Plaatsingsbesluit additioneel cameratoezicht

De burgemeester van Haarlem,

 

Overwegende:

  • dat ik op 20 december 2017 heb besloten tot het voortzetten en het uitbreiden van het cameratoezicht voor de duur van 4 jaar tot 1 januari 2022;

  • dat de burgemeester van Haarlem sinds september 2018 is beveiligd in verband met bedreigingen;

  • dat het noodzakelijk is in het belang van de openbare orde om een camera te plaatsen in Haarlem ter beveiliging van de burgemeester

Gelet op artikel 151c van de Gemeentewet juncto artikel 2.77 van de APV,

besluit:

  • 1.

    tot het plaatsen van een additionele camera in Haarlem ter beveiliging van de burgemeester;

  • 2.

    dat ter bescherming van de privacy en veiligheid van de burgemeester de exacte locatie niet bekend zal worden;

  • 3.

    dat deze camera zal worden gebruikt tot 1 januari 2022, tenzij het belang van de handhaving van de openbare orde niet langer vereist dat deze camera wordt gebruikt;

  • 4.

    dat de camerabeelden onder regie van de Nationale Politie, Eenheid Noord-Holland worden opgeslagen en gedurende 28 dagen worden bewaard;

Belangenafweging

Ik heb hierbij het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy door de inzet van cameratoezicht anderzijds tegen elkaar afgewogen. Bij die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang om geen inmenging te dulden in de privacy.

 

Ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens door middel van cameratoezicht op openbare plaatsen in het belang van de handhaving van de openbare orde, geldt een wettelijke bewaartermijn van maximaal vier weken (artikel 151c, lid 9, Gemeentewet). Indien deze persoonsgegevens verder worden verwerkt ten behoeve van de opsporing van een concreet strafbaar feit, dan wordt de duur van de opslag bepaald door dit nieuwe doel. In de wet politiegegevens worden deze termijnen nader gespecificeerd.

 

Haarlem, 23 augustus 2019

De burgemeester van Haarlem,

drs. J. Wienen

Bent u het niet eens met dit besluit?

Tegen dit besluit kan door belanghebbenden bezwaar worden ingesteld bij de burgemeester van Haarlem, postbus 511, 2003 PB Haarlem. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief ingediend zijn.

Dit bezwaarschrift moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

  • uw naam en adres

  • de verzenddatum van uw brief

  • een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt

  • de redenen voor uw bezwaar

Vermeld in de linkerbovenhoek van de envelop 'bezwaar'.

 

U kunt ook digitaal een bezwaarschrift indienen via de website van gemeente Haarlem (https://www.haarlem.nl/bezwaar-tegen-gemeentelijk-besluit).

U heeft hiervoor een elektronische handtekening (DigiD) nodig.

Geen schorsende werking

Belanghebbenden kunnen de inwerkingtreding van het besluit niet uitstellen door een bezwaarschrift in te dienen. Het bezwaar schorst namelijk niet de werking van dit besluit. Wel kunt u, als u een bezwaarschrift heeft ingediend, in geval van spoed om een voorlopige voorziening verzoeken. Op basis van deze voorlopige voorziening kan de werking van het besluit eventueel opgeschort worden. Het verzoek kan worden ingediend bij de president van de Rechtbank te Haarlem, sector Bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR Haarlem. U kunt ook digitaal verzoeken om een voorlopige voorziening bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Dit verzoek moet aan dezelfde eisen voldoen als het bezwaarschrift.

 

Naar boven