Gemeenteblad van Olst-Wijhe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2019, 22359 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Olst-Wijhe | Gemeenteblad 2019, 22359 | Verordeningen |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe;
overwegende dat het college op grond artikel 10d:3 CAR/UWO een lokale regeling kan opstellen ter uitwerking van hoofdstuk 10d CAR-UWO
Gelet op artikel 160 Gemeentewet;
Gelet op de instemming van de Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg;
Artikel 31:1:1:2 Inspanningsverplichting
Als desondanks medewerkers boventallig worden, dan is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en de betrokken medewerker om er voor te zorgen dat de medewerker zo spoedig mogelijk aan de slag kan op een andere arbeidsplaats binnen of buiten de gemeentelijke organisatie, of om een andere (maatwerk)oplossing te realiseren.
Boventallig verklaarde medewerker: de medewerker (vast en tijdelijk dienstverband) in dienst van de gemeente die als gevolg van een reorganisatie zijn/haar functie heeft verloren en die (nog) niet is geplaatst of herplaatst in de formatie van de nieuwe organisatie.
Ongewijzigde functie: een functie die naar aard, inhoud en niveau in belangrijke mate overeenkomt met de functie die de medewerker voor de reorganisatie heeft vervuld.
Passende functie: een functie, niet zijnde een ongewijzigde functie, binnen of buiten de organisatie waarin de medewerker gezien zijn/haar persoon, opleiding, ervaring, omstandigheden en objectief vast te stellen vooruitzichten in redelijkheid kan worden geplaatst en waarbij geldt dat die functie niet meer dan twee salarisschalen lager is gewaardeerd dan de functie die hij/zij laatstelijk heeft vervuld.
Geschikte functie: een functie binnen of buiten de organisatie die geen passende functie is, maar die door de werkgever wordt aangeboden en die de medewerker bereid is te vervullen.
Plaatsen: het in het kader van een reorganisatie plaatsen van een medewerker in een ongewijzigde, passende of geschikte functie binnen de nieuwe organisatie.
Herplaatsen: het na een reorganisatie plaatsen van een boventallig verklaarde medewerker in een passende of geschikte functie binnen of buiten de organisatie
Remplaçant: de geplaatste of (potentieel) te plaatsen medewerker, die op basis van vrijwilligheid de status van boventallig verklaarde medewerker krijgt, met het doel om een (potentieel) boventallig verklaarde medewerker alsnog te kunnen plaatsen.
Reorganisatie: iedere wijziging van de organisatiestructuur, de omvang of de taakinhoud van een onderdeel van de gemeente, waaraan nadelige personele consequenties zijn verbonden.
Sleutelfunctie: een functie die met instemming van de Ondernemingsraad is aangewezen als zijnde van vitaal belang voor de nieuwe organisatie.
Werkgever: het college van burgemeester en wethouders.
Dienstverband: diensttijd doorgebracht bij de gemeente Deventer, Olst-Wijhe en/of Raalte inclusief de diensttijd bij de voorgangers van de drie gemeente in verband met herindelingen.
Artikel 31:1:1:7A Interne plaatsing
Toepassing van het in het vorige lid genoemde afspiegelingsbeginsel leidt per groep van ongewijzigde functies tot een rangordening van medewerkers. Na de plaatsingsfase wordt deze rangordening (plaatsingsvolgorde) van de medewerkers die niet konden worden geplaatst, gehanteerd in geval er na verloop van tijd in de groep van ongewijzigde functies vacatures ontstaan.
Indien medewerkers niet geplaatst kunnen worden op een ongewijzigde functie, dan volgt plaatsing op een passende functie binnen het reorganisatiedomein. Is een functie voor meer medewerkers aan te merken als passend dan wordt degene, voor wie de functie het meest passend is als eerste geplaatst op deze functie.
