Beleidsregel openbare laadinfrastructuur

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS;

 

Gelet op de Parkeervisie;

BESLUIT:

 

De volgende beleidsregel vast te stellen:

Artikel I Beleidsregels APVG artikel 2.6. Openbare Laadinfrastructuur

 

Artikel 1 Begripsbepaling

  • a.

    College: Het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Laadpaal: openbare voorziening, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, waar een elektrische auto kan worden opgeladen; een laadpaal kan een of meer oplaadpunten bevatten;

  • c.

    Elektrische auto: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig.

Artikel 2 Weigeringsgronden

Het college toetst ten aanzien van de vergunning aan de weigeringsgronden in artikel 2:6 Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Groningen 2009. Hierbij worden de volgende aspecten betrokken

  • a.

    Is het aannemelijk dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld kan worden (dit om te voorkomen dat er “privé-parkeerplaatsen” gecreëerd worden);

  • b.

    Kan de laadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen – eventueel op termijn – twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

  • c.

    Blijft de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) gewaarborgd. Bij plaatsing op het trottoir dient deze in lijn van andere voorwerpen te staan. Daarnaast dient er tenminste een vrije ruimte van 1,50 meter beschikbaar te zijn (aan de gevelzijde) in verband met de toegankelijkheid voor onder anderen minder validen. Daarnaast dient de afstand tot aan de trottoirband 0,60 meter te zijn. Op de laadpaal/laadvoorziening mag een kleine reclame-uiting (maximaal 0,30 m2) aanwezig zijn;

  • d.

    Zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen;

  • e.

    Past de laadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur in het straatbeeld;

  • f.

    Is er sprake van ruimtelijke of infrastructurele ontwikkelingen.

Artikel 3 Voorwaarden

In de vergunning worden in ieder geval de volgende voorwaarden opgenomen:

  • 1.

    Beheer laadpaal/-infrastructuur: de aanvrager van de vergunning voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de laadpaal/-infrastructuur en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal/-infrastructuur (hekjes, biggenruggen ed.) zijn ook voor rekening van de beheerder.

  • 2.

    Openbaarheid laadpaal/-infrastructuur: de laadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn/haar elektrische voertuig. De beheerder zorgt voor zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt.

  • 3.

    Veiligheid: de laadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen.

  • 4.

    Aansprakelijkheid: de beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de laadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden of gemeentelijke eigendommen wordt veroorzaakt. Gemeente is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de laadpaal en/of andere infrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart hiervoor de gemeente. De beheerder verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,-- per gebeurtenis.

Artikel 4 Intrekken/wijzigen

Het college wijzigt of trekt de vergunning, gelet op artikel 1:7 Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Groningen 2009 in, in ieder geval indien:

  • 1.

    De beheerder van de laadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan de vergunning;

  • 2.

    Er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadpaal en/of oplaadinfrastructuur;

  • 3.

    Er een ruimtelijke of infrastructurele ontwikkeling plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 3 september 2019.

de burgemeester,

Peter den Oudsten

de secretaris,

Diana Starmans

Naar boven