Gemeenteblad van Brunssum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2019, 220305 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brunssum | Gemeenteblad 2019, 220305 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent de BRP (Beleidsregel bestuurlijke boete Basisregistratie personen (BRP) Gemeente Brunssum)
Bij de invoering van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) in 2014 is de bestuurlijke boete ingevoerd als instrument voor handhaving van plichten die burgers hebben op grond van de Wet BRP. Het college kan deze boete opleggen aan burgers die een verplichting uit de Wet BRP niet nakomen. Het gaat om verplichtingen, zoals het doen van aangifte van verblijf en adres, aangifte van adreswijziging, het kiezen van een briefadres als er geen woonadres is en het verschaffen van inlichtingen en overleggen van stukken die nodig zijn voor het bijhouden van de basisregistratie. Daarnaast kan een boete worden opgelegd wanneer een burger bewust toelaat dat iemand anders, ten onrechte, op zijn woonadres is ingeschreven.
Overheidsinstanties zijn verplicht persoonsgegevens uit de BRP te gebruiken. De gemeente is verantwoordelijk voor een kwalitatief juiste en actuele basisregistratie. Hierbij is de gemeente afhankelijk van de verstrekking van juiste gegevens door de inwoners. De wetgever legt de verplichting hiervan daarom bij de inwoners zelf. Over het algemeen voldaan burgers spontaan of op verzoek aan hun verplichtingen. Er zijn echter ook situaties waarin zij niet aan de verplichting voldoen, omdat er een financieel of persoonlijk belang is voor een onjuiste inschrijving in de BRP.
Het opleggen van de bestuurlijke boete is een onvoorwaardelijke sanctie. Dit betekent dat de boete niet kan worden ingetrokken of gewijzigd als de burger alsnog aan zijn verplichting uit de wet BRP voldoet. Alleen in gevallen waar de burger in bezwaar of beroep in het gelijk wordt gesteld, kan de sanctie worden ingetrokken.
Het heffen van de bestuurlijke boete is geen doel op zich. Het is de bedoeling dat het mogelijk opleggen van de sanctie burgers aanzet tot het nakomen van verplichtingen die de Wet BRP aan hen oplegt. In gevallen waar het niet-voldoen aan de verplichtingen uit de Wet BRP wordt veroorzaakt door een onderliggende hulpvraag, wordt de sanctie niet opgelegd, maar wordt in samenspraak met de betrokkene door de gemeente integraal bekeken op welke wijze de hulpvraag kan worden beantwoord en de burger kan worden geholpen.
De bestuurlijke boete is een sanctie die wordt opgelegd met het doel te bestraffen. Dit moet echter worden gezien als ultimum remedium (als laatste redmiddel). Primair heeft de boete als doel de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen uit de Wet BRP (zoals genoemd in de artikelen 2.38, 2.39, 2.40 lid 5, 2.43 t/m 2.47, 2.50, 2.51 en 2.52 van de wet).
Per geconstateerde overtreding kan slechts één bestuurlijke boete worden opgelegd.
Er is in ieder geval geen sprake van dezelfde overtreding, indien de overtreder:
eerder een boete is opgelegd, vanwege de overtreding van de verplichting tot het verstrekken van informatie door een ander dan ingezetene of ingeschrevene aan de gemeente ten behoeve van het bijhouden in de basisregistratie personen, als het een andere persoon betreft dan wel als het een andere overtreding ten aanzien van dezelfde persoon betreft.
Artikel 4: Verwijtbaarheid en bijzondere omstandigheden
Omstandigheden die niet leiden tot een vermindering van de mate van verwijtbaarheid zijn in ieder geval:
de stelling van een overtreder dat hij/zij niet in staat is zijn/haar belangen te behartigen, doordat wordt gesteld dat de overtreder tijdelijk niet op het adres woont. Hieronder wordt ook begrepen tijdelijk verblijf in het buitenland, tijdelijk verblijf in instelling voor de gezondheidszorg, instelling op het gebied van kinderbescherming of penitentiaire instelling;
Artikel 7: Onvoorziene omstandigheden en afwijkingsbevoegdheid
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-220305.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.