Artikel 31:1:1:8 Externe plaatsing bij verzelfstandiging/privatisering
Als overgang van medewerkers naar een andere werkgever in verband met verzelfstandiging of privatisering noodzakelijk is, rust op burgemeester en wethouders de plicht te streven het geheel van salarisaanspraken en overige aanspraken en vooruitzichten van de betrokken medewerkers, zoals die op het moment van de overgang bestaan, per saldo door de nieuwe werkgever in volle omgang te laten garanderen. Hieromtrent dienen met de toekomstige werkgever concrete afspraken te worden gemaakt, die per betrokken medewerker individueel en schriftelijk moeten worden vastgelegd.
Voorts dienen burgemeester en wethouders in de in het eerste lid bedoelde situatie een nadere regeling te treffen ten aanzien van de voorwaarden waaronder de overgang naar de nieuwe werkgever plaats zal hebben. Uitgangspunt hierbij dient te zijn dat de betrokken medewerkers tenminste op dezelfde rechten aanspraak kunnen maken als in geval van een interne overplaatsing. De afspraken zullen worden vastgelegd in een sociaal plan waarover in de Commissie voor Georganiseerd Overleg overeenstemming is bereikt. In dit sociaal plan worden eveneens afspraken gemaakt met betrekking tot de te hanteren ontslagvolgorde.
Voor medewerkers die binnen twee jaren na het vervallen van hun functie bij de gemeente een leeftijd bereiken waarbij zij op grond van geldend recht de leeftijd waarop zij een AOW uitkering gaan ontvangen, wordt ernaar gestreefd detachering plaats te laten vinden bij de nieuwe werkgever onder de voorwaarde dat de medewerker die wordt gedetacheerd zich verplicht gebruik te maken van de mogelijkheid tot uittreden wegens keuzepensioen.
Artikel 31:1:1:9 Sleutelfuncties
In de na reorganisatie te vormen organisatie of organisatieonderdeel kunnen sleutelfuncties worden ingevuld op basis van geschiktheid, overeenkomstig door het lijnmanagement vastgestelde geschiktheidscriteria of competenties en volgens de lokale wervings- en selectieprocedure. Het domein, als bedoeld in artikel 31:1:1:7 eerste lid is niet van toepassing
Artikel 31:1:1:10 Belangstellingsregistratie
Als belangstellingsregistratie wordt gehouden, worden medewerkers, die werkzaam zijn binnen de domeinbepaling als bedoeld in artikel 31:1:1:7, door de werkgever in de gelegenheid gesteld hun belangstelling kenbaar te maken naar maximaal drie functies in de nieuwe organisatie, onder vermelding van hun motivatie voor deze drie functies.
Artikel 31:1:1:11 Plaatsingscommissie
De plaatsingscommissie bereidt op basis van mens-volgt-functie al dan niet in combinatie met het afspiegelingsbeginsel UWV voor de medewerkers op een ongewijzigde functie en op basis van meest-passendheid en vervolgens geschiktheid voor de overige medewerkers een plaatsingsplan voor, en legt deze ter besluitvorming voor aan het betreffende college van burgemeester en wethouders.
Om de mate van passendheid van een kandidaat voor plaatsing in een functie te bepalen, dan wel of een functie geschikt is voor een kandidaat, maakt de plaatsingscommissie gebruik van de belangstellingsregistratie, de beoordelingen van de afgelopen twee jaren, en loopbaaninformatie over de medewerkers, aan te leveren door het lijnmanagement van de betreffende medewerkers.
Artikel 31:1:1:12 Boventalligverklaring
De medewerker, die boventallig is verklaard, heeft als preferent kandidaat een voorrangspositie ten opzichte van andere interne kandidaten bij het reflecteren op interne vacatures, met dien verstande dat voordat een vacature vrij wordt gegeven voor vervulling de functie, als er sprake is van een passende functie, eerst wordt aangeboden aan de boventallig verklaarde medewerker. Ook hierbij geldt dat als de functie passend is voor meer boventalligverklaarde medewerkers, de medewerker voor wie de functie het meest passend is voorgaat.
