gold ook een marktverordening voor de standplaatsen in Pannerden en Lobith als kleine markten beschouwd. Het aantal standplaatsen is echter dermate gering dat niet meer gesproken worden van een mart. In het harmonisatievoorstel gaan wij dan ook uit om de Marktverordening van de voormalige gemeente Rijnwaarden in te trekken en de standplaatsen te laten vallen onder het regime van beleidsregels voor standplaatsen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten standplaatsen. Vaste standplaatsen hebben een permanent karakter, omdat zij gedurende een langere periode op een locatie staan. Hiermee is de impact op de openbare ruimte en het woon- en leefklimaat doorgaans groot. Voor deze categorie zijn vaste locaties aangewezen.
De seizoensgebonden standplaatsen betreffen in de praktijk de jaarlijkse oliebollen en kerstbomenverkoop in de winterperiode. Het is wenselijk om voor deze categorie meer flexibiliteit te geven omdat hier sneller kan worden ingespeeld op ontwikkelingen en locaties maar voor een beperkte periode worden ingenomen. Tot slot zijn er incidentele standplaatsen bijvoorbeeld voor voorlichtingsacties. De impact hiervan is gering. Voor deze categorie zijn dan ook geen vaste locaties aangewezen.
Door een aanvraagformulier te hanteren krijgt de gemeente in de regel direct de noodzakelijke informatie om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen en te kunnen toetsen aan de criteria. Dit voorkomt dat steeds aanvullende gegevens moeten worden gevraagd.
Lid 1: Deze criteria zijn een uitwerking van de weigeringsgronden voor een (standplaats)vergunning genoemd in artikel 1:8 jo 5:18, lid 3 van de APV. Volgens gangbare jurisprudentie mag het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente te worden aangemerkt. Hierop zijn enkel uitzonderingen mogelijk die verwerkt zijn in de criteria onder l. en m. De Dienstenrichtlijn staat deze weigeringsgronden voor standplaatsen die (mede) diensten verlenen niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het blijft echter nog wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren voor het verkopen van goederen. De Dienstenrichtlijn is daarop immers niet van toepassing.
Lid 2: De gemeente mag in principe geen branches weigeren of voorschrijven. Vanuit het oogpunt van openbare orde is het evenwel ongewenst dat twee branches op het zelfde moment en op de dezelfde locatie een standplaats hebben.
Leden 3 en 4: Wanneer een vacature ontstaat en de behoefte bestaat deze in te vullen dient dit via een openbare procedure te geschieden. De gemeente hanteert geen wachtlijst. Is het maximale aantal vergunningen verleend wordt een aanvraag automatisch geweigerd. Betrokken kan op het moment dat een vacature ontstaat reageren op de openbare bekendmaking.
Lid 1: Het uitgangspunt is om standplaatslocaties zoveel mogelijk te vestigen rondom winkelgebieden en/of (dorps-)pleinen. Standplaatsen hebben een verkeersaantrekkende werking en hebben een zekere impact op de omgeving. Rondom winkelgebieden zijn standplaatsen vaak makkelijker inpasbaar. De aangewezen locaties verdeeld naar aantal standplaatsen en tijdstippen vormen gezamenlijk het maximumstelsel. Dit betekent dat het aantal vaste standplaatsen per locatie is gelimiteerd. Het aantal standplaatsen in Pannerden en Lobith die voorheen onder het regime van de Marktverodening vielen, zijn eveneens gelimiteerd. Wel is er nog ruimte ten opzichte van de huidige situatie om standplaatsen toe te voegen indien hier vraag naar is.
De tijden sluiten zoveel mogelijk aan op de gangbare openingstijden van de winkels.
Lid 2: Het maximumstelsel geldt niet voor seizoensgebonden of incidentele standplaatsen. Aanvragen voor locaties worden beoordeeld aan de hand van de criteria vermeld in lid 1 van dit artikel.
Lid 3 is opgenomen om de mogelijkheid te bieden een standplaats toe te wijzen gedurende de bouwfase van een uitbreidingswijk, bijvoorbeeld in Groot Holthuizen.
Lid 4 is toegevoegd om ook een toetsingskader te bieden voor standplaatsen die weliswaar op particuliere grond staan doch wel een vergunning vergen op grond van artikel 5:17 Awb.
Leden 1, 2 en 4 spreken voor zich.
Leden 3 en 7: Volgens Europese en landelijke juridische uitspraken dient de gemeente transparante regels te hebben waaraan de gemeente bij de verdeling van schaarse vergunningen voldoet. Het gaat vooral om transparantieverplichtingen bij de verdeling en verlening van schaarse vergunningen, die waarborgen dat de aanvragers gelijke kansen hebben om mee te dingen naar schaarse vergunningen. Omdat er een maximumstelsel geldt, dient de gemeente iedere ondernemer in beginsel een gelijke kans te bieden om een standplaatsvergunning te bemachtigen. Dit betekent dat vergunningen niet automatisch kunnen worden verlengd. Is de vergunningsduur verlopen dient iedere belangstellende ondernemer de kans te krijgen om de vrijgekomen vergunning te verkrijgen. Een periode van 5 jaar achten wij naar de vergunninghouder toe een redelijke periode.
Lid 5: Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin het wenselijk is om de vergunningsduur te beperken, bijvoorbeeld wanneer op voorhand bekend is dat als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling of herbestemming een locatie komt te vervallen.
Lid 6: Deze bepaling is opgenomen vanuit het oogpunt van effectieve controle en om te voorkomen dat een standplaatsvergunning een economisch verhandelbaar object gaat worden.
Lid 1: Een vergunning heeft een persoonlijk karakter en daarom is het verplicht dat de vergunninghouder zelf de standplaats inneemt.
Lid 1: Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, de ruimtelijke inpasbaarheid en uitstraling is het gewenst om de oppervlakte van een standplaats aan een maximum te verbinden. Dit maximum is gesteld op 30 m2 (de grootte van een forse verkoopwagen).
Lid 2: Vanuit hetzelfde oogpunt is het niet toegestaan (vracht-)wagens en auto’s achter of rondom de standplaats te plaatsen. Deze horen thuis op de openbare of daartoe aangewezen parkeerplaatsen in de omgeving.
Lid 1. Rondom evenementen heeft de organisator/vergunninghouder van het betreffende evenement het eerste recht tot gebruik van de openbare ruimte. Dit betekent dat standplaatshouders tijdens deze evenementen hun standplaats niet mogen innemen tenzij het evenement hierdoor niet wordt verstoord of de organisator hiermee instemt.
Lid 2. Dit betreft een inspanningsverplichting voor de gemeente om een alternatieve locatie aan te wijzen. Dit is echter geen verplichting.
Dit artikel spreekt voor zich. De leges worden jaarlijks vastgesteld door de raad.
Leden 1 en 2: Spreken voor zich.
Lid 3: Dit betreffen marktvergunningen die op basis van een andere wettelijke regeling dan de APV zijn verleend. Dit artikel beoogt geen wijziging te brengen in de bestaande rechten van deze standplaatshouders.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-22830.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.