Beleidsregels verblijfsontzeggingen gemeente Oldambt

 

De burgermeester van de gemeente Oldambt;

 

gelet op artikel 2:1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Oldambt;

 

overwegende de wens om met een verblijfsontzegging te kunnen optreden tegen personen die overlast veroorzaken in de openbare ruimte;

 

B e s l u i t:

 

Vast te stellen de Beleidsregels verblijfsontzeggingen gemeente Oldambt

 

1. Juridisch kader

 

De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde. Een bevoegdheid die de burgemeester toekomt om de openbare orde te handhaven is het beperken van de bewegingsvrijheid van personen middels een gebiedsverbod (artikel 172a Gemeentewet) en een verblijfsontzegging (artikel 2:1 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening).

 

Deze beleidsregels hebben betrekking op de verblijfsontzegging op basis van artikel 2:1 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Voor het opgelegd kunnen krijgen van een verblijfsontzegging volstaat het om te handelen in strijd met de openbare orde of een aan de openbare orde gerelateerd delict te plegen (zie toelichting). Een gebiedsverbod op basis van 172a Gemeentewet kan in dergelijke situaties opgelegd worden indien er sprake is van herhaalde gedragingen en er een ernstige vrees bestaat voor verdere verstoring van de openbare orde.

 

2. Procedure

 

Bij het opleggen van een verblijfsontzegging worden de volgende regels in acht genomen:

  • 1.

    De burgermeester wijst het gebied (of gebieden) aan waarvoor de verblijfsontzegging wordt gegeven.

  • 2.

    Het aan te wijzen gebied is niet groter dan noodzakelijk.

  • 3.

    Het aan te wijzen gebied valt binnen de gemeentegrenzen.

  • 4.

    In de bekendmaking staat vermeld voor welke gebieden de verblijfsontzegging is opgelegd.

  • 5.

    In de bekendmaking staat vermeld voor welke periode de verblijfsontzegging is opgelegd.

  • 6.

    Als de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied, waarvoor de verblijfs-ontzegging geldt, woont, naar school gaat of werkt, dan wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning, school of werklocatie.

  • 7.

    De bekendmaking vermeldt eenduidig op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt.

  • 8.

    Uitreiking van de verblijfsontzegging vindt zo snel mogelijk na het geconstateerde feit plaats.

  • 9.

    De periode begint te lopen op de datum van het besluit. Het uitreiken kan plaatsvinden via toezending per (aangetekende) post, overhandiging door politie eenheid Noord-Nederland of door een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Oldambt.

  • 10.

    Een ontzegging wordt alleen opgelegd als betrokkene binnen een termijn van 52 weken voorafgaande aan de tweede overtreding geverbaliseerd is voor één of meer van de feiten waarvoor een ontzegging kan worden gegeven. Een tweede overtreding binnen 52 weken die aanleiding is tot het opleggen van een verblijfsontzegging hoeft niet betrekking te hebben op hetzelfde feit als de eerste overtreding.

  • 11.

    Een ontzegging wordt dan opgelegd volgens de aangegeven termijnen, omdat er vrees bestaat voor een nieuwe openbare ordeverstoring. Bij een eerste overtreding wordt een op naam gestelde waarschuwing namens de burgemeester door politie of door een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente Oldambt uitgereikt. Bij een waarschuwing door de politie kan er tevens een tijdelijke verblijfsontzegging voor de duur van 8 uur worden opgelegd.

  • 12.

    Indien er in de 24 maanden voorafgaand aan een proces-verbaal één verblijfsontzegging is uitgereikt dan kan er opnieuw een verblijfsontzegging opgelegd worden conform de termijn uit de feitentabel, als er vrees bestaat voor nieuwe openbare ordeverstoring.

  • 13.

    Het kan in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn dat de burgemeester bij het toepassen van de bevoegdheden moet afwijken van het beleid.