Artikel 31:1:1:13 Maatregelen ter voorkoming / vermindering van boventalligheid
Medewerkers die geplaatst zijn - of zullen gaan worden - in de formatie van de nieuwe organisatie, kunnen die plaats opgeven en zich beschikbaar stellen voor de status van boventallig verklaarde medewerker. Het gevolg daarvan is dat in diens plaats een boventallig verklaarde medewerker in de nieuwe organisatie kan worden geplaatst. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, wordt een dergelijk aanbod gehonoreerd.
Medewerkers kunnen zowel individueel als in groepsverband een verzoek indienen om hun aanstellingsomvang terug te brengen, om zodoende formatie beschikbaar te stellen voor het plaatsen van boventallig verklaarde collega’s. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, worden dergelijke verzoeken gehonoreerd.
Artikel 31:1:1:14 Doorlopen van werk naar werk-traject
Op boventallig verklaarde medewerkers zijn de artikelen in paragraaf 5 van hoofdstuk 10d van de CAR-UWO van toepassing. Vanaf het moment waarop het besluit tot boventalligverklaring in werking is getreden, hebben boventallig verklaarde medewerkers recht op het doorlopen van het daarin geregelde ‘van werk naar werk’-traject (vnwn-traject).
De verlenging van het vwnw-traject als bedoeld in artikel 10d:22 CAR-UWO, wordt ruimhartig toegepast indien verlenging de kansen op een passende of geschikte functie binnen de termijn van verlenging wezenlijk vergroot of verbeterd. De paritaire commissie als bedoeld in artikel 10d:24 CAR-UWO brengt advies uit aan het college of verlenging aan de orde kan zijn.
Artikel 31:1:1:15 Herplaatsing
Het vwnw-traject is gericht op het zo spoedig mogelijk herplaatsen van de medewerker in een passende of geschikte functie binnen of buiten de organisatie, of op het realiseren van een andere maatwerkoplossing. Herplaatsing geschiedt op basis van geschiktheid van de medewerker voor de functie.
Artikel 31:1:1:16 Lager gewaardeerde functie
Als er sprake is van (her)plaatsing in een lager gewaardeerde passende of geschikte functie wordt de medewerker ingepast in het salarisniveau van de betreffende passende of geschikte functie met een toelage tot het salarisbedrag dat de medewerker had op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van de (her)plaatsing rekening houdend met de aanstellingsomvang na plaatsing.
De medewerker als bedoeld in het eerste lid, aan wie reeds een salaris was toegekend in een uitloopschaal dan wel een uitloopperiodiek dan wel een vaste beloningsbeleidtoelage heeft, behoudt het salarisbedrag zoals de medewerker had op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van de (her)plaatsing rekening houdend met de aanstellingsomvang na plaatsing. De mogelijkheid van verdere doorgroei in een uitloopschaal vervalt.
In de situatie als bedoeld in het vorige lid, eerste volzin, worden in de Jaarplancyclus afspraken gemaakt ten aanzien van de uitvoering van de functie waarin de medewerker is herplaatst en eveneens ten aanzien van werkzaamheden die recht doen aan het salarisbedrag dat aan de medewerker wordt uitbetaald. Leidinggevende en medewerker zijn beiden gelijkelijk verantwoordelijk voor het vinden van deze werkzaamheden en het maken van afspraken hierover. Zijn deze extra werkzaamheden niet voorhanden en kunnen om die reden geen afspraken hierover worden gemaakt, dan behoudt de medewerker de toelage als bedoeld in het eerste lid.
Wanneer de extra werkzaamheden, die recht doen aan het salarisbedrag dat aan de medewerker wordt uitbetaald, voorhanden zijn, maar de medewerker is niet bereid deze werkzaamheden te verrichten óf hierover afspraken te maken wordt de toelage als bedoeld in het eerste lid beëindigd met ingang van de maand volgend op de schriftelijke vaststelling door of namens het college. Wanneer de medewerker de extra werkzaamheden twee jaar achtereen op onvoldoende niveau uitvoert, blijkend uit twee beoordelingen, wordt de toelage als bedoeld in het eerste lid beëindigd met ingang van het kalenderjaar volgend op de tweede beoordeling.