Toelichting:

Met dit artikel wordt de burgemeester de mogelijkheid gegeven om aan openbare ordeverstoorders een individuele verblijfsontzegging op te leggen. Wanneer de politie of de gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA), elk binnen zijn eigen bevoegdheid, orde verstorende gedragingen constateert die op grond van de APV (samenscholingsverbod, hinderlijk drankgebruik, hinderlijk gedrag op of aan de weg, hinderlijk gedrag bij of in gebouwen, etc.) de Opiumwet, de Wet Wapens en Munitie of artikel 184 Wetboek van Strafrecht (niet voldoen aan een bevel of vordering) strafbaar zijn gesteld, wordt aan de betrokkene van de overlastgedraging een proces-verbaal uitgereikt. Daarnaast wordt aan betrokkene een waarschuwing uitgereikt. In deze waarschuwing komt (komen) onder andere de gedraging(en) te staan op grond waarvan de burgemeester heeft besloten de waarschuwing uit te reiken. Begaat betrokkene opnieuw een overtreding dan wordt een verblijfsontzegging uitgereikt. Verblijfsontzeggingen kunnen worden opgelegd voor de duur van minimaal 2 weken tot maximaal 12 weken en kan gelden voor gehele dagen (24 uur) of een gedeelte van een dag.

 

3. Feiten waarvoor een verblijfsontzegging kan worden opgelegd

Categorie 1 (termijn ontzegging 2 weken)

  • straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

  • samenscholing en ongeregeldheden, art. 2:1 APV

  • hinderlijk gedrag, art. 2:47, 2:49 en 2:50 APV

  • verboden drankgebruik, art. 2:48 APV

  • openbare dronkenschap, 453 Sr en 426 Sr

  • baldadigheid, 424 Sr

  • fietsendiefstal, 310 Sr

Categorie 2 (termijn ontzegging 6 weken)

  • 1e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

  • 1e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

  • bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs en gebruik van harddrugs

  • in het openbaar ,Opiumwet

  • overtreding verbod zich op de weg te begeven om drugs te verhandelen, art. 2:74 APV

  • overtreding Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

  • vernieling of beschadiging, art. 350 Sr en openlijke geweldpleging, art. 141 Sr

  • eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr

  • diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr

  • belediging ambtenaar in functie, art. 267 Sr

  • bedreiging, art. 285 Sr

  • negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184 Sr

  • wederspannigheid, art 180, 181, 182 Sr

  • overtreding binnen categorie 1 of 2 door persoon aan wie ingevolge het convenant ‘’Gezelligheid maken we met elkaar gemeente Oldambt’’ de toegang tot een horecabedrijf is ontzegd

  •  

  •  

Categorie 3 (termijn ontzegging 9 weken)

  • eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr en bedreiging, art. 285 Sr wanneer gericht op hulpverleners of andere personen met een publieke taak (agenten, ambulancepersoneel, boa’s, et cetera). Dit is in lijn met ‘’Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken’’. Het gaat daarbij om een verhoging van de straf bij geweld en agressie tegen hulpverleners of andere personen met een publieke taak

 

Categorie 4 (termijn ontzegging 12 weken)

  • 1e recidive door persoon aan wie ingevolge het convenant ‘’Gezelligheid maken we met elkaar gemeente Oldambt’’ de toegang tot een horecabedrijf is ontzegd

  • 2e recidive van hinderlijk gedrag, verboden drankgebruik, of openbare dronkenschap, art. 2:47 t/m2:50 APV en 453 Sr, 426 Sr

  • 2e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

  • 2e recidive verbod op straat- of raamprostitutie, art. 3:18 en 3:19 APV

  • overtreding Wet wapens en munitie: vuurwapens/schietwapens

  • dealen harddrugs, Opiumwet

  • zware geweldsmisdrijven: zware mishandeling, art 302 Sr, (poging tot) doodslag, art. 287 Sr; openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen, art. 141 Sr; afpersing, art. 317 Sr; afdreiging, art 318 Sr

  • overtreding verblijfsontzegging, art. 2:1.1 APV

  •  

 

 

De ‘’Instructie toepassing verblijfsontzegging’’, vastgesteld bij besluit van 31 maart 2017, wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van dit besluit.

Deze beleidsregels treden in werking de dag na die van bekendmaking.

Aldus besloten op 3 september 2019.

De burgemeester,

Cora-Yfke Sikkema

Naar boven