Wanneer de medewerker niet reflecteert, zoals bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, van dit artikel, wordt door de leidinggevende, namens het college, vastgesteld of er sprake is van een passende functie of niet. De leidinggevende neemt dit besluit niet voordat hij de zienswijze van de medewerker heeft gehoord. Was de functie, waarnaar niet gereflecteerd is als passend aangemerkt, dan wordt de toelage beëindigd met ingang van de eerste maand volgend op de schriftelijke vaststelling door of namens het college.
Artikel 31:1:1:16A Omscholing/bijscholing
Indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie nodig is, wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld tot omscholing en/of bijscholing op volledige kosten van de werkgever, een en ander met inachtneming van hoofdstuk 17 van de CAR-UWO. Dit kan plaatsvinden op verzoek van de medewerker of op initiatief van het college van burgemeester en wethouders. De medewerker kan daartoe zo nodig ook worden verplicht; in die situatie worden de kosten volledig door de werkgever vergoed op grond van artikel 15:1:26 van de CAR-UWO.
De medewerker wordt na overplaatsing in de gelegenheid gesteld een studie, waarvoor hem krachtens hoofdstuk 17 van de CAR-UWO een vergoeding en/of faciliteiten zijn toegekend, af te ronden. Op de ambtenaar rust geen terugbetalingsverplichting wanneer hij de studie staakt als gevolg van de overplaatsing.
Artikel 31:1:1:16B Procedure bij niet geslaagde interne overplaatsing
Indien binnen een jaar na de overplaatsing in een passende of geschikte functie uit een beoordeling blijkt dat de medewerker de hem opgedragen functie niet op normaal goede wijze vervult, anders dan wegens ziekten of gebreken, wordt de overplaatsing ongedaan gemaakt. Vervolgens worden de mogelijkheden voor een nieuwe overplaatsing onderzocht. Indien een nieuwe overplaatsing niet mogelijk is, wordt eervol ontslag verleend wegens opheffing van de oorspronkelijke functie.
§ 5 Mobiliteitbevorderendemaatregelen
Artikel 31:1:1:17 Flankerend beleid
Naast de voorzieningen die worden genoemd in artikel 10d:16 CAR-UWO stelt de werkgever op grond van artikel 17:7 CAR-UWO een pakket van maatregelen en faciliteiten ter beschikking die de werking en het realiseren van de doelstelling van dit sociaal statuut ondersteunen.
Artikel 31:1:1:18 Uitwerking Flankerend beleid
De navolgende instrumenten kunnen worden ingezet ten behoeve van boventallige medewerkers of remplaçanten tijdens een vwnw-traject:
bij ontslag op eigen verzoek kan een tegemoetkoming in de verhuiskosten worden verleend als betrokkene om een nieuwe baan te verwerven moet verhuizen en de nieuwe werkgever geen of een beperkte verhuiskostenvergoeding geeft. De tegemoetkoming is maximaal gelijk aan de vergoeding die bij toepassing van hoofdstuk 18 CAR-UWO zou zijn genoten.
als bij een nieuwe werkgever geen vergoeding voor woon-werkverkeer wordt gegeven, kan betrokkene in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de volledige reiskosten voor een periode van een jaar; in bijzondere gevallen te verlengen tot maximaal twee jaren. Kosten worden vergoed op basis van het gebruik van openbaar vervoer.
aan medewerkers die - binnen een jaar nadat is komen vast te staan dat men boventallig is - zelf ontslag nemen (geen plaatsing extern), kan een uitkering ineens van maximaal 12 maanden (100% eigen bezoldiging) worden toegekend tot een maximum van € 75.000 bruto naar rato van omvang dienstbetrekking. Deze mogelijkheid kan zich bijvoorbeeld ook voordoen wanneer de ambtenaar ontslag verzoekt omdat hij een eigen bedrijf start. Dit bedrag wordt ineens uitgekeerd, tenzij anders wordt overeengekomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-22359.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.